Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020AE5871

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten — Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen (COM(2020) 760 final)

    EESC 2020/05871

    PB C 286 van 16.7.2021, p. 59–63 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    16.7.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 286/59


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s — Het innovatiepotentieel van de EU optimaal benutten — Een actieplan inzake intellectuele eigendom om het herstel en de veerkracht van de EU te ondersteunen

    (COM(2020) 760 final)

    (2021/C 286/11)

    Rapporteur:

    Rudolf KOLBE

    Raadpleging

    Europese Commissie, 14.1.2021

    Rechtsgrondslag

    Artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

    Bevoegde afdeling

    Afdeling Interne Markt, Productie en Consumptie

    Goedkeuring door de afdeling

    31.3.2021

    Goedkeuring door de voltallige vergadering

    27.4.2021

    Zitting nr.

    560

    Stemuitslag

    (voor/tegen/onthoudingen)

    241/0/2

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1.

    Het EESC staat volledig achter het uitstekende actieplan van de Europese Commissie inzake intellectuele eigendom (IE), waarmee zij de modernisering van het IE-systeem van de EU breed wil aanpakken.

    1.2.

    Het EESC is er ten stelligste van overtuigd dat de lancering van het eenheidsoctrooistelsel het concurrentievermogen van de ondernemingen in de EU aanzienlijk zal verbeteren en absolute prioriteit moet krijgen. De tenuitvoerlegging van het eenheidsoctrooistelsel is geen sinecure; op (lange) termijn moet er dan ook naar worden gestreefd om dit stelsel in het wetgevingssysteem van de EU op te nemen.

    1.3.

    Het EESC benadrukt het belang van maatregelen ter ondersteuning van kmo’s op alle gebieden die samenhangen met de bescherming van intellectuele-eigendomsrechten (IER). Naast financiële steunmaatregelen moet bijzondere aandacht uitgaan naar het vergroten van de knowhow op het gebied van intellectuele-eigendomsrechten (IE-rechten) en op maat gesneden adviesdiensten.

    1.4.

    Het EESC zou graag een discussie op gang brengen over de vraag hoe de kennis over IE-rechten en IER-beheer op alle onderwijsniveaus in de EU kan worden vergroot.

    1.5.

    Het EESC moedigt de Europese Commissie aan een eenheidstitel voor aanvullende beschermingscertificaten (ABC’s) in te voeren en na te gaan of het ABC-systeem kan worden toegepast op nieuwe sectoren.

    1.6.

    Harmonisatie van het kader voor auteursrechten en het beheer van auteursrechtelijke gegevens zou het gebruik van IE-rechten in de creatieve sector een nieuwe impuls geven.

    1.7.

    Het EESC pleit ervoor een sociale dialoog op te zetten waarbij, naast wettelijke voorschriften, billijke IE-rechten worden verduidelijkt en vastgelegd via collectieve onderhandelingen, teneinde auteurs en producenten stimulansen te bieden door hun creaties te erkennen en te zorgen voor een eerlijke economische compensatie.

    1.8.

    Het EESC wijst erop dat geografische aanduidingen (GA’s) een belangrijk instrument zijn om het concurrentievermogen van lokale producenten te versterken en vestigt de aandacht op het potentieel van een geharmoniseerd systeem voor de bescherming van geografische aanduidingen voor niet-landbouwproducten.

    1.9.

    Het EESC erkent dat het stimuleren van de gegevensstroom in de EU in het algemeen belang is en economische voordelen oplevert, maar waarschuwt voor de problemen die kunnen voortkomen uit een onevenwichtige aanpak van de regelgeving.

    1.10.

    Het EESC staat achter de maatregelen om de strijd tegen IER-inbreuken op te voeren, en is in het kader van de bestrijding van namaak ingenomen met de versterking van de rol van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

    1.11.

    Het EESC pleit voor verdere versterking van de instrumenten voor directe steun aan EU-bedrijven die actief zijn in derde landen en voor strikte handhaving van de IE-wetgeving en de EU-handelsovereenkomsten om deze bedrijven beter te beschermen tegen IER-inbreuken.

    1.12.

    De huidige gezondheidscrisis heeft duidelijk gemaakt dat er in crisissituaties behoefte is aan toegang tot systeemrelevante intellectuele eigendom. IE-rechten mogen de toegankelijkheid en beschikbaarheid van vaccins of behandelingen tijdens een pandemie niet belemmeren: in noodsituaties kunnen doeltreffende dwanglicentiestelsels een maatschappelijk vangnet bieden en zorgen voor een billijke compensatie voor bedrijven.

