Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0665

    Zaak C-665/21 P: Hogere voorziening ingesteld op 5 november 2021 door MKB Multifunds BV tegen de beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 6 september 2021 in zaak T-277/20, MKB Multifunds tegen Commissie

    PB C 11 van 10.1.2022, p. 19–20 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.1.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 11/19


    Hogere voorziening ingesteld op 5 november 2021 door MKB Multifunds BV tegen de beschikking van het Gerecht (Achtste kamer) van 6 september 2021 in zaak T-277/20, MKB Multifunds tegen Commissie

    (Zaak C-665/21 P)

    (2022/C 11/26)

    Procestaal: Nederlands

    Partijen

    Rekwirant: MKB Multifunds BV (vertegenwoordigers: J.M.M. van de Hel, R Rampersad, advocaten)

    Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Koninkrijk der Nederlanden

    Conclusies

    MKB Multifunds verzoekt het Hof eerbiedig om:

    de hogere voorziening van MKB Multifunds gegrond te verklaren en haar ontvankelijk te verklaren;

    de beschikking van het Gerecht te vernietigen;

    de uitspraak van het Hof in de plaats te laten treden en het besluit van de Commissie nietig te verklaren, en

    de Europese Commissie te veroordelen in de proceskosten die MKB Multifunds heeft moeten maken.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Het Gerecht heeft ten onrechte geoordeeld dat MKB Multifunds niet-ontvankelijk is in haar vorderingen. Het oordeel van het Gerecht geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. MKB Multifunds voert de volgende middelen aan:

    Middel 1: Het Gerecht geeft in rechtsoverwegingen 36 t/m 38 van de beschikking blijk van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 36 van Protocol 3 bij het Statuut van het Hof van Justitie en artikel 51 VEU niet toe te passen. Volgens het Gerecht zou geen bewijskracht uitgaan uit de eigen verklaringen van MKB Multifunds, omdat het “maar een verklaring is”. Het Gerecht motiveert niet waarom de verklaringen van MKB Multifunds onbetrouwbaar zijn. Hierdoor is de beschikking onvoldoende met redenen omkleed.

    Middel 2: Het Gerecht geeft in rechtsoverweging 30 van de beschikking blijk van een onjuiste rechtsopvatting van het begrip belanghebbende zoals opgenomen in artikel 1, onder h, van verordening 2015/1589 (1). De lezing van het Gerecht komt er feitelijk op neer dat MKB Multifunds moet aantonen dat zij daadwerkelijk actief was in de dakfondssector, dus direct concurrent was van DVI, en concrete gevolgen heeft ondervonden. Dat strookt niet met vaste jurisprudentie, waaruit blijkt dat een onderneming een belanghebbende is voor zover zij i) een (potentiële) concurrent is die niet op dezelfde markt actief is, en ii) haar belangen door de onrechtmatige steunverlening nadelig kunnen worden beïnvloed. Door de onjuiste rechtsopvatting heeft het Gerecht een te strikte toets gehanteerd en miskend dat MKB Multifunds minstens een potentiële concurrent is van DVI en dat MKB Multifunds genoegzaam heeft aangevoerd dat haar belangen door de onrechtmatige steunverlening nadelig werden beïnvloed.

    Middel 3: Het Gerecht geeft in rechtsoverwegingen 53 t/m 55 van de beschikking blijk van een onjuiste rechtsopvatting door een te strikte toets van het begrip “individuele geraaktheid” in de zin van artikel 263, vierde alinea VWEU te hanteren. Het gevolg hiervan is dat het Gerecht miskend heeft dat MKB Multifunds concrete argumenten heeft gevoerd waaruit blijkt dat het besluit MKB Multifunds treft uit hoofde van zekere bijzondere hoedanigheden of van een feitelijke situatie welke haar ten opzichte van ieder ander karakteriseert.


    (1)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).


    Top