Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008TA0543

    Zaak T-543/08: Arrest van het Gerecht van 11 juli 2014 — RWE en RWE Dea/Commissie ( „Mededinging — Mededingingsregelingen — Markt van paraffinewas — Markt van ‚slack wax’ — Beschikking waarbij inbreuk op artikel 81 EG wordt vastgesteld — Vaststelling van prijzen en verdeling van markten — Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels gepleegd door haar dochteronderneming en door gedeeltelijk door haar gehouden gemeenschappelijke onderneming — Door moedermaatschappij uitgeoefende beslissende invloed — Vermoeden bij 100 %-deelneming — Opvolging — Evenredigheid — Gelijke behandeling — Richtsnoeren voor berekening van geldboeten van 2006 — Volledige rechtsmacht” )

    PB C 292 van 1.9.2014, p. 25–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    1.9.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 292/25


    Arrest van het Gerecht van 11 juli 2014 — RWE en RWE Dea/Commissie

    (Zaak T-543/08) (1)

    ((„Mededinging - Mededingingsregelingen - Markt van paraffinewas - Markt van ‚slack wax’ - Beschikking waarbij inbreuk op artikel 81 EG wordt vastgesteld - Vaststelling van prijzen en verdeling van markten - Aansprakelijkheid van moedermaatschappij voor inbreuken op mededingingsregels gepleegd door haar dochteronderneming en door gedeeltelijk door haar gehouden gemeenschappelijke onderneming - Door moedermaatschappij uitgeoefende beslissende invloed - Vermoeden bij 100 %-deelneming - Opvolging - Evenredigheid - Gelijke behandeling - Richtsnoeren voor berekening van geldboeten van 2006 - Volledige rechtsmacht”))

    2014/C 292/30

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partijen: RWE AG (Essen, Duitsland) en RWE Dea AG (Hamburg, Duitsland) (vertegenwoordigers: C. Stadler, M. Röhrig en S. Budde, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: A. Antoniadis en R. Sauer, gemachtigden)

    Voorwerp

    Primair, een beroep tot nietigverklaring van de artikelen 1 en 2 van beschikking C(2008) 5476 def. van de Commissie van 1 oktober 2008 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 EER-overeenkomst (zaak COMP/39.181 — Kaarsenwas), voor zover deze verzoeksters betreft en, subsidiair, een verzoek om verlaging van het bedrag van de aan hen opgelegde geldboete

    Dictum

    1)

    Artikel 1 van beschikking C(2008) 5476 def. van 1 oktober 2008 inzake een procedure op grond van artikel 81 [EG] en artikel 53 EER-overeenkomst (zaak COMP/39.181 — Kaarsenwas), wordt nietig verklaard voor zover de Europese Commissie daarin heeft vastgesteld dat RWE AG en RWE Dea AG na 2 januari 2002 hadden deelgenomen aan de inbreuk.

    2)

    Het bedrag van de aan RWE AG en aan RWE Dea AG opgelegde geldboete wordt vastgesteld op 3 5 8 88  562 EUR.

    3)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    4)

    De Commissie zal een vijfde van haar eigen kosten en een vijfde van de kosten van RWE AG en RWE Dea AG dragen. RWE AG en RWE Dea AG zullen vier vijfde van hun eigen kosten en vier vijfde van de kosten van de Commissie dragen.


    (1)  PB C 55 van 7.3.2009.


    Top