EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014JC0036

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)

/* JOIN/2014/036 final - 2014/0316 (NLE) */

52014JC0036

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017) /* JOIN/2014/036 final - 2014/0316 (NLE) */


TOELICHTING

Tussen Tunesië en de Europese Unie is sinds maart 1998 een Euro-mediterrane associatieovereenkomst van kracht op basis waarvan in 2005 voor een periode van vijf jaar door beide partijen een actieplan voor de EU en Tunesië is goedgekeurd in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. De betrekkingen tussen de EU en Tunesië hebben zich verder ontwikkeld en zijn in aanzienlijke mate tot wasdom gekomen. In maart 2010 heeft Tunesië een voorstel gepresenteerd over de toekenning van de geavanceerde status[1], dat de betrekkingen een nieuw elan heeft gegeven en deze aanzienlijk heeft versterkt op het vlak van politieke betrekkingen en veiligheid, economie en handel, net als in andere sectoren en in de contacten tussen de volkeren.

Bij het verstrijken in 2010 van het huidige actieplan in het kader van het nabuurschapsbeleid werd het nuttig geacht over een nieuw actieplan te onderhandelen en het nadien goed te keuren op basis van de doelstellingen en ambities van het gemeenschappelijke document over het bevoorrecht partnerschap. In afwachting van de goedkeuring van dit nieuwe plan spraken beide partijen in september 2010 af het actieplan uit 2005 te blijven toepassen.

De betrekkingen tussen de EU en Tunesië moeten worden beschouwd in de algemene politieke toestand in de regio, die sinds begin 2011 grote veranderingen doormaakt.

In de mededeling "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden"[2] wordt een nieuwe strategie bepaald, gericht op meer differentiatie zodat iedere partner zijn betrekkingen met de EU kan ontwikkelen volgens zijn eigen ambities, behoeften en capaciteit, en op basis van het beginsel van wederzijdse verantwoordelijkheid en de mate van gehechtheid aan de universele waarden van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat, en op het vermogen om de gezamenlijk vastgelegde prioriteiten ten uitvoer te leggen. In dit nieuwe actieplan worden de prioritaire doelstellingen voor de betrekkingen tussen de EU en Tunesië duidelijk bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met het geprivilegieerde partnerschap en de omvang van de betrekkingen tussen beide partijen.

De Europese Dienst voor extern optreden (EDEO) heeft, in nauwe samenwerking met de diensten van de Europese Commissie en de lidstaten van de EU, verkennende gesprekken gevoerd met Tunesië, die hebben geleid tot een akkoord over het ontwerpactieplan, met name over de lijst met prioritaire acties. Tijdens de recentste vergadering van de Associatieraad EU-Tunesië, op 14 april 2014, hebben de partijen vastgesteld dat zij overeenstemming hadden bereikt. Beide partijen informeerden elkaar schriftelijk over de voltooiing van de technische raadplegingen.

In het nieuwe actieplan EU-Tunesië worden de specifieke maatregelen bepaald waarmee de partijen hun verplichtingen krachtens de Euro-mediterrane overeenkomst kunnen nakomen. Het biedt eveneens een ruimer kader voor versterkte betrekkingen tussen de EU en Tunesië om tot meer economische integratie te komen en de politieke samenwerking te verdiepen, in overeenstemming met de algemene doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst. In overeenstemming met de verordening over het Europees nabuurschapsinstrument[3] vormt het actieplan een essentieel referentie-instrument om de prioriteiten van de Unie inzake het nabuurschapsbeleid te bepalen. Het nabuurschapsbeleid heeft als ondeelbaar beleidskader nog steeds een katalysatorfunctie en stoelt onder meer op partnerschap en gezamenlijke zeggenschap, alsmede op differentiatie op basis van prestaties en bijstand op maat. De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna "de hoge vertegenwoordiger" genoemd) voegen de tekst toe van een gezamenlijk besluit van de Raad betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad EU-Tunesië inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan.

De Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger vragen de Raad dan ook zijn goedkeuring te hechten aan het bijgevoegde voorstel voor een besluit van de Raad.

2014/0316 (NLE)

Gezamenlijk voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het gezamenlijk voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië anderzijds, is op 17 juli 1995 ondertekend en op 1 maart 1998 in werking getreden.

(2)       De partijen zijn van plan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid het nieuwe actieplan EU-Tunesië goed te keuren waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017), waarin het bijzondere partnerschap tussen beide partijen tot uiting komt en dat zal bijdragen aan de uitvoering van de Euro-mediterrane overeenkomst en aan de goedkeuring van concrete maatregelen om de doelstellingen te bereiken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Unie binnen de Associatieraad  die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling voor de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017), wordt gebaseerd op het ontwerp voor een aanbeveling van de Associatieraad dat als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               Goedgekeurd door de Associatieraad EU-Tunesië op 11 mei 2010.

[2]               COM(2011) 303 van 25.5.2011.

[3]               Verordening (EG) nr. 232/2014 van de Raad van 11.3.2014.

BIJLAGEN

bij het

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het door de Unie in te nemen standpunt in de Associatieraad die is ingesteld bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, inzake de goedkeuring van een aanbeveling over de tenuitvoerlegging van het actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)

BIJLAGE 1

Ontwerp voor een

Aanbeveling

over de tenuitvoerlegging van het ENB-actieplan EU-Tunesië,

waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017)

De Associatieraad EU-Tunesië,

Gezien de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, en met name artikel 80,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)          Artikel 80 van de Euro-mediterrane overeenkomst geeft de Associatieraad de bevoegdheid alle nuttige aanbevelingen te doen om de doelstellingen van de overeenkomst te verwezenlijken.

(2)          Overeenkomstig artikel 90 van de Euro-mediterrane overeenkomst treffen de partijen alle algemene en bijzondere maatregelen die vereist zijn om aan hun verplichtingen krachtens de overeenkomst te voldoen en zien zij erop toe dat de in de overeenkomst aangegeven doelstellingen worden verwezenlijkt.

(3)          De bij de Euro-mediterrane overeenkomst betrokken partijen hebben hun goedkeuring gehecht aan de tekst van het actieplan EU-Tunesië in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017).

(4)          Dit ENB-actieplan EU-Tunesië zal de tenuitvoerlegging door de partijen van de Euro-mediterrane overeenkomst ondersteunen, door de uitwerking en vaststelling van, en overeenstemming over concrete stappen die een praktische leidraad bieden voor die tenuitvoerlegging.

(5)          Het actieplan dient een tweeledig doel: enerzijds worden concrete stappen gezet ter bevordering van de verwezenlijking van de doelstellingen die de partijen bij de Euro-mediterrane overeenkomst zijn aangegaan, en anderzijds wordt een breder kader geboden voor verdere versterking van de betrekkingen tussen de EU en Tunesië, met inbegrip van een aanzienlijke mate van economische integratie en verdieping van de politieke samenwerking, zulks overeenkomstig de algemene doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst.

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Enig artikel

De Associatieraad beveelt de partijen aan het ENB-actieplan EU-Tunesië waarmee uitvoering wordt gegeven aan het geprivilegieerd partnerschap (2013-2017) (zie bijlage), ten uitvoer te leggen, voor zover die tenuitvoerlegging bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds.

Gedaan te […]

Voor de Associatieraad

De voorzitter

BIJLAGE 2

Betrekkingen Tunesië - Europese Unie: een geprivilegieerd partnerschap Actieplan 2013-2017 samenvatting

I.            INLEIDING

Op 14 januari 2011 is Tunesië een nieuwe weg ingeslagen. De Tunesische bevolking heeft toen een vreedzame revolutie voor waardigheid en vrijheid in gang gezet. Een markante gebeurtenis in de moderne geschiedenis van het land. Deze revolutie heeft de basis gelegd voor de ontwikkeling van een echte democratie, die berust op een rechtsstaat en op de naleving van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden.

Het zijn deze voortaan gedeelde waarden die beide partijen ertoe aanzetten hun betrekkingen op een hoger en meer strategisch plan te brengen. Hiertoe wordt een geprivilegieerd partnerschap aangegaan. Dankzij de revolutie zijn de perspectieven voor de betrekkingen tussen Tunesië en de Europese Unie ingrijpend veranderd. De EU is vastbesloten de overgang naar een democratie in Tunesië op lange termijn te ondersteunen. Zij beseft namelijk dat het welslagen van die overgang een gunstige uitwerking heeft op de welvaart in Tunesië maar ook op de gehele regio. Deze steun biedt de Europese Unie een historische kans om betekenisvol, doeltreffend en positief te reageren op de uitdagingen waarvoor Tunesië zich gesteld ziet en die meer in het algemeen door de "Arabische lente" zijn opgeworpen, conform het nieuwe nabuurschapsbeleid dat in 2011 is overeengekomen.

Een nieuw nabuurschapsbeleid

De buurlanden van de Europese Unie staan voor cruciale uitdagingen. Daarom heeft zij een nieuwe aanpak geformuleerd om beter te kunnen reageren op de snelle ontwikkelingen in de partnerlanden en op hun behoeften aan hervormingen. Het is daarbij zaak om gezonde democratieën op te bouwen en te consolideren, duurzame en inclusieve economische groei te bevorderen en de grensoverschrijdende verbindingen en stromen te beheren.

Deze nieuwe benadering[1] is gebaseerd op wederzijdse verantwoordingsplicht en gemeenschappelijke inzet voor de universele waarden van mensenrechten, democratie en de rechtsstaat. Hierbij wordt uitgegaan van een meer gedifferentieerde aanpak, waarbij de EU haar steun afstemt op de ambities die het partnerland etaleert om nauwere betrekkingen met de EU aan te knopen, op de specifieke behoeften en capaciteit van dat land, op de vooruitgang in het doorvoeren van de hervormingen en in het consolideren van de democratie en de rechtsstaat, en op de mate waarin de mensenrechten en fundamentele vrijheden worden nageleefd. Tevens zal de versterking van de betrekkingen tot uitdrukking komen in een grotere economische integratie en een intensievere politieke samenwerking op het vlak van bestuur, veiligheid, conflictoplossing, en in gezamenlijke initiatieven binnen internationale fora met betrekking tot kwesties van gemeenschappelijk belang.

De nieuwe aanpak van het nabuurschapsbeleid heeft onder andere de volgende doelen: a) meer steun voor partners die zich inzetten voor de opbouw van een duurzame democratie en voor de naleving van de rechtsstaat, de mensenrechten, de fundamentele vrijheden en de gelijkheid van de seksen; b) steun voor de ontwikkeling van een duurzame en inclusieve economie, waarbij sociale en regionale ongelijkheden afnemen en werkgelegenheid en een hogere levensstandaard voor hun bevolking tot stand wordt gebracht; c) een sterker partnerschap met de bevolking en het maatschappelijk middenveld van de partnerlanden.

Nieuwe prioriteiten voor Tunesië

De revolutie in Tunesië draagt in zich de hoop op een beter leven voor de Tunesische burgers. Zij markeert een breuk met een oude manier van ontwikkelen die lange tijd door structurele economische en sociale scheidslijnen werd gekenmerkt.

De nieuwe aanpak is dus gebaseerd op de ontwikkeling van een nieuw ontwerp voor een inclusieve en evenwichtige samenleving met als uitgangspunten behoorlijk bestuur, transparantie en een rechtvaardige verdeling van de rijkdommen.

Hoog op het prioriteitenlijstje staan werkgelegenheid en sociale cohesie, de ontwikkeling van de regio's, veiligheid en stabiliteit en overgangsrechtspraak, om de stap naar een democratie op de lange termijn in de samenleving te verankeren.

Uit deze prioriteiten blijkt bovendien dat Tunesië zich sterk wil maken voor de intensivering van de hervormingen die nodig zijn om democratische instellingen tot stand te brengen, met inachtneming van de mensenrechten en grondrechten, en voor de opbouw van een moderne, open samenleving, een pluriforme culturele ruimte en een effectieve sociale structuur.

Ook op sociaal en economisch gebied zullen de hervormingen worden versterkt zodat de economie een nieuwe impuls krijgt en een duurzame groei op basis van kennis en innovatie, met veel arbeidsplaatsen, wordt bevorderd.

De inspanningen zullen vooral gericht zijn op de ontwikkeling van een voor alle categorieën en regio's rechtvaardig sociaal, solidair en voordelig beleid, op de modernisering van de structuur van de economie, waarbij innovatieve activiteiten met een sterk technologisch en milieuvriendelijk karakter meer centraal komen te staan, en op de verbetering van het concurrentievermogen en van het ondernemingsklimaat zodat particuliere initiatieven en het publiek-private partnerschap worden gestimuleerd.

Een geprivilegieerd partnerschap

In dit verband komen alle voorwaarden bij elkaar die nodig zijn om de betrekkingen tussen Tunesië en de Europese Unie en de integratie op een hoger en meer strategisch niveau te verdiepen, gezien de grotere ambities van beide partijen. De toenadering tot de Europese Unie vormt een constante en een fundamentele keuze in de buitenlandse politiek van Tunesië[2], die gelijkloopt met de bevordering van de integratie in de Maghreb en de consolidatie van de betrekkingen met de Arabische, mediterrane en Afrikaanse landen. Tunesië en de Europese Unie zijn het er ook met elkaar over eens dat de versterking van de economische liberalisering en de economische en sociale integratie een bron van groei en werkgelegenheid vormen waarmee een op solidariteit gebaseerde ontwikkeling en gedeelde welvaart worden bevorderd.

In het kader van het geprivilegieerd partnerschap wenst Tunesië een zo hoog mogelijk nieuw integratieniveau met de EU te bereiken.

Deze nieuwe status weerspiegelt de wil van beide partijen om toenadering te zoeken die verder gaat dan de vrije handel en die een voor beide partijen voordelige effectieve mobiliteit van personen en een betere uitwisseling van kennis insluit.

De integratie van de menselijke en wetenschappelijke dimensie in dit partnerschap is van wezenlijk belang om de toenadering tussen spelers van het maatschappelijk middenveld, particuliere ondernemingen, onderzoekers en studenten en lokale en regionale autoriteiten te bevorderen, en geeft een krachtig politiek signaal af aan de burgers en het bedrijfsleven van beide partijen.

Dit actieplan is een plan in ontwikkeling, dat voor de periode 2013-2017 gezamenlijk is vastgesteld. Het vormt het referentiekader voor het aanwijzen van prioriteiten waarmee de betrekkingen tussen beide partijen op alle niveaus (politiek, economisch, wetenschappelijk, sociaal, cultureel en menselijk) kunnen worden verbeterd.

In het kader van deze ontwikkeling en op basis van de uitvoering van het geprivilegieerd partnerschap komen de partijen overeen zich te bezinnen op de mogelijkheid om een nieuw akkoord over de onderlinge betrekkingen te sluiten. Dit gebeurt conform artikel 8 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en vanuit het streven van de EU en Tunesië om hun betrekkingen te verdiepen.

Kernpunten van het geprivilegieerd partnerschap tussen de Europese Unie en Tunesië

De betrekkingen tussen de Europese Unie en Tunesië worden in het kader van het geprivilegieerd partnerschap via de volgende pijlers versterkt:

a) Verdieping van de politieke samenwerking. De partijen streven ernaar de politieke dialoog en samenwerking een nieuwe impuls te geven. Belangrijkste aandachtspunten zijn hierbij de versterking van de politieke dialoog op hoog niveau, de parlementaire samenwerking, de samenwerking op het gebied van veiligheidsvraagstukken, de samenwerking op het gebied van democratie, de rechtsstaat, gelijkheid van de seksen, mensenrechten en fundamentele vrijheden en de versterking van de samenwerking met de Raad van Europa en de andere internationale organisaties. Deze pijler behelst tevens grotere samenwerking op het vlak van veiligheid, justitie, grensbeheer en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.

b) Uitbreiding van de economische en sociale integratie met de Europese Unie waardoor een gemeenschappelijke economische ruimte tot stand kan worden gebracht. Het geprivilegieerd partnerschap heeft eveneens tot doel de integratie van de partners in economisch, sociaal en menselijk opzicht te verdiepen. Daarbij wordt rekening gehouden met de uitdagingen waarvoor Tunesië tijdens deze overgang naar een democratie staat, waaronder het stimuleren van de economie en de eisen die aan een duurzame en op solidariteit gebaseerde ontwikkeling worden gesteld. Om de commerciële en economische banden verder te ontwikkelen willen Tunesië en de Europese Unie een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst sluiten. Deze overeenkomst zal Tunesië helpen geleidelijk in de interne markt van de Europese Unie te integreren om uiteindelijk tot een gemeenschappelijke economische ruimte te komen.

Tunesië wenst meer harmonisatie in de regelgeving te bewerkstelligen door een geleidelijke aanpassing van de wetgeving. Daartoe bepalen Tunesië en de Europese Unie samen conform dit actieplan in welke sectoren zij deze aanpassing met voorrang trachten te realiseren. Nadat de verschillen tussen de Tunesische wetgeving en het acquis communautaire in kaart zijn gebracht, stelt Tunesië in een nationaal harmonisatieprogramma vast wat de doelen zijn van de beoogde aanpassing aan het acquis communautaire. De EU treft begeleidende maatregelen om te helpen deze doelen te verwezenlijken.

De integratie heeft baat bij een versterkte dialoog over de sociaaleconomische hervormingen, waaronder economische prestaties, de bevordering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), de ontwikkeling van een geïntegreerde werkgelegenheidsstrategie en sociale insluiting, en ook bij een grotere samenwerking in belangrijke sectoren als energie, vervoer, industrie, landbouw, milieu of klimaatverandering (zie bijlage 2).

c) Opbouw van een sterker partnerschap tussen de bevolking van beide partijen. Een geprivilegieerd partnerschap is ondenkbaar zonder het aanhalen van de banden tussen de bevolking van beide partijen door middel van toenadering en rechtstreekse samenwerking tussen individuen en organisaties. In dit kader spelen samenwerkingsverbanden en uitwisselingen op het gebied van onderwijs, beroepsopleiding, werkgelegenheid, onderzoek en innovatie, gezondheid, cultuur en jeugd een doorslaggevende rol. Ook wat betreft migratie, mobiliteit en veiligheid wordt de dialoog voortgezet met als doel een mobiliteitspartnerschap te sluiten waarbij een evenwichtig en verantwoord samenwerkingskader tot stand wordt gebracht op het terrein van het personenverkeer, de beheersing van de legale migratie, de relatie tussen migratie en ontwikkeling, de bescherming van de rechten van migranten en de strijd tegen illegale migratie, de georganiseerde criminaliteit in verband met immigratie, en de overname van personen.

Verder is het voor een versterking van de betrekkingen tussen de Europese Unie en Tunesië nodig dat alle niet-publieke spelers en die van het maatschappelijk middenveld daar intensief bij worden betrokken. Zij spelen namelijk een belangrijke rol in het welslagen van de democratisering. Er worden raadplegingsmechanismen in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat het maatschappelijk middenveld als volwaardige gesprekspartner aan de dialoog met de autoriteiten en Europese instanties kan deelnemen, vooral met het oog op de voltooiing en uitvoering van dit actieplan.

Een nieuwe methode

De grote vooruitgang die de Europese Unie en Tunesië in de kwaliteit van hun betrekkingen willen boeken, stoelt op enkele beginselen en instrumenten waarmee beter kan worden gewaarborgd dat de gestelde doelen worden bereikt.

Doelgerichte, precieze en concrete verplichtingen voor een periode van vijf jaar. Voor een verdieping van de betrekkingen moeten de partners over enkele prioritaire sectoren harde afspraken maken om de uitdagingen in verband met de overgang naar een democratie op te pakken: stimuleren van de economie, bevordering van kmo's en een duurzame, inclusieve ontwikkeling, werkgelegenheid, verbetering van de levensomstandigheden en bestrijding van ongelijkheid; consolidatie van de rechtsstaat, behoorlijk bestuur en democratisch pluralisme, onafhankelijkheid van de rechtspraak, eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden, gelijkheid van de seksen, hervorming van de veiligheidssector, onafhankelijkheid van de media en ondersteuning van het maatschappelijk middenveld. Het geprivilegieerd partnerschap moet tevens behulpzaam bij het realiseren van een toenadering in de breedste zin van het woord, en wel via een uitgebreide interculturele dialoog.

Deelname aan agentschappen en programma's van de Europese Unie. Een ander instrument dat helpt de gewenste grotere integratie tussen Tunesië en de Europese Unie te bewerkstelligen, is de deelname van Tunesië aan een aantal agentschappen en programma's van de Unie waarvan de rechtsgrondslag voorziet in deelname van derde landen. In het actieplan wordt aangegeven hoe dit in de praktijk vorm moet krijgen.

