EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AE0831

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa (COM(2011) 571 final)

PB C 181 van 21.6.2012, p. 163–168 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

21.6.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 181/163


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa

(COM(2011) 571 final)

2012/C 181/29

Rapporteur: mevrouw EGAN

De Europese Commissie heeft op 20 september 2011 besloten, op grond van artikel 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa

COM(2011) 571 final.

De afdeling Landbouw, Plattelandsontwikkeling, Milieu, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 14 maart 2012 goedgekeurd.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 28 en 29 maart 2012 gehouden 479e zitting het volgende advies uitgebracht, dat met 146 stemmen vóór en 5 stemmen tegen, bij 4 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1   Met de Europa 2020-strategie en het vlaggenschipinitiatief voor een Europa dat efficiënter omspringt met zijn hulpbronnen („Efficiënt gebruik van hulpbronnen”) wil de Commissie de Europese economieën veerkrachtiger en duurzamer maken door ervoor te zorgen dat alle natuurlijke hulpbronnen een stuk doeltreffender worden ingezet. Het Comité heeft eerder zijn steun uitgesproken voor het vlaggenschipinitiatief en is ingenomen met het thans gepresenteerde „Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa”, waarin dit nader wordt uitgewerkt door mijlpalen te formuleren voor het transformatieproces en door een beleidskader te creëren waarmee dit proces op gang kan worden gebracht.

1.2   Het Comité roept alle instellingen, Europese leiders, ondernemingen, sociale partners en de Europese samenleving in haar geheel op om deze ingrijpende, maar noodzakelijke transformatie te ondersteunen en zich te verenigen in een brede politieke en maatschappelijke beweging die de voortgang in dit proces stuurt en toetst aan de hand van het door het stappenplan aangereikte kader.

1.3   Ter toetsing en bevordering van de voortgang bij de uitvoering van de maatregelen uit het stappenplan is het nodig dat zowel de Commissie als de lidstaten sterke coördinatiemechanismen op hoog niveau opzetten.

1.4   Op het niveau van de lidstaten dienen alomvattende strategieën ter bevordering van efficiënt hulpbronnengebruik te worden goedgekeurd, met onder meer belastinghervormingen, afschaffing van subsidies die een averechtse werking hebben, strenge regulering van productnormen, programma's voor onderwijs en ontwikkeling van vaardigheden en een volwaardige participatie van regionale en lokale overheden, het bedrijfsleven, sociale partners, consumentenverenigingen en andere organisaties en burgers. Ook actieve beleidsmaatregelen ter waarborging van een sociaal rechtvaardige overgang, met inbegrip van de scholing van werknemers en hun betrokkenheid bij de omvorming van de bedrijven in nieuwe hulpbronnenefficiënte ondernemingen dienen onderdeel te vormen van de strategieën.

1.5   Op Europees niveau ondersteunt het Comité alle voorgestelde maatregelen uit het stappenplan, in het bijzonder:

de snelle ontwikkeling van geschikte indicatoren, waaronder de in het stappenplan aanbevolen algemene indicator inzake het efficiënt hulpbronnengebruik van nationale economieën, een economische indicator „voorbij het bbp” die de mate van welzijn meet, en andere meer sectorgebonden indicatoren;

doeltreffende mechanismen om een efficiënt hulpbronnengebruik een belangrijk criterium te maken in de jaarlijkse hervormingsverslagen en hun evaluatie door de Commissie en in de peer reviews in het kader van het Europees semesterproces van de Europa-2020-strategie;

de herziening en actualisering van de overkoepelende Europese strategie voor duurzame ontwikkeling na de Milieutop van Rio in juni 2012, met bijzondere aandacht voor efficiënt hulpbronnengebruik, ook in verband met andere duurzaamheidsdoelstellingen;

een grondige analyse van de wisselwerking tussen efficiënt hulpbronnengebruik en de milieudoelstellingen, zoals die van het 7e Milieuactieprogramma;

coördinatiemechanismen die ervoor moeten zorgen dat over de gehele lijn voortgang wordt geboekt bij de 20 initiatieven die de Commissie heeft vastgesteld als bijdrage voor efficiënter hulpbronnengebruik en andere initiatieven die aan deze lijst kunnen worden toegevoegd;

de toevoeging van doelstellingen voor efficiënt hulpbronnengebruik aan de criteria voor alle Europese uitgavenprogramma's en openbare aanbestedingen;

de volwaardige deelname van het maatschappelijk middenveld aan een regelmatige toetsing en evaluatie van de voortgang.