    2.   Algemene opmerkingen

    2.1.

    Het EESC is verheugd over het actieplan van de Europese Commissie inzake intellectuele eigendom (IE), dat een belangrijke aanzet vormt tot de modernisering van het IE-systeem van de EU en de versterking van het grote innovatiepotentieel van EU-bedrijven, met name kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) en micro-ondernemingen. Aangezien het grote economische belang van intellectuele-eigendomsproducten zoals uitvindingen, artistieke en culturele creaties, merken, software, knowhow, bedrijfsprocessen en gegevens binnen de EU blijft groeien, acht het EESC een geoptimaliseerd, gemakkelijk toegankelijk juridisch en politiek kader van essentieel belang.

    2.2.

    Veel ondernemingen, met name kmo’s, die 99 % van alle ondernemingen in de EU uitmaken, benutten niet (ten volle) de kansen die bescherming van de intellectuele eigendom biedt. Een intensiever gebruik van bescherming van de intellectuele eigendom van bedrijven in de EU — waarbij bijzondere aandacht moet uitgaan naar kmo’s en micro-ondernemingen — moet centraal staan in het actieplan inzake intellectuele eigendom. Er zijn tal van maatregelen nodig, variërend van kostenverlaging, vereenvoudiging van procedures, meer bewustmaking en kennis, adviesverlening en ondersteuning op maat, tot modernisering van het onderwijssysteem wat knowhow over IE-rechten betreft.

    2.3.

    Intellectuele eigendom is niet alleen een belangrijke economische factor — bedrijfstakken die verband houden met intellectuele eigendom zijn goed voor bijna 45 % van het Europese bbp en 30 % van de banen — maar speelt ook een cruciale rol in de aanpak van de belangrijkste uitdagingen waarmee onze samenleving wordt geconfronteerd. De COVID-19-crisis heeft overduidelijk aangetoond dat de EU afhankelijk is van hooggekwalificeerde professionals, in combinatie met doeltreffende regels en instrumenten inzake intellectuele eigendom voor het waarborgen van een snelle inzet van essentiële intellectuele eigendom. Of de strijd tegen klimaatverandering succesvol is, zal eveneens in grote mate afhangen van de snelle ontwikkeling en invoering van geavanceerde technologieën en doeltreffende instrumenten voor de eerlijke uitwisseling van essentiële immateriële activa en gegevens.

    2.4.

    De technologische revolutie is de motor van de IE-rechten, maar vormt ook een uitdaging die een evenwichtige benadering van innovatiegedreven instrumenten vereist. Digitalisering en AI-technologieën werpen tal van vraagstukken rond intellectuele eigendom op die aandacht verdienen, zoals transparantie, de herkomst van gegevens en auteursrechten, de mate van menselijke tussenkomst, ethische beginselen enz. Het EESC steunt het standpunt van de Europese Commissie dat AI-systemen niet als auteurs of uitvinders moeten worden behandeld. In het algemeen is het EESC van mening dat het Europese kader voor intellectuele eigendom — met evenwichtige wijzigingen en herzieningen — een antwoord kan bieden op de uitdagingen van digitalisering en AI. Aangezien de EU nog steeds een grote achterstand heeft op andere regio’s met betrekking tot het aantal octrooien voor digitale producten en technologieën, moet er speciale aandacht worden besteed aan maatregelen die deze belangrijke markt vooruit helpen.

    3.   Specifieke opmerkingen

    3.1.   Bescherming van de intellectuele eigendom

    3.1.1.

    Het eenheidsoctrooistelsel is als onestopshop voor ondernemingen van cruciaal belang om de octrooikosten aanzienlijk te verminderen, de licentieverlening te vergemakkelijken, de transparantie te verbeteren en de belemmeringen voor de toegankelijkheid voor kmo’s weg te nemen. De lancering van het eenheidsoctrooistelsel en het operationeel maken van het eengemaakt octrooigerecht (UPC) zorgen voor een aanzienlijke verbetering van de bescherming van de intellectuele eigendom en moeten een prioriteit zijn in het actieplan. Vlottere procedures kunnen het hele proces versnellen en zo het concurrentievermogen van de Europese octrooihouders vergroten. De overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht biedt een belangrijke basis voor een efficiënt, gespecialiseerd en technisch competent stelsel voor octrooigeschillenbeslechting waardoor de rechtszekerheid, eenvoud en efficiëntie kunnen worden verbeterd. Zoals de moeilijkheden bij de uitvoering aantonen, moet er echter naar worden gestreefd het systeem in het wetgevingssysteem van de EU op te nemen. Tot die tijd moeten verdere vertragingen als gevolg van procedures in de lidstaten en/of de terugtrekking van het VK uit de overeenkomst dringend worden aangepakt. Het feit dat het aandeel van de EU in octrooien wereldwijd drastisch is gedaald van 17,4 % in 2009 tot 11,3 % in 2019 maakt eveneens duidelijk dat er meer actie nodig is.