Een ambitieuzere technische en financiële ondersteuning, die op de prioriteiten van Tunesië is afgestemd en in lijn is met de nieuwe richtsnoeren van het nabuurschapsbeleid. Op deze wijze moet het eenvoudiger worden om de doelstellingen van de associatieovereenkomst en in het kader van de financiële vooruitzichten van de Europese Unie vanaf 2014 te bereiken. Het geprivilegieerd partnerschap berust mede op de verwachting dat de Europese Unie Tunesië zodanig financieel bijstaat dat het land zijn ambities op het gebied van hervormingen kan waarmaken, in zijn specifieke behoeften kan voorzien, zijn capaciteit kan benutten en de vooruitgang kan boeken die nodig is om de hervormingen daadwerkelijk door te voeren.

De EU heeft reeds bevestigd dat zij haar steun voor Tunesië aanzienlijk wil verhogen. Zij heeft toegezegd Tunesië voor de periode 2011-2013 ten minste 400 miljoen euro te schenken (vergeleken met de geplande 240 miljoen euro vóór de revolutie). De beschikbare fondsen worden in de eerste plaats gebruikt voor de begeleiding van de hervormingen die nodig zijn voor de opbouw van een democratische staat (steun voor de organisatie van verkiezingen, hervorming van de veiligheidssector, van de rechtspraak en van de media, ondersteuning van de overgangsrechtspraak en van de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden), voor verdergaande stimulering van de economie en versterking van de sociale cohesie (economische hervormingen, bevordering van werkgelegenheid en van regionale ontwikkeling en de strijd tegen sociale uitsluiting, ongelijkheid en armoede, institutionele opbouw, enz.).

Daarop aansluitend verlenen sommige lidstaten, de Europese Investeringsbank (EIB) en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBWO) steun voor investeringen, infrastructuren, werkgelegenheid en de particuliere sector, onder andere via de toezeggingen van de G8 (Partnerschap van Deauville). Bij de programmering van deze steun volgens de aangewezen procedures wordt rekening gehouden met de toezeggingen die in dit actieplan en elk ander relevant instrument zijn gedaan, inclusief de conclusies van de taskforce Tunesië-Europese Unie van 28 en 29 september 2011.

Eventuele aanpassing na tussentijdse beoordeling. Het actieplan, dat voor een periode van vijf jaar is vastgesteld, kan door de Associatieraad worden herzien, afhankelijk van de vorderingen in de uitvoering van het plan of van mogelijke nieuwe behoeften in verband met de conjunctuur in Tunesië of de Europese Unie. De organen die bij de associatieovereenkomst zijn opgericht, moeten daartoe adequate voorstellen indienen.

Toezicht op de uitvoering van het actieplan. Om de hervormingen in een groot aantal belangrijke sectoren door te voeren, moeten er nauwkeurige doelstellingen worden geformuleerd en voldoende middelen beschikbaar komen. Om een zo goed mogelijke uitvoering te garanderen en een verbinding te leggen tussen enerzijds de doelstellingen en de vooruitgang die daarmee is geboekt, en anderzijds de verleende steun, wordt er regelmatig toezicht uitgeoefend door het Associatiecomité en de subcomités die in het kader van de associatieovereenkomst zijn opgericht, en in de voortgangsverslagen die beide partijen verzorgen.

Beide partijen zullen de subcomités aan een onderzoek onderwerpen en de samenstelling en bevoegdheden ervan afstemmen op de nieuwe ambities die uit de geprivilegieerde status voortvloeien.

II.          ACTIEPLAN

De partijen willen aan dit actieplan zowel een strategisch als operationeel karakter geven en komen overeen hun samenwerking te concentreren op een beperkt aantal terreinen en te bereiken doelstellingen (zie de tabel in bijlage 1).

Bovendien is om de doelstellingen van het actieplan te verwezenlijken, een versterking nodig van de dialoog over de sociaaleconomische hervormingen, vooral het werkgelegenheidsbeleid en sociale integratie en de strategieën voor de opbouw van een duurzame op kennis gebaseerde groei, evenals een uitgebreide sectorale samenwerking op belangrijke gebieden als energie, vervoer, industrie, landbouw, toerisme, ontwikkeling van vaardigheden, milieu of klimaatverandering.

Het actieplan blijft het referentiedocument voor de uitvoering van de associatieovereenkomst. Het behelst alle terreinen waarop de associatieovereenkomst betrekking heeft en biedt een kader voor alle facetten van de samenwerking tussen Tunesië en de Europese Unie, waaronder de werkzaamheden van het Associatiecomité en de subcomités. Het is de taak van de subcomités om op basis van de in het actieplan vermelde prioritaire doelstellingen concrete maatregelen vast te stellen die nodig zijn om deze doelen te bereiken.

Voor de komende periode richten de partijen zich met name op de volgende gebieden:

Rechtsstaat en democratie

1)           Totstandbrengen van een democratisch kiesstelsel, vooral door de onafhankelijkheid en het functioneren van de "Instance Publique indépendante" (onafhankelijke publieke instantie) die met het beheer en de organisatie van de verkiezingen is belast, te consolideren.

2)           Waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechtspraak, versterken van de professionaliteit en doeltreffendheid ervan (toegang tot de rechter, duur van het proces), zorgen voor eerbiediging van de mensenrechten, van het beginsel van het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces.

3)           Doorvoeren van hervormingen in de veiligheidssector, in het kader van een algehele en diepgaande hervorming, om de internationale normen op het vlak van de rechtsstaat, mensenrechten en het internationale recht na te leven.

4)           Consolideren van de bescherming van de mensenrechten, waaronder de rechten van vrouwen en kinderen.

5)           Doorvoeren van hervormingen in de media en professionalisering van de sector.

6)           Versterken van de rol en opbouw van de capaciteit van het maatschappelijk middenveld.

Samenwerking op het gebied van migratie, mobiliteit en veiligheid

7)           Dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid en sluiten van een mobiliteitspartnerschap.

Uitbreiding van de economische en sociale integratie

8)           Economische hervormingen voor inclusieve groei, concurrentievermogen en verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat.

9)           Verdieping van de economische integratie en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst en aanpassing aan het acquis van de EU.

10)         Ontwikkeling van vaardigheden, toegang tot kennis en innovatie.

11)         Werkgelegenheid, sociale cohesie en integratie en regionale en lokale ontwikkeling.

12)         Landbouw- en plattelandsontwikkeling.

Duurzame ontwikkeling

13)         Ontwikkeling en uitvoering van strategieën en programma's die als doel hebben een duurzame ontwikkeling te waarborgen, waaronder een betere bescherming van het milieu conform de intentie in de mededeling van de Commissie over het meerjarig financieel kader van juni 2011[3] om het deel van de Uniebegroting dat voor klimaat is gereserveerd, met ten minste 20% te verhogen.

De tabel in bijlage 1 biedt een referentiekader voor de herziening van deze prioriteiten, met vermelding van de indicatoren, een tijdschema voor de uitvoering en de beschikbaar gestelde middelen.

A.          Politieke samenwerking

I.            Dialoog en politieke en strategische samenwerking

1.           Versterking van de politieke en strategische dialoog

            Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterking van de politieke dialoog, vooral via de organisatie van topbijeenkomsten tussen Tunesië en de Europese Unie op ad-hocbasis, het periodiek beleggen van vergaderingen op ministerieel niveau en tussen hoge ambtenaren.

· Bevordering van deelname van vertegenwoordigers van Tunesië aan informele vergaderingen van comités en werkgroepen van de Raad die belast zijn met het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie, op ad-hocbasis.

· Intensiever overleg in multilateraal verband (Verenigde Naties, enz.), om de politieke standpunten over vraagstukken van gemeenschappelijk belang te harmoniseren en te coördineren.

· Samenwerking op diplomatiek gebied, vooral via het aanknopen van samenwerkingsrelaties en de uitwisseling van ervaringen tussen het Institut Diplomatique pour la Formation et les Études (diplomatiek instituut voor studies en opleidingen) in Tunesië en de diplomatieke universitaire en academische instellingen van de lidstaten.

2.           Parlementaire samenwerking

            Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Ontwikkeling van de parlementaire samenwerking, vooral via steun voor de Parlementaire Vergadering, de instelling van een Gemengde Parlementaire Commissie bestaande uit leden van het Europees Parlement en het Tunesische parlement, versterking van de samenwerking en het partnerschap tussen het Tunesische parlement en de Parlementaire Vergadering van de Unie voor het Middellandse Zeegebied en intensivering van de uitwisselingen tussen politieke partijen en parlementaire fracties in Tunesië en de EU.

3.           Versterking van de dialoog en de samenwerking op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing

            Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de samenwerking en dialoog tussen Tunesië in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) en het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB).

· Bijdragen aan de ontwikkeling van het partnerschap voor vrede en veiligheid in Afrika, daarbij rekening houdend met de belangen van beide partijen.

· Verdiepen van de deelname van Tunesië aan het mediterrane partnerschap van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) via de contactgroep en bilaterale bijdragen op vrijwillige basis.

4.           Verdieping van de samenwerking op het gebied van non-proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor, toezicht op de overdracht van conventionele wapens en de strijd tegen de verspreiding van lichte en kleine wapens

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

Massavernietigingswapens en producten voor tweeërlei gebruik:

· Samenwerken en bijdragen aan de volledige naleving van de bestaande internationale verplichtingen wat betreft de strijd tegen de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor en ondersteunen van de rol van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA).

· Conform de internationale toezeggingen van de partijen, en vooral de relevante internationale resoluties, waaronder resolutie 1540/2004 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, doorgaan met de toepassing van een systeem waarmee effectief toezicht kan worden gehouden op producten voor tweeërlei gebruik en de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor kan worden bestraft.

· Treffen van de benodigde maatregelen voor de ondertekening en ratificatie van of toetreding tot andere internationale verdragen en instrumenten waarmee de proliferatie van massavernietigingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor wordt tegengegaan.

· Aannemen van nationale wetgeving waarmee de proliferatie van massavernietingswapens en de overbrengingsmiddelen daarvoor kan worden bestraft.

· Met steun van de EU een doeltreffend nationaal systeem implementeren waarmee toezicht wordt gehouden op de export en doorvoer van producten die verband houden met massavernietigingswapens, waaronder controle op de uiteindelijke toepassing van technologieën voor tweeërlei gebruik.

Conventionele wapens:

· Uitbouwen van de reguliere politieke dialoog over de overdracht van conventionele wapens en versterken van de samenwerking bij het voorkomen van illegale handel.

· Intensiveren van het overleg met als beoogde uitkomst een VN-verdrag waarin gemeenschappelijke normen voor de mondiale handel in conventionele wapens worden vastgesteld.

· Met logistieke steun van de EU een doeltreffend nationaal systeem implementeren voor het toezicht op de export van conventionele wapens en de bijbehorende munitie, waaronder controle op de eindgebruiker.

5.           Samenwerking op het gebied van civiele bescherming

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Voortzetten van de regionale samenwerking bij de preventie, voorbereiding, opleiding, opsporing, vroegtijdige waarschuwing en reactie in geval van door de natuur of mens veroorzaakte rampen, inclusief de technologische risico's.

· Maken van operationele afspraken tussen de instanties van Tunesië en de Europese Commissie aangaande de samenwerking met het waarnemings- en informatiecentrum (MIC) tijdens het activeren van het communautaire mechanisme voor civiele bescherming.

II.          Democratie, rechtsstaat en bestuur

6.           Aanpassing van de wetgeving van Tunesië aan die van de EU/Raad van Europa op deze gebieden

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de samenwerking tussen Tunesië en de Raad van Europa bij het bevorderen van de mensenrechten, de rechtsstaat en de democratie, vooral met het oog op de eventuele toetreding van Tunesië tot sommige overeenkomsten van de Raad van Europa.

7.           Versterken van de instellingen die de democratie en de rechtsstaat in stand houden

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Vaststellen van de constitutionele, wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die als doel hebben de rechtsstaat te versterken (rol van het parlement, onafhankelijkheid van de politieke partijen, enz.).

· Vergroten van de bestuurlijke capaciteit van de democratische instellingen en spelers (parlement, politieke partijen, enz.).

· Tot stand brengen van een democratisch kiesstelsel, instellen van een onafhankelijke commissie die verkiezingen organiseert, en vergroten van de mogelijkheden van organisaties uit het maatschappelijk middenveld die als waarnemers bij verkiezingen fungeren, vaststellen van regels voor het waarnemen bij verkiezingen (waaronder door internationale spelers).

8.           Versterken van de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van de rechtspraak en van de inspanningen om de omstandigheden in gevangenissen te verbeteren

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Hervormen en moderniseren van de rechtspraak om de onafhankelijkheid, de onpartijdigheid, de professionaliteit, de verantwoordelijkheid en een beter functioneren van de rechtspraak te waarborgen, waar mogelijk uitgaande van de door de Verenigde Naties en de Raad van Europa opgestelde normen.

· In het kader van de hervorming van de rechtspraak, verlenen van technische ondersteuning aan de inspanningen van Tunesië om deze sector te moderniseren, onder meer door middel van de automatisering van het bestuur, een verbeterde toegang tot de rechter en opbouw van de capaciteit van de spelers binnen het systeem.

· Instellen van mechanismen/maatregelen met het oog op de overgangsrechtspraak.

· Hervormen van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering om deze in overeenstemming te brengen met het internationale recht op het vlak van de mensenrechten.

· Versterken van de maatregelen om de omstandigheden in detentie en in de gevangenis, vooral voor minderjarigen, te verbeteren en de rechten van gedetineerden te waarborgen, onder andere door scholing en opbouw van de capaciteit van degenen die voor de toepassing van de wetten verantwoordelijk zijn.

III.         Dialoog en samenwerking in verband met vraagstukken over de mensenrechten en fundamentele vrijheden

9.           Dialoog en samenwerking in verband met vraagstukken over de mensenrechten en fundamentele vrijheden

            Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de dialoog en samenwerking tussen de EU en Tunesië aangaande de eerbiediging en bevordering van de mensenrechten en grondrechten.

· Verdiepen van de dialoog over de samenwerking binnen internationale instellingen, vooral de VN.

10.         Uitvoering van internationale verdragen over mensenrechten en samenwerking met de speciale procedures en mechanismen van de Verenigde Naties

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Zorgen voor de naleving van het beginsel dat geratificeerde internationale overeenkomsten voorrang hebben boven het nationale recht.

· Geleidelijk voltooien van de omzetting en uitvoering van de internationale overeenkomsten die Tunesië heeft geratificeerd[4], om zo de voorbehouden in te trekken.

· Samenwerking met het Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en de speciale mechanismen van de Verenigde Naties op het gebied van de mensenrechten, vooral naar aanleiding van de uitnodiging die de Tunesische autoriteiten sinds februari 2011 voortdurend hebben gedaan.

· Nadat Tunesië de universele periodieke doorlichting (mei 2012) heeft ondergaan, helpen de aanbevelingen toe te passen die Tunesië in dit kader heeft aanvaard.

11.         Eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting en van vereniging en vergadering conform het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van de Verenigde Naties (IVBPR)

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de vrijheid van vereniging en vreedzame vergadering en van de vrijheid van meningsuiting op grond van de relevante aanbevelingen van het comité dat uit het IVBPR is voortgekomen, en de universele periodieke doorlichting door de VN-Mensenrechtenraad, onder meer wat betreft ngo's en niet-publieke spelers.

· Verbeteren van de nieuwe perswet zodat deze met de internationale normen overeenstemt; afschaffen van met name de vrijheidsbenemende straffen voor persdelicten en smaad en waarborgen van bescherming van de bronnen.

· Zorgen voor vrije en onbeperkte toegang tot nieuwe technologieën, waaronder internet, en waarborgen van de vrijheid van meningsuiting en de verspreiding van informatie op internet, conform de internationale normen.

· Bevorderen van uitwisselingen en ondersteunen van samenwerkingsinitiatieven tussen Tunesische en Europese organisaties.

12.         Bevordering en bescherming van de rechten van vrouwen en kinderen

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Toepassing van het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen (CEDEF) en van het beginsel van gelijke burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten en vrijheden.

· Consolideren van de wetgeving die erop gericht is alle vormen van discriminatie te bestrijden, de gelijkheid van de seksen te bevorderen en vrouwen in grotere mate te laten deelnemen aan en integreren in het publieke, politieke, culturele en economische leven.

· Voortzetten van de maatregelen om de gelijkheid van de seksen te waarborgen en discriminatie en geweld jegens vrouwen te bestrijden conform de relevante internationale verdragen; versterken van de wetgeving om vrouwen beter tegen alle vormen van geweld te beschermen, inclusief huiselijk geweld.

· Versterken van de rol van het maatschappelijk middenveld bij het bevorderen en beschermen van de rechten van vrouwen en kinderen en ondersteunen van de netwerkvorming op dit gebied.

· Consolideren van de rechten van het kind op basis van de aanbevelingen van het Comité voor Kinderrechten van de Verenigde Naties, met name de bescherming van kinderen tegen alle vormen van geweld en tegen verlating en uitbuiting.

13.         Afschaffing van de doodstraf en de strijd tegen foltering en alle vormen van discriminatie

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Handhaving van het feitelijke moratorium op executies.

· Voortzetten van de dialoog over de herziening van de bepalingen van het wetboek van strafrecht met als doel de doodstraf af te schaffen.

· Overwegen om zich aan te sluiten bij het transregionale initiatief inzake de doodstraf, dat in het kader van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties door de EU wordt ondersteund.

· Na de ratificatie door de Tunesische autoriteiten van het Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, technische ondersteuning verlenen aan de uitvoering van het protocol en bijbehorende instrumenten, waaronder steun voor de instelling van de nationale preventie-instantie die in het protocol wordt voorzien.

14.         Bevordering van de rol van het maatschappelijk middenveld en bescherming van mensenrechtenverdedigers

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de deelname van alle geledingen van de Tunesische samenleving aan het openbare en politieke leven, vooral door consolidatie van de garanties wat betreft fundamentele vrijheden en de instelling van overleg- en dialoogmechanismen.

· Grotere betrokkenheid van de diverse spelers uit het maatschappelijk middenveld en belanghebbenden bij het voorstellen, uitwerken en toezicht houden op de uitvoering van de constitutionele en wettelijke hervormingen.

15.         Samenwerking met het oog op de universele toepassing van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Aannemen van nationale wetgeving over de uitvoering van het Statuut van Rome en uitwisselen van ervaringen in verband met de wettelijke aanpassingen die voor de toepassing van het Statuut van Rome zijn vereist.

· Ondersteunen van de opleiding van rechters, advocaten en leden van veiligheidstroepen op de gebieden waar het Internationaal Strafhof (ICC) bevoegd is, vooral door het bestuderen van de jurisprudentie van het ICC en van de nationale jurisprudentie op de terreinen waar het ICC actief is.

IV.         Continentale en regionale samenwerking en initiatieven

16.         Ondersteunen van de uitvoering van continentale en regionale integratie-initiatieven en -projecten

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Bevorderen van de intraregionale integratie inclusief binnen de Maghreb, vooral binnen de Unie van de Arabische Maghreb en het proces van Agadir.

· Intensiveren van de samenwerking binnen regionale instellingen in de Maghreb, Forum 5+5, het Mediterrane Forum, de Unie voor het Middellandse Zeegebied, het Partnerschap Afrika-EU en regionale organisaties als het Observatoire du Sahara et du Sahel (waarnemingscentrum voor de Sahara en de Sahel).

· Aangaan van een dialoog over de mogelijkheden van een driehoekssamenwerking tussen publieke en private spelers uit Tunesië en Europa om de ontwikkeling in Afrika een impuls te geven.

V.          Samenwerking op het gebied van justitie en veiligheid

17.         Bevorderen van de wetgeving inzake de juridische en justitiële samenwerking tussen staten en treffen van de benodigde begeleidende maatregelen

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Zo snel mogelijk een bezinning opstarten over de belangrijkste internationale verdragen, en dan vooral over de verdragen die in het kader van de Haagse Conferentie voor internationaal privaatrecht zijn opgesteld op het gebied van het familierecht.

· Blijven stimuleren van concrete oplossingen om conflicten over de ouderlijke verantwoordelijkheid, inclusief het vraagstuk van kinderen van gescheiden gemengde paren, te voorkomen, te beheersen en te beslechten.

· Voortzetten van de dialoog inzake de internationale bescherming van kinderen en het familierecht in de context van de deelname van Tunesië aan de justitiële conferentie inzake grensoverschrijdende familierechtelijke aangelegenheden (het proces van Malta).

