EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52018AP0359

P8_TA(2018)0359 Derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 oktober 2018 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (codificatie) (COM(2018)0139 – C8-0116/2018 – 2018/0066(COD)) P8_TC1-COD(2018)0066 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 2 oktober 2018 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (codificatie)

PB C 11 van 13.1.2020, p. 55–56 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 11/55


P8_TA(2018)0359

Derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 2 oktober 2018 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (codificatie) (COM(2018)0139 – C8-0116/2018 – 2018/0066(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure – codificatie)

(2020/C 011/13)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2018)0139),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 77, lid 2, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C8-0116/2018),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten (1),

gezien de artikelen 103 en 59 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A8-0290/2018),

A.

overwegende dat het voorstel in kwestie volgens de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie louter een codificatie van de bestaande teksten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen;

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

(1)  PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2.


P8_TC1-COD(2018)0066

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 2 oktober 2018 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) 2018/… van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de lijst van derde landen waarvan de onderdanen bij overschrijding van de buitengrenzen in het bezit moeten zijn van een visum en de lijst van derde landen waarvan de onderdanen van die plicht zijn vrijgesteld (codificatie)

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) 2018/1806.)


Top