    3.1.2.

    Met een aanvullend beschermingscertificaat (ABC) kan de bescherming worden verlengd die een octrooi biedt voor een geneesmiddel of een gewasbeschermingsmiddel waarvoor de overeenkomstige vergunning voor het in de handel brengen, geldt. Het is derhalve een belangrijk instrument om het verlies van doeltreffende octrooibescherming als gevolg van de vereiste duur van tests, klinische proeven/veldproeven en regelgevingsprocessen te compenseren. Volgens het EESC zijn ABC’s onmisbaar teneinde innovatie op het gebied van nieuwe actieve stoffen doeltreffend te bevorderen en centra voor onderzoek en ontwikkeling in de EU aan te trekken, terwijl evenwichtige vrijstellingen van ABC-rechten moeten zorgen voor betaalbaarheid en voldoende aanbod van geneesmiddelen. Hoewel het ABC-systeem eenvoudig en innovatiebevorderend is, is het nog steeds gefragmenteerd en moet in elk van de EU-lidstaten waar ABC-bescherming wordt aangevraagd, een ABC-aanvraag worden ingediend. Het creëren, via een nieuwe afzonderlijke EU-verordening, van een eenheidstitel voor ABC’s en één enkele autoriteit als een onestopshop voor de verlening van eenheidsoctrooi-ABC’s zou de ABC’s aantrekkelijker maken voor octrooihouders, een betere bescherming bieden aan uitvinders en rechtszekerheid voor derden creëren. Het EESC is het er ook mee eens dat wordt nagegaan of een geoptimaliseerd ABC-systeem toepasbaar is op nieuwe sectoren waarin voor producten wellicht een handelsvergunning nodig zal zijn.

    3.1.3.

    Gelet op de ervaringen met de herziening van het merkenrecht van de EU is het EESC ervan overtuigd dat de herziening van de EU-wetgeving inzake modelbescherming met succes zal worden doorgevoerd. De positieve ervaring met het via EU-wetgeving regelen van die zaken zou de Commissie moeten motiveren om een voorstel voor een nieuwe afzonderlijke verordening voor eenheidsoctrooi-ABC’s te formuleren en op lange termijn het eenheidsoctrooistelsel in het EU-rechtsstelsel op te nemen.

    3.1.4.

    Het EESC merkt op dat, aangezien de wereldmarkt steeds liberaler en concurrerender wordt, geografische aanduidingen (GA) een uniek en waardevol hulpmiddel voor de producenten uit de Europese Unie vormen. Het EU-systeem voor de bescherming van GA’s heeft een grote economische waarde voor de landbouwsector. In het algemeen werkt het systeem uitstekend, maar de bescherming van GA’s moet nog worden afgedwongen, bijvoorbeeld door een geharmoniseerd controlesysteem van de autoriteiten en een gemeenschappelijke definitie van voedselfraude. Handelsovereenkomsten zouden zich eveneens op dergelijke specifieke beschermingsmaatregelen moeten richten. Het EESC wijst op de mogelijkheden om een geharmoniseerd systeem toe te voegen voor de bescherming van GA’s voor niet-landbouwproducten die een belangrijk onderdeel van de lokale identiteit zijn. Dat zou lokale producenten helpen om meer succes te boeken met hun kwaliteitsproducten en zou een extra positief effect hebben op minder ontwikkelde regio’s. Bovendien zou een vereenvoudiging van de registratieprocedure de producenten ten goede komen.

    3.1.5.

    De communautaire beschermingsregeling voor kweekproducten is een ander goed voorbeeld van een geharmoniseerde aanpak van de bescherming van de intellectuele eigendom op basis van een EU-verordening. Die regeling kan een veilige basis bieden voor kleine en middelgrote kwekers en bevat belangrijke uitzonderingen voor landbouw en kwekers. Wat de beoogde doelen betreft, vormt het systeem een goede basis waarop kwekers doeltreffend aan de groene transitie kunnen bijdragen.