· De mogelijkheid bestuderen om de belangrijkste internationale verdragen te ondertekenen, te ratificeren en uit te voeren, zoals: het Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken ('s-Gravenhage 1965), het Verdrag inzake de verkrijging van bewijs in het buitenland in burgerlijke en in handelszaken ('s-Gravenhage 1970), het Verdrag betreffende de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen ('s-Gravenhage 1980) en het Verdrag inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen ('s-Gravenhage 1996).

18.         Consolideren van de justitiële samenwerking en aanpassing van de rechtsstelsels van beide partijen

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· De stand van zaken opmaken wat betreft de justitiële samenwerking tussen Tunesië en de EU en de maatregelen om deze samenwerking te intensiveren.

· Doorgaan met de uitvoering van maatregelen op grond van de VN-verdragen (Verdrag ter bestrijding van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (UNTOC) en Verdrag tegen corruptie (UNCAC)) die Tunesië heeft geratificeerd.

· Opstellen van een steunprogramma voor de modernisering en onafhankelijkheid van de rechtspraak in Tunesië.

19.         Versterken van de samenwerking tussen politie en justitie in Tunesië en de lidstaten

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· De stand van zaken opmaken wat betreft de samenwerking tussen Tunesië en de EU, met het oog op de intensivering ervan, in het kader van de uitwisseling van ervaringen tussen opleidingsinstituten binnen de lidstaten van de EU en Tunesië op het gebied van veiligheid en justitie.

· Zorgen voor de toepassing van maatregelen die in de relevante internationale verdragen zijn voorzien.

20.         Intensievere corruptiebestrijding

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Uitwisselen van informatie over de Europese en Tunesische wetten en strategieën en over de toepassing van internationale instrumenten, uitwisselen van beste praktijken op het gebied van corruptiebestrijding en aangaan van samenwerking op dit terrein, onder meer in het kader van de uitvoering van het VN-Verdrag uit 2003 tegen corruptie.

· Ondersteunen van de inspanningen van de Tunesische autoriteiten op het vlak van corruptiebestrijding, waaronder de oprichting van een justitieel orgaan dat gespecialiseerd is in corruptiezaken die bij het gerecht van eerste aanleg in Tunis aanhangig zijn gemaakt.

· De mogelijkheid bestuderen om de uitvoering van wetsbesluit nr. 120 van 14 november 2011 inzake de instantie die zich met corruptiebestrijding bezighoudt, te ondersteunen.

· Blijvende steun voor de inspanningen van Tunesië om via wederzijdse rechtshulp in strafzaken de tegoeden en goederen die de afgezette president en zijn familieleden op frauduleuze wijze hebben verkregen en die momenteel onder de jurisdictie van de lidstaten van de EU zijn bevroren, te repatriëren, en wel in het kader van de relevante internationale verdragen, waaronder het VN-Verdrag uit 2003 tegen corruptie.

21.         Samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding en georganiseerde criminaliteit

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Versterken van de samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding, georganiseerde criminaliteit en cybercriminaliteit tussen de verschillende gerechtelijke en veiligheidsinstanties, onder meer op basis van de ratificatie en toepassing van de geschikte internationale instrumenten, en via bevordering van de deelname van de verantwoordelijke Tunesiërs aan specifieke en gespecialiseerde opleidingen voor de preventie en bestrijding van terrorisme binnen de lidstaten van de EU.

· Samenwerken via de uitwisseling van goede praktijken en technische uitwisselingen en voortzetten van de inspanningen om jongeren bewust te maken van de gevaren van gewelddadige radicalisering en extremisme in al zijn vormen, zodat in hen een cultuur van openheid, verdraagzaamheid en solidariteit, onder andere jegens de slachtoffers van terrorisme, wordt verankerd, en hen te beschermen tegen criminele uitwassen, met name in verband met terrorisme.

· Tunesië helpen bij zijn pogingen om in de strijd tegen het terrorisme de mensenrechten te eerbiedigen, onder meer in het kader van de hervorming van de veiligheidssector.

22.         Internationale instrumenten ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Uitwisseling van informatie en ervaringen wat betreft de uitvoering van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van de grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (2000 en aanvullende protocollen).

· Opstellen van wetgeving conform de relevante internationale normen en instrumenten in het kader van de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.

23.         Ontwikkelen van methoden en middelen om mensenhandel te bestrijden en beschermen van de slachtoffers van deze handel

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Aannemen van wetten om mensenhandel te bestrijden en de slachtoffers van die handel te beschermen.

· Opbouwen van de capaciteit van de verschillende gerechtelijke beroepen en de veiligheidstroepen, vooral via gerichte en gespecialiseerde opleidingen over de bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers van die handel.

· Op touw zetten van een dialoog om een gemeenschappelijke aanpak te formuleren die zich richt tegen de ronselaars, de personen die de slachtoffers vervoeren, degenen die hen uitbuiten, andere tussenpersonen, klanten en begunstigden.

· Meer steun voor de kwetsbaarste groepen (vrouwen en kinderen).

· Maatregelen treffen om illegale immigratie te voorkomen, vooral met het oog op de kwetsbaarste groepen en met name via steun, ook van Europa, voor gezamenlijke ontwikkeling, het scheppen van bestaansmiddelen en werkgelegenheid en de verbetering van de levensomstandigheden in regio's met een grote migratiedruk.

VI.         Samenwerking op het gebied van migratie, mobiliteit en veiligheid

24.         Bescherming van asielzoekers en vluchtelingen

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Samenwerking tussen Tunesië en het Hoge Commissariaat van de Verenigde Naties voor Vluchtelingen, zodat het zijn taak kan uitoefenen.

· Ontwikkelen en implementeren door Tunesië van asielwetgeving op grond van internationale beginselen en normen, en van een overheidsinstantie die belast is met de identificatie, bescherming, ondersteuning en opvang van asielzoekers en vluchtelingen.

· Hulp van de EU aan Tunesië voor de opstelling en uitvoering van nationale wetgeving en voor de capaciteitsopbouw van een overheidsinstantie die gespecialiseerd is op asielgebied, onder meer door adviezen, scholing en technische ondersteuning aan te bieden.

· Uitwisselen van informatie tussen de EU en Tunesië over het beleid, de wetgeving en de stand van zaken wat betreft asiel.

25.         Samenwerken op het gebied van migratie, mobiliteit en veiligheid

· Opstarten van een dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid met als doel het sluiten van een mobiliteitspartnerschap. Toepassen van maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap.

VII.        Drugs

26.         Intensiveren van de strijd tegen de handel in verdovende middelen en tegen drugsverslaving

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Steun voor de toepassing van de relevante beginselen in de verdragen van de Verenigde Naties (1967, 1971, 1988) en van de beginselen die zijn vastgelegd tijdens een speciale zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (UNGASS).

· Opzetten van gespecialiseerde opleidingen voor instanties die belast zijn met de toepassing van de wet op dit gebied.

· Ontwikkelen en uitvoeren van programma's voor preventie, behandeling en rehabilitatie van drugsverslaafden.

VIII.      Witwassen van geld, economische en financiële misdrijven

27.         Versterken van de inspanningen en samenwerking tegen het witwassen van kapitaal

Activiteiten / Specifieke doelstellingen:

· Doorgaan met het opstellen van doeltreffende wetten tegen het witwassen van geld en het financieren van terroristische activiteiten conform de Europese wetgeving en de beginselen van de aanbevelingen van de financiële-actiegroep (Financial Action Task Force; FATF); vaststellen van de behoeften op het gebied van administratieve en technische bijstand en scholing.

· Intensiveren van de samenwerking tussen de politiediensten en de samenwerking met internationale organisaties als de FATF en de Raad van Europa, en met de betrokken diensten van de EU-lidstaten, vooral wat betreft de uitwisseling van informatie tussen Europese financiële inlichtingeneenheden (Financial Intelligence Units; FIU) en de Tunesische FIU.

B.           Economische en sociale integratie: op weg naar een gemeenschappelijke economische ruimte

Pijler 1 - Macro-economisch kader en overheidsfinanciën:

28.         Stabiliseren van het macro-economisch kader

· De economische groei nieuw leven inblazen en het tempo ervan versnellen.

· Vergroten van de veerkracht van de economie door de macro-economische fundamenten te consolideren, vooral wat betreft externe betalingen en de overheidsbegroting.

· Erop toezien dat de overheidsschuld en de nationale buitenlandse schuld houdbaar blijven.

· Doorgaan met de uitvoering van de conclusies van het onderzoek naar een beter beheer van de overheidsschuld door toezicht op de uitgiften van het Ministerie van Financiën en een adequaat beheer van de liquide middelen van de staat.

29.         Consolideren van het beheer van de overheidsfinanciën

· Bezinning op de hervorming van het stelsel van voedsel- en energiesubsidies met als doel deze subsidies voor de minder bedeelden te bestemmen.

· Doorgaan met de uitvoering van het begrotingsbeheer op basis van doelstellingen ("Gestion Budgétaire par Objectifs").

· Verbeteren van de transparantie op begrotingsgebied door op de middellange termijn de geconsolideerde resultaten van de financiële verrichtingen van de staat, de lokale overheden, de socialezekerheidsfondsen en bestuursrechtelijke openbare instellingen te publiceren.

30.         Doorgaan met de hervorming van de belastingen

· Doorgaan met de hervorming van het belastingstelsel voor meer fiscale rechtvaardigheid.

· Verdere modernisering van de belastingdienst (beroepsopleiding, automatisering en gebruik van nieuwe communicatietechnologieën, beheer van de belastingdienst en informatiesysteem).

· Voortzetten en verdiepen van de dialoog over de beginselen van goed fiscaal bestuur, waaronder de gedragscode van de Europese Unie inzake de belastingregeling voor ondernemingen, om tijdens de integratie van Tunesië in de interne markt geleidelijk rechtvaardigheid te bewerkstelligen.

· Bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en deskundigheid met betrekking tot de belastingstelsels van de EU-lidstaten.

31.         Consolideren van de transparantie en doeltreffendheid van procedures voor de gunning van publieke aanbestedingen, vooral van overheidsopdrachten en concessies (deze actie zal worden besproken door het subcomité Interne Markt)

· Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan de internationale en Europese normen om te zorgen voor geleidelijke openstelling, effectiviteit, verantwoordelijkheid, transparantie, gelijke toegang tot informatie en concurrentie.

· Verdere modernisering van de procedures voor de administratie, het beheer en het toezicht op de uitvoering van de overheidscontracten en vooral de digitalisering van de procedures voor overheidsopdrachten.

· Voortzetten van de doeltreffende opleidingsprogramma's voor inkopers/ordonnateurs van de staat en lokale overheden en voor functionarissen die controle uitoefenen op het sluiten en uitvoeren van de contracten.

· Versterken van de samenwerking en de uitwisseling van ervaringen op het gebied van het toezicht op en het beheer van gegevens tussen de betrokken Tunesische en Europese instanties, vooral het Observatoire National des Marchés Publics (nationaal waarnemingscentrum voor overheidsopdrachten) en de bevoegde diensten van de Europese Commissie, die met zulke opdrachten zijn belast.

· Bevorderen van de samenwerking en de uitwisseling van ervaringen en informatie over de beslechting van geschillen in verband met aanbestedingen conform internationale en Europese normen, met als doel deze indien nodig aan te passen.

Pijler 2 - Bestuur, concurrentievermogen en ondernemingsklimaat:

2.1: Goed bestuur en bestuurlijke hervormingen

32.         Versterken van het openbaar bestuur

· Opstellen van een communicatiestrategie inzake bestuur.

· Ontwikkelen van het participatieportaal inzake bestuur.

· Opstellen van waarnemingsonderzoeken, versterken van de beoordeling van het overheidsbeleid en ontwikkelen van prestatie-indicatoren aan de hand waarvan beoordelingen kunnen worden verricht en besluiten kunnen worden genomen.

· Tot stand brengen van een nationaal integriteitssysteem.

33.         Versterken van de interne financiële controle binnen de publieke sector

· Uitwerken van een strategisch beleidsdocument over de interne controle van de overheidsfinanciën (financieel beheer, financiële controle en interne audit), met verwijzing naar de beste praktijken en internationale normen, waaronder een vergelijkende analyse van de internationale kaders en normen en de huidige praktijk van de interne overheidscontrole in Tunesië.

· Op basis van de uitkomsten van het vergelijkend onderzoek en het strategische document, versterken van de wet- en regelgeving en indien nodig de coördinatie op het vlak van de interne financiële controle binnen de publieke sector en bevorderen van de opbouw van een toereikende bestuurlijke en institutionele capaciteit (opleidingen, handleidingen, controlehandboeken, auditsoftware, certificering, enz.).

· Geleidelijke harmonisering met internationaal erkende normen en methodieken en met de beste praktijken van de Europese Unie wat betreft de controle op de inkomsten, de overheidsuitgaven, de activa en de passiva.

34.         Versterken van de controle en de externe audit

· Geleidelijk aanpassen van de controlevoorschriften van de Rekenkamer en de algemene toezichthoudende instanties aan de internationale normen en aan de beste praktijken van de EU op het gebied van externe audits.

· Opbouwen van de bestuurlijke en procedurele capaciteit van de Rekenkamer als hoger controle-instituut waarbij hij uitsluitend externe audits zal verrichten; dit wordt bewerkstelligd door zijn onafhankelijkheid te vergroten en door ervoor te zorgen dat zijn begroting door het parlement wordt goedgekeurd en dat zijn rapport openbaar is.

· Versterken van de institutionele capaciteit van het Haut Comité de Contrôle Administratif et Financier (hoge comité voor de bestuurlijke en financiële controle) wat betreft de coördinatie van de controletaken (programmering, controlevoorschriften, werkinstrumenten) en het toezicht op de verslaglegging daaromtrent.

· Versterken van de bestuurlijke capaciteit en uitwisselen van ervaringen op het gebied van de vroegtijdige opsporing van onregelmatigheden en fraude die de toewijzing en het beheer van nationale en internationale, inclusief communautaire, fondsen kunnen beïnvloeden.

· Bevorderen van de beoordeling van overheidsprojecten, -maatregelen en ‑beleid en ontwikkelen van hulpmiddelen voor audits en beoordelingen.

· Versterken van de capaciteit wat betreft de controle op de wenselijkheid van de overheidsacties en het overheidsbeheer en wat betreft de "value for money"-aanpak.

· Tot stand brengen van een systeem voor de certificering van publieke controleurs.

· Samenwerken met de juiste EU-instellingen en -organen bij de operationele controletaken wat betreft het beheer en de controle van de EU-fondsen.

35.         Bevorderen van de aanpassing van de statistische methoden aan de Europese normen (artikel 60 van de associatieovereenkomst)

· Uitwerken van een strategie om de harmonisering met de Europese en internationale begrippen, indelingen, normen en methoden, met name op het gebied van economische, sociale en milieustatistieken, te consolideren.

· Verbeteren van de kwaliteit van de statistieken (onder andere de relevantie ervan in het licht van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, duurzame ontwikkeling en ontwikkelingen op andere terreinen), de toegankelijkheid en duidelijkheid (verspreiding van statistieken en bewustwording bij gebruikers) en de actualiteit en precisie ervan (volledige overdracht van gegevens tussen Eurostat en Statistiques Tunisie).

· Vaststellen van een actieplan voor de middellange termijn om Statistiques Tunisie te moderniseren en ten behoeve van de andere statistische structuren (institutionele en juridische aspecten) die vooral verband houden met personele middelen, programmering en statistische productie, analyse en verspreiding, enz.

· Statistiques Tunisie helpen een kwaliteitskeurmerk voor overheidsstatistieken conform de beste praktijken in Europa in te voeren.

· Verdergaande samenwerking tussen de EU en Tunesië op statistisch gebied om het nationale statistische systeem in Tunesië te ontwikkelen en het beter in het internationale statistische systeem te integreren.

· Actief deelnemen aan de opstelling en uitvoering van een regionale (Maghrebijnse, mediterrane) strategie voor de ontwikkeling van statistieken.

· Bevorderen van de regionale en subregionale samenwerking en van de uitwisseling van beste praktijken om te helpen de kwaliteit van de geproduceerde statistische gegevens te verbeteren en de vergelijkbaarheid ervan op internationaal niveau te garanderen.

36.         Doorgaan met de modernisering van het openbaar bestuur

· Doorgaan met het verbeteren van de kwaliteit van de bestuurlijke diensten, het versoepelen van de bestuurlijke procedures en het verkorten van de termijnen die daarvoor gelden, en versterken van de elektronische overheid.

· Verbeteren van de relatie met de gebruikers en ontwikkelen van communicatiemechanismen, vooral om naar de gebruikers te luisteren en door opiniepeilingen te realiseren, enz.

· Creëren van een systeem waarbij kan worden deelgenomen aan de beoordeling van bestuurlijke diensten binnen de verschillende overheidsstructuren.

· Zorgen voor een lokale dienstverlening aan gebruikers, met name via de uitbreiding van overheidsdiensten in regio's waar slechts weinig bestuurlijke diensten worden verleend.

· Tot stand brengen van de mechanismen en instrumenten die nodig zijn om het wetsbesluit inzake toegang tot bestuurlijke documenten uit te voeren.

· Bijdragen aan de strijd tegen corruptie door mechanismen in het leven te roepen om corruptiepraktijken aan de kaak te stellen.

· Bevorderen van de scholing van Tunesische ambtenaren op het gebied van communautaire beleidsvormen en programma's.

2.2: Een concurrerende economie waarin kennis centraal staat

37.         Verbeteren van de prestaties en het concurrentievermogen van de Tunesische economie

· Doorgaan met structurele hervormingen om het concurrentievermogen van de economie te vergroten en de economische dialoog tussen Tunesië en de EU evenals de coördinatie op het vlak van herstelmaatregelen in de geest van het initiatief 2020 (voor duurzame groei en werkgelegenheid) te bevorderen.

· Bevorderen van een structurele omvorming van de economie naar een economie die gericht is op sectoren met een grote toegevoegde waarde, verhogen van de productiviteit en meer bijdragen aan de economische groei.

· Voortzetten van het programma om de industrie te moderniseren, vervolg geven aan de Tunesisch-Europese structureringsprogramma's met als doel het concurrentievermogen van het bedrijfsleven en innovatie te ondersteunen, zoals het programma ter ondersteuning van het concurrentievermogen van ondernemingen en voor een eenvoudiger toegang tot de markt (PCAM) en het project ter ondersteuning van onderzoek en innovatie (PASRI), en met hulp van de EU de programma's voor een betere landbouw sneller uitvoeren.

· Met hulp van de EU het programma voor een betere dienstverlening sneller uitvoeren, invoeren van een informatie- en bewakingssysteem, zorgen voor een betere afstemming tussen vraag naar en aanbod van werk, en versterken van de samenwerking wat betreft kwaliteit, certificering en ondernemerschap, allianties en netwerkvorming.

· Toepassen van de strategie van de regering inzake de ontwikkeling van particuliere investeringen, inclusief privatisering.

· Ontwikkelen van de strategie van de regering om de infrastructuursector open te stellen voor deelname van de particuliere sector en uitwerken van de kaderwet over het publiek-private partnerschap.

2.3: Een aantrekkelijker ondernemingsklimaat

38.         Verbeteren van het ondernemingsklimaat

· Herzien en versterken van de regelgeving betreffende investeringen en zakendoen, zodat deze eenvoudiger, transparanter en doeltreffender wordt.

· Oprichten van een nationale investeringsinstantie die als enige gesprekspartner voor lokale en buitenlandse investeerders optreedt, en instellen van een staatsinvesteringsfonds.

· Bevorderen van een gunstig ondernemingsklimaat, vooral door te blijven werken aan de hervorming van het justitiële stelsel waaronder de executieprocedures, en aan de versterking van de specialisatie van rechters en de hervorming van de faillissementswetgeving.

· Invoeren van mechanismen voor de observatie van en het toezicht op het administratieve ondernemingsklimaat in Tunesië en de internationale praktijken op dit gebied.

· Tunesië aantrekkelijker maken voor activiteiten met een grote toegevoegde en innovatieve waarde en de bevordering van investeringen in de regio ondersteunen, onder meer door na te gaan welke specifieke mogelijkheden de regio biedt en deze uit te buiten.

39.         Bevorderen van investeringen en partnerschap en zorgen voor een betere lokale verankering van de investeringen

· Stimuleren van de ontwikkeling van partnerschappen tussen Tunesische en Europese ondernemingen en clusters en bevorderen van technologieoverdracht.

· Mobiliseren van lokale ondernemingen rondom buitenlandse investeringen om innovatie en de eigen economische ontwikkeling te stimuleren.

· Bevorderen en institutionaliseren van de samenwerking tussen Tunesische en Europese werkgeversorganisaties en ondersteunen van de organisatie van een economisch forum Tunesië-EU.