1.6   Het Comité zal zich ten volle kwijten van zijn taak om belanghebbende partijen een stem te geven in dit proces en de voortgang in deze cruciale materie te toetsen en wil daartoe graag samenwerken met de andere instellingen.

2.   Achtergrond

2.1   Eén van de zeven nieuwe vlaggenschipinitiatieven in het kader van de Europa-2020-strategie is het vlaggenschipinitiatief „Efficiënt gebruik van hulpbronnen” (1), dat door de Commissie in januari 2011 is gepubliceerd. Met dit vlaggenschipinitiatief wil de Commissie een ommekeer teweegbrengen in het denken over het gebruik van materiële hulpbronnen in de diverse sectoren van de Europese economie door economische welvaart los te koppelen van het gebruik van hulpbronnen.

2.2   In een eerder advies over het bedoelde vlaggenschipinitiatief onderschrijft het Comité de algemene doelstellingen van de strategie ter bevordering van efficiënter hulpbronnengebruik en pleit het voor inpassing van het vlaggenschipinitiatief in een herwerkte en geactualiseerde editie van de overkoepelende Europese strategie voor duurzame ontwikkeling (2). Het vraagt de Commissie echter ook om concreter te zijn over de uitvoering van de sectorgebonden initiatieven en het stappenplan.

2.3   In de loop van 2011 heeft de Commissie verschillende initiatieven (3) gelanceerd om efficiënt gebruik van hulpbronnen aan te moedigen in bepaalde sectoren. In het stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa worden al deze maatregelen samengevoegd. Het plan schetst hoe een getransformeerde economie er tegen 2050 uit moet zien, zet mijlpalen uit die tegen 2020 moeten zijn bereikt en geeft aan op welke gebieden verdere maatregelen van de Commissie en de lidstaten nodig zijn om de doelstellingen te bereiken.

3.   Algemene opmerkingen

3.1   Het Comité deelt het standpunt van de Commissie dat efficiënter hulpbronnengebruik van cruciaal belang is voor Europa en de wereld. Efficiënter omgaan met hulpbronnen is een belangrijke sleutel om het voortdurende streven naar economische groei te verenigen met de noodzaak om het eindige karakter van veel natuurlijke hulpbronnenreserves op aarde en de grenzen die daardoor worden gesteld aan een voortdurende uitbreiding van de fysieke productie en consumptie, te erkennen. Het is tevens cruciaal om de toename van broeikasgassen en andere verontreinigende stoffen in te dammen, biotische hulpbronnen te beschermen en het openbaar nut van ecosystemen te vrijwaren. Bevordering van efficiënter hulpbronnengebruik dient een centrale plaats in te nemen in het beheer van 's werelds economieën en leidende ondernemingen.

3.2   Voor ondernemingen is er altijd een rechtstreekse prikkel geweest om hulpbronnen zo efficiënt mogelijk in te zetten in het productieproces teneinde de kosten te drukken. Aan de outputzijde is er, omgekeerd, altijd de prikkel geweest om consumenten aan te moedigen zo veel mogelijk te consumeren teneinde zo veel mogelijk omzet te maken. Gezien de in rap tempo groeiende wereldbevolking, de omhoogschietende consumentenvraag in vooral de opkomende economieën en de toenemende verontreiniging en schaarste van hulpbronnen mag niet verwacht worden dat efficiënt hulpbronnengebruik met marktwerking alleen kan worden bereikt. Wat wij nodig hebben, is een nieuwe vorm van „duurzame” of „groene” groei, waarbij de groei van de economie en van de welvaart niet langer gepaard gaat met een toenemend verbruik van hulpbronnen, maar juist met inzet van minder hulpbronnen kan worden gerealiseerd.

