This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013FA0106
Joined Cases F-106/13 and F-25/14: Judgment of the Civil Service Tribunal (Second Chamber) of 8 October 2015 — DD v FRA (Civil service — FRA staff — Member of the temporary staff — Career development report — Internal appeal — Accusations of discrimination — Accusations of victimisation within the meaning of Directive 2000/43 — Administrative enquiry — Disciplinary proceedings — Disciplinary penalty — Reprimand — Articles 2, 3, and 11 of Annex IX to the Staff Regulations — Termination of a contract of indefinite duration — Article 47(c)(i) of the CEOS — Right to be heard — Article 41(2)(a) of the Charter of Fundamental Rights of the European Union)
Gevoegde zaken F-106/13 en F-25/14: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 8 oktober 2015 — DD/FRA (Openbare dienst — Personeel van FRA — Tijdelijk functionaris — Loopbaanontwikkelingsrapport — Intern bezwaar — Beschuldigingen van discriminatie — Beschuldiging van represailles in de zin van richtlijn 2000/43 — Administratief onderzoek — Tuchtprocedure — Tuchtmaatregel — Berisping — Artikelen 2, 3 en 11 van bijlage IX bij het Statuut — Beëindiging van de overeenkomst voor onbepaalde tijd — Artikel 47, onder c), i), RAP — Recht om te worden gehoord — Artikel 41, lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)
Gevoegde zaken F-106/13 en F-25/14: Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 8 oktober 2015 — DD/FRA (Openbare dienst — Personeel van FRA — Tijdelijk functionaris — Loopbaanontwikkelingsrapport — Intern bezwaar — Beschuldigingen van discriminatie — Beschuldiging van represailles in de zin van richtlijn 2000/43 — Administratief onderzoek — Tuchtprocedure — Tuchtmaatregel — Berisping — Artikelen 2, 3 en 11 van bijlage IX bij het Statuut — Beëindiging van de overeenkomst voor onbepaalde tijd — Artikel 47, onder c), i), RAP — Recht om te worden gehoord — Artikel 41, lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)
PB C 381 van 16.11.2015, p. 62–62
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.11.2015 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 381/62 |
Arrest van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 8 oktober 2015 — DD/FRA
(Gevoegde zaken F-106/13 en F-25/14) (1)
((Openbare dienst - Personeel van FRA - Tijdelijk functionaris - Loopbaanontwikkelingsrapport - Intern bezwaar - Beschuldigingen van discriminatie - Beschuldiging van represailles in de zin van richtlijn 2000/43 - Administratief onderzoek - Tuchtprocedure - Tuchtmaatregel - Berisping - Artikelen 2, 3 en 11 van bijlage IX bij het Statuut - Beëindiging van de overeenkomst voor onbepaalde tijd - Artikel 47, onder c), i), RAP - Recht om te worden gehoord - Artikel 41, lid 2, onder a), van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie))
(2015/C 381/87)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: DD (vertegenwoordigers: L. Levi en M. Vandenbussche, advocaten)
Verwerende partij: Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (vertegenwoordigers: M. Kjaerum, gemachtigde, P. Jenkinson, advocaat)
Voorwerp
Zaak F-106/13: Verzoek om nietigverklaring van het besluit van de directeur van FRA om verzoeker een tuchtmaatregel in de vorm van een berisping op te leggen.
Zaak F-25/14: Verzoek om nietigverklaring van het besluit tot beëindiging van verzoekers overeenkomst alsmede van het besluit tot afwijzing van zijn klacht en verzoek om vergoeding van de geleden materiële en immateriële schade.
Dictum
1) |
Het besluit van de directeur van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten van 20 februari 2013 waarbij DD een berisping is opgelegd wordt nietig verklaard. |
2) |
Het besluit van de directeur van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten tot beëindiging van de overeenkomst van tijdelijk functionaris voor onbepaalde tijd van DD wordt nietig verklaard. |
3) |
De beroepen in de gevoegde zaken F-106/13 en F-25/14 worden verworpen voor het overige. |
4) |
Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten draagt zijn eigen kosten en wordt verwezen in de kosten van DD. |
(1) PB C 45 van 15.2.2014, blz. 46 en PB C 184 van 16.6.2014, blz. 43.