40.         Harmoniseren van het vennootschapsrecht om alle partijen te beschermen en de bedrijvigheid van ondernemingen te bevorderen

· Bevorderen van de aanpassing van het vennootschapsrecht aan de Europese en internationale normen.

· Beschermen van de aandeelhouders in overeenstemming met de Europese normen en praktijken op dit vlak.

· Conform de Europese en internationale normen i) de particuliere sector helpen bij het voltooien van de handleidingen voor behoorlijk bestuur voor de verschillende soorten ondernemingen en ii) handleidingen over behoorlijk bestuur opstellen voor overheidsinstanties.

· Moderniseren van het praktische beheer van het handelsregister en de publiciteit ten behoeve van derden in het staatsblad.

41.         Overnemen van de Europese en internationale normen voor financiële audits en hervormen van het boekhoudsysteem van Tunesische ondernemingen zodat deze met de Europese en internationale boekhoudnormen overeenstemmen

· Voortzetten van de inspanningen om de kwaliteit van de wettelijke boekhoudcontrole te verbeteren.

· Voortzetten van de inspanningen om het boekhoudsysteem op de Europese en internationale boekhoudnormen in het boekhoudsysteem af te stemmen.

· Samenwerken met de EU-instellingen en -instanties die belast zijn met de standaardisering van de boekhouding en het toezicht op de wettelijke boekhoudcontrole.

42.         Versterken van de samenwerking op het gebied van het ondernemingsbeleid

· Versterken van de samenwerking met de EU op het gebied van het pro-kmo-beleid, via de toepassing van het Euro-mediterrane handvest voor ondernemingen, vooral op basis van de "Small Business Act" en door de lacunes in de steun voor kmo's op te vullen.

· Bevorderen van een nauwere integratie van de Tunesische kmo's in het Entreprise Europe Network, door een memorandum van overeenstemming te sluiten.

· Stimuleren van de deelname van Tunesië aan het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en kmo's.

· De mechanismen voor het oprichten van ondernemingen helpen verbeteren en de toegang tot financiering voor kmo's eenvoudiger maken door de instrumenten ter financiering van de eigen middelen te versterken en door de mogelijkheid te creëren om in de voorfase kapitaal te verstrekken ten gunste van jonge initiatiefnemers en innovatieve activiteiten.

· Helpen bij de opbouw van de institutionele capaciteit van de structuren die kmo's steunen, vooral wat betreft de begeleiding van investeerders, marketing, uitwerking van ondernemingsplannen, enz.

· Ontwikkelen van de activiteiten van de investeringsfondsen en het beroep daarop in de regio's vergroten.

Pijler 3 - Verdieping van de integratie en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst

Beide partijen benadrukken dat zij door willen gaan met de geleidelijke integratie van hun economieën met als uiteindelijke doel een gemeenschappelijke economische ruimte tot stand te brengen door de handel krachtiger te bevorderen en zo spoedig mogelijk onderhandelingen te beginnen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst, in het kader van de democratische en economische hervormingen die Tunesië bezig is door te voeren.

De diepe en brede vrijhandelsovereenkomst voorziet in meer mogelijkheden om toegang tot de markt te krijgen, een beter investeringsklimaat en meer steun voor de economische hervormingen die daarbij nodig zijn. De diepe en brede vrijhandelsovereenkomst zal integraal deel uitmaken van de associatieovereenkomst en heeft betrekking op een uitgebreide reeks van gebieden van gemeenschappelijk belang (niet-volledige lijst; het accent komt te liggen op prioritaire sectoren die door beide partijen en in het kader van de aanpassing van de wetgeving zijn uitgekozen):

· Grotere liberalisering om de mogelijkheden voor toegang tot de markt voor landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, visserijproducten en industriële producten met inachtneming van de voor beiden partijen geldende omstandigheden te verbeteren.

· Technische regelgeving voor industriële producten, normen, conformiteitsbeoordeling en markttoezicht.

· Sanitaire en fytosanitaire maatregelen.

· Liberalisering van de handel in diensten en bescherming van investeringen.

· Overheidsopdrachten.

· Mededingingsbeleid.

· Kapitaalverkeer en betalingen.

· Bescherming van de intellectuele-eigendomsrechten inclusief de bescherming van Tunesische en Europese geografische aanduidingen.

· Douane.

· Vereenvoudiging van het handelsverkeer.

· Dialoog over handelsbeschermingsinstrumenten.

· Handel en duurzame ontwikkeling.

Tijdens de onderhandelingen over de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst moeten de partijen rekening houden met de gevoeligheid van bepaalde sectoren en een asymmetrie in de verplichtingen accepteren gezien de verschillen in ontwikkeling tussen beide partijen. In de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst moeten tevens de prioriteiten voor de aanpassing van de regelgeving aan het acquis communautaire op basis van wederzijdse belangen worden vastgesteld, waarbij een dynamische aanpak wordt gehanteerd die een latere extra aanpassing van de regelgeving en een geleidelijke uitvoering mogelijk maakt.

De twee partijen trachten door middel van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst de volgende doelen te verwezenlijken:

3.1 Een grotere markttoegang voor goederen door tarifaire en non-tarifaire belemmeringen weg te nemen:

43.         Landbouwproducten en sanitaire en fytosanitaire kwesties

· Hervatten en eventueel afronden van de onderhandelingen over de liberalisering van de handel in verwerkte landbouwproducten en visserijproducten.

· Versterken van de samenwerking om de gezondheid van dieren en planten en de voedselveiligheid te verbeteren, daarbij rekening houdend met het dierenwelzijn, en om de handel in landbouwproducten tussen Tunesië en de EU te vergemakkelijken.

· Doorgaan met de uitvoering van de WTO-Overeenkomst inzake de toepassing van sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS-overeenkomst) en de internationale normen van de Wereldorganisatie voor diergezondheid (OIE), het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (IPCC) en de Codex Alimentarius.

· Geleidelijke aanpassing, op grond van de normen van de desbetreffende organisaties, van de Tunesische wet- en regelgeving aan de geldende wet- en regelgeving van de EU op sanitair en fytosanitair gebied en op het vlak van dierenwelzijn, om, onder meer wat betreft hygiënevoorschriften, identificatie en traceerbaarheid tot een gelijkwaardige bescherming van levende dieren, diervoeders en levensmiddelen te komen.

· Aannemen van de ontwerpkaderwet inzake voedselveiligheid en beginnen met de uitvoering ervan.

· De instellingen en laboratoria, inclusief de accreditatie van landbouwproducten, versterken en moderniseren.

· Samenwerken om de instrumenten ter voorkoming en uitroeiing van dierziekten en voor planten schadelijke organismen te verbeteren, waaronder de instelling van professionele gezondheidsinstanties.

· Uitwisselen van technische expertise en ervaringen, onder andere via deelname aan workshops van het opleidingsprogramma van de Europese Commissie "Betere opleiding voor veiliger voedsel (BTSF)".

· Voortzetten van de samenwerking op het terrein van gezondheidswaarschuwingen in het kader van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing van de EU.

· Verbeteren en versterken van de sanitaire en fytosanitaire controle aan de grenzen, waaronder de infrastructuren voor de grenscontroleposten.

44.         Industriële producten

· Voltooien van de aanpassing van de horizontale wetgeving op het gebied van accreditatie, conformiteitsbeoordeling en markttoezicht om harmonisering met het nieuwe Europese horizontale wetgevingskader (NLF) van 2008 te bewerkstelligen.

· Wat betreft de gekozen prioritaire sectoren, voltooien van de aanpassing van de sectorale wetgeving, de overname van Europese normen en de afschaffing van normen die daarmee in strijd zijn, en aanwijzen van mogelijke aanvullende sectoren.

· Doorgaan met de modernisering van de instellingen die zijn belast met accreditatie, standaardisering, conformiteitsbeoordeling, metrologie en markttoezicht, en dit proces voltooien, vooral door de aanbevelingen van de twinning- en technische-bijstandsprojecten uit te voeren en via de uitwisseling van informatie en deskundigheid en door integratie ervan in de Europese en internationale structuren.

· Voltooien van de voorbereidingen voor de sectoren bouwmaterialen en elektrische producten en onderhandelen over en sluiten van een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industriële producten (ACAA) voor deze beide prioritaire sectoren; de overige prioritaire sectoren, met name machines, drukapparatuur en meetinstrumenten, kunnen stapsgewijs aan de overeenkomst worden toegevoegd naarmate de wetgeving verder wordt aangepast.

· Blijven stimuleren van de bewustwording van de economische spelers en vooral de Tunesische kmo's en hen waar nodig ondersteunen bij de toepassing van de door Tunesië overgenomen richtlijnen en normen.

· Uitvoeren, verlengen en in stand houden van de ACAA met de benodigde steun van de EU.

45.         Bevorderen en ontwikkelen van informatie-uitwisseling

· Herschikken van de regeling voor buitenlandse handel om de non-tarifaire belemmeringen te verminderen en versterken van de instrumenten en organen die uitwisselingen met het oog op bewustwording en controle en toepassing van de wetgeving bevorderen.

· Voor zover mogelijk de samenwerking met name via de uitwisseling van informatie op het gebied van handelsbescherming versterken.

· Versterken van de "TBT"-contactpunten (technical barriers to trade) om de overdracht van informatie en de samenwerking tussen de EU en Tunesië te verbeteren en om als spil voor bedrijven te fungeren.

46.         Herziening van de oorsprongsregels

· Sluiten van een regionale overeenkomst betreffende de pan-Euro-mediterrane preferentiële oorsprongsregels.

· Voortzetten van de onderhandelingen over de herziening van deze regels om ze te vereenvoudigen, waarbij rekening wordt gehouden met nieuwe technische en technologische veranderingen binnen de industrie en met de ontwikkelingsprioriteiten in bepaalde strategische sectoren in Tunesië zoals textiel en levensmiddelen om de gevolgen van de uitholling van tarieven in het gebied te verzachten.

47.         Samenwerking op douanegebied

· Doorgaan met de uitvoering van douanemaatregelen die de handel vergemakkelijken waarbij de veiligheid van de internationale logistieke keten wordt gewaarborgd (intensiever gebruik van geautomatiseerde risicoanalyse, controles achteraf, vereenvoudigde in- en uitklaringsprocedures voor bekende en gecertificeerde bedrijven, transparante wetgeving, uitbreiding van de proef met één centraal aanspreekpunt, enz.).

· Verder werken aan een geïntegreerd beheer aan de grens met de andere betrokkenen.

· Versterken van de dialoog over het systeem van geautoriseerde marktdeelnemers om de Tunesische regels op de EU-voorschriften af te stemmen, zodat wanneer aan de voorwaarden is voldaan, een overeenkomst kan worden gesloten over de wederzijdse erkenning van de status van geautoriseerde marktdeelnemers tussen de douanediensten van Tunesië en de EU.

· Verdere opbouw van de institutionele capaciteit van de Tunesische douane.

· Deelname aan het programma Douane 2020.

48.         Intellectuele-eigendomsrechten: de Tunesische wetgeving geleidelijk aan de Europese normen aanpassen en deze bepalingen meer hanteren, onder andere op gerechtelijk niveau

· Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan de normen van de EU op het gebied van intellectuele eigendom, auteursrecht en naburige rechten en voltooien van de toetreding tot de internationale verdragen als bedoeld in de associatieovereenkomst (analyse van de afwijking van de EU-normen, invoering van een aangepaste wetgeving).

· Aanpassen van de Tunesische wetgeving aan de EU-wetgeving wat betreft de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen (analyse van de afwijking van de EU-normen, invoering van een aangepaste wetgeving).

· Opbouw van de bestuurlijke en justitiële capaciteit, vooral in verband met de strijd tegen piraterij en namaak in samenwerking met instellingen, organen en de particuliere sector binnen de EU (vaststellen van reguliere maatregelen: actieplan, dialoog).

· Versterken van de middelen om de intellectuele-eigendomsrechten doeltreffend en via afschrikking te beschermen (vergroten van de bevoegdheden en capaciteit van de douane, het strafrechtelijke en justitiële toezicht, de economische beoordeling van de gevolgen van namaak en piraterij op de creativiteit en innovatie op nationaal niveau).

· Doorgaan met de voorlichting en scholing op het gebied van intellectuele eigendom.

3.2 Betere toegang van diensten en dienstverleners tot markten en vrijheid van vestiging

49.         Liberalisering van de handel in diensten en het recht van vestiging

· Voortzetten en afronden van de onderhandelingen over de liberalisering van de handel in diensten en van het recht van vestiging.

· Erop toezien dat er geen strengere eisen aan de vestiging van bedrijven worden gesteld dan bij de sluiting van de associatieovereenkomst.

· Een raamwerk overeenkomen om de gesprekken over (i) de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties te bevorderen om de tussen beide partijen uitgewisselde concessies gemakkelijker te kunnen toepassen en de mobiliteit van de dienstverleners te versterken en (ii) de toepassing van de desbetreffende maatregelen van paragraaf 25 te bevorderen.

50.         Ontwikkeling van de dienstensector in Tunesië

· Vereenvoudigen van de administratieve procedures, waarbij gezorgd wordt voor transparante en evenredige procedures voor toegang en dienstverlening op grond van objectieve criteria, zodat voor de dienstverleners voorspelbaarheid en rechtszekerheid worden gewaarborgd.

· Hervorming van de financiële diensten (op het vlak van regelgeving en toezicht via aanpassing aan de Europese en internationale normen):

· Verdere versterking van de regelgeving en prudentiële maatregelen voor markten en financiële spelers die zich wat dit betreft met het oog op een geleidelijke liberalisering aan de EU aanpassen.

· Versterken van de bevoegdheden, de doeltreffendheid en de onafhankelijkheid van instanties die toezicht op de financiële markten houden, conform de internationale normen.

· Consolideren van de eigen middelen van de kredietinstellingen en versterken van de prudentiële regelingen voor een betere convergentie met de internationale normen. Ontwikkelen van het depositogarantiestelsel.

· Ontwikkelen van de sector van de microfinanciering, vooral op het platteland, en ontwikkelen van financiële diensten die zijn afgestemd op de behoeften van landbouwers die op kleine en middelgrote bedrijven werken.

· De activiteiten van kredietbeoordelingsbureaus ontwikkelen en uitvoeren van de wetgeving daaromtrent op basis van de beginselen van de Internationale Organisatie van Effectentoezichthouders (IOSCO) en de Europese regelgeving op dit terrein.

· Uitbouwen van het postwezen in Tunesië met opstelling van passende regelgeving voor deze sector.

· Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid op het gebied van regelgeving voor het postwezen om deze regels af te stemmen op de EU-voorschriften.

· Met hulp van de EU de instelling van een regelgevende instantie voor de markt van de postdiensten voorbereiden.

51.         Bevordering en ontwikkeling van de elektronische handel

· Aangaan van een samenwerking om de activiteiten in het kader van Network Marketing te bevorderen.

· Overnemen van de beste Europese en internationale praktijken.

· Invoeren van een aangepaste regelgeving en jonge afgestudeerden de kans geven deel te nemen aan de activiteiten van de immateriële economie, toegevoegde waarde bieden en mogelijkheden voor werkgelegenheid scheppen.

52.         Kapitaalverkeer en lopende betalingen: voltooien van de liberalisering van de lopende betalingen en voortzetten van de liberalisering van de kapitaaltransacties

· Geleidelijke voltooiing van de liberalisering van de lopende betalingen en voortzetting van de liberalisering van het kapitaalverkeer conform artikel 34 van de associatieovereenkomst.

· Uitwisselen van informatie over goede praktijken wat betreft de opheffing van beperkingen voor het vrije kapitaalverkeer.

3.3 Een klimaat van eerlijke concurrentie

53.         Mededingingsbeleid: verdere nakoming en consolidering van de verplichtingen inzake de wetgeving en de uitvoering van een doeltreffend mededingingsbeleid (artikelen 36 en 37 van de associatieovereenkomst)

· Beoordelen van het actuele systeem (geldende en uitgevoerde kaderwetgeving) en vaststellen van passende maatregelen, vooral op antitrustgebied, om de Tunesische wetgeving aan de wetgeving van de Europese Unie aan te passen, met inachtneming van de beginselen van non-discriminatie, transparantie en eerlijke procedures.

· Verdere versterking van de status van de Tunesische mededingingsraad.

54.         Staatsmonopolies: nakomen van de verplichtingen krachtens de artikelen 37 en 38 van de associatieovereenkomst

· Uitwisselen van informatie over staatsmonopolies, overheidsbedrijven en ondernemingen waaraan speciale of exclusieve rechten zijn verleend om het voor Tunesië gemakkelijker te maken verdere uitvoering aan artikel 37 van de associatieovereenkomst te geven.

55.         Staatssteun: nakomen van de verplichtingen inzake staatssteun, krachtens artikel 36 van de associatieovereenkomst       

· Scheppen van voorwaarden voor transparantie wat betreft staatssteun.

3.4 Verdergaande Zuid-Zuid-integratie

56.         Bijdragen aan de totstandkoming van een vrijhandelszone tussen de EU en alle mediterrane partners

· Verdere uitvoering van de vrijhandelsovereenkomsten (VHO's) met de mediterrane partners in regionaal, intraregionaal of bilateraal verband.

· Uitvoeren van de Arabisch-mediterrane vrijhandelsovereenkomst (Agadir) en deze uitbreiden tot andere partners in het Middellandse Zeegebied conform de bepalingen van deze overeenkomst.

· Vaststellen en invoeren van mechanismen die handel en investeringen eenvoudiger maken en een verdergaande integratie op Zuid-Zuid-niveau bevorderen.

3.5 Aanpassing aan het acquis communautaire

· Doorgaan met het geleidelijk en stapsgewijs aanpassen van de Tunesische wet- en regelgeving aan het acquis communautaire, met gebruikmaking van de communautaire instrumenten voor institutionele ondersteuning, vooral op de relevante gebieden van de interne markt.

· Hiertoe wordt een gezamenlijk mechanisme geïntroduceerd om vast te stellen op welke prioritaire gebieden aanpassing nodig is, en welke stappen en middelen nodig zijn om die aanpassing concreet te maken. Tunesië zal met steun van de EU een nationaal programma voor convergentie met het acquis invoeren om het actieplan te laten slagen.

Pijler 4 - Samenwerking op het gebied van werkgelegenheid, sociaal beleid en sociale zekerheid

57.         Doorvoeren van de hervormingen van het werkgelegenheidsbeleid, waaronder versterking van de inzetbaarheid en fatsoenlijk werk

· Ontwikkelen en uitvoeren van een nationale geïntegreerde werkgelegenheidsstrategie, daarbij rekening houdend met het economische en sociale programma dat na invoering van de nieuwe grondwet tot stand is gekomen, en met inachtneming van de richtsnoeren van het Europese werkgelegenheidsbeleid en de negen prioriteiten die in het kader van de Euro-mediterrane samenwerking op het gebied van werkgelegenheid en werk zijn vastgesteld.

· Zorgen voor een betere afstemming van de kwalificaties op de behoeften van de arbeidsmarkt en steun bieden voor de instelling van een instrument voor voorlichting en begeleiding en hulp bij integratie op de arbeidsmarkt.

· Ondersteunen van de ontwikkeling van een certificeringssysteem waarmee het eenvoudiger wordt kwalificaties te erkennen, en bevorderen van mobiliteit, loopbaanontwikkeling en inzetbaarheid.

· Voortzetten van het overleg en de dialoog over werkgelegenheid, inzetbaarheid en fatsoenlijk werk, vooral in het kader van de Euro-mediterrane ministeriële conferentie over werkgelegenheid en arbeid, conform de beginselen van flexizekerheid, gerechtigheid en sociale rechtvaardigheid.

· Vergroten van de deelname aan de productieve en formele arbeidsmarkt, vooral van jongeren en vrouwen, en zorgen voor een rechtvaardig actief werkgelegenheidsbeleid, met name door de integratie van vrouwen en langdurig werklozen onder jonge afgestudeerden van het hoger onderwijs op de arbeidsmarkt.

· Versterken van de periodieke beoordeling van het actieve werkgelegenheidsbeleid om dit effectiever te maken en het beter op de behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen.

· Versterken van de capaciteit en moderniseren van de overheidsdiensten belast met werkgelegenheid en toezicht op de arbeidsmarkt, vooral wat betreft de voorlichting over werkgelegenheid en de netwerkvorming onder publieke en particuliere marktdeelnemers en het maatschappelijk middenveld.

58.         Volledig naleven van de sociale basisrechten en fundamentele arbeidsnormen en versterken van de structuren van de sociale dialoog

· Voortzetten van de dialoog en samenwerking wat betreft de naleving van beginselen, basisrechten, normen en fundamentele arbeidsverdragen op grond van de verklaring van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) uit 1998.

