Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0561R(01)

    Rectificatie van de bekendmaking in het Publicatieblad in zaak C-561/16 (PB C 22 van 23.1.2017)

    PB C 70 van 6.3.2017, p. 32–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    6.3.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 70/32


    Rectificatie van de bekendmaking in het Publicatieblad in zaak C-561/16

    ( Publicatieblad van de Europese Unie C 22 van 23 januari 2017 )

    (2017/C 070/42)

    De bekendmaking in het Publicatieblad in zaak C-561/16, Saras Energía, dient te worden gelezen als volgt:

    Verwijzende rechter

    Tribunal Supremo

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Saras Energía, S.A.

    Verwerende partij: Administración del Estado

    Andere partijen: Endesa, SA, Endesa Energía, SA, Endesa Energía XXI, S.L.U., Viesgo Infraestructuras Energéticas, S.L., Hidroeléctrica del Cantábrico, S.A.U., Nexus Energía, SA, Nexus Renovables, S.L.U., Engie España, S.L., Villar Mir Energía, S.L., Enérgya VM Gestión de Energía, S.L.U. en Estaciones de Servicio de Guipúzcoa, S.A.

    Prejudiciële vragen

    1.

    Verdraagt regelgeving van een lidstaat waarbij een nationale verplichtingsregeling voor energie-efficiëntie wordt opgesteld waaraan hoofdzakelijk uitvoering wordt gegeven via een jaarlijkse storting in een op grond van artikel 20, lid 4, van richtlijn 2012/27/EU (1) opgericht nationaal fonds voor energie-efficiëntie, zich met artikel 7, leden 1 en 9, van die richtlijn?

    2.

    Verdraagt een nationale regeling die voorziet in de mogelijkheid om aan de energiebesparingsverplichtingen te voldoen door aan te tonen dat er, in plaats van de storting in het nationaal fonds voor energie-efficiëntie, besparingen zijn gerealiseerd, zich met artikel 7, lid 1, en artikel 20, lid 6, van richtlijn 2012/27/EU?

    3.

    Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord: verdraagt die alternatieve mogelijkheid om aan de energiebesparingsverplichtingen te voldoen zich met artikel 7, lid 1, en artikel 20, lid 6, van de richtlijn wanneer het daadwerkelijke bestaan daarvan afhankelijk is van de omstandigheid dat de regering deze mogelijkheid naar eigen goeddunken in het leven roept middels regelgeving?

    En in het verlengde daarvan: hoe zit het met de verenigbaarheid van een dergelijke regeling wanneer de regering die alternatieve mogelijkheid niet in het leven roept?

    4.

    Verdraagt een nationale regeling waarbij alleen leveranciers van gas en elektriciteit en groothandelaars in aardolieproducten en lpg, en niet distributeurs van gas en elektriciteit en detailhandelaars in aardolieproducten en lpg, worden aangemerkt als partijen voor wie de energie-efficiëntieverplichtingen gelden, zich met artikel 7, leden 1 en 4, van de richtlijn?

    5.

    Indien de vorige vraag bevestigend wordt beantwoord: verdraagt de omstandigheid dat leveranciers van gas en elektriciteit en groothandelaars in aardolieproducten en lpg aan verplichtingen gebonden partijen zijn zonder dat wordt aangegeven waarom distributeurs van gas en elektriciteit en detailhandelaars in aardolieproducten en lpg dat niet zijn, zich met de genoemde leden van artikel 7?


    (1)  Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende energie-efficiëntie, tot wijziging van richtlijnen 2009/125/EG en 2010/30/EU en houdende intrekking van de richtlijnen 2004/8/EG en 2006/32/EG (PB 2012, L 315, blz. 1).


    Top