3.3   Regeringen en de samenleving in haar geheel zullen ervoor moeten zorgen dat de transformatie zich voltrekt in een dusdanig omvang en tempo dat de volgende generatie ermee vooruit kan. Overheidsingrijpen is geboden om

d.m.v. fiscale maatregelen correcte doorberekening van externe milieukosten te waarborgen;

subsidies met een nadelige werking af te schaffen;

minimumnormen voor efficiënt hulpbronnengebruik in te voeren in bepaalde sectoren door passende regelgeving;

relevante O&TO-projecten te ondersteunen;

investeringen in hulpbronnenefficiënte procedés aan te moedigen en inefficiënte procedés te ontmoedigen;

voorlichting te geven over efficiënt hulpbronnengebruik via de media en het (beroeps-)onderwijs.

3.4   Een transformatie van een dergelijke omvang en tempo heeft grote gevolgen voor de arbeidsmarkt. Ondernemingen die niet efficiënt omgaan met hun hulpbronnen of producten vervaardigen die veel afval veroorzaken, zullen onder druk komen te staan en moeten mogelijk werknemers ontslaan. Bedrijven daarentegen die efficiënt omgaan met hun hulpbronnen en efficiënte producten of diensten aanbieden, zullen floreren zodra de economie zich herstelt en een bakermat van nieuwe arbeidsplaatsen zijn. De landen die in het omschakelingsproces het voortouw nemen, zullen de meeste kans van slagen hebben en de sterkste concurrentiepositie innemen in een wereld waarin natuurlijke hulpbronnen steeds schaarser worden. Zij zullen in deze nieuwe groene economie ook het meest succesvol zijn in het creëren van werkgelegenheid.

3.5   Om een faire overgang te waarborgen, waarbij kwalitatief hoogstaande arbeidsplaatsen worden gecreëerd en het aanleren van nieuwe vaardigheden wordt gestimuleerd, zijn eventueel actieve programma's voor opleiding en begeleiding bij de herintreding op de arbeidsmarkt nodig (4). Dit aspect krijgt net als andere aspecten van de sociale dimensie geen aandacht in het stappenplan en zou nader moeten worden uitgewerkt.

3.6   Het bevorderen van efficiënt hulpbronnengebruik op zo'n grote schaal plaatst heel Europa en alle sectoren van de samenleving voor een enorme opgave. Het vraagt een sterk politiek en maatschappelijk engagement op alle niveaus en een ambitieus, breed opgezet programma met initiatieven en maatregelen van de EU en de lidstaten op zowel nationaal als lokaal niveau.

3.7   Het stappenplan biedt de mogelijkheid bij uitstek om dit trans-Europees politiek momentum te creëren en schetst een inspirerend beeld van wat er bereikt kan worden. Het Comité kan zich vinden in de globale aanpak die in het stappenplan wordt bepleit en in de visie die erin gepresenteerd wordt voor 2050.

3.8   Alles hangt af van de uitvoering. De voor 2020 voorgestelde mijlpalen zijn nuttig om de langetermijnvisie te vertalen in meer concrete en onmiddellijke doelstellingen, die binnen afzienbare tijd moeten worden gerealiseerd. Er moet echter nog heel wat gebeuren om de omschakeling van economisch beleid, bedrijfsstrategieën en investeringsstromen, zoals beoogd in het stappenplan, te bewerkstelligen. De Commissie heeft gewezen op het cruciale belang om over te schakelen op een hulpbronnenzuinige economie, een standpunt dat in zekere zin ook de steun heeft gekregen van de Raad Milieu (Conclusies van de Raad van milieuministers van 19 december 2011). Voor een succesvolle transformatie is echter de volle inzet en ondersteuning van de Commissie en de regeringen van de lidstaten nodig. Bevordering van efficiënt hulpbronnengebruik moet veel hoger op de politieke agenda van de regeringsleiders en de Europese Raad in al zijn samenstellingen komen te staan. Zowel de globale visie als de afzonderlijke stappen om die te realiseren vereisen een actieve en duurzame ondersteuning van alle sectoren en de vastbesloten wil om de verschillende mijlpalen te halen.

