This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018TA0108
Case T-108/18: Judgment of the General Court of 24 February 2021 — Universität Koblenz-Landau v EACEA (Arbitration clause — Tempus IV Programmes — Grant agreements — Contractual nature of the dispute — Reclassification of the action — Eligible costs — Systemic and recurrent irregularities — Full repayment of amounts paid — Proportionality — Right to be heard — Obligation to state reasons — Article 41 of the Charter of Fundamental Rights)
Zaak T-108/18: Arrest van het Gerecht van 24 februari 2021 — Universität Koblenz-Landau/EACEA (“Arbitragebeding – Tempus IV-programma – Subsidieovereenkomsten – Contractuele aard van het geschil – Herkwalificatie van het beroep – Subsidiabele kosten – Stelselmatige en terugkerende onregelmatigheden – Integrale terugbetaling van betaalde bedragen – Evenredigheid – Recht om te worden gehoord – Motiveringsplicht – Artikel 41 van het Handvest van de grondrechten”)
Zaak T-108/18: Arrest van het Gerecht van 24 februari 2021 — Universität Koblenz-Landau/EACEA (“Arbitragebeding – Tempus IV-programma – Subsidieovereenkomsten – Contractuele aard van het geschil – Herkwalificatie van het beroep – Subsidiabele kosten – Stelselmatige en terugkerende onregelmatigheden – Integrale terugbetaling van betaalde bedragen – Evenredigheid – Recht om te worden gehoord – Motiveringsplicht – Artikel 41 van het Handvest van de grondrechten”)
PB C 148 van 26.4.2021, p. 14–14
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
|
26.4.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 148/14 |
Arrest van het Gerecht van 24 februari 2021 — Universität Koblenz-Landau/EACEA
(Zaak T-108/18) (1)
(“Arbitragebeding - Tempus IV-programma - Subsidieovereenkomsten - Contractuele aard van het geschil - Herkwalificatie van het beroep - Subsidiabele kosten - Stelselmatige en terugkerende onregelmatigheden - Integrale terugbetaling van betaalde bedragen - Evenredigheid - Recht om te worden gehoord - Motiveringsplicht - Artikel 41 van het Handvest van de grondrechten”)
(2021/C 148/18)
Procestaal: Duits
Partijen
Verzoekende partij: Universität Koblenz-Landau (Mainz, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. von der Lühe en I. Felder, advocaten)
Verwerende partij: Uitvoerend Agentschap onderwijs, audiovisuele media en cultuur (vertegenwoordigers: H. Monet, gemachtigde, bijgestaan door R. van der Hout en C. Wagner, advocaten)
Voorwerp
Primair, een verzoek krachtens artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van de brieven van het EACEA van 21 december 2017 en 7 februari 2018 betreffende de bedragen die aan verzoekster zijn betaald in het kader van subsidieovereenkomsten die zijn gesloten voor de verwezenlijking van drie projecten op het gebied van hoger onderwijs, en, subsidiair, een verzoek krachtens artikel 272 VWEU tot vaststelling dat het gestelde terugvorderingsrecht niet bestaat,
Dictum
|
1) |
Het beroep wordt verworpen. |
|
2) |
Universität Koblenz-Landau wordt verwezen in de kosten. |