    3.1.6.

    Het EESC benadrukt dat het beschermen van auteursrechten, ontwerp en naburige rechten van essentieel belang is voor culturele en creatieve beroepen, die voor veel economische welvaart zorgen en een aanzienlijke bijdrage leveren aan de Europese identiteit, cultuur en waarden — zoals architectuur en andere culturele werken — maar vaak niet over voldoende knowhow of financiële middelen beschikken om intellectuele eigendom te beschermen en innovaties in producten om te zetten. Het is zaak het kader voor auteursrechten en het beheer van auteursrechtelijke gegevens te harmoniseren, en dat moet gepaard gaan met aanvullende steunmaatregelen.

    3.1.7.

    Werknemers die creatief werk verrichten en meer in het bijzonder uitvindingen doen, zijn mogelijk houders van rechten. Het is van cruciaal belang om op Europees, nationaal, sectoraal of bedrijfsniveau een sociale dialoog op te zetten waarbij, naast wettelijke voorschriften, billijke IE-rechten worden verduidelijkt en vastgelegd via collectieve onderhandelingen, teneinde auteurs en producenten stimulansen te bieden door hun creaties te erkennen en te zorgen voor een eerlijke economische compensatie. Overeenkomsten inzake de overdracht van auteursrechten mogen niet worden beschouwd als een verplichting om alle intellectuele eigendom aan de werkgever over te dragen zonder passende compensatie.

    3.1.8.

    De biotechnologierichtlijn biedt een belangrijk kader voor de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen. De richtlijn betreft politiek en ethisch gevoelige onderwerpen en is zodoende het resultaat van een zorgvuldige afweging van zeer controversiële belangen. De snelle ontwikkeling van de biotechnologie is echter ook noodzakelijk op gezondheidsgebied en met het oog op de bestrijding van grote epidemieën en honger in de wereld. Derhalve is het van belang onderzoek en innovatie op die gebieden volop te bevorderen, maar ook efficiënt te verspreiden en te licentiëren.

    3.1.9.

    Handelsgeheimen zijn immateriële activa die een aanvulling op IE-rechten vormen. Ze worden op grote schaal gebruikt in het creatieve proces dat tot innovatie en de totstandkoming van IE-rechten leidt. Het is derhalve van groot belang dat ze doeltreffend worden beschermd. Het EESC beschouwt het dan ook als een belangrijke doelstelling om de in Richtlijn (EU) 2016/943 (1) vastgelegde basis te verduidelijken.

    3.2.   Gebruik en inzet van intellectuele eigendom — met bijzondere aandacht voor kmo’s

    3.2.1.

    Het EESC beschouwt het als een van de hoofddoelen van het actieplan dat kmo’s meer gebruik moeten gaan maken van de mogelijkheden die de bescherming van de intellectuele eigendom biedt, hetgeen betrekking heeft op alle verschillende systemen van bescherming van de intellectuele eigendom. Hoewel kmo’s en micro-ondernemingen in de EU over een groot innovatiepotentieel beschikken, is de overgrote meerderheid niet in staat om hun immateriële activa op te waarderen.

    3.2.2.

    Het kostenplaatje is een van de redenen waarom slechts 9 % van de kmo’s in de EU IE-rechten heeft laten registreren. De kosten voor een octrooi in de EU liggen momenteel aanzienlijk hoger dan bijvoorbeeld in de VS of Japan en vormen een grote financiële last voor kmo’s en micro-ondernemingen. Om de toegang van kmo’s tot bescherming van de intellectuele eigendom te verbeteren, moeten de kosten dus worden verlaagd. Een snelle invoering van het eenheidsoctrooistelsel, waardoor de kosten van octrooiregistratie aanzienlijk zullen dalen, betekent een doorbraak voor innovatieve kmo’s en micro-ondernemingen, zoals professionele ingenieursbureaus. Het EESC wijst eveneens op het belang van alle verschillende vormen van ondersteuning voor kmo’s qua financiën en knowhow, de intellectuele-eigendomsvouchers van het EUIPO, de benadering waarbij kmo’s worden geholpen voordeel te halen uit hun intellectuele eigendom teneinde toegang te krijgen tot financiering en het IPA4SME-programma, dat tot 15 000 EUR verstrekt voor het medefinancieren van maatregelen op het gebied van diagnostiek en bescherming van de intellectuele eigendom enz. Octrooigemachtigden spelen een belangrijke rol in deze steunregeling.