· Uitwerken van de arbeidswetgeving in de richting van een flexibelere arbeidsmarkt waarbij de rechten van de werknemers worden beschermd.

· De economische en sociale veranderingen in Tunesië een impuls geven door de sociale partners een nieuwe sociale overeenkomst en een doeltreffende sociale dialoog te laten aangaan: versterken van de tripartiete structuren en de autonome bipartiete dialogen, waaronder capaciteitsopbouw van de sociale partners.

· Uitvoeren van het programma van Tunesië voor fatsoenlijk werk na goedkeuring ervan door Tunesië en de ILO en toezicht houden op de doelstellingen en indicatoren ervan.

· Versterken van de sociale dialoog in het kader van het bedrijfsleven, door permanente educatie van de leden van de adviescommissies van ondernemingen, om arbeidsconflicten met meer succes te voorkomen en de productiviteit en inzetbaarheid in ondernemingen te verhogen.

· Versterken van het instrument voor de bevordering en bewaking van de gezondheid van werknemers, hygiëne en veiligheid op de werkplek, onder meer door scholing op deze gebieden te verzorgen, de institutionalisering van het voorzorgsbeginsel, het voorkomen van beroepsrisico's in verband met het gebruik van gevaarlijke of giftige stoffen en de uitwisseling van goede praktijken en analyses op dit terrein.

· Uitwerken van de wetgeving op het vlak van veiligheid en gezondheid op het werk, ontwikkelen van een preventiestrategie voor de vermindering van het aantal dodelijke en ernstige arbeidsongevallen, uitwerken van referentiesystemen en handleidingen voor certificatie en een overzicht van beroepsrisico's.

· Versterken en herstructureren van het Tunesische instituut voor gezondheid en veiligheid op het werk zodat het zich kan aanpassen aan de nieuwe nationale en internationale eisen op het gebied van de bevordering van de gezondheid op het werk, het voorkomen van beroepsrisico's en de toe-eigening van nieuwe benaderingen voor planning en programmering wat betreft het welzijn van werknemers.

· Uitvoeren van het nationale programma voor de beheersing van beroepsrisico's (PNGRP), waaronder specifieke preventie van de blootstelling aan beroepsrisico's in de landbouw en visserij.

· Bevorderen van de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven en ondersteunen van de ontwikkeling van ondernemingspraktijken die in overeenstemming zijn met het Global Compact van de Verenigde Naties en de tripartiete verklaring van de ILO over multinationale bedrijven en sociaal beleid, evenals de handelwijze van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) op dit gebied.

59.         Bevorderen van het beleid van sociale insluiting en voortzetten van de hervormingen op het gebied van de sociale zekerheid

· Verdergaande samenwerking met het oog op de versterking en consolidatie van een geïntegreerd en effectief beleid voor sociale insluiting, waarbij ook het maatschappelijk middenveld wordt betrokken.

· Verminderen van het percentage inwoners dat zich in een situatie van absolute of relatieve armoede bevindt of volgens de internationale normen uiterst kwetsbaar is, verkleinen van de sociale verschillen en tot stand brengen van een systeem met informatie over groepen mensen die arm zijn.

· Waarborgen van actieve sociale insluiting van iedereen waarbij vooral de kwetsbaarste groepen worden aangemoedigd om aan de arbeidsmarkt deel te nemen.

· Toebedelen van een grotere rol aan de sociale structuren en de spelers van het maatschappelijk middenveld bij de begeleiding en de hulp bij integratie van door uitsluiting bedreigde groepen en doorgaan met de uitvoering van het beleid van sociaaleconomische integratie van personen met een handicap.

· Hervormen van het pensioenstelsel en waarborgen van de financiële duurzaamheid van de pensioenregelingen en opbouw van de institutionele capaciteit van de overheidsinstanties die belast zijn met het beheer van de pensioenregelingen en de gezondheidszorg.

· Maatregelen treffen om uiteindelijk iedereen toegang tot de sociale zekerheid te verlenen en voortzetten van de dialoog over de verbetering van het instrument voor de sociale bescherming van werknemers die hun werk om economische of technologische redenen zijn kwijtgeraakt, vooral in het kader van de instelling in Tunesië van een nationaal socialezekerheidsniveau.

60.         Toepassen van de beginselen van gelijke behandeling op het vlak van sociale wetgeving en invoeren van beginselen voor de coördinatie van de sociale zekerheid tussen Tunesië en de Europese Unie

· Erop toezien dat de gelijkebehandelingsclausule qua arbeidsvoorwaarden, beloning en ontslag volledig wordt toegepast, zowel voor Tunesische werknemers als voor legaal in dienst genomen werknemers van de Europese Unie.

· Volledig nakomen van de verplichtingen krachtens de bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de sociale zekerheid voor werknemers en hun gezinsleden.

· Waarborgen van de volledige toepassing van het non-discriminatiebeding op het gebied van sociale zekerheid voor onderdanen van Tunesië en de Europese Unie en hun gezinsleden.

Pijler 5 - Evenwichtige en inclusieve regionale en lokale ontwikkeling:

61.         Ondersteunen van de inspanningen op het gebied van regionale ontwikkeling om de verschillen tussen de regio's te verkleinen en de lokale ontwikkelingscapaciteit te bevorderen

· Helpen bij de uitvoering van beleid en programma's die erop zijn gericht de regionale verschillen te beperken (vooral door op sociaal gebied collectieve infrastructuren te herstellen en te ontwikkelen), werkloosheid, armoede en onzekerheid te bestrijden en de investeringen te vergroten, met name in achterstandsgebieden in het binnenland.

· Helpen bij de uitvoering van geïntegreerde ontwikkelingsprogramma's (op het platteland en in de stad) en gerichte actie ondernemen in regio's met een specifieke problematiek (groot migratiepotentieel, hoge werkloosheid, grensstreken).

· Verbeteren van de lokale capaciteit voor zelfontwikkeling van de regio's, bevorderen van de plattelandsontwikkeling en verbeteren van de levensomstandigheden op het platteland, waarbij ook het maatschappelijk middenveld wordt betrokken.

62.         Versterken van de gedecentraliseerde en grensoverschrijdende samenwerking

· Grotere territoriale samenwerking met de EU, vooral op het gebied van diagnose en vaststelling van regionale strategieën voor economische ontwikkeling, en territoriale marketing en stimuleren van de economie.

· Opbouw van de institutionele capaciteit van de instanties die belast zijn met de regionale ontwikkeling en het economische bestuur, en bevorderen van programma's voor de modernisering en de opbouw van de capaciteit van lokale overheden, zodat deze op plaatselijk niveau de katalysator voor ontwikkeling gaan vormen.

· Verrijken, mobiliseren en benutten van de multisectorale regionale informatie ten behoeve van de territoriale expertise, de regionale programmering en planning (gezamenlijk gebruik van een "territoriaal systeem van economische informatie", opzetten van centra voor territoriale economische waarneming en informatievergaring, oprichting van een nationaal informatiecentrum voor regionale ontwikkeling en versterking van de gedecentraliseerde samenwerking).

· Bevorderen van de aanpassing aan het Europese model voor regionale ontwikkeling en cohesie en ontwikkelen van de gedecentraliseerde samenwerking tussen regionale en lokale ontwikkelingsinstellingen en stimuleren van de uitwisseling van kennis en vaardigheden en samenwerkingsrelaties in het kader van projecten die samen met Europese organen zijn opgezet en uitgevoerd.

63.         Ondersteunen van het proces van decentralisatie en lokaal bestuur

· Institutionele ondersteuning voor het voeren van een decentralisatiebeleid en helpen bij de ontwikkeling van de taken van de centrale en regionale overheidsdiensten, in het kader van de uitvoering van de decentralisatie.

· Steun voor de hervorming van het stelsel van wetten en regels, het institutionele en organisatorische systeem (taken en bevoegdheden) en het financiële stelsel (plaatselijke belastingen) voor de lokale overheden.

· Steun voor de vaststelling van een strategie voor het beheer van personeel en programma's voor capaciteitsopbouw en benutting van het menselijk potentieel op lokaal niveau via gerichte programma's voor opleiding, bij- en omscholing en de oprichting van structuren voor de scholing en ondersteuning van gekozen bestuurders.

· Steun voor een wijze van besturen die is gebaseerd op de participatieve democratie en stimuleren van projecten waar de bevolking achter kan staan, dankzij de inzet van lokale overheden.

64.         Stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening

· Steun voor het bestuur wat betreft de ordening en het beheer van de stedelijke ruimte en verbeteren van de samenhang tussen het centrale en lokale niveau.

· Opbouw van de capaciteit van gemeenten op het gebied van stadsplanning en ruimtelijke ordening.

· Verbeteren van het instrument voor toezicht op ruimtelijke ordening en planologie, waaronder de oprichting van specifieke waarnemingscentra.

Pijler 6 - Een moderne infrastructuur ten behoeve van een concurrerende economie:

6.1: Vervoer en logistieke diensten

65.         Uitvoeren van het nationale beleid inzake vervoer en ontwikkeling van duurzaam vervoer

· Uitvoeren van een nationaal beleid inzake duurzaam vervoer om alle vervoerswijzen te verbeteren, vooral om te zorgen voor doeltreffende en veilige systemen die de effecten van het vervoer op het milieu en de klimaatverandering beperken en de ontwikkeling van het onderzoek ondersteunen.

· Voortzetten van met name de programma's MedaMos en SafeMed, in het kader van de dialoog over het Euro-mediterrane vervoer (Euromed).

· Verder uitwerken van een infrastructuurbeleid door infrastructuurprojecten voor de verschillende vervoerswijzen aan te wijzen en te beoordelen, daarbij vooral rekening houdend met de internationale doelstellingen voor het terugdringen van broeikasgassen.

· Versterken en moderniseren van de infrastructuur voor havens en luchthavens en verbeteren van de commerciële zeehavens.

· Ervoor zorgen dat voor havens die het predicaat havens aan "snelwegen op zee" hebben gekregen, de verplichting om bepaalde kwaliteitscriteria (haveninfrastructuur, havendiensten, procedures en administratieve coördinatie van inspecties en intermodale maritieme diensten) te hanteren, wordt nageleefd.

· Uitwerken van strategieën in de sector om te beantwoorden aan de doelstellingen die voortvloeien uit de ontwikkeling van de handel met de Europese Unie en in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied.

· Stimuleren van de toepassing van de technische specificaties van de Europese Unie zodat de Tunesische spoorverbindingen interoperabel kunnen functioneren.

· Blijven bijdragen aan de planning voor de vervoersinfrastructuren in het Middellandse Zeegebied, vooral het toekomstige transmediterrane vervoersnetwerk en de verbetering van de verbindingen met het trans-Europese vervoersnetwerk.

66.         Aanpassing aan de regelgeving en institutionele versterking

· Beginnen met onderhandelen over de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst (Open sky).

· Verdere aanpassing van de wet- en regelgeving aan de Europese en internationale normen voor alle vervoerswijzen en opbouw van de institutionele capaciteit van de Tunesische instanties die met het vervoer zijn belast.

· Versterken van de structuren van de maritieme autoriteit en deze helpen haar betrekkingen met de havenautoriteit te harmoniseren.

·  Bevorderen van de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken op het gebied van duurzaam vervoer, en wel voor alle vervoerswijzen.

67.         Ontwikkelen van de logistiek en bevorderen van de intermodaliteit

· Verdere modernisering van de diensten en de logistieke werkzaamheden, waaronder steun voor de oprichting van een waarnemingscentrum voor logistiek en de uitvoering van de strategie voor ontwikkeling van de logistiek en de vorming van een netwerk van logistieke platforms om de handel tussen Tunesië en de EU vloeiender te laten verlopen.

· Ontwikkelen van de samenwerking om het nationale instrument voor opleidingen op het gebied van logistiek en het gebruik van nieuwe communicatietechnologieën (e-logistiek) te verbeteren.

· Versterken van de dialoog met de EU over de logistieke keten om Tunesië te betrekken bij de maatregelen van de EU om de logistieke keten te verbeteren en te beveiligen.

6.2: Energie

68.         Geleidelijke convergentie met de doelstellingen van het energiebeleid van de EU

· Opstellen van een document over het energiebeleid dat geleidelijk op de energiedoelstellingen van de EU wordt afgestemd.

· Bevorderen van de samenwerking op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en technologieoverdracht.

69.         Versterken, ontwikkelen en optimaliseren van de energienetwerken en -infrastructuren

· Ontwikkelen en versterken van netwerken, infrastructuren en aansluitingen (gas, elektriciteit, aardolie) in Tunesië (vooral in de regio's in het binnenland), met de landen van de Maghreb en in de Euro-mediterrane regio (vooral gasleidingen en elektrische aansluitingen met Italië).

70.         Stimuleren van het gebruik van hernieuwbare energie en energiebeheer

· Werken aan de verwezenlijking van de doelstelling om in 2020 een aandeel van 20% hernieuwbare energie te bereiken.

· Samenwerken in het kader van het Tunesische plan voor zonne-energie en andere Tunesische maatregelen voor energiebeheer, in samenhang met het mediterrane plan voor zonne-energie.

· Versterken van de instellingen en geleidelijk afstemmen van de Tunesische wetgeving op de wetgeving en praktijk in de EU.

· Voorbereiden op de deelname aan het EU-programma Intelligente Energie Europa.

71.         Geleidelijke integratie van de Tunesische elektriciteits- en gasmarkt in de Europese energiemarkt

· Doorgaan met de hervormingen in de sectoren gas en elektriciteit via convergentie met het acquis van de EU, onder meer door de voorschriften voor elektriciteit en gas over te nemen; oprichten van een regelgevende instantie en geleidelijk elimineren van prijsverstoringen.

· Geleidelijke integratie van de elektriciteitsmarkten van Tunesië, Marokko en Algerije.

72.         Versterken van de regionale samenwerking

· Verdere samenwerking op energiegebied in het kader van de Unie voor het Middellandse Zeegebied, onder andere om het mediterrane plan voor zonne-energie te realiseren, en voortzetten van de samenwerking in het kader van het regionaal centrum voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie in Caïro.

6.3: Informatie- en communicatietechnologieën (ICT)

73.         Versterken van de sectorale samenwerking

· Verdere samenwerking op ICT-gebied om een universele, inclusieve informatiemaatschappij tot stand te brengen, waaronder de uitwisseling van ervaringen en deskundigheid op het vlak van sectorale regelgeving met het oog op de aanpassing van deze voorschriften aan de regels van de EU (bijvoorbeeld via de groep van Euro-mediterrane regelgevende instanties - EMERG).

· Bevorderen van institutionele samenwerking tussen Europese en Tunesische regelgevende instanties (Agence Nationale de Certification Électronique, Agence Nationale des Fréquences, Instance Nationale des Télécommunications), bijvoorbeeld door het eerstgenoemde agentschap in de projecten op het gebied van elektronische ondertekening op te nemen.

· Ontwikkelen van samenwerking op het gebied van elektronische certificering, te beginnen bij de elektronische ondertekening en met een beoordeling van de mogelijkheden van een uitwisseling van technische en/of juridische expertise.

· Uitwisselen van ervaringen op het terrein van veiligheid van en vertrouwen in de digitale middelen (cyberveiligheid).

· Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid om de capaciteit om de telecommunicatiemarkten te beoordelen, en de groeiperspectieven in verband met de elektronische handel te vergroten.

· Verdergaande samenwerking op het gebied van de informatiemaatschappij en de digitale economie als het gaat om gemeenschappelijke thema's, waarbij het actieplan als referentiekader wordt genomen.

· Bevorderen van het vrije gebruik van internet, waaronder een uitwisseling van deskundigheid en ervaringen wat betreft de ontwikkelingen in Europees en internationaal verband en in Tunesië aangaande de beginselen die voor internet gelden.

· Verdere versterking van het concurrentievermogen en de capaciteit van de ICT-sector in Tunesië.

· Voortzetten en waarborgen van de samenwerking op het vlak van onderzoeks- en onderwijsnetwerken in het kader van het regionale mediterrane netwerk (EUROMEDCONNECT), waarmee toegang tot specifieke elektronische onderzoeksfaciliteiten kan worden verkregen.

74.         Ontwikkelen van de technologische infrastructuur

· Werken aan een inclusieve informatiemaatschappij en bevorderen van de samenwerking, de ontwikkeling van vaardigheden en de uitwisseling van ervaringen op gebieden die verband houden met de ontwikkeling van informatietechnologieën in de publieke sector, vooral als het gaat om de herstructurering van de grote overheidsapplicaties in het kader van een nieuw economisch model, eventueel op basis van Cloud Computing, Open Gov, Open Data en SaaS ("Software as a Service").

· Eenvoudiger uitwisselen van ervaringen en deskundigheid als het gaat om de vaststelling en uitvoering van normen en standaarden inzake de ontwikkeling en het gebruik van informatietechnologieën.

· Presenteren en bespreken van de doelstelling van Tunesië om in de regio het belangrijkste centrum voor telecommunicatie en internet te worden.

· Bevorderen dat het DTT-netwerk (digitale terrestrische televisie) op korte termijn wordt uitgebreid en beoordelen van de vooruitzichten van de terrestrische tv op lange termijn.

Pijler 7 - Een versterkte sectorale samenwerking

7.1: Landbouw en visserij

75.         Steun voor de modernisering van de landbouw

· Helpen bij het opzetten van een meerjarenprogramma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling (ENPARD).

· Hulp bij de uitvoering van de nationale ontwikkelingsstrategie in samenhang met de belangrijkste richtsnoeren voor de versterking van de voedselveiligheid, het duurzame beheer van de natuurlijke hulpbronnen, de opwaardering van de export en de aanpassing aan de klimaatverandering.

· Voortzetten en versterken van de samenwerking en de uitwisseling van informatie en deskundigheid wat betreft het landbouwbeleid.

· Hulp bij het programma voor de verbetering van de landbouw, dat zowel betrekking heeft op agrarische bedrijven als op de instellingen en structuren die de landbouw ondersteunen.

· Ontwikkelen en consolideren van de Tunesische beroepsorganisaties op het gebied van de landbouw, door de representativiteit ervan te verbeteren en de bevordering en organisatie van landbouw- en agro-industriële sectoren efficiënter te laten verlopen.

· Bevorderen van partnerschapsrelaties tussen de Tunesische beroepsstructuren en hun Europese tegenhangers om hun begeleidende rol bij de vormgeving van de opleidingen, de verspreiding, de adviezen en de verkoop te versterken.

· Uitvoering van de nationale strategie voor biologische landbouw en ondersteunen van de convergentie met EU-wetgeving en -beleid.

· Uitvoeren van de nationale strategie voor de visserij met als doel de visbestanden duurzaam te exploiteren, de haveninfrastructuur te consolideren, de visserijproducten meerwaarde te geven, het concurrentievermogen daarvan te verbeteren en de mariene en zoetwateraquacultuur te bevorderen.

· Ontwikkelen van de samenwerking met de Europese Unie in het kader van de regionale organisaties voor visserijbeheer (ORP) binnen het Middellandse Zeegebied (Internationale Commissie voor de instandhouding van tonijn in de Atlantische Oceaan (ICCAT) en de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM)) voor een duurzame exploitatie van de bestanden.

7.2: Industrie

76.         Steun voor een meer concurrerende industrie die waarde creëert en groei bewerkstelligt

· Hulp bij het vaststellen en uitvoeren van industriële strategieën die investeringen stroomopwaarts en de opkomst van groeisectoren en sectoren met een groot groeipotentieel bevorderen; tevens het tot stand brengen van technologische en industriële thematische netwerken en het ontwikkelen van innovatieclusters.

· Ontwikkelen en versterken van de industriële en technologische infrastructuur (industrieterreinen, technische parken, industrie- en technologiecomplexen) en deze aantrekkelijker maken, vooral op internationaal niveau.

· De structuren voor ondersteuning van bedrijven en de regionale hulpverlening in dat verband verder helpen verbeteren.

· Tunesië zo optimaal mogelijk laten deelnemen aan de uitvoering van en het toezicht op de horizontale en sectorale maatregelen en netwerken op het gebied van de Euro-mediterrane industriële samenwerking, waaronder de netwerken van concurrentieclusters.

· Stimuleren dat industriële bedrijven geregistreerd worden bij inkoopcentrales en Europese en internationale opdrachtgevers en ondersteunen van de organisatie in Tunesië van een beurs in het kader van de samenwerking tussen Tunesië en Europa op industrieel en technologisch gebied.

