Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0251

    Zaak C-251/20: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Gtflix Tv / DR [Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening (EU) nr. 1215/2012 – Artikel 7, punt 2 – Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad – Publicatie op internet van beweerdelijk smadelijke uitlatingen over een persoon – Plaats waar de schade is ingetreden – Gerechten van elke lidstaat op het grondgebied waarvan online geplaatste content toegankelijk is of is geweest]

    PB C 84 van 21.2.2022, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 84 van 21.2.2022, p. 5–5 (GA)

    21.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 84/13


    Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Cour de cassation — Frankrijk) — Gtflix Tv / DR

    (Zaak C-251/20) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Artikel 7, punt 2 - Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad - Publicatie op internet van beweerdelijk smadelijke uitlatingen over een persoon - Plaats waar de schade is ingetreden - Gerechten van elke lidstaat op het grondgebied waarvan online geplaatste content toegankelijk is of is geweest)

    (2022/C 84/14)

    Procestaal: Frans

    Verwijzende rechter

    Cour de cassation

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Gtflix Tv

    Verwerende partij: DR

    Dictum

    Artikel 7, punt 2, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een persoon die meent dat zijn rechten zijn geschonden door de verspreiding van smadelijke uitlatingen op internet en die zowel rectificatie van de gegevens en verwijdering van de hem betreffende onlinecontent vordert als vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade, bij de gerechten van elke lidstaat op het grondgebied waarvan die uitlatingen toegankelijk zijn of zijn geweest, een vordering tot vergoeding van de in de lidstaat van het aangezochte gerecht geleden schade kan instellen, ook al zijn die gerechten niet bevoegd om kennis te nemen van de vordering tot rectificatie en verwijdering.


    (1)  PB C 297 van 7.9.2020.


    Top