This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0045
Case T-45/19: Action brought on 24 January 2019 — Acron and Others v Commission
Zaak T-45/19: Beroep ingesteld op 24 januari 2019 — Acron e.a./Commissie
Zaak T-45/19: Beroep ingesteld op 24 januari 2019 — Acron e.a./Commissie
PB C 122 van 1.4.2019, p. 20–21
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.4.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 122/20 |
Beroep ingesteld op 24 januari 2019 — Acron e.a./Commissie
(Zaak T-45/19)
(2019/C 122/23)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partijen: Acron OAO (Veliki Novgorod, Rusland), Dorogobuzh OAO (Dorogobuzh, Rusland), Acron Switzerland AG (Baar, Zwitserland) (vertegenwoordigers: T. De Meese, J. Stuyck en A. Nys, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1703 van de Commissie van 12 november 2018 nietig verklaren; (1) |
— |
verweerster verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren verzoeksters drie middelen aan.
1. |
Eerste middel: verweerster is haar internationale verplichtingen niet nagekomen, zodat zij het Verdrag heeft geschonden, en zij heeft haar vaststelling dat de Russische Federatie de in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op haar rustende verplichtingen niet is nagekomen, ontoereikend gemotiveerd. Verzoeksters voeren aan dat verweerster de toetreding van de Russische Federatie tot de WTO niet in aanmerking heeft genomen als een omstandigheid die relevant is voor de wijziging in de berekening van de dumpingmarge van verzoeksters. Verweerster is verplicht om bij het tussentijds nieuw onderzoek betreffende de rechten die van toepassing zijn op de invoer van ammoniumnitraat, rekening te houden met de door de Russische Federatie gedane toezeggingen in verband met de gasprijs. Aangezien verweerster heeft betoogd dat de Russische Federatie niet in overeenstemming met haar eigen toetredingsprotocol heeft gehandeld, heeft zij zowel artikel VI van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel als artikel II van de WTO-antidumpingovereenkomst geschonden. Dientengevolge is verweerster haar internationale verplichtingen niet nagekomen, zodat zij het Verdrag heeft geschonden. |
2. |
Tweede middel: verweerster heeft bij haar vaststelling dat de door verzoeksters aangevoerde wijziging van omstandigheden niet van blijvende aard was, een kennelijke beoordelingsfout gemaakt en die vaststelling ontoereikend gemotiveerd waardoor inbreuk is gemaakt op de rechten van verdediging van verzoeksters.
|
3. |
Derde middel: verweerster heeft artikel 19, lid 2, en artikel 20, lid 2, van verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (2) alsook de rechten van verdediging van verzoeksters geschonden en voor rechtsonzekerheid gezorgd door haar dumpingberekening niet over te leggen.
|
(1) Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1703 van de Commissie van 12 november 2018 tot beëindiging van het gedeeltelijk tussentijds nieuw onderzoek betreffende de invoer van ammoniumnitraat van oorsprong uit Rusland (PB 2018, L 285, blz. 97).
(2) Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (PB 2016, L 176, blz. 21).