3.9   Ook het bedrijfsleven en de organisaties van het maatschappelijk middenveld moeten, net als het grote publiek en de consument, sterker doordrongen worden van de noodzaak om efficiënter om te gaan met hulpbronnen. Dit dient actief met alle beschikbare middelen te worden ondersteund, onder meer door dialoogstructuren op te zetten ter ondersteuning van de transformatie (5).

3.10   Het stappenplan valt of staat met de politieke daadkracht en engagement dat het weet te genereren om hulpbronnen efficiënter te gaan gebruiken. Belangrijk is in de eerste plaats dat er een fundamentele verandering komt in het economisch beheer. Met behulp van centraal gecoördineerde follow-upmaatregelen moet het momentum gecreëerd worden voor de verschillende initiatieven van het stappenplan, mogelijke belemmeringen uit de weg worden geruimd en de basis worden gelegd voor verdere maatregelen wanneer het verwezenlijken van de doelstellingen langzamer gaat dan gepland.

4.   Uitvoering op nationaal niveau

4.1   Met het ontwikkelen van hernieuwbare energiebronnen, afvalvermindering en bevordering van energiezuinige gebouwen en voertuigen zijn in verscheidene Europese landen de eerste stappen gezet weg van een te sterke afhankelijkheid van eindige brandstoffen. Toch gaat het maar moeizaam vooruit. Zo dreigen in sommige landen juist op dit cruciale moment de investeringen te vertragen omdat de benodigde stimuleringsmaatregelen voor verandering te vroeg worden afgeschaft. Het EESC adviseert om systematisch goede ervaringen met en voorbeelden van de tot op heden gedane inspanningen te verzamelen en te verspreiden, om in landen en sectoren die nog niet de gewenste vorderingen hebben laten zien, zo snel mogelijk een effect te sorteren. Essentieel is dat men consistent en standvastig blijft in de strijd.

4.2   Lidstaten moeten van het streven naar efficiënter hulpbronnengebruik een kernpunt van hun nationale economische strategieën en programma's maken en in alle economische sectoren inspanningen in die richting aanmoedigen. Daarnaast moeten er, als het aan het Comité ligt, in elke lidstaat politieke sturings- en coördinatiemechanismen op hoog niveau worden ingesteld om op meer duurzame en samenhangende wijze vaart te zetten achter het proces en vooruitgang te boeken.

4.3   Het succes van deze kruistocht voor efficiënter hulpbronnengebruik hangt net zozeer af van een omslag in de wensen en verwachtingen van het publiek en in de consumentenvraag als van de transformatie van productieprocedés.

4.4   De lidstaten dienen in nauw overleg met opiniemakers, waaronder de media, te bekijken hoe de essentiële boodschap om efficiënter om te gaan met hulpbronnen het beste onder de aandacht kan worden gebracht, zodat mettertijd de voorkeuren en keuzes die mensen maken verschuiven van onnodig hulpbronnenintensieve producten die veel afval veroorzaken naar meer hulpbronnenefficiënte goederen en diensten.

4.5   Efficiënt hulpbronnengebruik dient zowel op lokaal en regionaal niveau als op nationaal niveau een belangrijke doelstelling te zijn. De lidstaten moeten samen met de lokale en regionale overheden bekijken hoe zij dit het beste kunnen bevorderen.

