Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CA0473

    Zaak C-473/16: Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szegedi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság — Hongarije) — F / Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal (Prejudiciële verwijzing — Handvest van de grondrechten van de Europese Unie — Artikel 7 — Eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven — Richtlijn 2011/95/EU — Normen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt — Vrees voor vervolging wegens seksuele gerichtheid — Artikel 4 — Beoordeling van de feiten en omstandigheden — Beroep op een deskundigenonderzoek — Psychologische testen)

    PB C 104 van 19.3.2018, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.3.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 104/8


    Arrest van het Hof (Derde kamer) van 25 januari 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Szegedi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság — Hongarije) — F / Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal

    (Zaak C-473/16) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikel 7 - Eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven - Richtlijn 2011/95/EU - Normen voor erkenning als vluchteling of als persoon die voor subsidiaire bescherming in aanmerking komt - Vrees voor vervolging wegens seksuele gerichtheid - Artikel 4 - Beoordeling van de feiten en omstandigheden - Beroep op een deskundigenonderzoek - Psychologische testen))

    (2018/C 104/08)

    Procestaal: Hongaars

    Verwijzende rechter

    Szegedi Közigazgatási és Munkaügyi Bíróság

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: F

    Verwerende partij: Bevándorlási és Állampolgársági Hivatal

    Dictum

    1)

    Artikel 4 van richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming, moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet ertegen verzet dat de autoriteit belast met het onderzoek van verzoeken om internationale bescherming, of de rechterlijke instanties waarbij in voorkomend geval beroep is ingesteld tegen een besluit van deze autoriteit, in het kader van de beoordeling van de feiten en omstandigheden betreffende de aangevoerde seksuele gerichtheid van een asielzoeker een deskundigenonderzoek gelasten, voor zover een dergelijk onderzoek in overeenstemming met de door het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde grondrechten wordt uitgevoerd, de genoemde autoriteit en deze rechterlijke instanties hun beslissing niet uitsluitend op de conclusies van het deskundigenverslag baseren en zij bij de beoordeling van de verklaringen van een verzoeker over diens seksuele gerichtheid niet aan deze conclusies zijn gebonden.

    2)

    Artikel 4 van richtlijn 2011/95, gelezen in het licht van artikel 7 van het Handvest van de grondrechten, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de uitvoering en toepassing — met het oog op de beoordeling van de aangevoerde seksuele gerichtheid van een verzoeker om internationale bescherming — van een psychologisch deskundigenonderzoek zoals dat in het hoofdgeding, dat tot doel heeft om op basis van projectieve persoonlijkheidstests een indruk te krijgen van de seksuele gerichtheid van deze verzoeker.


    (1)  PB C 419 van 14.11.2016.


    Top