77.         Voortzetten van de dialoog over de toekomst van de textiel- en kledingsector     

· Steun voor de overgang van onderaannemers naar medeaannemers en naar productontwikkeling en intensiever samenwerken bij de invoering van keurmerken die de toegang tot de markten bevorderen.

· Ontwikkelen van de samenwerking en de overdracht van kennis op het gebied van afwerking (energiebeheer, waterverbruik) en bevorderen van de samenwerking en uitwisseling van goede praktijken op het vlak van logistiek, multimodaal vervoer, behandeling van afvalwater en technisch textiel.

7.3: Toerisme

78.         Uitbouwen van de samenwerking met de EU om te helpen de strategie voor de ontwikkeling van het toerisme uit te voeren

· Het voor de toeristische sector en de bijbehorende bedrijven eenvoudiger maken om zich aan de marktontwikkelingen en de nieuwe informatietechnologieën (elektronische handel op toerismegebied, compatibel met het web) aan te passen.

· Vergroten van de kwaliteit en de verscheidenheid van het aanbod op alle gebieden en verbeteren van de professionele vaardigheden in de sector.

· Bevorderen van de herstructurering van de investering in en de financiering van het toerisme.

79.         Bevorderen van partnerschapsrelaties en de uitwisseling van beste praktijken wat betreft investeringen in en promotie van het toerisme, waarbij ook de particuliere toeristische sector wordt betrokken

· Het voor Tunesië eenvoudiger maken om deel te nemen aan de diverse EU-programma's voor innovatie, concurrentievermogen en toekenning van keurmerken, en de ontwikkeling van het aanbod stimuleren.

· Bevorderen van de organisatie van fora over de mogelijkheden van investeringen en partnerschap op het vlak van toerisme en promotieacties.

7.4: Versterken van de samenwerking in de ambachtelijke sector

80.         Steun voor Tunesië bij de uitvoering van het nationale plan voor de ontwikkeling van de ambachtelijke sector, met de volgende specifieke doelen:

· Consolideren en moderniseren van het institutionele, professionele, regelgevende, fiscale en financiële kader van ambachtelijke werkzaamheden en opstellen van een langlopende communicatiestrategie voor de ambachtelijke sector.

· Uitbouwen van de kennis en technische vaardigheden van ambachtslieden en ambachtelijke bedrijven via een modernisering van de structuren en procedures voor onderwijs, beroepsopleiding, stages, onderzoek en innovatie en hulp bij het opzetten van een bedrijf.

· Hulp bij de versterking van ambachtelijke bedrijven, bevorderen van de ontwikkeling van kwaliteit, de ontwikkeling van de markten en de investeringen in de productie-infrastructuur.

7.5: Versterken van de samenwerking op het gebied van consumentenbescherming

81.         Samenwerking op het gebied van consumentenbescherming

· Uitwisselen van ervaringen en deskundigheid wat betreft consumentenbescherming om de bestuurlijke capaciteit voor het uitvoeren van beleid op dit gebied op te bouwen.

· Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan die van de EU op het gebied van consumentenbescherming. Vooral doorgaan met de analyse van de Tunesische wetgeving inzake de etikettering, samenstelling, fabricage en beschrijving van producten, zodat deze kan worden afgestemd op de algemene beginselen die in de Europese Unie gelden.

· Versterken van de rol van organisaties in de bescherming van de consument.

· Uitvoeren van de aanbevelingen die zijn gedaan naar aanleiding van het twinningproject tussen de Tunesische en Europese instellingen die belast zijn met consumentenbescherming.

Pijler 8 - Een groene en duurzame economie

8.1: Milieu en duurzame ontwikkeling

82.         Bevorderen van duurzame ontwikkeling en invoeren van een versterkt milieubeschermingsbeleid

· Verbeteren van de strategische planning op milieugebied, meer duurzaamheidsbeoordelingen en versterken van de nationale en lokale structuren die belast zijn met milieu en duurzame ontwikkeling.

· Versterken van de programma's voor het behoud van de biodiversiteit door het wettelijk kader te verbeteren en door toepassing van het strategische plan voor biologische diversiteit conform de twintig doelstellingen van het strategische plan van het Verdrag inzake biologische diversiteit 2011-2020.

· Invoeren van een programma voor de sanering van industriekernen en bevorderen van de uitvoering van het nationale plan voor afvalbeheer, het duurzame beheer van bossen en maatregelen tegen de vernietiging van kustgebieden, woestijnvorming en aantasting van de bodem.

· Versterken van het nationale beleid inzake het gebruik van watervoorraden door te putten uit niet-conventionele bronnen zoals gezuiverd afvalwater.

83.         Een beter milieubeheer

· Vergroten van de deelname van de verschillende partners die met milieumaatregelen te maken hebben (het maatschappelijk middenveld en de wetenschappelijke wereld), conform beginsel 10 van de Verklaring van Rio.

· Versterken van het systeem van observeren, verzamelen en verwerken van milieu-informatie en opbouw van de bestuurlijke capaciteit van de structuren die preventiemaatregelen nemen, verontreiniging bestrijden en toezicht houden op de staat van het milieu.

· Vaststellen van communicatiestrategieën op milieugebied en ondersteunen van onderwijsprogramma's voor duurzame ontwikkeling.

84.         Hulp bij de overgang naar een groene economie

· Uitwerken van een wettelijk kader voor groene investeringen en ontwerpen van instrumenten voor sectorale en territoriale planning met het oog op de overgang naar een groene economie.

· Steun voor de totstandkoming van topplatforms en -netwerken voor eco-innovatie voor het delen van wetenschappelijke kennis op het gebied van de groene economie, de bevordering van onderzoek en technologische innovatie en de verspreiding van groene technologieën.

· Ondersteunen van programma's waarin bedrijven hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen om de overgang naar een groene economie te bevorderen.

85.         Versterken van de regionale samenwerking bij milieuvraagstukken

· Versterken van de regionale samenwerking met de buurlanden en tussen regionale en lokale autoriteiten, vooral in het kader van het initiatief Horizon 2020, met als doel afvalstoffen uit de Middellandse Zee te verwijderen en met het oog op de problemen met water en woestijnvorming.

· Samenwerken met het oog op de nakoming van de verplichtingen in het kader van het Verdrag van Barcelona en de ratificatie en uitvoering van de protocollen bij dit verdrag.

· Invoeren van innovatieve instrumenten voor samenwerking met de EU om verdragen en protocollen betreffende milieubescherming en vooral op het gebied van biodiversiteit, bestrijding van woestijnvorming en afvalbeheer uit te voeren.

· Versterken van de samenwerking tussen Tunesië en het Europees Milieuagentschap.

8.2: Klimaatverandering

86.         Ontwikkelen van de samenwerking op het gebied van klimaatverandering

· Versterken van de Tunesische instellingen die zich met klimaatkwesties bezighouden, en doorgaan met de uitvoering van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering (UNFCCC). Vooral de uitvoering van de akkoorden van Cancun (2010) en Durban (2011) is hierbij van belang. Met name houdt dit het volgende in:

· Samenwerken om strategieën voor ontwikkeling met weinig CO2-uitstoot op te zetten waarbij wordt gestreefd naar een koolstofarme en klimaatbestendige economie.

· Inventarisaties maken van broeikasgassen en uitvoeren van maatregelen in verband met communicatie, meldingen en controles ("MRV"-systeem).

· Samenwerken aan de ontwikkeling en invoering van een regeling voor na 2012 op het gebied van klimaatverandering, waaronder passende nationale mitigatiemaatregelen.

· Uitwisselen van ervaringen en opzetten en uitvoeren van strategieën en plannen voor matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering.

· Treffen van de eerste maatregelen ter voorbereiding van een systeem voor de handel in broeikasgasquota.

· Invoeren van instrumenten voor toezicht en vroegtijdige waarschuwing met het oog op een betere samenwerking op het gebied van klimaatverandering in Euro-mediterraan verband.

8.3: Geïntegreerd maritiem beleid

87.         Ontwikkelen van een geïntegreerde aanpak van activiteiten die verband houden met de zee en kustgebieden of daar invloed op uitoefenen, zowel op nationaal als regionaal niveau, conform het internationale recht

· Ontwikkelen van een geïntegreerd maritiem beleid waarbij rekening wordt gehouden met de diverse mariene en maritieme belangen, op grond van de relevante internationale/regionale verdragen.

· Versterken van de institutionele structuren binnen de overheid om de verschillende sectoren die effecten op de zee hebben, op elkaar af te stemmen en versterken van het beheer van de verschillende maritieme activiteiten op de bijbehorende niveaus.

· Bevorderen van de totstandkoming en het beheer van beschermde gebieden/biologische reservaten met inachtneming van de aanbevelingen en activiteiten die momenteel ontwikkeld worden in het kader van de internationale en regionale samenwerking, vooral het Verdrag van Barcelona en de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee en ratificatie en uitvoering van het Protocol inzake het geïntegreerd beheer van kustgebieden bij het Verdrag van Barcelona (GBKG).

C.          Menselijke en wetenschappelijke dimensie: toenadering tussen de bevolking van beide partijen

Pijler 1 - Ontwikkeling van vaardigheden en toegang tot kennis

1.1: Onderwijs

88.         Verbeteren van de kwaliteit van het onderwijssysteem en de inhoud van programma's

· Verdere verbetering van de kwaliteit en prestaties van het onderwijssysteem, vooral in verband met slechte schoolresultaten, de opleiding van docenten en lesprogramma's en schoolboeken.

· Verzorgen van kwalitatief hoogstaand technisch en technologisch onderwijs en leerlingen stimuleren om voor deze richting te kiezen.

· Versterken van het onderwijs in vreemde talen en ontwikkelen van interactieve vorming.

· Versterken en veralgemeniseren van het gebruik van informatietechnologieën (ICT) in het onderwijssysteem.

1.2: Beroepsopleiding

89.         Modernisering van het nationale stelsel van beroepsopleidingen en opwaardering van veel gevraagde beroepsgerichte opleidingen

· Opbouwen van de institutionele capaciteit van het Ministerie van Beroepsopleiding en Werkgelegenheid voor het aansturen van de strategie en resultaatgericht beheer.

· Uitwerken en uitvoeren van een strategie voor de hervorming van het beroepsonderwijs in samenhang met een soortgelijke toekomstige strategie voor het hoger onderwijs, met als doel het onderwijs beter op de behoeften van de arbeidsmarkt af te stemmen.

· Doorgaan met de invoering van het nationale kwalificatiekader.

· Verdere uitvoering van het Euro-mediterrane handvest voor ondernemingen, wat betreft het stimuleren van opleidingen binnen ondernemingen, de ontwikkeling van een ondernemersgeest bij leerlingen van beroepsopleidingen en de verbetering van opleidingen die gericht zijn op internationalisering; gezamenlijk beoordelen van de gemaakte vorderingen aan de hand van indicatoren die op het regionale vlak zijn vastgesteld.

1.3: Hoger onderwijs

90.         Steun voor de hervorming van het stelsel voor hoger onderwijs in Tunesië en de convergentie ervan met de beginselen van het Bologna-proces

· Versterken van de dialoog die dient als steun voor de hervorming van het stelsel voor hoger onderwijs in Tunesië en de convergentie ervan met de beginselen van het Bologna-proces.

· Voltooien van de hervorming van het BMD (bachelor, master, doctoraat)-systeem, consolideren van de ontwikkeling van promotieonderzoek, invoeren van een nationaal systeem voor beoordeling, kwaliteitszorg en accreditatie en van het nationale kwalificatiekader (NQF).

· Versterken van de programma's voor mede-afgestudeerden en medebegeleiders van proefschriften tussen Tunesië en de EU-landen en bevorderen van de mobiliteit van studenten, docenten en onderzoekers.

· Invoeren van hulpmiddelen die de transparantie, vergelijkbaarheid en erkenning van studies bevorderen, zoals het systeem voor het verzamelen en overdragen van studiepunten (ECTS).

· Versterken van het onderwijs in vreemde talen.

91.         Verbeteren van de kwaliteit en het bestuur van het hoger onderwijs in Tunesië en vergroten van de inzetbaarheid van afgestudeerden van het hoger onderwijs

· Versterken van het bestuur, van de onafhankelijkheid van de instellingen voor hoger onderwijs en het certificeringsproces, onder andere via de uitwisseling van ervaringen en goede praktijken.

· Vergroten van de inzetbaarheid van afgestudeerden in het hoger onderwijs, door verbetering van de voorlichting en begeleiding in samenwerking met het (hoger) onderwijs en de werkgevers.

· Verbeteren van de voorlichting en begeleiding in samenwerking met het (hoger) onderwijs en de werkgevers.

· Ontwikkelen van de beroepsgerichte opleidingen binnen het hoger onderwijs.

92.         Versterken van de deelname van Tunesië aan Europese programma's voor externe samenwerking

· Bevorderen van de deelname van Tunesië aan bestaande programma's ter ondersteuning van de hervorming van het hoger onderwijs, partnerschapsprogramma's en academische mobiliteitsprogramma's, en aan toekomstige Europese programma's op dit gebied.

· Doorgaan met de voorlichtingscampagnes over deze programma's voor potentiële gegadigden, studenten en academici.

1.4: Wetenschappelijk en technologisch onderzoek en innovatie

93.         Versterken van de rol van het nationale stelsel voor onderzoek en innovatie bij de opbouw van een kenniseconomie

· Beter beheer van het nationale stelsel voor onderzoek en innovatie en betere coördinatie tussen de verschillende spelers.

· Versterken van de synergieën tussen het stelsel voor onderzoek en innovatie en de productiesectoren via de invoering van valorisatie- en interfacestructuren, de ontwikkeling van innovatieve thematische sectorspecifieke netwerken waarin onderzoeks- en infrastructuren en economische ondernemingen worden samengebracht, en de bevordering van projecten tussen deze netwerken en hun Europese tegenhangers.

· Uitbreiden van het Tunesische netwerk van analyse- en testlaboratoria.

· Steun voor de ontwikkeling van infrastructuren op het gebied van onderzoek, technologie en innovatie.

· Doorgaan met de uitvoering van het Euro-mediterrane handvest voor ondernemingen op aspecten die verband houden met innovatie, en om de vorderingen die aan de hand van op het regionale vlak vastgestelde indicatoren zijn gemaakt, te consolideren.

· Bevorderen van de samenwerking en onderlinge uitwisseling van informatie over octrooien en technologieoverdracht.

· Ondersteuning door de EU van de ontwikkeling van op innovatie afgestemde financieringsinstrumenten.

· Versterken van de bilaterale en regionale politieke dialoog op het terrein van onderzoek en innovatie door de nationale/regionale stelsels voor innovatie aan beide zijden van de Middellandse Zee nader op elkaar af te stemmen en de synergieën tussen onderzoek en productie en de innovatiecapaciteit van bedrijven in de gehele Euro-mediterrane regio te versterken.

94.         Deelname van Tunesië aan de Europese onderzoeksruimte

· Versterken van de kennis en capaciteit van de Tunesische instellingen voor onderzoek en innovatie om hun deelname aan de Europese onderzoeksruimte (KP7, CIP, Horizon 2020, COST en de agentschappen) te vergroten.

· Vaststellen voor welke onderzoeks- en innovatiethema's een gemeenschappelijk belang geldt, verder versterken van de uitwisseling van onderzoekers bij onderzoeks- en innovatieprojecten en intensiveren van de samenwerking in bilateraal en regionaal verband.

· Stimuleren van onderlinge uitwisseling van informatie over strategieën voor innovatie en technologische ontwikkeling (vooral de strategieën die zijn gebaseerd op de strategie 2020 van de EU).

· Consolideren van het netwerk van nationale en thematische contactpunten voor het kaderprogramma voor onderzoek.

· Bevorderen van de mobiliteit en het verkeer van onderzoekers en personeel die betrokken zijn bij de samenwerking tussen Tunesië en de EU op het gebied van wetenschap en technologie.

Pijler 2 - Ontwikkelen van de samenwerking binnen de gezondheidszorg

95.         Verbeteren van de gezondheidszorg, het onderzoek naar en het toezicht op de gezondheid in Tunesië

· Bevorderen van de hervorming van de gezondheidszorg om de prestaties daarvan te verbeteren en de verschillen tussen de regio's te verkleinen, en van de invoering van een kwaliteitsinstrument voor het Tunesische gezondheidsstelsel.

· Steun voor de automatisering van de informatie die ziekenhuizen over aandoeningen en de daarmee gepaard gaande behandelingen verschaffen, en de algemene toepassing van de medische en economische beoordeling van het verblijf in een ziekenhuis.

· Bevorderen van de hervorming van de financiering van de gezondheidszorg: financieringsstructuur, zorgpakketten en solidariteitsniveau.

· Bevorderen van stappen naar een meer rechtvaardige toegang tot zorg van goede kwaliteit, de uitvoering van een plan voor de inrichting, renovatie en reorganisatie van ziekenhuizen (zorgpas, onderzoek naar programma's op geneeskundig en architectonisch gebied en naar een hoge milieukwaliteit (HQE) en financiering van investeringsplannen).

· Versterken van de nationale strategie voor orgaantransplantatie door invoering van een nationaal register voor orgaanfalen.

· Grotere samenwerking met internationale en Europese organen, onder andere op het gebied van onderzoek en ontwikkeling op het vlak van de gezondheidszorg.

96.         Preventie van en toezicht op overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten

· Toepassen van de internationale instrumenten op het terrein van de gezondheidszorg zoals de Internationale Gezondheidsregeling van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de uitvoering van WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging.

· Bevorderen van de samenwerking wat betreft gezondheidsindicatoren, via internationale informatie-uitwisselingen op het gebied van de preventie van en het toezicht op overdraagbare en niet-overdraagbare ziekten.

· Ontwikkelen en invoeren van een nationale strategie voor de preventie en behandeling van verslavingsgedrag en ondersteunen van stappen om een goede gezondheid en gezond gedrag op elke leeftijd te bevorderen om het ontstaan van chronische ziekten te voorkomen of te vertragen.

· Opbouwen van de capaciteit als het gaat om de opsporing van en de reactie op bedreigingen van de gezondheid, waaronder opleidingen, vooral door invoering van een systeem van geautomatiseerd epidemiologisch toezicht en de uitwerking van strategieën en programma's voor de beheersing van gezondheidsrisico's.

Pijler 3 - Toenadering tussen de bevolking van beide partijen op het gebied van cultuur, jeugd en media

3.1: Culturele samenwerking

97.         Versterken van de culturele samenwerking

· Versterken van het culturele beleid van Tunesië en de capaciteit van culturele spelers, vooral door Tunesië op te nemen in Europese programma's en projecten, projecten voor de herstructurering en institutionalisering van de culturele sector te steunen en de uitwisseling van goede praktijken en de uitwerking van gemeenschappelijke onderzoeken en projecten op het gebied van het lokale cultuurbeheer te bevorderen.

· Bevorderen van culturele uitwisselingen via een grotere deelname van Tunesië aan programma's voor culturele samenwerking in het Middellandse Zeegebied.

· Stimuleren dat de culturele productie in Tunesië toegang tot de Europese ruimte krijgt door de mobiliteit van Tunesische kunstenaars en beroepsbeoefenaars te bevorderen, dat specifieke netwerken, twinningprojecten en dat culturele ondernemingen worden opgezet.

· Door middel van bovenstaande maatregelen het Unesco-Verdrag van 2005 betreffende de bescherming en de bevordering van de diversiteit van cultuuruitingen, waarbij Tunesië partij is, helpen uitvoeren.

3.2: Jeugd

98.         Versterken van de samenwerking op het gebied van het jeugdbeleid

· Versterken van de samenwerking op het vlak van het niet-formele onderwijs aan jongeren en jongerenwerkers om de uitwisseling van informatie en goede praktijken wat betreft thema's van gemeenschappelijk belang, de interculturele dialoog en de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld te bevorderen.

· Versterken van de samenwerking op het gebied van het jeugdbeleid en consolideren van het verenigingsleven en het maatschappelijk leven, vooral wat betreft milieubescherming, vrijwilligerswerk, strijd tegen roken en het gebruik van verdovende middelen en preventie van seksueel overdraagbare ziekten, met name aids/hiv.

3.3: Samenwerking op het gebied van audiovisueel en mediabeleid

99.         Versterken van de samenwerking op mediagebied

· Bevorderen en voortzetten van de dialoog en samenwerking op het gebied van audiovisueel en mediabeleid. Bijzondere aandacht zal worden geschonken aan het opstellen van transparante, doeltreffende en voorspelbare regelgeving voor de audiovisuele sector en de media, door een onafhankelijke regelgevende instantie.