4.6   Regeringen zullen alle beleidsinstrumenten waarover zij beschikken moeten inzetten voor de transformatie. Het belastingbeleid moet worden herzien om inefficiënt gebruik van energie en andere hulpbronnen af te straffen en efficiënt gebruik te belonen. Fiscaal neutrale hervormingen om heffingen op koolstofrijke brandstoffen en andere natuurlijke bronnen te verhogen en tegelijkertijd de werkgelegenheid te stimuleren en de sociale zekerheid te verbeteren, hebben een cruciale rol te spelen als leidraad voor de overgang naar een koolstofarme en hulpbronefficiënte economie (6) en het scheppen van arbeidsplaatsen (7). Subsidies die een averechts effect sorteren doordat zij inefficiënt energiegebruik en wanbeheer van andere hulpbronnen aanmoedigen of sanctioneren dienen geleidelijk te worden afgeschaft. Hoewel deze doelstelling vaak wordt genoemd, wordt hier nog steeds niet serieus werk van gemaakt. Strenge regelgeving is nodig om ervoor te zorgen dat kernsectoren als de bouw, vervoer en landbouw overgaan tot efficiënt gebruik van hulpbronnen. Met behulp van een stevig afvalbeheerbeleid moeten afvalminimalisering en hergebruik en recycling van afgedankt materiaal worden aangemoedigd. Wil de boodschap alle maatschappelijke sectoren bereiken, dan moet er worden geïnvesteerd in onderwijs, publieke voorlichtingsprogramma's, ontwikkeling van vaardigheden en innovatie. Lidstaten en EU zullen in onderlinge afstemming op een breed front maatregelen moeten nemen om dit alles voor elkaar te krijgen.

4.7   De lidstaten dienen zich publiekelijk ertoe te verbinden aanhoudende inspanningen te doen om efficiënt gebruik van hulpbronnen te bevorderen en op gezette tijden in het openbaar verslag uit te brengen van de geboekte vooruitgang en hoe beleid en openbare en particuliere investeringen de omslag ondersteunen. De Commissie zou kunnen helpen door de methoden van de lidstaten ter bevordering van efficiënter hulpbronnengebruik te evalueren en een grootschaliger verspreiding en consistent gebruik van de beste methoden aan te moedigen.

5.   Uitvoering op Europees niveau

5.1   De EU komt een centrale rol toe om maatregelen in de lidstaten aan te moedigen en te ondersteunen en op Europees niveau initiatieven te lanceren die de overgang naar een hulpbronnenzuinige economie ondersteunen. Het Comité steunt alle beleidsmaatregelen en initiatieven uit het stappenplan, maar wil graag opmerkingen maken bij de volgende punten:

Metingen en indicatoren

Integratie in de Europa 2020-strategie en het semesterproces

De Europese strategie voor duurzame ontwikkeling en het 7e Milieuactieprogramma

De 20 initiatieven en de drie kernsectoren in het stappenplan

Europese programma's voor uitgaven en openbare aanbestedingen

Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en het grote publiek

5.2   Metingen, indicatoren, doelstellingen en mijlpalen

Er moeten gerichte voortgangsindicatoren worden ontwikkeld voor de verschillende aspecten van efficiënt hulpbronnengebruik. Belangrijk is ook dat hierover tijdig betrouwbare en coherente informatie beschikbaar is. Als onderdeel van de monitoring dient daarnaast te worden bekeken hoe ver het staat met:

de beleidsonderdelen die van centraal belang zijn voor het bevorderen van efficiënt hulpbronnengebruik (bijv. fiscaliteit, regelgeving);

de herverdeling van publieke en private investeringen ter ondersteuning van een hulpbronnenzuinige productie en consumptie en ter ontmoediging van inefficiënte, afvalintensieve processen, en

de heroriëntatie van de werkgelegenheid op hulpbronnenefficiënte arbeidsplaatsen voor de vervaardiging c.q. verlening van hulpbronnenefficiënte producten en diensten en met de uitbreiding van opleidingsmogelijkheden en andere maatregelen die de omschakeling van de economie moeten ondersteunen.

