Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CA0249

    Zaak C-249/19: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Tribunalul Bucureşti — Roemenië) — JE/KF (“Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 1259/2010 – Nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed – Uniforme regels – Artikel 10 – Toepassing van het recht van de staat waar de zaak aanhangig is”)

    PB C 297 van 7.9.2020, p. 16–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.9.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 297/16


    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 16 juli 2020 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door Tribunalul Bucureşti — Roemenië) — JE/KF

    (Zaak C-249/19) (1)

    (“Prejudiciële verwijzing - Verordening (EU) nr. 1259/2010 - Nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed - Uniforme regels - Artikel 10 - Toepassing van het recht van de staat waar de zaak aanhangig is”)

    (2020/C 297/20)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Tribunalul Bucureşti

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: JE

    Verwerende partij: KF

    Dictum

    Artikel 10 van verordening (EU) nr. 1259/2010 van de Raad van 20 december 2010 tot nauwere samenwerking op het gebied van het toepasselijke recht inzake echtscheiding en scheiding van tafel en bed moet aldus worden uitgelegd dat de woorden “[i]ndien het krachtens artikel 5 of artikel 8 toepasselijke recht niet voorziet in de mogelijkheid van echtscheiding” alleen zien op de situatie waarin het toepasselijke buitenlandse recht in geen enkele vorm van echtscheiding voorziet.


    (1)  PB C 206 van 17.6.2019.


    Top