EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0411

Zaak C-411/19: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — WWF Italia o.n.l.u.s., e.a. / Presidenza del Consiglio dei Ministri, Azienda Nazionale Autonoma Strade SpA (ANAS) (Prejudiciële verwijzing – Milieu – Richtlijn 92/43/EEG – Artikel 6 – Instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna – Speciale beschermingszones – Aanleg van een weg – Beoordeling van de gevolgen van dit project voor de betrokken speciale beschermingszone – Vergunning – Dwingende redenen van groot openbaar belang)

PB C 297 van 7.9.2020, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.9.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 297/17


Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio — Italië) — WWF Italia o.n.l.u.s., e.a. / Presidenza del Consiglio dei Ministri, Azienda Nazionale Autonoma Strade SpA (ANAS)

(Zaak C-411/19) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Milieu - Richtlijn 92/43/EEG - Artikel 6 - Instandhouding van de natuurlijke habitats en van de wilde flora en fauna - Speciale beschermingszones - Aanleg van een weg - Beoordeling van de gevolgen van dit project voor de betrokken speciale beschermingszone - Vergunning - Dwingende redenen van groot openbaar belang)

(2020/C 297/22)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Tribunale Amministrativo Regionale per il Lazio

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: WWF Italia o.n.l.u.s., Lega Italiana Protezione Uccelli o.n.l.u.s., Gruppo di Intervento Giuridico o.n.l.u.s., Italia Nostra o.n.l.u.s., Forum Ambientalista, FC e.a.

Verwerende partijen: Presidenza del Consiglio dei Ministri, Azienda Nazionale Autonoma Strade SpA (ANAS)

Dictum

1)

Artikel 6 van richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een nationale regeling op grond waarvan de procedure voor toestemming voor een plan of project waarvan de gevolgen voor een speciale beschermingszone niet kunnen worden gemitigeerd en waarover de bevoegde overheidsinstantie reeds een negatief advies heeft afgegeven, om dwingende redenen van groot openbaar belang kan worden voortgezet, tenzij er een alternatieve oplossing bestaat die minder nadelen meebrengt voor de betrokken zone, hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan.

2)

Wanneer de gevolgen van een plan of project voor een speciale beschermingszone negatief zijn beoordeeld ingevolge artikel 6, lid 3, van richtlijn 92/43 en de betrokken lidstaat krachtens lid 4 van dat artikel niettemin heeft besloten om dit te realiseren om dwingende redenen van groot openbaar belang, moet artikel 6 van deze richtlijn aldus worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan dit plan of project, na de negatieve beoordeling ervan overeenkomstig lid 3 van dat artikel en vóór de definitieve vaststelling ervan ingevolge lid 4 van dat artikel, wordt aangevuld door maatregelen die de gevolgen ervan voor die zone mitigeren en de beoordeling van deze gevolgen wordt voortgezet. In hetzelfde geval staat artikel 6 van de habitatrichtlijn daarentegen niet in de weg aan een regeling op grond waarvan de compenserende maatregelen in het kader van datzelfde besluit kunnen worden vastgesteld, mits ook de overige voorwaarden voor de toepassing van artikel 6, lid 4, van deze richtlijn zijn vervuld.

3)

Richtlijn 92/43 moet aldus worden uitgelegd dat zij niet in de weg staat aan een nationale regeling op grond waarvan de indiener van de aanvraag een studie verricht naar de gevolgen van het betrokken plan of project voor de betrokken speciale beschermingszone, op basis waarvan de bevoegde autoriteit die gevolgen beoordeelt. Deze richtlijn staat daarentegen in de weg aan een nationale regeling die de indiener van de aanvraag toestaat in het definitieve plan of project voorschriften, opmerkingen en aanbevelingen ten aanzien van het landschap of het milieu op te nemen zonder dat het aldus gewijzigde plan of project opnieuw door deze autoriteit moet worden beoordeeld.

4)

Richtlijn 92/43 moet aldus worden uitgelegd dat zij het weliswaar aan de lidstaten overlaat om de autoriteit aan te wijzen die bevoegd is voor de beoordeling van de gevolgen van een plan of een project voor een speciale beschermingszone in overeenstemming met de in de rechtspraak van het Hof vastgestelde criteria, maar dat zij er daarentegen aan in de weg staat dat een willekeurige autoriteit deze beoordeling voortzet of aanvult wanneer die beoordeling eenmaal is uitgevoerd.


(1)  PB C 328 van 30.09.2019.


Top