Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TA0572

    Zaak T-572/11: Arrest van het Gerecht van 16 juli 2014 — Hassan/Raad „Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen tegen Syrië — Bevriezing van tegoeden — Beroep tot nietigverklaring — Aanpassing van conclusies — Tardiviteit — Motiveringsplicht — Rechten van verdediging — Recht op effectieve rechterlijke bescherming — Kennelijke beoordelingsfout — Eigendomsrecht — Evenredigheid — Schadevordering”

    PB C 292 van 1.9.2014, p. 31–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.9.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 292/31


    Arrest van het Gerecht van 16 juli 2014 — Hassan/Raad

    (Zaak T-572/11) (1)

    („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen tegen Syrië - Bevriezing van tegoeden - Beroep tot nietigverklaring - Aanpassing van conclusies - Tardiviteit - Motiveringsplicht - Rechten van verdediging - Recht op effectieve rechterlijke bescherming - Kennelijke beoordelingsfout - Eigendomsrecht - Evenredigheid - Schadevordering”)

    2014/C 292/37

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Samir Hassan (Damascus, Syrië) (vertegenwoordigers: É. Morgan de Rivery en E. Lagathu, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: S. Kyriakopoulou en M. Vitsentzatos, gemachtigden)

    Voorwerp

    Ten eerste, een verzoek tot nietigverklaring van uitvoeringsbesluit 2011/515/GBVB van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 218, blz. 20), uitvoeringsverordening (EU) nr. 843/2011 van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 218, blz. 1), besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273 (PB L 319, blz. 56), verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011 (PB L 16, blz. 1), besluit 2012/739/GBVB van de Raad van 29 november 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782 (PB L 330, blz. 21), uitvoeringsbesluit 2013/185/GBVB van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van besluit 2012/739 (PB L 111, blz. 77), uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012 (PB L 111, blz. 1), besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië (PB L 147, blz. 14), voor zover die handelingen verzoeker betreffen, en, ten tweede, een vordering tot vergoeding van de schade die verzoeker stelt te hebben geleden

    Dictum

    1)

    Het verzoek tot nietigverklaring van besluit 2012/739/GBVB van de Raad van 29 november 2012 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/782/GBVB, wordt niet-ontvankelijk verklaard.

    2)

    De hierna volgende handelingen worden nietig verklaard, voor zover zij Samir Hassan betreffen:

    uitvoeringsbesluit 2011/515/GBVB van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van besluit 2011/273/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië;

    uitvoeringsverordening (EU) nr. 843/2011 van de Raad van 23 augustus 2011 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 442/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië;

    besluit 2011/782/GBVB van de Raad van 1 december 2011 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië en houdende intrekking van besluit 2011/273/GBVB;

    verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië en tot intrekking van verordening (EU) nr. 442/2011;

    uitvoeringsbesluit 2013/185/GBVB van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van besluit 2012/739/GBVB;

    uitvoeringsverordening (EU) nr. 363/2013 van de Raad van 22 april 2013 houdende uitvoering van verordening nr. 36/2012;

    besluit 2013/255/GBVB van de Raad van 31 mei 2013 betreffende beperkende maatregelen tegen Syrië.

    3)

    De gevolgen van de nietig verklaarde besluiten en verordeningen worden gehandhaafd ten aanzien van Hassan tot op de datum waarop de termijn voor een verzoek om een hogere voorziening verstrijkt, of, indien binnen die termijn een hogere voorziening is ingesteld, totdat deze is afgewezen.

    4)

    Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

    5)

    De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten alsmede de helft van die van Hassan in het kader van de onderhavige procedure.

    6)

    Hassan draagt de helft van zijn eigen kosten in de onderhavige procedure. Hij draagt zijn eigen kosten alsmede die van de Raad in het kader van de procedure in kort geding.


    (1)  PB C 25 van 28.1.2012.


    Top