EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0775

Zaak C-775/19: Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 19 november 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg — Duitsland) — 5th AVENUE Products Trading GmbH / Hauptzollamt Singen [Prejudiciële verwijzing – Douane-unie – Verordening (EEG) nr. 2913/92 – Communautair douanewetboek – Artikel 29, lid 1 en lid 3, onder a) – Artikel 32, lid 1, onder c), en lid 5, onder b) – Verordening (EEG) nr. 2454/93 – Artikel 157, lid 2 – Vaststelling van de douanewaarde – Transactiewaarde van ingevoerde goederen – Begrip “verkoopvoorwaarde” – Betaling ter verkrijging van een exclusief distributierecht]

PB C 28 van 25.1.2021, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 28/9


Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 19 november 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Baden-Württemberg — Duitsland) — 5th AVENUE Products Trading GmbH / Hauptzollamt Singen

(Zaak C-775/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Douane-unie - Verordening (EEG) nr. 2913/92 - Communautair douanewetboek - Artikel 29, lid 1 en lid 3, onder a) - Artikel 32, lid 1, onder c), en lid 5, onder b) - Verordening (EEG) nr. 2454/93 - Artikel 157, lid 2 - Vaststelling van de douanewaarde - Transactiewaarde van ingevoerde goederen - Begrip “verkoopvoorwaarde” - Betaling ter verkrijging van een exclusief distributierecht)

(2021/C 28/12)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Baden-Württemberg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: 5th AVENUE Products Trading GmbH

Verwerende partij: Hauptzollamt Singen

Dictum

Artikel 29, lid 1 en lid 3, onder a), van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek moet aldus worden uitgelegd dat een betaling die gedurende een beperkte periode door de koper van ingevoerde goederen aan de verkoper daarvan wordt gedaan als tegenprestatie voor de toekenning door laatstgenoemde van een exclusief distributierecht voor deze goederen op een bepaald grondgebied en die over de op dat grondgebied behaalde omzet wordt berekend, moet worden opgenomen in de douanewaarde van die goederen.


(1)  PB C 27 van 27.1.2020.


Top