5.3   Het Comité juicht het toe dat wordt voorgesteld om een nieuwe kernindicator voor de productiviteit van hulpbronnen in te voeren als globale graadmeter voor vooruitgang. Welvaart wordt daarbij losgekoppeld van het verbruik van materiële hulpbronnen. Het dringt erop aan dat eenzelfde prioriteit wordt ingeruimd voor de ontwikkeling van solide indicatoren voor natuurlijk en sociaal kapitaal en voor de beschikbaarheid en toestand van natuurlijke hulpbronnen.

5.4   Het Comité is van mening dat de mijlpalen met betrekking tot milieuonvriendelijke subsidies, biodiversiteit en de drie sleutelsectoren levensmiddelen, bouw en mobiliteit niet nauwkeurig genoeg zijn omschreven en nader moeten worden uitgewerkt. Het programma voor de ontwikkeling van indicatoren moet meer prioriteit krijgen en uitgerust worden met een adequaat budget om sneller te kunnen vorderen.

5.5   Met name om de prestaties van de nationale economieën te meten is er dringend een betere indicator nodig, die aangeeft hoe efficiencyverbeteringen in het hulpbronnengebruik van een economie bijdragen tot een hoger welvaartspeil in de betrokken samenleving en tot een meer duurzame ontwikkeling op mondiaal niveau. Het Comité pleit ervoor dat de langetermijnstudies naar betere alternatieven voor het bbp afgerond en ten uitvoer worden gelegd, zodat de algehele vooruitgang op het vlak van efficiënt hulpbronnengebruik en de daarmee verbonden verbeteringen op het vlak van welvaart en duurzaamheid adequaat kunnen worden gemeten (8).

5.6   Integratie in de Europa 2020-strategie en het semesterproces

Vanwege het horizontale karakter van het initiatief voor een hulpbronnenzuinig Europa en om ervoor te zorgen dat efficiënt hulpbronnengebruik hoog op de politieke agenda blijft staan, dient het initiatief op Europees niveau te worden geschraagd door een goedwerkende, centraal gecoördineerde en financieel adequaat uitgeruste bestuurlijke uitvoeringsstructuur, die open en transparant van opzet is en geënt is op een zo groot mogelijke participatie van belanghebbende partijen.

5.7   Het is een goed idee om gebruik te maken van het Europees semesterproces, zodat efficiënt hulpbronnengebruik de aandacht krijgt die het toekomt in de economische beleidsvorming van de Europese Raad en in de dialoog op hoog niveau met de lidstaten. De rapportage dient gebaseerd te zijn op gerichte, nauwkeurig omschreven monitoringeisen om een accuraat en actueel beeld te geven van de vorderingen op het vlak van efficiënt hulpbronnengebruik. Als op bepaalde terreinen niet voldoende vooruitgang wordt geboekt, dient dit zo snel mogelijk te worden vastgesteld en rechtgezet met aanvullende maatregelen.

5.8   Het staat het Comité echter niet aan dat de programmalanden voorlopig kennelijk worden vrijgesteld van deze rapportageverplichting. Het Comité erkent dat de landen in kwestie voor grote aanpassingen van hun economie staan met alle problemen van dien, maar meent ook dat zij er in hoge mate baat bij zouden hebben om efficiënt hulpbronnengebruik een centrale plaats te geven in hun herstelprogramma's. Het vindt daarom dat zij op dit onderdeel vanaf het begin als volwaardige partner betrokken moeten worden bij het semesterproces.

5.9   Om het rapportagesysteem meer onder de aandacht van het publiek te brengen en meer politiek elan te geven dringt het Comité erop aan dat de nationale verslagen die de basis vormen van de evaluatie in het kader van het Europees semester besproken worden in een openbare raadpleging en in een debat met de diverse belanghebbenden partijen in elke lidstaat. Ook de besprekingen van de nationale verslagen door de peer group moeten opengesteld worden voor participatie en debat. Het Comité zou zelf voor de belanghebbende partijen op Europees niveau als forum kunnen dienen voor een regelmatig debat over de vorderingen in het transformatieproces en de benodigde maatregelen om op koers te blijven.

5.10   Het Comité acht het van belang dat de Commissie niet alleen inzet op het semesterproces voor de omzetting van het hulpbronneneffciency-initiatief, maar ook gebruik maakt van andere programma's en strategieën.

