This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010TN0302
Case T-302/10: Action brought on 15 July 2010 — Crocs v OHIM — Holey Soles and Partenaire Hospitalier International (Representation of footwear)
Zaak T-302/10: Beroep ingesteld op 15 juli 2010 — Crocs/BHIM — Holey Soles en Partenaire Hospitalier International (Afbeelding van schoeisel)
Zaak T-302/10: Beroep ingesteld op 15 juli 2010 — Crocs/BHIM — Holey Soles en Partenaire Hospitalier International (Afbeelding van schoeisel)
PB C 260 van 25.9.2010, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
25.9.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 260/19 |
Beroep ingesteld op 15 juli 2010 — Crocs/BHIM — Holey Soles en Partenaire Hospitalier International (Afbeelding van schoeisel)
(Zaak T-302/10)
()
2010/C 260/26
Taal van het verzoekschrift: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Crocs, Inc. (Delaware, VSA) (vertegenwoordiger: I. R. Craig, Solicitor)
Verwerende partij: Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen)
Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep: Holey Soles Holdings Ltd (Vancouver, Canada) en Partenaire Hospitalier International (La Haie Foissière, Frankrijk)
Conclusies
— |
Vernietiging van de beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) van 26 maart 2010 in zaak R 9/2008-3; |
— |
Verwijzing van verweerder in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ingeschreven gemeenschapsmodel waarvan nietigverklaring is gevorderd: nr. 257001-0001 (schoeisel)
Houder van het in de procedure tot nietigverklaring bedoelde gemeenschapsmodel: de verzoekende partij
Partij die nietigverklaring van het gemeenschapsmodel vordert: de andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep
Beslissing van de nietigheidsafdeling: nietigverklaring van het gemeenschapsmodel
Beslissing van de kamer van beroep: verwerping van het beroep
Aangevoerde middelen: volgens verzoekster schendt de bestreden beslissing de artikelen 7, lid 1, en 6, lid 1, van verordening (EG) nr. 6/2002, daar de kamer van beroep de bepalingen van deze artikelen verkeerd heeft toegepast en tot onjuiste conclusies kwam over de nieuwheid, het eigen karakter en de technische functie van het gemeenschapsmodel.