Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IP0316

    Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over de overstromingen in Europa (2013/2683(RSP))

    PB C 75 van 26.2.2016, p. 78–80 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 75/78


    P7_TA(2013)0316

    Recente overstromingen in Europa

    Resolutie van het Europees Parlement van 3 juli 2013 over de overstromingen in Europa (2013/2683(RSP))

    (2016/C 075/10)

    Het Europees Parlement,

    gezien artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en de artikelen 191 en 196, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, de mededeling van de Commissie over de toekomst van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (COM(2011)0613) en zijn resolutie van 15 januari 2013 over het Solidariteitsfonds van de Europese Unie, implementatie en toepassing (1),

    gezien zijn resolutie van 5 september 2002 over overstromingen in Europa (2), van 8 september 2005 over natuurrampen (branden en overstromingen) in Europa (3), van 18 mei 2006 over natuurrampen (bosbranden, droogtes en overstromingen) — landbouwaspecten (4), regionale-ontwikkelingsaspecten (5) en milieuaspecten (6), van 7 september 2006 over bosbranden en overstromingen (7), van 17 juni 2010 over de overstromingen in Midden-Europese landen, met name Polen, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Hongarije en Roemenië, en in Frankrijk (8), en van 11 maart 2010 over de grote natuurramp in the autonome regio Madeira en de gevolgen van de storm Xynthia in Europa (9),

    gezien het witboek van de Commissie getiteld „Aanpassing aan de klimaatverandering: naar een Europees actiekader” (COM(2009)0147), de mededeling van de Commissie over een communautaire aanpak van de preventie van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen (COM(2009)0082), en de mededeling van de Commissie getiteld „Naar een krachtigere Europese respons bij rampen: de rol van civiele bescherming en humanitaire hulp” (COM(2010)0600),

    gezien het interne werkdocument van de Commissie getiteld „Regio's 2020 — een beoordeling van de toekomstige uitdagingen voor de EU-regio's” (SEC(2008)2868),

    gezien artikel 110, leden 2 en 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat vele Europese landen, waaronder, Oostenrijk, de Tsjechische Republiek, Duitsland, Hongarije, Polen, Slowakije, Frankrijk en Spanje kort geleden zijn getroffen door een ernstige natuurramp, namelijk overstromingen;

    B.

    overwegende dat de frequentie, ernst, complexiteit en impact van natuurrampen en door de mens veroorzaakte rampen in heel Europa de afgelopen jaren snel zijn toegenomen;

    C.

    overwegende dat de overstromingen ernstige schade hebben veroorzaakt in steden en gemeenten, aan infrastructuur en bedrijven, alsook aan de landbouw en plattelandsgebieden, en overwegende dat hierdoor onderdelen van natuurlijk en cultureel erfgoed zijn verwoest, doden en gewonden zijn gevallen en duizenden mensen hun huizen hebben moeten verlaten;

    D.

    overwegende dat het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (SFEU) in het leven is geroepen om hulp te kunnen bieden bij grote nationale rampen en om financiële bijstand te verlenen aan landen die door een ramp zijn getroffen;

    E.

    overwegende dat duurzaam herstel van de door de natuurrampen vernielde of beschadigde gebieden noodzakelijk is om de economische en sociale verliezen en de milieuschade in die gebieden ongedaan te maken;

    F.

    overwegende dat het vermogen van de Europese Unie om alle soorten natuurrampen te voorkomen moet worden vergroot, en overwegende dat de werking en de coördinatie van de verschillende instrumenten van de Unie moeten worden verbeterd om tot duurzame rampenpreventie te komen;

    G.

    overwegende dat een aantal berggebieden en gebieden langs rivieren en in dalen een deel van hun waterabsorptievermogen hebben verloren ten gevolge van niet-duurzame ontbossing, intensieve landbouw, grote bouwprojecten voor infrastructuur, verstedelijking en bodemafdekking langs deze rivieren en in deze dalen;

    1.

    uit zijn medeleven en solidariteit met de bewoners van door de natuurramp getroffen lidstaten, regio's en gemeenten; beseft dat deze natuurramp ernstige economische gevolgen heeft en betuigt eveneens zijn medeleven aan de families van de slachtoffers;

    2.

    waardeert de niet-aflatende inspanningen van de diensten voor veiligheid en burgerbescherming, reddingsteams en vrijwilligers om levens te redden en de schade in de getroffen gebieden te beperken;

