Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0534

    Zaak C-534/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud (Tsjechië) op 20 oktober 2011 — Mehmet Arslan/Policie ČR, Krajské ředitelství policie Ústeckého kraje, odbor cizinecké policie

    PB C 65 van 3.3.2012, p. 2–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    3.3.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 65/2


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Nejvyšší správní soud (Tsjechië) op 20 oktober 2011 — Mehmet Arslan/Policie ČR, Krajské ředitelství policie Ústeckého kraje, odbor cizinecké policie

    (Zaak C-534/11)

    2012/C 65/03

    Procestaal: Tsjechisch

    Verwijzende rechter

    Nejvyšší správní soud

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Mehmet Arslan

    Verwerende partij: Policie ČR, Krajské ředitelství policie Ústeckého kraje, odbor cizinecké policie

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet artikel 2, lid 1, van richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven, gelezen in samenhang met punt 9 van de considerans ervan, aldus worden uitgelegd dat die richtlijn niet van toepassing is op een staatsburger van een derde land die om internationale bescherming heeft verzocht in de zin van richtlijn 2005/85/EG van de Raad van 1 december 2005 betreffende minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus?

    2)

    Zo ja, moet de bewaring van een vreemdeling met het oog op terugkeer worden beëindigd indien hij om internationale bescherming verzoekt in de zin van richtlijn 2005/85/EG en er geen andere redenen zijn om zijn bewaring te handhaven?


    Top