5.11   De Europese strategie voor duurzame ontwikkeling en het 7e Milieuactieprogramma.

De strategie ter bevordering van een efficiënter hulpbronnengebruik en de Europa 2020-strategie worden door de Commissie terecht gezien als strategieën die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de verwezenlijking van de overkoepelende doelstelling van duurzame ontwikkeling. Efficiënt hulpbronnengebruik bestrijkt niet alle aspecten van duurzame ontwikkeling. Door de nadruk te leggen op het eerste mogen andere duurzaamheidsaspecten niet uit het oog worden verloren. De VN-top over duurzame ontwikkeling dat dit jaar in Rio zal plaatsvinden dient te worden aangegrepen om de overgang naar een hulpbronnenzuinige economie een centrale plaats te geven in het globale streven naar een groenere economie binnen de overkoepelende strategie voor duurzame ontwikkeling. Als onderdeel van de maatregelen na de Top van Rio zou Europa zijn eigen strategie voor duurzame ontwikkeling moeten herzien en nieuw leven moeten inblazen, compleet met geïntegreerde nationale rapportage over duurzame ontwikkeling en efficiënt hulpbronnengebruik zodat de vorderingen op deze terreinen in beeld kunnen worden gebracht.

5.12   De Commissie heeft voor dit jaar een 7e Europees milieuactieprogramma aangekondigd. Op aandringen van de Raad moet de Commissie ervoor zorgen dat het nieuwe programma zo wordt opgezet dat de beleidsmaatregelen en -plannen op milieuvlak en de doelstellingen op het vlak van efficiënt hulpbronnengebruik uit het stappenplan elkaar aanvullen. Een lovenswaardig streven, maar er zal meer moeten gebeuren om er een programma van te maken dat echt iets kan betekenen.

5.13   De 20 initiatieven en de drie kernsectoren

Het Comité is momenteel bezig de meeste van de 20 initiatieven die in de strategie worden voorgesteld kritisch te evalueren. Het is groot voorstander ervan om, zoals de opzet van het stappenplan is, alle initiatieven tegelijk te laten lopen om een zo groot mogelijk effect te sorteren met betrekking tot efficiënter hulpbronnengebruik. De initiatieven dienen zowel afzonderlijk als in hun geheel regelmatig te worden geëvalueerd, om te waarborgen dat zij het beoogde cumulatieve effect sorteren.

5.14   Het Comité is het ermee eens dat de drie door de Commissie genoemde sectoren (levensmiddelen, bouw en mobiliteit) bijzonder belangrijk zijn voor het bevorderen van efficiënt hulpbronnengebruik, maar wijst erop dat ook het gebruik van water en grond in dit opzicht een cruciale rol spelen. De eenheden die verantwoordelijk zijn voor het opvolgen van de vorderingen op het gebied van efficiënt hulpbronnengebruik dienen hun blik stelselmatig op al deze sectoren te richten om te toetsen of zij wel hun bijdrage leveren aan de gewenste overgang naar een hulpbronnenefficiënte economie.

5.15   Europese uitgavenprogramma's en openbare aanbestedingen

In het verleden is er in de structuurfondsen en andere uitgavenprogramma's van de EU niet altijd voldoende rekening gehouden met de doelstelling om efficiënt hulpbronnengebruik te bevorderen. Elke herziening van deze programma's moet worden benut om efficiënt hulpbronnengebruik als doelstelling steviger in te bedden in hun prioriteiten en criteria. Het is een goed teken dat in de recente begrotingsvoorstellen van de Commissie grotere prioriteit wordt toegekend aan efficiënt hulpbronnengebruik en aan de overige doelstellingen van de Europa 2020-strategie. Belangrijk is ervoor te zorgen dat in de gedetailleerde begrotingsonderhandelingen rekening wordt gehouden met dit voorstel.