    3.2.3.

    Een groot probleem volgens het EESC is het enorme gebrek aan kennis over beheerstrategieën voor IE-rechten bij ondernemingen in de EU, in het bijzonder — maar niet alleen — bij kmo’s en micro-ondernemingen. Bij de aanpak van dat probleem is het dan ook van groot belang dat kmo’s en micro-ondernemingen, via diverse programma’s en initiatieven zoals de Europese IE-helpdesk, en via verschillende kanalen en netwerken, worden voorzien van makkelijk toegankelijke en op maat gemaakte algemene informatie, ondersteuning en advies, en dat dit verder wordt uitgebreid. Ondernemers moeten bewuster worden gemaakt van de mogelijkheden van IE-rechten, en dit moet worden gecombineerd met diverse laagdrempelige opleidingsprogramma’s. Het EESC stelt voor na te gaan hoe kan worden gezorgd voor meer gekwalificeerde IE-rechtenbeheerders in EU-ondernemingen.

    3.2.4.

    Het EESC wil ook een discussie op gang brengen over de vraag hoe kennis van IE-rechten en IE-rechtenbeheer in het onderwijsstelsel van de EU kan worden vergroot: basiskennis en -bewustzijn over IE-rechtenbeheer zouden moeten worden ingepast in het secundair en hoger onderwijs, waarbij grondige kennis van onderzoek naar IE-rechten, gaande van bedrijfskunde en technische studies tot tal van andere vakken, in de leerplannen zou moeten worden opgenomen. Ook in het hoger onderwijs zou IE-rechtenbeheer als apart vak moeten worden aangeboden. Het EESC is ervan overtuigd dat door de beschikbare knowhow te vergroten, meer gebruik zal worden gemaakt van de bescherming van de intellectuele eigendom.

    3.2.5.

    Het belang van het vertalen van onderzoeksresultaten in innovatie is voor de hand liggend, en het EESC verwelkomt dan ook alle activiteiten die kennisoverdracht en beter IE-beheer in de O&I-gemeenschap bevorderen. Kmo’s en micro-ondernemingen fungeren vaak als kleine partner in een projectconsortium en moeten in die rol beter worden ondersteund teneinde IE-rechten in producten te kunnen omzetten en om hun rechten binnen dergelijke consortia te kunnen beschermen. Dat moet speciale aandacht krijgen in steunprogramma’s die advies en steun op maat verlenen.

    3.3.   Toegang tot en uitwisseling van door intellectuele eigendom beschermde activa

    3.3.1.

    De huidige gezondheidscrisis heeft duidelijk gemaakt dat er in crisissituaties behoefte is aan toegang tot systeemrelevante intellectuele eigendom. IE-rechten mogen de toegankelijkheid en beschikbaarheid van vaccins of behandelingen tijdens een pandemie niet belemmeren. Om de impact van onderzoek dat met Europese overheidsmiddelen wordt uitgevoerd te maximaliseren, moet de daaruit voortvloeiende kennis en intellectuele eigendom worden gedeeld. Anderzijds fungeren doeltreffende systemen voor het verlenen van dwanglicenties in noodsituaties als vangnet voor de samenleving. De desbetreffende procedures moeten gebaseerd zijn op een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen; er moet worden gezorgd voor coördinatie op Europees niveau en een en ander moet vlot verlopen, zodat zo goed mogelijk aan de vereisten op het vlak van volksgezondheid kan worden voldaan. In dat verband zou het EESC eveneens willen wijzen op het belang van Verordening (EG) nr. 816/2006 (2) betreffende de verlening van dwanglicenties voor octrooien inzake de vervaardiging van farmaceutische producten voor uitvoer naar landen met volksgezondheidsproblemen.

    3.3.2.

    Teneinde de licentieverlening voor en het uitwisselen van intellectuele eigendom te faciliteren, is meer transparantie ten aanzien van de eigendom en het beheer van intellectuele eigendom nodig. In dat verband wil het EESC er tevens op wijzen dat het eenheidsoctrooistelsel snel moet worden ingevoerd en dat het van belang is de infrastructuur voor auteursrechten te verbeteren wat betreft informatie over rechthebbenden, de voorwaarden voor en mogelijkheden van licentieverlening, ook wat blockchaintechnologie betreft.

