This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CA0575
Case C-575/18 P: Judgment of the Court (Grand Chamber) of 9 July 2020 — Czech Republic v European Commission (Appeal — Own resources of the European Union — Financial liability of the Member States — Request to be released from the obligation to make own resources available — Action for annulment — Admissibility — Letter from the European Commission — Concept of ‘actionable measure’ — Article 47 of the Charter of Fundamental Rights of the European Union — Effective judicial protection — Action alleging unjust enrichment on the part of the European Union)
Zaak C-575/18 P: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 9 juli 2020 — Tsjechische Republiek/Europese Commissie (Hogere voorziening – Eigen middelen van de Europese Unie – Financiële verantwoordelijkheid van de lidstaten – Verzoek om te worden ontheven van de verplichting tot terbeschikkingstelling van eigen middelen – Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Brief van de Europese Commissie – Begrip “voor beroep vatbare handeling” – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Effectieve rechterlijke bescherming – Beroep dat gebaseerd is op een ongerechtvaardigde verrijking van de Unie)
Zaak C-575/18 P: Arrest van het Hof (Grote kamer) van 9 juli 2020 — Tsjechische Republiek/Europese Commissie (Hogere voorziening – Eigen middelen van de Europese Unie – Financiële verantwoordelijkheid van de lidstaten – Verzoek om te worden ontheven van de verplichting tot terbeschikkingstelling van eigen middelen – Beroep tot nietigverklaring – Ontvankelijkheid – Brief van de Europese Commissie – Begrip “voor beroep vatbare handeling” – Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Effectieve rechterlijke bescherming – Beroep dat gebaseerd is op een ongerechtvaardigde verrijking van de Unie)
PB C 287 van 31.8.2020, p. 3–3
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
31.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 287/3 |
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 9 juli 2020 — Tsjechische Republiek/Europese Commissie
(Zaak C-575/18 P) (1)
(Hogere voorziening - Eigen middelen van de Europese Unie - Financiële verantwoordelijkheid van de lidstaten - Verzoek om te worden ontheven van de verplichting tot terbeschikkingstelling van eigen middelen - Beroep tot nietigverklaring - Ontvankelijkheid - Brief van de Europese Commissie - Begrip “voor beroep vatbare handeling” - Artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Effectieve rechterlijke bescherming - Beroep dat gebaseerd is op een ongerechtvaardigde verrijking van de Unie)
(2020/C 287/03)
Procestaal: Tsjechisch
Partijen
Rekwirante: Tsjechische Republiek (vertegenwoordigers: O. Serdula, J. Vláčil en M. Smolek, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: Europese Commissie (vertegenwoordigers: aanvankelijk M. Owsiany-Hornung en Z. Malůšková, vervolgens Z. Malůšková en J.-P. Keppenne, gemachtigden)
Interveniënt aan de zijde van rekwirante: Koninkrijk der Nederlanden (vertegenwoordigers: M. K. Bulterman, C. S. Schillemans, M. L. Noort, M. H. S. Gijzen en J. Langer, gemachtigden)
Dictum
1) |
De hogere voorziening wordt afgewezen. |
2) |
De Tsjechische Republiek draagt haar eigen kosten en die van de Europese Commissie. |
3) |
Het Koninkrijk der Nederlanden draagt zijn eigen kosten. |