    3.

    spreekt zijn waardering uit voor de acties van de lidstaten die de getroffen gebieden te hulp zijn gekomen, aangezien Europese solidariteit ook inhoudt dat men elkaar in moeilijke tijden steunt;

    4.

    wijst erop dat bodemaantasting, veroorzaakt of verergerd door menselijke activiteiten, zoals de toepassing van ongeschikte methoden in land- en bosbouw, ervoor zorgt dat de bodem het vermogen verliest om zijn essentiële functie, het voorkomen van natuurrampen, ten volle te vervullen;

    5.

    dringt er bij de Commissie en de lidstaten op aan om bijzondere aandacht te schenken aan de ontwikkeling en evaluatie van beleid op het gebied van duurzaam grondgebruik, het absorptievermogen van ecosystemen en optimale werkwijzen, en aan de vergroting van de capaciteit van infrastructuren voor overstromingsbeheersing en afwatering;

    6.

    benadrukt dat overstromingspreventie alleen efficiënt is indien deze gericht is op interregionale en grensoverschrijdende strategieën voor risicobeheersing, in het kader waarvan veel mogelijkheden bestaan voor coördinatie en een betere gemeenschappelijke respons in noodsituaties;

    7.

    erkent dat het Europees mechanisme voor civiele bescherming de lidstaten heeft geholpen om samen te werken en de gevolgen van deze uitzonderlijke noodsituatie te beperken; verzoekt de Commissie en de lidstaten de voorschriften en procedures voor het gebruik van dit mechanisme te vereenvoudigen;

    8.

    benadrukt dat in het kader van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” lidstaten en de betrokken regio's de mogelijkheid hebben risicobeheer tot investeringsprioriteit te maken in de komende programmeringsperiode, waarover momenteel wordt onderhandeld, en roept de lidstaten en betrokken regio's op dit ook daadwerkelijk te doen;

    9.

    wijst erop dat de lidstaten overstromingspreventieprogramma's ten uitvoer moeten leggen, uitgaande van alomvattende preventieve strategieën; onderstreept dat het beleid in noodsituaties, zowel in de preventie- als in de responsfase, een nauwere betrokkenheid vereist van regio's, steden en lokale gemeenschappen, die moeten worden aangemoedigd om strategieën voor noodsituaties te ontwikkelen;

    10.

    verzoekt de Raad en de Commissie om, onmiddellijk na ontvangst van de noodzakelijke aanvragen van de lidstaten, de maatregelen te nemen die nodig zijn om met het SFEU snelle en adequate financiële steun te kunnen bieden; benadrukt dat de financiële steun uit hoofde van het SFEU voor de landen die door deze natuurramp zijn getroffen dringend beschikbaar moet worden gesteld;

    11.

    verzoekt de Commissie een nieuwe, vereenvoudigde verordening voor het Solidariteitsfonds op te stellen, die onder andere de Commissie de mogelijkheid biedt om een aanbetaling te verrichten zodra een getroffen lidstaat een steunaanvraag heeft ingediend;

    12.

    wijst erop dat voor investeringen in overstromingspreventie in het kader van de desbetreffende programma's passende financiële middelen moeten worden uitgetrokken, daar dit de regeringen van de lidstaten in staat stelt beleid voor de preventie van overstromingen te ontwikkelen en uit te voeren; benadrukt dat investeringen ter ondersteuning van rampenpreventie moeten uitgaan van een op ecosystemen gebaseerde aanpak;

    13.

    is van mening dat de gevolgen van rampen een negatieve impact hebben op de verlaging van EU-middelen; pleit voor de noodzakelijke flexibiliteit wat betreft herprogrammering in de lidstaten ter ondersteuning van de wederopbouw van de getroffen gebieden en de selectie van de meest geschikte projecten;

    14.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen van de lidstaten en de regionale en lokale autoriteiten in de getroffen gebieden.


    (1)  Aangenomen teksten P7_TA(2013)0003.

    (2)  PB C 272 E van 13.11.2003, blz. 471.

    (3)  PB C 193 E van 17.8.2006, blz. 322.

    (4)  PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 363.

    (5)  PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 369.

    (6)  PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 375.

    (7)  PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 240.

    (8)  PB C 236 E van 12.8.2011, blz. 128.

    (9)  PB C 349 E van 22.12.2010, blz. 88.


    Top