    3.3.3.

    Aangezien normalisatie een proces is waarbij veel verschillende belangen komen kijken, vereisen standaard essentiële octrooien (SEO’s) een bijzonder hoog niveau van transparantie en eerlijke licentieregels. Het EESC steunt derhalve initiatieven voor een onafhankelijk systeem voor essentialiteitscontroles door derden en maatregelen teneinde inbreuken en onenigheid te beperken.

    3.3.4.

    Het EESC erkent dat het economisch interessant is om gegevensuitwisseling en de gegevensstroom in de EU tussen alle sectoren te stimuleren, maar benadrukt dat het mogelijk maken van de stroom en het brede gebruik van gegevens gebaseerd moet zijn op een evenwichtige aanpak waarbij privacy, veiligheid, ethische normen en gerechtvaardigde belangen met betrekking tot bescherming van de intellectuele eigendom worden gewaarborgd. Een en ander moet bij de herziening van de richtlijn databanken in 2021 worden vastgelegd (3).

    3.4.   IER-inbreuken

    3.4.1.

    Doeltreffende handhaving en rechtsmiddelen zijn de belangrijkste criteria voor een geslaagd stelsel voor intellectuele eigendom en moeten dus aanzienlijk worden versterkt. Het EESC benadrukt dat de toepassing van het eengemaakt octrooigerecht een enorme impuls zal geven aan de handhaving van octrooirechten en dat ook in andere systemen van IE-rechten (bv. verzekeringen) veel meer moet worden toegezien op de handhaving van IE-rechten via praktische en/of wettelijke maatregelen. Met name kmo’s en micro-ondernemingen beschikken vaak niet over de middelen om IE-rechten af te dwingen.

    3.4.2.

    De digitalisering heeft geleid tot nieuwe vormen van inbreuken op IE-rechten, zoals onlinediefstal van bedrijfsgeheimen, illegale streaming enz. Het EESC is ingenomen met bindende regelgeving, zoals de wet inzake digitale diensten (4), die zorgt voor een beter rechtskader.

    3.4.3.

    Namaak en piraterij leiden tot enorme omzetverliezen in de EU, maar ze vormen ook een bedreiging voor de gezondheid en veiligheid van de consument. Het EESC is in het kader van de strijd tegen namaak ingenomen met de samenwerking van alle belanghebbenden, de instelling van een EU-toolbox en de versterking van de rol van het Europees Bureau voor fraudebestrijding.

    3.5.   Fair play op mondiaal niveau

    3.5.1.

    De EU is geen koploper in de mondiale concurrentie op het gebied van IE-rechten. Het aandeel van Azië in alle octrooiaanvragen wereldwijd is gestegen tot 65 % in 2019, terwijl het aandeel van de EU fors is gedaald van 17,4 % (2009) tot 11,3 %. Het is dan ook uitermate belangrijk dat de positie van de EU wordt versterkt.

    3.5.2.

    Het beschermen en handhaven van IE-rechten is voor EU-bedrijven die in derde landen actief zijn, een bijkomende uitdaging. Daarom steunt het EESC alle maatregelen van de Commissie ter verbetering van die situatie. Onderhandelingen over hoofdstukken inzake intellectuele eigendom met strenge beschermingsniveaus in het kader van vrijhandelsovereenkomsten en dialogen inzake intellectuele eigendom met handelspartners zijn belangrijke langetermijnbenaderingen, evenals samenwerking in internationale organisaties als de WIPO en de WTO en deelname aan internationale overeenkomsten inzake intellectuele eigendom.

    3.5.3.

    Het EESC benadrukt het belang van instrumenten voor directe steun waarbij informatie wordt verstrekt aan EU-bedrijven die in derde landen actief zijn, zoals screening van buitenlandse investeringen, de watchlist inzake namaak en piraterij en het verslag over de bescherming en handhaving van IE-rechten in derde landen. Maatregelen zoals helpdesks voor kmo’s op het gebied van intellectuele eigendom ter ondersteuning van kmo’s en micro-ondernemingen zijn bijzonder belangrijk en moeten verder worden ontwikkeld.

    Brussel, 27 april 2021.

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Christa SCHWENG


    (1)  PB L 157 van 15.6.2016, blz. 1.

    (2)  PB L 157 van 9.6.2006, blz. 1.

    (3)  PB L 77 van 27.3.1996, blz. 20.

    (4)  COM(2020) 825 final.


    Top