Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CN0547

Zaak C-547/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (Hongarije) op 20 oktober 2015 — Interservice d.o.o. Koper/Sándor Horváth

PB C 27 van 25.1.2016, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.1.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 27/9


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Kúria (Hongarije) op 20 oktober 2015 — Interservice d.o.o. Koper/Sándor Horváth

(Zaak C-547/15)

(2016/C 027/11)

Procestaal: Hongaars

Verwijzende rechter

Kúria

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Interservice d.o.o. Koper

Verwerende partij: Sándor Horváth

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 96, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2913/92 (1) van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek aldus worden uitgelegd dat niet alleen degene die met de verkoper een overeenkomst voor het vervoer van de goederen heeft gesloten (contractuele of hoofdvervoerder) als vervoerder van de goederen moet worden aangemerkt, maar ook degene die het vervoer geheel of gedeeltelijk verricht uit hoofde van een andere, met de contractuele of hoofdvervoerder gesloten vervoerovereenkomst (ondervervoerder)?

2)

Dient, bij een bevestigend antwoord op de eerste vraag, artikel 96, lid 2, van verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek aldus te worden uitgelegd dat in een geval als in het hoofdgeding de ondervervoerder verplicht is, alvorens het vervoer van de goederen voort te zetten, zich er naar behoren van te vergewissen dat de hoofdvervoerder de goederen daadwerkelijk conform de voorschriften heeft aangebracht bij het douanekantoor van bestemming?


(1)  Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 302, blz. 1).


Top