This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0159
Case C-159/15: Request for a preliminary ruling from the Verwaltungsgerichtshof (Austria) lodged on 7 April 2015 — Franz Lesar
Zaak C-159/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 7 april 2015 — Franz Lesar
Zaak C-159/15: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 7 april 2015 — Franz Lesar
PB C 254 van 3.8.2015, p. 2–2
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
3.8.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 254/2 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 7 april 2015 — Franz Lesar
(Zaak C-159/15)
(2015/C 254/02)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Franz Lesar
Verwerende partij: afdeling personeelszaken bij de directie van Telekom Austria AG
Prejudiciële vraag
Dienen artikel 2, leden 1 en 2, onder a), en artikel 6, lid 1, van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (1) aldus te worden uitgelegd dat zij in de weg staan aan een nationale regeling als in het hoofdgeding, op grond waarvan tijdvakken van opleiding en tijdvakken van arbeid als werknemer in federale overheidsdienst, waarover premies voor de verplichte ouderdomsverzekering moesten worden betaald, voor het verkrijgen van een ambtenarenpensioen als tijdvakken vóór indiensttreding
a) |
in aanmerking worden genomen voor zover die tijdvakken volgen op het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, in welk geval de socialeverzekeringsinstantie op grond van het socialeverzekeringsrecht aan de federale overheid voor het in aanmerking nemen van die tijdvakken een bedrag overmaakt, maar |
b) |
niet in aanmerking worden genomen voor zover zij voorafgaan aan het bereiken van de leeftijd van achttien jaar, in welk geval aan de federale overheid voor dergelijke tijdvakken geen bedrag wordt overgemaakt en de verzekerde de premies voor de ouderdomsverzekering vergoed krijgt, met name gelet op het feit dat wanneer die tijdvakken naderhand krachtens het Unierecht in aanmerking moeten worden genomen, de mogelijkheid bestaat dat de socialeverzekeringsinstantie het vergoede bedrag van de ambtenaar terugvordert en dat naderhand voor die instantie de verplichting ontstaat om een bedrag over te maken aan de federale overheid? |