Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CN0470

    Zaak C-470/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Gerechtshof te Arnhem (Nederland) op 3 november 2008 — K. van Dijk tegen Gemeente Kampen

    PB C 6 van 10.1.2009, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.1.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 6/15


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Gerechtshof te Arnhem (Nederland) op 3 november 2008 — K. van Dijk tegen Gemeente Kampen

    (Zaak C-470/08)

    (2009/C 6/24)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Gerechtshof te Arnhem

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoeker: K. van Dijk

    Verweerster: Gemeente Kampen

    Prejudiciële vragen

    1)

    Is de pachter op grond van de verordeningen nrs. 1782/2003 (1) en 795/2004 (2), dan wel op grond van de algemene beginselen van het gemeenschapsrecht, in het bijzonder het beginsel van het verbod van ongerechtvaardigde verrijking, bij het ontbreken van nationale regelingen ter zake verplicht om bij het einde van de pacht de gepachte grond met inbegrip van de daarop opgebouwde dan wel daarmee samenhangende toeslagrechten aan de verpachter op te leveren?

    2)

    In geval van bevestigende beantwoording van vraag 1: is de verpachter op grond van de verordeningen nrs. 1782/2003 en 795/2004, dan wel op grond van de algemene beginselen van het gemeenschapsrecht, in het bijzonder het beginsel van het verbod van ongerechtvaardigde verrijking, bij het ontbreken van nationale regelingen ter zake verplicht om de pachter een vergoeding te betalen voor de aan de verpachter opgeleverde toeslagrechten, en zo ja, dient de verpachter de gehele waarde van die rechten te vergoeden of slechts een gedeelte van die waarde, en in het laatste geval, welk gedeelte?

    3)

    In geval van ontkennende beantwoording van vraag 1: is de pachter op grond van de verordeningen nrs. 1782/2003 en 795/2004, dan wel op grond van de algemene beginselen van het gemeenschapsrecht, in het bijzonder het beginsel van het verbod van ongerechtvaardigde verrijking, bij het ontbreken van nationale regelingen ter zake verplicht om de verpachter een vergoeding te betalen voor de bij de pachter verblijvende toeslagrechten, en zo ja, dient de pachter de gehele waarde van die rechten te vergoeden of slechts een gedeelte van die waarde, en in het laatste geval, welk gedeelte?


    (1)  Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PB L 270, blz. 1).

    (2)  Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PB L 141, blz. 1).


    Top