EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0421

Zaak C-421/20: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 3 maart 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf — Duitsland) — Acacia Srl / Bayerische Motoren Werke AG (Prejudiciële verwijzing – Intellectuele eigendom – Gemeenschapsmodellen – Verordening (EG) nr. 6/2002 – Artikel 82, lid 5 – Rechtsvordering ingesteld bij de rechterlijke instanties van de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden – Nevenvorderingen bij de vordering wegens inbreuk – Toepasselijk recht – Artikel 88, lid 2 – Artikel 89, lid 1, onder d) – Verordening (EG) nr. 864/2007 – Recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (“Rome II”) – Artikel 8, lid 2 – Land waar de inbreuk op het intellectuele-eigendomsrecht is gepleegd)

PB C 171 van 25.4.2022, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 171 van 25.4.2022, p. 10–10 (GA)

25.4.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 171/11


Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 3 maart 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Düsseldorf — Duitsland) — Acacia Srl / Bayerische Motoren Werke AG

(Zaak C-421/20) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Intellectuele eigendom - Gemeenschapsmodellen - Verordening (EG) nr. 6/2002 - Artikel 82, lid 5 - Rechtsvordering ingesteld bij de rechterlijke instanties van de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden - Nevenvorderingen bij de vordering wegens inbreuk - Toepasselijk recht - Artikel 88, lid 2 - Artikel 89, lid 1, onder d) - Verordening (EG) nr. 864/2007 - Recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (“Rome II”) - Artikel 8, lid 2 - Land waar de inbreuk op het intellectuele-eigendomsrecht is gepleegd)

(2022/C 171/13)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Düsseldorf

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Acacia Srl

Verwerende partij: Bayerische Motoren Werke AG

Dictum

Artikel 88, lid 2, en artikel 89, lid 1, onder d), van verordening (EG) nr. 6/2002 van de Raad van 12 december 2001 betreffende gemeenschapsmodellen alsook artikel 8, lid 2, van verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen (“Rome II”) moeten aldus worden uitgelegd dat de rechtbanken voor het gemeenschapsmodel waarbij krachtens artikel 82, lid 5, van verordening nr. 6/2002 een vordering wegens inbreuk aanhangig is gemaakt tegen inbreukmakende handelingen die zijn verricht of dreigen te worden verricht op het grondgebied van één enkele lidstaat, de nevenvorderingen tot schadevergoeding, verstrekking van (boekhoudkundige) informatie en documenten alsook afgifte van de inbreukmakende voortbrengselen met het oog op vernietiging moeten beoordelen onder toepassing van het recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan de handelingen die vermeend inbreuk maken op het ingeroepen gemeenschapsmodel zijn verricht of dreigen te worden verricht, hetgeen in de omstandigheden van een krachtens artikel 82, lid 5, ingestelde vordering samenvalt met het recht van de lidstaat waar die rechtbanken zijn gelegen.


(1)  PB C 433 van 14.12.2020.


Top