Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015TN0115

    Zaak T-115/15: Beroep ingesteld op 5 maart 2015 — Deza/ECHA

    PB C 178 van 1.6.2015, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.6.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 178/14


    Beroep ingesteld op 5 maart 2015 — Deza/ECHA

    (Zaak T-115/15)

    (2015/C 178/16)

    Procestaal: Tsjechisch

    Partijen

    Verzoekende partij: Deza, a.s. (Valašské Meziříčí, Tsjechië) (vertegenwoordiger: P. Dejl, advocaat)

    Verwerende partij: Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA)

    Conclusies

    nietigverklaring van besluit ED/108/2014 van 12 december 2014 van de uitvoerend directeur van het Europees Agentschap voor chemische stoffen, strekkend tot actualisering en aanvulling van de bestaande vermelding voor de stof DEHP in de lijst van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk te worden opgenomen in bijlage XIV bij verordening (EG) nr. 1907/2006 (1);

    verwijzing van verweerder in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel, inhoudend dat het bestreden besluit in strijd is met het ultra-vires-verbod

    Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit in strijd is met het ultra-vires-verbod doordat (i) verweerder op grond van verordening nr. 1907/2006 niet bevoegd was om bij dat besluit de lijst te actualiseren van stoffen die in aanmerking komen om uiteindelijk te worden opgenomen in bijlage XIV als bedoeld in artikel 59, lid 1, van die verordening, (ii) verweerder de vaststelling van het bestreden besluit heeft doen voorafgaan door een procedure die in strijd was met artikel 59 van verordening nr. 1907/2006, en (iii) het bestreden besluit en de aan de vaststelling daarvan voorafgaande procedure van verweerder de procedure omzeilen waarin met het oog op de vaststelling van besluiten is voorzien door de Raad van de Europese Unie en het Europees Parlement.

    2.

    Tweede middel, inhoudend dat het bestreden besluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel

    Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel doordat (i) bij dit besluit bis(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) is geïdentificeerd als hormoonontregelende stof, terwijl het Unierecht geen definitie bevat van een dergelijke stof noch criteria voor de identificatie ervan, en die definitie of die criteria worden opgesteld door de Europese Commissie op basis van verordeningen en besluiten van de Raad en het Parlement, en (ii) dat besluit is genomen toen de autorisatieprocedure voor de overeenkomstig artikel 57, onder c), van verordening nr. 1907/2006 als giftige stof voor de voortplanting geïdentificeerde stof DEHP nog gaande was, zij het dat deze zich in een vergevorderd stadium bevond.

    3.

    Derde middel, inhoudend dat het bestreden besluit niet is gebaseerd op overtuigende en objectieve wetenschappelijke bevindingen

    Verzoekster voert aan dat het bestreden besluit onwettig is doordat het niet is gebaseerd op overtuigende en objectieve wetenschappelijke bevindingen waaruit blijkt dat DEHP voldoet aan alle criteria van artikel 57, onder f), van verordening nr. 1907/2006.

    4.

    Vierde middel, ontleend aan schending van verzoeksters rechten en de beginselen zoals neergelegd in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie

    Verzoekster brengt naar voren dat het bestreden besluit en de aan de vaststelling daarvan voorafgaande procedure van verweerder inbreuk maken op haar rechten en de beginselen zoals neergelegd in het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder het rechtszekerheidsbeginsel, het recht op een eerlijk proces en het recht op het ongestoorde genot van eigendom.


    (1)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396, blz. 1).


    Top