Wybierz funkcje eksperymentalne, które chcesz wypróbować

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 62022CN0263

Zaak C-263/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal de Justiça (Portugal) op 20 april 2022 — Ocidental — Companhia Portuguesa de Seguros de Vida SA / LP

PB C 276 van 18.7.2022, s. 5–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 276/5


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal de Justiça (Portugal) op 20 april 2022 — Ocidental — Companhia Portuguesa de Seguros de Vida SA / LP

(Zaak C-263/22)

(2022/C 276/07)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Supremo Tribunal de Justiça

Partijen in het hoofdgeding

Eiseres in laatste aanleg: Ocidental — Companhia Portuguesa de Seguros de Vida SA

Verweerster in laatste aanleg: LP

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 5 van richtlijn 93/13/EEG (1), dat bepaalt dat “aan de consument voorgestelde bedingen […] steeds duidelijk en begrijpelijk zijn opgesteld”, in het licht van de twintigste overweging van deze richtlijn aldus worden uitgelegd dat de consument steeds de mogelijkheid moet hebben om kennis te nemen van alle bedingen?

2)

Moet artikel 4, lid 2, van richtlijn 93/13/EEG, dat bepaalt dat de toetsing van bedingen betreffende het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst is uitgesloten indien “die bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd”, aldus worden uitgelegd dat de consument steeds de mogelijkheid moet hebben om kennis te nemen van deze bedingen?

3)

In het kader van een nationale regeling die voorziet in de mogelijkheid van een rechterlijke toetsing van het oneerlijke karakter van bedingen waarover niet afzonderlijk is onderhandeld en die betrekking hebben op de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst: i) staat artikel 3, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG, gelezen in samenhang met punt i) van de indicatieve lijst als vermeld in lid 3 van dat artikel, eraan in de weg dat de verzekeringsmaatschappij wanneer het gaat om een collectieveverzekeringsovereenkomst met bijdrageplicht, aan de verzekerde een beding tot uitsluiting of beperking van het verzekerde risico kan tegenwerpen waarvan hem geen kennis is gegeven en waarvan hij bijgevolg geen kennis heeft kunnen nemen; ii) is dit ook het geval indien, bij niet-naleving van de plicht tot kennisgeving en informatieverstrekking over de bedingen, op grond van de nationale wettelijke regeling de verzekeringnemer aansprakelijk wordt gesteld voor de vergoeding van de door de verzekerde geleden schade, maar deze verzekerde daardoor niet in de situatie wordt gebracht waarin hij zou hebben verkeerd indien de verzekeringsdekking van kracht was geweest?


(1)  Richtlijn van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).


Góra