14.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 246/385

—

gezien zijn besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Europese GNSS-Agentschap voor het begrotingsjaar 2014,

—

gezien artikel 94 van en bijlage V bij zijn Reglement,

—

gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A8-0112/2016),

A.

overwegende dat de subsidie van de Unie aan de begroting van het Europees GNSS-Agentschap (hierna het „Agentschap”) voor het begrotingsjaar 2014 volgens zijn financiële staten 25 369 058 EUR bedroeg, hetgeen een toename van 81,55 % ten opzichte van 2013 betekent;

B.

overwegende dat de Rekenkamer in haar verslag over de jaarrekening van het Agentschap voor het begrotingsjaar 2014 (hierna het „verslag van de Rekenkamer”) verklaarde dat zij redelijke zekerheid had gekregen dat de jaarrekening van het Agentschap betrouwbaar was en de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig waren;

1.

merkt op dat de inspanningen op het gebied van begrotingstoezicht gedurende het begrotingsjaar 2014 hebben geresulteerd in een uitvoeringspercentage van de begroting van 99,84 %, hetzelfde als in 2013; merkt bovendien op dat het uitvoeringspercentage van de betalingskredieten 63,16 % was, hetgeen een afname van 17,37 % ten opzichte van vorig jaar betekent;

2.

merkt op dat het bedrag aan overdrachten voor vastgelegde kredieten voor titel II (administratieve uitgaven) 3 400 000 EUR (54 %) bedroeg; merkt op dat deze overdrachten hoofdzakelijk betrekking hadden op aan het Agentschap verstrekte diensten in 2014 waarvoor de facturen pas in 2015 werden ontvangen, en op een aantal hoogwaardige IT-contracten ondertekend aan het eind van 2014, waarvan de IT-projecten oorspronkelijk voor 2015 waren gepland, maar in 2014 zijn begonnen om vrijgekomen middelen uit besparingen op andere begrotingsposten te benutten;

3.

erkent de inspanningen van het Agentschap om het bedrag aan overdrachten te verminderen door de begroting indien mogelijk eerder in het jaar vast te leggen en daardoor eerdere betalingen mogelijk te maken; merkt voorts op dat het Agentschap een nieuw instrument voor begrotingsbeheer ontwikkelt ter ondersteuning van de uitvoering van, het toezicht op en de rapportage over de kernactiviteiten en de gedelegeerde begroting ter verbetering van het beheer van zowel vastleggings- als betalingskredieten; verzoekt het Agentschap de kwijtingsautoriteit in kennis te stellen van de aangebrachte verbeteringen door het invoeren van dat instrument;

4.

stelt vast dat volgens het verslag van de Rekenkamer ten aanzien van de exploitatie van de Europese overlaydienst voor geostationaire navigatie (Egnos), het Agentschap een achtjarig Egnos-dienstverleningscontract (ESP-contract) sloot met een aanvankelijke contractwaarde van 436 000 000 EUR; neemt er nota van dat het Agentschap in 2014 het dienstencontract wijzigde na een procedure van onderhandse gunning via onderhandelingen voor een bedrag van 6 300 000 EUR voor de aankoop en het onderhoud van 14 satellietontvangers, 14 signaalgeneratoren en ander materiaal voor Egnos; merkt met bezorgdheid op dat er weer een regeling werd getroffen tussen de contractant en de twee onderaannemers, net als bij het oorspronkelijke contract, waardoor overheadkosten en winst worden gecumuleerd en er van de 6 300 000 EUR slechts 3 200 000 EUR betrekking heeft op rechtstreekse kosten, 1 400 000 EUR op overhead- en andere kosten en 1 700 000 EUR op winst en de vergoeding van (onder)aannemers;

5.

