EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0571

Zaak C-571/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 7 november 2013 — Annegret Weitkämper-Krug/NRW Bank, Anstalt des öffentlichen Rechts

PB C 24 van 25.1.2014, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.1.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 24/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 7 november 2013 — Annegret Weitkämper-Krug/NRW Bank, Anstalt des öffentlichen Rechts

(Zaak C-571/13)

2014/C 24/10

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesgerichtshof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Annegret Weitkämper-Krug

Verwerende partij: NRW Bank, Anstalt des öffentlichen Rechts

Prejudiciële vraag

Dient artikel 27, lid 1, van verordening (EG) nr. 44/2001 (1) van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1), aldus te worden uitgelegd dat het gerecht waarbij de zaak het laatst is aangebracht en dat krachtens artikel 22 van deze verordening bij uitsluiting bevoegd is, de uitspraak desalniettemin moet aanhouden totdat definitief duidelijkheid bestaat over de bevoegdheid van het gerecht waarbij de zaak het eerst is aangebracht en dat geen exclusieve bevoegdheid krachtens artikel 22 van diezelfde verordening toekomt?


(1)  Verordening (EG) nr. 44/2001 van de Raad van 22 december 2000 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (PB L 12, blz. 1).


Top