5.16   Er moet met name meer nadruk worden gelegd op het afschaffen van schadelijke stimuli, het vrijmaken van de benodigde middelen en de bevordering van innovatieve methoden om natuurlijk kapitaal naar waarde te schatten, en de ontwikkeling van fiscale maatregelen om de externe kosten door te berekenen en de echte kostprijs voor de samenleving te bepalen. Deze maatregelen gelden voor verschillende van de 20 initiatieven en zijn ook relevant voor het cohesiebeleid en andere ontwikkelingsterreinen van kernbeleidsonderdelen.

5.17   Op vergelijkbare wijze kunnen de Europese en nationale programma's voor uitgaven en openbare aanbestedingen een nuttig instrument zijn om efficiënt hulpbronnengebruik te bevorderen door efficiencynormen te hanteren voor de aankoop van goederen en diensten, waardoor deze prioriteit ook aan de leveringsketen wordt opgelegd. De Commissie dient beleidsinitiatieven op dit terrein nieuw leven in te blazen, zodat van vereisten m.b.t. efficiënt hulpbronnengebruik een kernspecificatie voor alle openbare aanbestedingen kan worden gemaakt.

5.18   Participatie van belanghebbende partijen, het maatschappelijk middenveld en het publiek

De in het stappenplan voorgestelde overgang naar een hulpbronnenefficiënte economie is van cruciaal belang voor de wereld en Europa. Technische middelen alleen volstaan niet om er te komen. Alle delen van de samenleving moeten de noodzaak van verandering inzien en accepteren en de krachten bundelen om dit te verwezenlijken.

5.19   Het Comité onderstreept het belang om de consument voor te lichten over de noodzaak van efficiënt hulpbronnengebruik. Het dringt erop aan dat de Commissie bekijkt hoe vervolgmaatregelen op initiatieven als het EU-actieplan voor duurzame consumptie en productie en een duurzaam industriebeleid uit 2008 (9) het beste geïntegreerd kunnen worden in de nieuwe werkzaamheden m.b.t. efficiënt hulpbronnengebruik en met name hoe er op Europees niveau meer zou kunnen worden gedaan om de consument beter voor te lichten over duurzaamheid en efficiënt hulpbronnengebruik en de afwegingen die daarbij moeten worden gemaakt.

5.20   Het Comité wil zich ten volle ervoor inzetten om de belanghebbende partijen te betrekken bij dit streven naar efficiënt hulpbronnengebruik. Het zal nauwlettend in de gaten houden hoe de zaken op dit terrein vorderen en wil daartoe graag samenwerken met de andere instellingen.

Brussel, 28 maart 2012

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  COM(2011) 571 final

(2)  Zie het EESC-advies „Efficiënt gebruik van hulpbronnen - Vlaggenschipinitiatief in het kader van de Europa 2020-strategie”, EPB C 376 van 22.12.2011, blz. 97-101

(3)  COM(2011) 21, bijlage I.

(4)  Zie het EESC-advies „Bevordering van duurzame groene banen in het kader van het EU-energie- en klimaatveranderingspakket”, PB C 44 van 11.2.2011, blz. 110-117

(5)  Zie het EESC-advies „Werken aan een duurzame economie: ons consumptiepatroon veranderen”, PB C 44 van 11.2.2011, blz. 57-61

(6)  Zie het EESC-advies Routekaart naar een concurrerende koolstofarme economie in 2050, par. 3.15 f)., PB C 376 van 22.12.2011, blz. 110

(7)  Zie het EESC-advies Rio+20: naar een groene economie en betere governance (COM(2011) 363 definitief) — Bijdrage van Europese maatschappelijke organisaties, par. 4.15, PB C 376 van 22.12.2011, blz. 102

(8)  Zie het advies van het EESC „Voorbij het BBP - maatstaven voor duurzame ontwikkeling”, PB C 100 van 30.4.2009, blz. 53 en het EESC-advies over de „Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - Het BBP en verder - Meting van de vooruitgang in een veranderende wereld”, PB C 18 van 19.1.2011, blz. 64

(9)  COM(2008) 0397 final


Top