wijst erop dat volgens het verslag van de Rekenkamer het ESP-contract werd gesloten middels een openbare aanbesteding en dat het was gekozen om te voldoen aan de continuïteitsvereiste voor de SoL-dienst (Safety of Life — beveiliging van levens), gebaseerd op een systeem van kwalificaties en certificaties; merkt op dat de wijziging van dat contract moet worden beschouwd als een intrinsiek en niet-scheidbaar deel van het ESP-contract omdat op deze manier wordt gewaarborgd dat het onderhoud van het systeem de kwalificatie behoudt en dat de verlening van de SoL-dienst voldoet aan de verplichte certificering;

6.

wijst erop dat de raad van bestuur van het Agentschap een beleid inzake de voorkoming van en omgang met belangenconflicten in september 2015 heeft vastgesteld; merkt voorts op dat het Agentschap de curricula en de belangenverklaringen van zijn uitvoerend directeur en hoger leidinggevend personeel heeft gepubliceerd op zijn website; moedigt de leden van de raad van bestuur van het Agentschap aan hun belangenverklaringen voor verdere publicatie op de website van het Agentschap in te dienen;

7.

benadrukt dat de integriteit moet worden vergroot en het ethische kader moet worden versterkt door een betere toepassing van gedragscodes en ethische beginselen, zodat een sterkere gedeelde en effectieve cultuur van integriteit tot stand kan worden gebracht;

8.

stelt dat het jaarverslag van het Agentschap een kan vervullen bij de naleving van de normen inzake transparantie, verantwoordingsplicht en integriteit; dringt er bij het Agentschap op aan in zijn jaarverslag een standaardhoofdstuk over deze punten op te nemen;

9.

stelt vast dat het Agentschap tot een overeenkomst is gekomen met de dienst Interne Audit van de Commissie over een actieplan om de procedure voor het afwikkelen van ex-ante- en ex-postcontroles op subsidiebeheer te verbeteren; merkt op dat sommige aspecten van documenten en het bijbehorende handboek inzake subsidiebeheer moeten worden verbeterd; verzoekt het Agentschap om de kwijtingsautoriteit van vorderingen op dat gebied op de hoogte te houden;

10.

merkt op dat gedurende het begrotingsjaar 2014 de algehele naleving van het Agentschap van de internecontrolenormen bevredigend was; merkt op dat er inspanningen zijn gedaan op het gebied van fraudebestrijdingsstrategie, belangenconflicten, risicobeheer en dienst Interne Audit, om een einde te maken aan niet-naleving; merkt voorts op dat het Agentschap vooruitgang boekt op gebieden waarop het deels aan de normen blijft voldoen, met name ten aanzien van bedrijfscontinuïteit en documentbeheer; nodigt het Agentschap uit om de kwijtingsautoriteit op de hoogte te houden van de vorderingen op dat gebied;

11.

stelt vast dat volgens het verslag van de Rekenkamer het Agentschap geen verzekerd risico heeft voor vaste materiële activa met een netto boekwaarde van 1 000 000 EUR; erkent dat het Agentschap momenteel de risico's, waarde en kritische-effecten van alle gehouden activa analyseert om het type verzekering te beoordelen dat het best overeenkomt met de vereisten ervan; vraagt het Agentschap de kwijtingsautoriteit op de hoogte te brengen van de geboekte vooruitgang;

12.

merkt op dat het Agentschap zijn dienst Interne Audit deelt met het Europees Agentschap voor chemische stoffen om synergieën tot stand te brengen en kosteneffectiviteit te bereiken;

13.

neemt er nota van dat het Agentschap in 2014, om zijn werk te promoten en zijn zichtbaarheid in de lidstaat van ontvangst te vergroten, een open dag op zijn hoofdkantoor in Praag, conferenties, openbare tentoonstellingen en regelmatige openbare evenementen in samenwerking met de Commissie heeft georganiseerd;

14.

verwijst voor andere, horizontale opmerkingen bij zijn kwijtingsbesluit naar zijn resolutie van 28 april 2016 (1) over het functioneren en het financiële beheer van en de controle op de agentschappen.