This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0423
Case T-423/14: Action brought on 6 June 2014 — Larko v Commission
Zaak T-423/14: Beroep ingesteld op 6 juni 2014 — Larko/Commissie
Zaak T-423/14: Beroep ingesteld op 6 juni 2014 — Larko/Commissie
PB C 292 van 1.9.2014, p. 48–49
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
1.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 292/48 |
Beroep ingesteld op 6 juni 2014 — Larko/Commissie
(Zaak T-423/14)
2014/C 292/59
Procestaal: Grieks
Partijen
Verzoekende partij: Larko Geniki Metalleftiki kai Metallourgiki A.E. (Athene, Griekenland) (vertegenwoordigers: I. Drillerakis, E. Triantafillou, G. Psaroudakis, E. Rantos en N. Korogiannakis, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
het onderhavige beroep in zijn geheel toewijzen; |
— |
besluit [SG-Greffe (2014) D/4621/28/03/2014] van de Commissie van 27 maart 2014 betreffende steunmaatregel SA.34572 (2013/C) (ex 2013/NN) die de Helleense Republiek ten uitvoer heeft gelegd ten gunste van verzoekster, nietig verklaren; |
— |
gelasten dat elk bedrag dat op grond van het bestreden besluit rechtstreeks of indirect van verzoekster kan zijn „teruggevorderd”, vermeerderd met rente wordt teruggegeven, en |
— |
verweerster verwijzen in de proceskosten die aan verzoekster zijn opgekomen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vijf middelen aan.
1. |
Eerste middel: verweerster heeft de artikelen 107, lid 1, VWEU en 296 VWEU geschonden, voor zover: a) de steunmaatregelen nrs. 2, 3, 4 en 6 niet kunnen worden aangemerkt als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU, en b) ook al zouden bepaalde van de steunmaatregelen nrs. 2, 3, 4 en 6 als staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU worden aangemerkt, het om met de interne markt verenigbare staatssteun in de zin van artikel 107, lid 3, VWEU gaat. |
2. |
Tweede middel: verweerster heeft de voor de aanmelding van staatssteun geldende voorwaarden onjuist en op ongerechtvaardigde wijze toegepast en het evenredigheidsbeginsel geschonden door de maatregelen nrs. 2, 4 en 6 als staatssteun te kwalificeren en bij de kwantificering van het steunbedrag. |
3. |
Derde middel: verweerster heeft het bestreden besluit gebrekkig gemotiveerd en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden, voor zover bij de motivering van de maatregelen nrs. 3, 4 en 6 geen rekening is gehouden met de schade die verzoekster heeft geleden ten gevolge van de buitengewone gebeurtenissen die zich in 2009 hebben voorgedaan, met betrekking waartoe is voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 107, lid 2, sub b, VWEU. |
4. |
Vierde middel: verweerster heeft het bestreden besluit gebrekkig gemotiveerd en het beginsel van behoorlijk bestuur geschonden, voor zover de gevolgen van de Griekse economische crisis en de daaruit voortvloeiende stopzetting van de betaling van de schulden die de Griekse Staat had jegens verzoekster, niet zijn aangemerkt als een buitengewone gebeurtenis in de zin van artikel 107, lid 2, sub b, VWEU. |
5. |
Vijfde middel: punt 4.5 en het dispositief van het bestreden besluit bevatten fouten, wat de terug te vorderen bedragen betreft: schending van artikel 108, lid 3, VWEU en artikel 14 van verordening nr. 659/1999, ontoereikende motivering, schending van het evenredigheidsbeginsel, schending van het eigendomsrecht en punitieve aard van het terugvorderingsbevel. |