EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CN0116

Zaak C-116/11: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Poznań (Republiek Polen) op 7 maart 2011 — Bank Handlowy, Ryszard Adamiak, Christianapol Sp. z o.o.

PB C 152 van 21.5.2011, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.5.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 152/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Poznań (Republiek Polen) op 7 maart 2011 — Bank Handlowy, Ryszard Adamiak, Christianapol Sp. z o.o.

(Zaak C-116/11)

2011/C 152/24

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Rejonowy Poznań

Partijen in het hoofdgeding

Bank Handlowy, Ryszard Adamiak, Christianapol Sp. z o.o.

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 4, leden 1 en 2, sub j, van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures (1), aldus worden uitgelegd dat het daarin gebruikte begrip „beëindiging van de insolventieprocedure” autonoom moet worden uitgelegd, onafhankelijk van de in de rechtsstelsels van de afzonderlijke lidstaten geldende regelingen, ofwel staat het uitsluitend aan het nationale recht van de lidstaat waar de procedure wordt geopend, om te beslissen op welk tijdstip de insolventieprocedure wordt beëindigd?

2)

Moet artikel 27 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, aldus worden uitgelegd, dat de nationale rechter waaraan het verzoek om opening van de secundaire insolventieprocedure is voorgelegd, nooit de insolventie van de schuldenaar mag onderzoeken tegen wie in een andere lidstaat een hoofdinsolventieprocedure is geopend, ofwel aldus dat de nationale rechter in bepaalde gevallen het bestaan van de insolventie van de schuldenaar kan onderzoeken, met name wanneer de hoofdprocedure een vrijwaringsprocedure is, waarin de rechter heeft vastgesteld dat de schuldenaar niet insolvent is (Franse sauvegarde-procedure)?

3)

Kan op grond van de uitlegging van artikel 27 van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures, een secundaire insolventieprocedure, waarvan de aard in artikel 3, lid 3, tweede volzin, van voornoemde verordening wordt gepreciseerd, worden geopend in de lidstaat waar zich het gehele vermogen van de insolvente schuldenaar bevindt, wanneer de hoofdprocedure, die automatisch wordt erkend, de aard van een vrijwaringsprocedure heeft (Franse sauvegarde-procedure), in die procedure een afbetalingsplan is aanvaard en goedgekeurd, dit plan door de schuldenaar wordt uitgevoerd en de rechter de verkoop van de goederen van de schuldenaar heeft verboden?


(1)  PB L 160, blz. 1.


Top