Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0017

    Zaak T-17/18: Beroep ingesteld op 19 januari 2018 — Delfant Hoylaerts / Commissie

    PB C 104 van 19.3.2018, p. 44–45 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.3.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 104/44


    Beroep ingesteld op 19 januari 2018 — Delfant Hoylaerts / Commissie

    (Zaak T-17/18)

    (2018/C 104/57)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Isabelle Delfant Hoylaerts (Montredon-des-Corbières, Frankrijk) (vertegenwoordiger: E. Conquet, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    het afwijzende besluit van de Commissie van 21 maart 2017 nietig te verklaren;

    het impliciete afwijzende besluit van de Commissie van 20 oktober 2017 nietig te verklaren;

    de Commissie te veroordelen tot overname van de kosten van het medisch opvoedkundig instituut vanaf 20 oktober 2017;

    de Commissie te veroordelen tot betaling aan Isabelle Delfant Hoylaerts van een bedrag van 3 000 EUR ter vergoeding van haar materiële en immateriële schade;

    de Commissie te veroordelen tot betaling aan Isabelle Delfant Hoylaerts van een bedrag van 3 000 EUR voor de niet-terugvorderbare kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij een middel aan, ontleend aan schending van artikel 72 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, waarvan de bepalingen zijn overgenomen in de gemeenschappelijke regeling inzake de ziektekostenverzekering van de ambtenaren van de Europese Unie, en met name artikel 20, en in de gids voor interventies van de Commissie voor gehandicapte kinderen van het onder het Statuut vallend personeel.

    De Commissie heeft in strijd met voormelde bepalingen gehandeld door te weigeren om de kosten van het medisch opvoedkundig instituut (hierna: „MOI”) over te nemen die voor verzoeksters gehandicapte kind zijn gemaakt. Dat besluit berust op louter administratief onbegrip en geeft niet aan op welke rechtsgrondslag de Commissie zich baseert.

    De onrechtmatige gedraging van de Commissie heeft ernstige gevolgen, aangezien verzoekster alleen niet de kosten van het MOI kan dragen, terwijl dit instituut van levensbelang is voor haar kind. Haar morele en financiële situatie is dus verslechterd door de fout van de Commissie.


    Top