D.          Ondersteuning en begeleiding van de uitvoering van het actieplan

Pijler 1 - Technische en financiële ondersteuning

1.           De financiële dimensie van het partnerschap tussen Tunesië en de Europese Unie behelst onder meer de uitwerking en uitvoering van de hervormingen, vooral op de prioritaire gebieden die zullen worden vastgesteld in het kader van de uitvoering van dit actieplan en de opeenvolgende herziene versies ervan, conform de mededelingen over het nabuurschapsbeleid van de EU in 2011[5] en 2012[6].

Tijdens de uitvoering van het actieplan moet Tunesië meerdere uitdagingen oppakken, die enerzijds verband houden met de totstandbrenging van een duurzame democratie, het herstel van de economische groei en de bevordering van de sociale cohesie en anderzijds met het sluiten van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst.

Om deze overeenkomst uit te voeren, moeten er veel inspanningen worden verricht om aanpassing aan het acquis communautaire en de modernisering van instellingen en infrastructuren te bewerkstelligen.

De financiële steun van de EU, die na de revolutie is toegenomen, moet verder worden ontwikkeld, zodat er sprake kan zijn van ondersteuning van een echt beleid inzake convergentie met de EU en Tunesië geholpen kan worden bij zijn pogingen om hervormingen door te voeren.

De gebieden waarop de EU in de toekomst technische en financiële steun zal verlenen, worden bepaald op grond van de prioriteiten die in dit plan zijn vastgelegd en op basis van de ambities van de politieke en sociaaleconomische hervormingen in Tunesië, zoals in het actieplan vermeld; welke gebieden dit zijn, zal door beide partijen tijdens de programmering worden vastgesteld, buiten de onderhandelingen over het actieplan om.

Gedurende dit hele proces zal Tunesië profiteren van alle financieringsinstrumenten die in het kader van het externe optreden van de EU beschikbaar zijn, van het nieuwe Europese nabuurschapsbeleid (nieuwe ENB) en de deskundigheid van de instellingen van de EU en de lidstaten om deze integratie tot een goed einde te brengen.

2.           Beide partijen hebben afgesproken te onderzoeken welke regels er moeten gelden teneinde een nieuwe fase in te luiden wat betreft de toegang tot adequate communautaire financiële middelen om Tunesië te begeleiden, met het oog op het regionale en cohesiebeleid van de EU en de goedkeuring van nieuwe uitvoeringsprocedures.

Gezien de historische veranderingen die Tunesië doormaakt, en de legitieme aspiraties van de bevolking en de jongeren, die naar vooruitgang en welvaart streven, ziet Tunesië zich in eerste instantie voor twee belangrijke uitdagingen gesteld: scheppen van arbeidsplaatsen voor een jonge en steeds beter opgeleide bevolking en een meer rechtvaardige regionale ontwikkeling.

3.           De financiële samenwerking met de EIB en EBWO wordt eveneens versterkt om de investeringen in infrastructuur, de financiële sector, de ontwikkeling van de particuliere sector en samenwerkingsverbanden en innovatieve sectoren die banen voor jonge afgestudeerden creëren, te ondersteunen.

De samenwerking met beide instellingen wordt tevens aangegaan conform de richtsnoeren van het nieuwe ENB om de toegang van kmo's tot financiering te bevorderen en garantieregelingen te ontwikkelen.

In het kader van de bezinning op de uitbreiding van het mandaat van het Europees Investeringsfonds (EIF) tot het Middellandse Zeegebied zoals die in het nieuwe ENB wordt voorgesteld, wordt er een samenwerking op gang gebracht met het Europees Investeringsfonds om conform de richtsnoeren van het nieuwe ENB de toegang van kmo's tot financiering te bevorderen en garantieregelingen te ontwikkelen.

4.           Naast de consistente financiële ondersteuning zetten beide partijen hun inspanningen voort om:

· de toepassing van de bestaande financiële instrumenten te optimaliseren, dankzij doelgerichte samenwerkingsprogramma's en een betere samenwerking tussen Tunesië en de EU om de absorptiecapaciteit van Tunesië zo veel mogelijk te versterken;

· te profiteren van alle nieuwe relevante en noodzakelijke thematische instrumenten en programma's die de Europese Unie in het kader van haar externe optreden tot stand heeft gebracht, daarbij rekening houdend met de behoeften, de bij de hervormingen geboekte vooruitgang en de absorptiecapaciteit van Tunesië, en met inachtneming van de beginselen van doeltreffende steun, vooral de gezamenlijke programmering.

Pijler 2 - Deelname aan programma's en agentschappen van de Europese Unie

Deelname aan programma's en agentschappen van de Europese Unie

· Bevorderen van de deelname van Tunesië aan agentschappen en programma's van de Europese Unie die openstaan voor derde landen.

· Sluiten van een kaderovereenkomst om Tunesië deel te laten nemen aan programma's van de Europese Unie die openstaan voor derde landen.

E.           Vaststelling en duur

Dit plan wordt voorgelegd aan de Associatieraad Tunesië-EU die het officieel zal goedkeuren. Het heeft een duur van vijf jaar.

De Europese Unie en Tunesië kunnen van rechtswege hun eigen unilaterale onderzoeken verrichten naar de voortgang in de uitvoering van het plan.

Betrekkingen Europese Unie-Tunesië: een geprivilegieerd partnerschap

Actieplan 2013-2017

Bijlage 1: Prioriteitenmatrix (april 2014)

Doelstellingen || Acties Tunesië || Mogelijke steun EU[7] || Indicatoren en tijdschema

1) Totstandbrenging van een democratisch kiesstelsel, vooral door de onafhankelijkheid en het functioneren van de Instance Supérieure Indépendante Électorale (ISIE; de onafhankelijke kiesraad), die met het beheer en de organisatie van de verkiezingen is belast, te consolideren. || - Vaststellen van passende constitutionele of wetgevende normen en overgangsmaatregelen. - De onafhankelijke kiesraad de middelen verschaffen die voor zijn autonoom functioneren noodzakelijk zijn. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de verkiezingswetgeving en aan het verloop en het waarnemen van de verkiezingen. - Bevorderen van het partnerschap met het maatschappelijk middenveld via een participatieve aanpak. || - Directe steun voor de onafhankelijke kiesraad. - Ter beschikking stellen van deskundigheid op het gebied van alle verkiezingsvraagstukken, inclusief de veiligheid. - Inzetten van een verkiezingswaarne-mingsmissie van de EU. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Organieke wet nr. 23/2012 van 20 december 2012 inzake de ISIE. - Doeltreffend functioneren van de ISIE. - Organisatie van algemene verkiezingen op basis van de ervaringen met de democratische verkiezingen in oktober 2011. - Dialoog over het verkiezingsproces, onder meer over het toezicht op de aanbevelingen van de verkiezingswaarnemings-missie in 2011 door de verschillende bevoegde autoriteiten, afhankelijk van hun specifieke bevoegdheden. - Daadwerkelijke publicatie van alle verkiezingsresultaten en gebruik van een procedure voor het beheer van fouten. Tijdschema: korte termijn

2) Waarborgen van de onafhankelijkheid van de rechtspraak, versterken van de professionaliteit en doeltreffendheid ervan (toegang tot de rechter, duur van het proces), zorgen voor eerbiediging van de mensenrechten, van het beginsel van het vermoeden van onschuld en het recht op een eerlijk proces. || - Versterking van de rechtsstaat en hulp bij de overgang naar een democratie door de hervorming van de rechtspraak en het gevangeniswezen te ondersteunen, conform de internationale normen en standaarden.  - Aannemen van wetgeving die in lijn is met internationale normen. - Tot stand brengen van een passend operationeel institutioneel kader/personele en logistieke middelen. - Moderniseren van het gevangeniswezen. - Bevorderen van het partnerschap met het maatschappelijk middenveld en een participatieve aanpak van deze hervormingen. - Bevorderen van transparantie en toegang tot informatie. - Aannemen en uitvoeren van het wetsontwerp inzake overgangsrechtspraak dat in november 2012 bij de nationale grondwetgevende vergadering is ingediend. - Opzetten van de nationale instantie voor overgangsrechtspraak, zoals bij wet bepaald (commissie voor waarheid en waardigheid). || - Technische bijstand. - Capaciteitsopbouw. - Hulp bij de modernisering van de gerechtelijke infrastructuur. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Technische ondersteuning voor de nationale instantie voor overgangsrechtspraak. || - Aannemen en uitvoeren van wetten inzake onafhankelijkheid en toegang tot de rechter, die door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement zijn aangenomen. - Aannemen van de wet inzake de status van de rechters en aannemen van de organieke wet inzake de Conseil Supérieur de la Magistrature (hoge raad voor de magistratuur). - De Conseil Supérieur de la Magistrature is operationeel. - Het maatschappelijk middenveld wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de stuurgroep van het steunprogramma voor de hervorming van de rechtspraak (door de EU en Tunesië in 2012 opgesteld). - Geleidelijke hervorming van de rechtbanken naargelang de toegekende (financiële) middelen, conform internationale normen. - Harmonisering van wet- en regelgeving en het institutionele kader met de internationale normen. - Uitvoeren van bepalingen die ngo's (betere) toegang tot gevangenissen verschaffen. - Opzetten van een mechanisme voor toezicht op het aantal preventieve detenties en de ontwikkelingen in het aantal gevangenen. Tijdschema: korte termijn

3) Doorvoeren van hervormingen in de veiligheidssector, in het kader van een algehele en diepgaande hervorming, om de internationale normen op het vlak van de rechtsstaat, mensenrechten en het internationale recht na te leven. || - Goedkeuren van adequate hervormingen op het gebied van wet- en regelgeving, waaronder mechanismen voor democratisch toezicht en verantwoordelijkheden. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking van en het toezicht op de hervormingen (participatieve aanpak). Beoordeling van de resultaten. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing (onder meer over de naleving van de mensenrechten) voor het betrokken personeel. - De veiligheidstroepen van de benodigde middelen en uitrusting voorzien, met als uitgangspunt dat zo weinig mogelijk geweld wordt gebruikt. Beoordelen van de effecten van deze maatregel. [- Beschikbaar stellen aan het publiek van organisatieschema's en gedragscodes voor de binnenlandse veiligheidstroepen.] || - Financiële ondersteuning van het programma voor de hervorming van de veiligheidssector. - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Aannemen door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement en uitvoeren van wetgevingsbepalingen waarin internationale normen inzake bestuur, naleving en bevordering van het internationale recht en mensenrechten zijn opgenomen, conform de beginselen van de rechtsstaat. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren door de nationale grondwetgevende vergadering en het toekomstige parlement van een mechanisme voor democratische controle op veiligheidsinstanties en veiligheidstroepen. - Instellen van parlementaire commissies voor het toezicht op de nationale veiligheidsbudgetten. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren en beginnen met de uitvoering van de aanbevelingen over de grenzen en migraties/hervormingen van de veiligheidssector, die op grond van collegiale toetsing zijn gedaan. Tijdschema: korte en middellange termijn

4) Consolideren van de bescherming van de mensenrechten, waaronder de rechten van vrouwen en kinderen. || - Zorgen voor een geleidelijke en doeltreffende toepassing van de internationale verdragen. - Goedkeuren van adequate hervormingen op het gebied van wet- en regelgeving. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking en het toezicht op de hervormingen. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing voor het betrokken personeel. - Bekrachtigen van de permanente uitnodiging aan de Hoge Commissaris voor de mensenrechten en de speciale mechanismen van de VN op het gebied van de mensenrechten. - Instellen van een onafhankelijk mechanisme voor het toezicht op de rechten van kinderen. - Uitwerken van een kaderwet inzake geweld tegen vrouwen, in lijn met de internationale normen. - Handhaving van het feitelijke moratorium op executies. - Blijven deelnemen aan het transregionale initiatief inzake de doodstraf, dat in het kader van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties door de EU wordt ondersteund. - Uitvaardigen van de organieke wet inzake de nationale preventie-instantie tegen foltering. - In het leven roepen van de nationale preventie-instantie tegen foltering. - Herzien van de wet inzake de mensenrechteninstantie conform de beginselen van Parijs (1993). || - Politieke dialoog en overleg in VN-verband. - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Technische en institutionele ondersteuning. || - Uitvaardiging en geleidelijke en doeltreffende uitvoering van wet- en regelgeving met het oog op de toepassing van de internationale verdragen die Tunesië heeft geratificeerd. Tijdschema: lange termijn - Neerleggen van de akten van bekrachtiging van het intrekken van voorbehouden met betrekking tot het CEDEF (CEDAW). Tijdschema: middellange termijn - Herzien van het wetboek van strafrecht en het wetboek van strafvordering, vooral op het punt van vrijheid van meningsuiting en de rechten van vrouwen en kinderen, conform de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn - Aannemen en uitvoeren van wetten tot instelling van dit onafhankelijke mechanisme voor het toezicht op de rechten van kinderen. Tijdschema: korte termijn - Stappen zetten naar de ratificatie van het derde Facultatieve Protocol bij het Internationale Verdrag van de rechten van het kind. Tijdschema: middellange termijn - Aannemen en uitvoeren van een kaderwet inzake geweld tegen vrouwen, in lijn met de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn -Voortzetten van de nationale dialoog over de afschaffing van de doodstraf Tijdschema: middellange termijn. - Aannemen en uitvoeren van het wetsontwerp dat in november 2012 bij de nationale grondwetgevende vergadering is ingediend. Tijdschema: korte termijn - Herzien van de wet inzake de mensenrechteninstantie en doeltreffende inzet van deze instantie conform de beginselen van Parijs (1993). - Goedkeuren en uitvoeren van de statuten van de instantie voor mensenrechten. Tijdschema: korte en middellange termijn - Verzorgen van opleidingen op het gebied van de mensenrechten voor het betrokken personeel. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan

5) Doorvoeren van hervormingen in de media en professionalisering van de sector. || - Goedkeuren van adequate constitutionele, wettelijke en bestuursrechtelijke normen. - Verzorgen van de noodzakelijke scholing voor de betrokken instellingen. - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking van en het toezicht op de hervormingen en met name de vakbonden en organisaties die werkzaam zijn op het gebied van de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Doeltreffend functioneren van de instantie voor audiovisuele communicatie. Tijdschema: korte termijn - Voortzetten van de dialoog over de mechanismen ter bescherming van journalisten in de uitoefening van hun beroep. Tijdschema: korte termijn

6) Consolideren van de rol en capaciteit van het maatschappelijk middenveld. || - Zorgen voor een transparant en open kader voor de organisatie en de activiteiten van de spelers van het maatschappelijk middenveld. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. || - Aannemen van wetten tot waarborging van de vrijheid van vereniging die bij wetsbesluit nr. 2011-88 van 24 september 2011 tot stand is gebracht. - Goedkeuren van transparante regels voor de overheidsfinanciering van organisaties. Tijdschema: korte termijn - Voeren van periodiek thematisch en regionaal overleg met maatschappelijke organisaties, vooral in het kader van de dialoog met de EU. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan

7) Dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid en sluiten van een mobiliteitspartner-schap. || - Voortzetten van de dialoog over migratie, mobiliteit en veiligheid. - Uitwerken en uitvoeren van een nationale strategie voor migratie en Tunesiërs in het buitenland. - Uitvoeren van de maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap (capaciteitsopbouw, kennisbeheer, gegevensverzameling, enz.). - Het maatschappelijk middenveld laten deelnemen aan de uitwerking en het toezicht op de hervormingen. - Samenwerking met de UNHCR bij de uitvoering van het regionaal beschermingsprogramma, goedkeuren van een wet en inzetten van bestuurlijke capaciteit op asielgebied. - Samenwerking met de EU in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit, waaronder migrantensmokkel en mensenhandel. - Maatregelen nemen om de relatie tussen migratie en ontwikkeling te versterken. - Ontwikkelen van onderzoek naar migratie, vooral migratieprofielen. - Bevorderen van de sociale bescherming van Tunesische werknemers en hun gezinsleden en uitvoeren van het besluit van de Associatieraad betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid tussen Tunesië en de EU in het kader van de artikelen 65-68 van de Euro-mediterrane associatieovereenkomst EU-Tunesië, om de pensioenrechten die Tunesische werknemers en hun gezinsleden in de EU hebben opgebouwd, beter te kunnen overdragen in overeenstemming met artikel 8 van het mobiliteitspartnerschap tussen Tunesië, de Europese Unie en de deelnemende lidstaten. - Oprichten van het nationale waarnemingscentrum voor migratie en dit de benodigde capaciteit verschaffen voor het ontwikkelen van onderzoek, migratieprofielen en beleid en deskundigheid op migratiegebied. - Opzetten van initiatieven en programma's op grond waarvan het waarnemingscentrum Tunesische burgers in het buitenland meer bij de ontwikkeling van het land kan betrekken. || - Ondersteuning van maatregelen in het kader van het mobiliteitspartnerschap. - Technische ondersteuning en scholing tijdens de uitvoering van de strategie. - Technische en institutionele ondersteuning. - Capaciteitsopbouw en terbeschikkingstelling van deskundigheid. - Uitwisselen van ervaringen en informatie met de EU-instellingen en -agentschappen en de lidstaten. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Bijstand voor scholing en technische ondersteuning. - Scholing. - Steun voor maatschappelijke organisaties. - Twinning en uitwisselingen tussen instellingen. - Capaciteitsopbouw via scholing van Tunesische leidinggevenden op het gebied van de communautaire regelgeving inzake de coördinatie van socialezekerheidsstelsels, de open coördinatiemethode (OCM) en het Europese systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende de sociale zekerheid (EESSI). - Vergadering(en) van het subcomité Migratie en Sociale Zaken om te beginnen met de bespreking van een ontwerpbesluit voor de uitvoering van de bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. - Technische ondersteuning. - Twinning. || - Uitvoering van de strategie. - Realiseren van de doelstellingen van de strategie conform de internationale normen. Tijdschema: middellange termijn - Voeren van periodiek overleg met maatschappelijke organisaties, vooral in het kader van de onderhandelingen over het mobiliteitspartnerschap. Tijdschema: korte termijn - In de bijlage van het mobiliteitspartnerschap worden de steunmaatregelen van de EU en de aan het partnerschap deelnemende lidstaten beschreven. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Instellen van een interministerieel comité voor toezicht op de veiligheids- en humanitaire situatie na sluiting van het kamp in Choucha. Tijdschema: korte termijn - De permanente vertegenwoordiger van de UNHCR in Tunesië neemt deel aan de werkzaamheden van dit comité. - Uitvoering van de maatregelen die in het kader van het mobiliteitspartnerschap zijn goedgekeurd. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Voorstel aan de Associatieraad voor het vaststellen van een ontwerpbesluit. Tijdschema: middellange termijn - Besluit in verschillende fasen: indiening, goedkeuring en uitvoering. Tijdschema: middellange termijn

8) Economische hervormingen voor inclusieve groei, concurrentievermogen en verbetering van het ondernemings- en investeringsklimaat. || - Het openbaar bestuur hervormen, de overheid verder moderniseren en het beheer van de overheidsfinanciën transparanter maken. - Vergroten van de veerkracht van de economie door de macro-economische fundamenten te consolideren. - Bezinning op de hervorming van het stelsel van voedsel- en energiesubsidies. - Hervorming van het belastingstelsel (wetgevend en institutioneel kader). - Versterken van de interne en externe controle en de audit in de publieke sector. - Versterken van het concurrentievermogen van de economie door hervormings-, herstel- en moderniseringsprogramma's voort te zetten [en een passend kader te scheppen] (industrie, landbouw, diensten, ambachten en toerisme). - Versterken van groene groei zodat strategieën ter bevordering van een groene economie kunnen worden voortgezet. || - Steun, met name via de voortzetting van steunprogramma's voor herstel en begrotingsbeheer op basis van doelstellingen. - Terbeschikkingstelling van deskundigheid, scholing, institutionele ondersteuning en twinning. - Dialoog over herstelstrategieën. - Begeleiding van verbeteringsprogram-ma's op het terrein van industrie, landbouw, ambachten en toerisme. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. || - Goedkeuren en uitvoeren van een nationale strategie voor behoorlijk bestuur en corruptiebestrijding. Tijdschema: lange termijn - Doorgaan met de uitvoering van het begrotingsbeheer op basis van doelstellingen: tijdschema middellange termijn Tijdschema: lange termijn - Actief beheer van de staatskas. Tijdschema: middellange termijn - Onderzoek naar de hervorming van het stelsel van voedsel- en energiesubsidies opgestart. Tijdschema: korte en middellange termijn - Programma voor belastinghervorming goedgekeurd. Tijdschema: middellange termijn - - Plan voor digitalisering van procedures voor overheidsopdrachten uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn - Nieuwe generatie grote overheidsapplicaties (e-gov, open data) geïmplementeerd. - Tijdschema: lange termijn - Ontwerpen en invoeren van een nieuw actieplan voor de bekrachtiging van de toegang tot informatie in het licht van de nieuwe organieke wet die daarop betrekking heeft. - Tijdschema: korte termijn - Uitwerken van een strategisch kader voor raadpleging van de burger. Tijdschema: middellange termijn - Strategie voor herstructurering en versterking van de interne en externe controle en de audit in de publieke sector goedgekeurd en uitgevoerd. Tijdschema: lange termijn - Er is een begin gemaakt met de uitvoering van het verbeteringsprogramma voor de toerismesector en andere verbeterings- en moderniseringsprogramma's (op het gebied van landbouw, industrie, diensten en ambachten) zijn voortgezet. Tijdschema: middellange termijn

|| - Herzien van de wet- en regelgeving en versterken van het beleid en de instrumenten op het gebied van investeringen, ondernemingsklimaat, partnerschap die gunstig zijn voor ondernemers, vooral door buitenlandse investeringen beter te beschermen. - De economische spelers en vooral de Tunesische kmo's voorlichten en hen waar nodig ondersteunen bij de toepassing van de door Tunesië overgenomen richtlijnen en normen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor beleid en programma's ter financiering van innovatie en de particuliere sector. - Steun voor het aantrekken van EU-investeringen. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Ondersteuning van de gezamenlijke raad voor ondernemerschap. - Steun voor de internationalisering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), onder andere via de samenwerking tussen Europese en Tunesische kmo's in het netwerk Enterprise Europe Network. || - - Wettelijk en institutioneel kader voor de publiek-private partnerschappen afgerond. Tijdschema: korte termijn - - Investeringswet herzien. Tijdschema: korte termijn - - Nationale investeringsinstantie opgezet. Tijdschema: middellange termijn - Gezamenlijke raad voor ondernemerschap operationeel. Tijdschema: korte termijn - Ontwikkeling van lokale en buitenlandse investeringen in Tunesië. Tijdschema: lange termijn - Opnemen van verzoeken om partnerschap met Europese kmo's in de gegevensbank van het Enterprise Europe Network. - Tijdschema: middellange termijn - - Verhoging van het aantal kmo's die deelnemen aan via het Enterprise Europe Network georganiseerde bijeenkomsten. Tijdschema: middellange termijn

|| - Beter beheer van het nationale statistische systeem en een betere kwaliteit en toegankelijkheid van statistische producten. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Ondersteuning van projecten voor de modernisering van het nationale statistische systeem. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Actieplan goedgekeurd voor de modernisering van het nationale statistische systeem. Tijdschema: middellange termijn - Aantal statistische reeksen beschikbaar op de website van het nationale bureau voor de statistiek (INS). - Aantal publicaties van officiële statistische reeksen en methodieken volgens internationale normen en standaarden, beschikbaar op de website van het INS. Tijdschema: korte termijn - Aantal verzoeken op de site van het INS in het kader van de vernieuwing van de site. Tijdschema: korte termijn - Bestaan van kwaliteitsrapporten per statistisch gebied. Tijdschema: korte termijn - Bestaan van een kalender voor de publicatie van gegevens. Tijdschema: korte termijn

|| - Formuleren van een beleid voor de ontwikkeling van vervoersdiensten en -infrastructuren en een nationale strategie voor duurzaam vervoer. - Steun voor de uitvoering van de nationale strategie voor logistieke ontwikkeling. - Bevorderen van de ontwikkeling van telecommunicatienetwerken en -infrastructuren. - Ontwikkelen en versterken van energienetwerken, -infrastructuren en -aansluitingen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun voor het aantrekken van EU-investeringen. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Vervoersbeleid goedgekeurd. Tijdschema: lange termijn - Starten met onderhandelingen over een overeenkomst inzake de liberalisering van het luchtruim "Open sky". Tijdschema: korte termijn - Uitvoering van de nationale strategie voor logistieke ontwikkeling. Tijdschema: korte en middellange termijn - Telecommunicatiewet herzien om te zorgen voor blijvende beschikbaarheid en toegankelijkheid van goed functionerende ICT-netwerken/-diensten in alle regio's. Tijdschema: middellange termijn - Beleidsdocument op energiegebied uitgewerkt, met daarin doelstellingen en strategieën beschreven. Tijdschema: lange termijn

|| - Vaststellen en uitvoeren van sectorale strategieën die de ontwikkeling van sectoren met een groot groeipotentieel bevorderen. - Vaststellen en uitvoeren van een nationaal strategisch plan voor een digitaal Tunesië. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Institutionele dialoog. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Nieuwe industriële strategie vastgesteld die de ontwikkeling van sectoren met een groot groeipotentieel bevordert. Tijdschema: middellange en lange termijn - Kader voor sectoraal partnerschap waarin gemeenschappelijke doelstellingen worden geformuleerd (textiel en kleding en auto-onderdelen). Tijdschema: middellange termijn - Mate van de voortgang qua investeringen in de industriële en technologische infrastructuur. Tijdschema: middellange termijn - Opzetten van een nationaal strategisch plan en een nationaal actieplan voor een digitaal Tunesië (2013-2018). Tijdschema: middellange termijn

9) Verdieping van de  integratie en sluiten van een diepe en brede vrijhandelsovereen-komst en aanpassing aan het acquis communautaire. || - Afronden van de voorbereidingsfase van de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. - Starten met de onderhandelingen over een diepe en brede vrijhandelsovereenkomst. - Betere voorwaarden voor toegang tot de markt voor goederen en diensten en dienstverleners. - Aanpassen van de horizontale (op het gebied van accreditatie, conformiteitsbeoordeling en markttoezicht) en sectorale regelgeving. - Verdergaande en snellere modernisering van de instellingen die zijn belast met accreditatie, standaardisering, conformiteitsbeoordeling, metrologie en markttoezicht. - Met de EU onderhandelen over een overeenkomst inzake conformiteitsbeoordeling en aanvaarding van industriële producten (ACAA) voor bouwmaterialen en elektrische producten, en vervolgens de andere prioritaire sectoren aan de overeenkomst toevoegen. - Verdere aanpassing van de Tunesische wetgeving aan de normen van de EU op de gebieden die in het kader van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst als prioritair zijn aangemerkt. - Verdere uitvoering van douanemaatregelen die de handel vergemakkelijken. - Verbeteren van het beschermingsniveau voor de consument door - de bestuurlijke capaciteit voor het uitvoeren van het consumenten-beschermings-beleid op te bouwen; - de rol van organisaties in de bescherming van de consument te versterken. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Institutionele dialoog. - Financiële ondersteuning via het lopende programma voor steun aan het concurrentievermogen en voor een eenvoudiger toegang tot de markt, om de structuren op het gebied van kwaliteit, accreditatie, conformiteitsbeoorde-ling en markttoezicht te verbeteren. - Versterking van de controle-infrastructuur. - Twinning. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Technische bijstand en begeleiding via het lopende programma ter ondersteuning van de associatieovereenkomst en de overgangsperiode en via een daaropvolgend programma ter ondersteuning van de onderhandelingen over en de uitvoering van het actieplan. || - Starten met de onderhandelingen over de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst in het licht van de aanbevelingen van de verkenningsfase. - Overleg met het maatschappelijk middenveld tijdens deze onderhandelingen. - ACAA-overeenkomst getekend voor de prioritaire sectoren. Tijdschema: middellange termijn - Aantal twinningprojecten op de gebieden van de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst afgesloten. - Aantal twinningprojecten en projecten voor institutionele ondersteuning gerealiseerd in het kader van een programma ter ondersteuning van de onderhandelingen over en de uitvoering van het actieplan. Tijdschema: korte en middellange termijn

10) Ontwikkeling van vaardigheden, toegang tot kennis en innovatie. || - Hervormen, verbeteren van de kwaliteit en versterken van het beheer van de nationale systemen voor onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs. || · Ter beschikking stellen van deskundigheid en uitwisselen van informatie. · Begrotingssteun via het lopende programma PEFESE. · Institutionele ondersteuning via de lopende Tempus-projecten en twinning. · Methodologische steun voor de Europese Stichting voor opleiding. · Financiële ondersteuning via het toekomstige programma Erasmus+ op het gebied van hoger onderwijs en jeugd. || - Vaststellen en uitvoeren van strategieën voor het bestuur van de sectoren onderwijs, hoger onderwijs en beroepsonderwijs op basis van inzetbaarheid. Tijdschema: middellange en lange termijn - Vaststellen van een nationaal kader voor kwalificatie en validering van het acquis en ervaringen, op basis van de hieronder genoemde statistische indicatoren. Tijdschema: middellange termijn - Aantal programma's medeafgestudeerden en medebegeleiders van proefschriften tussen Tunesië en de EU-landen. Tijdschema: middellange termijn Onder voorbehoud van de beschikbaarheid van deze statistieken: - Aantal technische afdelingen/domeinen die in het onderwijsstelsel tot stand zijn gebracht (lange termijn). - Percentage scholen dat is aangesloten op internet. - Percentage jonge afgestudeerden van het hoger onderwijs dat binnen een jaar na hun eindexamen een baan heeft gevonden. - Percentage vertrekkende leerlingen uit het middelbaar onderwijs dat beroepskeuzevoorlichting heeft gehad. Tijdschema: middellange termijn

|| - Versterken van de rol van het nationale stelsel voor onderzoek en innovatie. - Bevorderen van de aanpassing van Tunesië aan en de integratie in de Europese onderzoeksruimte. - Doorgaan met de uitvoering van het programma PASRI (Projet d'Appui au Système de Recherche et Innovation; programma ter ondersteuning van het onderzoek- en innovatiestelsel) en de consolidering daarvan op regionaal niveau || || - Aantal instellingen voor onderzoek en innovatie die aan de Europese onderzoeksruimte deelnemen en aantal gezamenlijke projecten. Tijdschema: middellange termijn - Groter aantal studenten en onderzoekers die aan specifieke Europese onderzoeksprogramma's deelnemen. Tijdschema: middellange termijn

11) Werkgelegenheid, sociale cohesie en integratie en regionale en lokale ontwikkeling. || - Ontwikkelen en uitvoeren van een geïntegreerde nationale strategie voor werkgelegenheid en versterking van de inzetbaarheid. - De economische en sociale veranderingen in Tunesië een impuls geven door de sociale partners een nieuwe sociale overeenkomst en een doeltreffende sociale dialoog te laten aangaan. - Bevorderen van het beleid van sociale insluiting en invoeren van maatregelen tegen armoede en voor de integratie van kwetsbare groepen. - Uitwerken van de arbeidswetgeving, om deze transparanter en moderner te maken, in de richting van een flexibelere arbeidsmarkt waarbij de rechten van de werknemers worden beschermd. - Instellen van een nationaal socialezekerheidsniveau. - Uitvoeren van de bepalingen over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels op grond van de artikelen 65 en volgende van de overeenkomst en conform artikel 8 van het mobiliteitspartnerschap. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Uitwisseling van informatie en institutionele dialoog. - Institutionele ondersteuning en technische bijstand. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Institutionele ondersteuning en twinning en vooral de opbouw van de institutionele capaciteit van de socialezekerheidsfondsen. - Technische bijstand op het gebied van de sociale zekerheid (hervorming van de pensioenen, beoordeling van de nieuwe ziektekostenregeling, enz.) - Scholing, uitwisseling van ervaringen en deskundigheid, voorlichtingscampagnes. - Thematisch programma en samenwerking met de gespecialiseerde instellingen van de EU. || - Nationale geïntegreerde strategie voor werkgelegenheid uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn - Er is een nieuwe sociale overeenkomst gesloten en er zijn technische subcomités ingesteld. Tijdschema: korte termijn - Vorming van een nationale raad voor sociale dialoog. Tijdschema: korte termijn - Functione(e)l(e) instrument(en) voor netwerkvorming onder publieke spelers die informatie verschaffen over werkgelegenheid en beroepskeuze en helpen bij de integratie op de arbeidsmarkt. Tijdschema: middellange termijn - Periodieke beoordeling van een actief werkgelegenheidsbeleid. Tijdschema: middellange termijn - Goedkeuren van het programma van Tunesië voor fatsoenlijk werk.  Tijdschema: middellange termijn - Invoeren van een systeem voor informatie over behoeftige gezinnen en gezinnen met een laag inkomen. Tijdschema: middellange termijn - Strategie tegen armoede en voor sociale insluiting uitgewerkt en gestart. Tijdschema: middellange termijn -Vergadering van het subcomité Migratie en Sociale Zaken om te beginnen met de bespreking van een ontwerpbesluit voor de uitvoering van de bepalingen in de associatieovereenkomst over de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, Tijdschema: korte termijn - Voorstel aan de Associatieraad voor het vaststellen van een ontwerpbesluit. Tijdschema: middellange termijn

|| - Aanvangen met een algeheel proces van decentralisatie en lokaal bestuur en ontwikkeling van de taken van de overheidsdiensten. - Versterken van de inspanningen op het gebied van regionale en lokale ontwikkeling en verkleinen van de territoriale verschillen. - Beter bestuur van de instellingen die met regionale ontwikkeling zijn belast. - Het beleid inzake regionale en lokale ontwikkeling doeltreffender maken. || - Institutionele dialoog en uitwisselingen om Tunesië te begeleiden met het oog op het regionale en cohesiebeleid van de EU. - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Lopende begrotingssteun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Steun voor beleid en programma's op het vlak van regionale ontwikkeling. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Grensoverschrijdende en gedecentraliseerde samenwerking. - Voortzetten van de steun voor de capaciteitsopbouw van lokale overheden en scholing van lokale bestuurders. - Bijdragen aan de ontwikkeling van de instanties die belast zijn met regionale ontwikkeling. || - Routekaart voor decentralisatie en lokaal bestuur goedgekeurd. Tijdschema: middellange termijn - Aanvang gemaakt met de hervorming van het stelsel van wetten en regels, het institutionele en organisatorische systeem (taken en bevoegdheden) en het financiële stelsel (plaatselijke belastingen) voor de lokale overheden. Tijdschema: lange termijn - Strategie voor het beheer van personeel op lokaal niveau goedgekeurd. Tijdschema: lange termijn - De taken van de centrale en regionale overheidsdiensten ondersteund in het kader van de uitvoering van de decentralisatie. Tijdschema: lange termijn - Aantal projecten gerealiseerd via samenwerking tussen Tunesische en Europese lokale overheden. Tijdschema: korte en middellange termijn

|| - Hervormen van de gezondheidszorg door de prestaties te verbeteren en betere toegang tot zorg van goede kwaliteit te bevorderen. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Helpen bij de verbetering van de gezondheidsinfra-stuctuur. - Institutionele ondersteuning en twinning. || - Strategie voor de hervorming van de gezondheidszorg uitgewerkt. Tijdschema: korte termijn - Daadwerkelijke hervorming van de gezondheidszorg. - Tijdschema: middellange en lange termijn

12) Landbouw- en plattelandsontwikkeling. || - Uitvoeren van een meerjarenprogramma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling, in samenhang met de strategische koers van de nationale landbouw en ENPARD. - Versterken van het programma voor de modernisering van landbouwbedrijven, sectoren, organisaties, en instellingen en structuren voor technische ondersteuning van de landbouw. - Steun voor de ontwikkeling van landbouw van goede kwaliteit (biologische producten en geografische aanduidingen), en van de visserij en aquacultuur. || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Steun met name via het toekomstige proefproject ENPARD. - Steun voor het programma voor verbetering van de landbouw. - Institutionele ondersteuning en twinning. - Steun voor de organisatie van studiebijeenkomsten over BGA's/BOB's en biologische producten. || - Meerjarenprogramma voor landbouw- en plattelandsontwikkeling opgesteld en operationeel. Tijdschema: uitvoering gedurende de gehele looptijd van het actieplan - Programma voor de verbetering van de landbouw opnieuw gestart (aantal betrokken bedrijven en ondersteunende instellingen). - Tijdschema: lange termijn - Belangrijkste agrarische sectoren (akkerbouw, groente en fruit, vlees, zuivel) nieuw leven ingeblazen. Tijdschema: korte en middellange termijn - 20% van de bevolking betrokken bij een coöperatie. Tijdschema: lange termijn - Strategieën voor de ontwikkeling van de visserij en aquacultuur en de biologische landbouw uitgevoerd. Tijdschema: middellange termijn

13) Ontwikkeling en uitvoering van strategieën en programma's die als doel hebben een duurzame ontwikkeling te waarborgen. || - Een beter milieubeheer en bevordering van een lokale aanpak (decentralisatie, lokaal bestuur), vooral door het beleid en de nationale overheid op het vlak van toegang tot informatie en inspraak te versterken. - Tot stand brengen van een kader voor strategische planning met name op het gebied van duurzame ontwikkeling (groene economie, beleid inzake klimaatverandering, maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven, innovatie en milieutechnologieën). || - Ter beschikking stellen van deskundigheid en scholing. - Versterken van de institutionele samenwerking en twinning. - Steun voor het maatschappelijk middenveld. - Politieke en institutionele dialoog. || - Milieustructuren en -maatregelen op regionaal en lokaal niveau versterkt. Tijdschema: middellange termijn - Informatiesysteem voor milieu en duurzame ontwikkeling geïmplementeerd met een bijdrage van het maatschappelijk middenveld. Tijdschema: middellange termijn - Nationale strategie voor duurzame ontwikkeling en beleidsvisie voor een groene economie uitgewerkt en door de verschillende belanghebbenden goedgekeurd. - Tijdschema: middellange termijn

|| - Invoeren van een nationaal programma voor preventie van verontreiniging, verwijdering van afvalstoffen, verbetering van de milieusituatie en afvalbeheer. || || - - Nationaal programma voor de sanering van industriekernen vastgesteld en begin gemaakt met de uitvoering ervan. Tijdschema: middellange termijn - - Strategische evaluatie van de afvalsector verricht. Tijdschema: korte termijn

|| - Uitvoeren van de relevante internationale regionale overeenkomsten en verdragen op het gebied van milieubescherming en klimaat, bestrijding van woestijnvorming en behoud van de biodiversiteit. - Ontwikkelen van achterstandsgebieden en bevorderen van de levensomstandigheden van bewoners binnen en bij nationale parken in het zuiden en oases door op lokaal niveau werkgelegenheid scheppende milieumaatregelen met een toegevoegde waarde en vooral het ecotoerisme te bevorderen. - Uitvoeren van strategieën en programma's die zich richten op de matiging van en aanpassing aan de klimaatverandering. || || - Strategie ter bevordering van de biologische diversiteit en de levensomstandigheden van bewoners binnen en bij nationale parken in het zuiden en oases uitgewerkt. Tijdschema: middellange termijn - Nationale strategie voor klimaatverandering uitgewerkt en goedgekeurd. Tijdschema: korte termijn - Inventaris van broeikasgassen uitgewerkt en geactualiseerd. Tijdschema: korte termijn - MRV-systeem (monitoring, rapportage, verificatie) in de sectoren energie, industrie, landbouw en afval ingevoerd. Tijdschema: middellange termijn

[1]        Gezamenlijke mededeling "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden", COM(2011) 303 van 25 mei 2011.

[2]        In 1969 hebben Tunesië en de EU voor het eerst een samenwerkingsovereenkomst getekend, gevolgd door een associatieovereenkomst in 1995. In dit kader en binnen de meer algemene context van het Europees nabuurschapsbeleid werd in 2005 een eerste actieplan vastgesteld.

[3]               "Een begroting voor Europa 2020" - (COM(2011) 500 definitief van 29 juni 2011).

[4]               Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof, Facultatief Protocol bij het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, Internationaal Verdrag inzake de bescherming van alle personen tegen gedwongen verdwijning, facultatief Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.

[5]               "Inspelen op de veranderingen in onze buurlanden" - COM(2011) 303 van 25 mei 2011.

[6]               "Oostelijk nabuurschapsbeleid: werken aan een sterker partnerschap" - JOIN(2013) 4 final van 20 maart 2013.

[7]      De mogelijke EU-steun is in dit stadium nog indicatief. De prioriteiten van de financiële samenwerking zijn overeengekomen in de context van gezamenlijke programmeringsactiviteiten en staan vermeld in het document "integraal steunkader". De steun van de EU kan gebaseerd zijn op verschillende voorschriften voor ondersteuning en beschikbare financiële instrumenten (begrotingssteun, twinning, technische bijstand, onder andere samen met het maatschappelijk middenveld en opbouw van de materiële capaciteit), die moeten worden vastgesteld afhankelijk van hoe aanwijzing en formulering behoren plaats te vinden op de verschillende gebieden waarop de EU haar instrumenten wenst te mobiliseren.

Top