Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011IP0074

    Oeganda: moord op David Kato Resolutie van het Europees Parlement van 17 februari 2011 over Oeganda: de moord op David Kato

    PB C 188E van 28.6.2012, p. 62–64 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    28.6.2012   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 188/62


    Donderdag 17 februari 2011
    Oeganda: moord op David Kato

    P7_TA(2011)0074

    Resolutie van het Europees Parlement van 17 februari 2011 over Oeganda: de moord op David Kato

    2012/C 188 E/14

    Het Europees Parlement,

    gezien de internationale verplichtingen en instrumenten op het gebied van de mensenrechten die onder meer voortvloeien uit de VN-verdragen inzake de rechten van de mens en uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, en die de eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden waarborgen en discriminatie verbieden,

    gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 (Overeenkomst van Cotonou), en herzien te Ouagadougou op 23 juni 2010, en de mensenrechtenclausules in deze overeenkomst, in het bijzonder artikel 8,

    gelet op de artikelen 6, 7 en 21 van het verdrag betreffende de Europese Unie (VEU), die de Europese unie en haar lidstaten verplichten om de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te eerbiedigen en op EU-niveau middelen aan te reiken om tegen discriminatie en schendingen van de rechten van de mens op te treden,

    gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name op artikel 21, lid 1, dat discriminatie op grond van seksuele voorkeur verbiedt,

    gezien alle inspanningen van de Europese Unie om homofobie en discriminatie op grond van seksuele voorkeur te bestrijden,

    onder verwijzing naar zijn vroegere resoluties over homofobie, bescherming van minderheden en antidiscriminatiebeleid,

    onder verwijzing naar zijn resolutie van 17 december 2009 over Oeganda: ontwerpwetgeving tegen homoseksualiteit (1) en van 16 december 2010 over Oeganda: het zogeheten „wetsontwerp-Bahati” en discriminatie van de LGBT-bevolking (2),

    gezien de verklaring van 17 mei 2010 van de vicevoorzitter van de Commissie / hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Catherine Ashton, en van Jerzy Buzek, Voorzitter van het Europees Parlement, de Internationale dag tegen homofobie,

    gezien de verklaring van 28 september 2010 van de ACS-groep over vreedzaam samengaan van godsdiensten en het belang dat in de ACS-samenwerking wordt gehecht aan het verschijnsel homoseksualiteit,

    gezien de verklaring die EU-vertegenwoordigers van EVP, S&D, ALDE, Groenen en GUE-fractie van het Europees Parlement in de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU op 6 december 2010 hebben afgelegd naar aanleiding van de ACS-verklaring,

    onder verwijzing naar de resolutie van de gezamenlijke parlementaire vergadering ACS-EU van 3 december 2009 over sociale en culturele integratie en deelname van jonge mensen,

    gelet op artikel 122, lid 5, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat David Kato Kisule, mensenrechtenactivist en leider van de homoseksuelen- en lesbische-vrouwengroep Sexual Minorities Uganda en van de LGBT-gemeenschp in Oeganda in het algemeen, op 26 januari 2011 in Oeganda op beestachtige wijze is vermoord,

    B.

    overwegende dat David Kato daarvoor een door hem aangespannen proces tegen het boulevardblad Rolling Stone had gewonnen, dat op 9 oktober 2010 en 15 november 2010 de namen, persoonlijke gegevens en foto's had gepubliceerd van meer dan 100 mensen onder wie David Kato, die homoseksueel zouden zijn, en dat lezers had aangespoord hen letsel toe te brengen of op te hangen,

    C.

    overwegende dat het Oegandese Hooggerechtshof op 3 januari 2011 heeft besloten dat Rolling Stone de fundamentele constitutionele rechten heeft geschonden van alle burgers tot waardigheid en privacy, en daarbij vermeldt dat zelfs huidige Oegandese wetgeving inzake anti-homoseksualiteit niet kan worden opgevat als zou ze geweld tegen of moordpartijen tegen homoseksuelen verschonen; overwegende dat Kato Kisule, na de overwinning voor het Hof, het feit aan de kaak stelde dat het aantal bedreigingen en pesterijen toenam,

    D.

    overwegende dat de co-voorzitter van de Paritaire Parlementaire Vergadering Europese Unie-Afrika, Caribisch Gebied en Stille Oceaan; de voorzitter van de Subcommissie mensenrechten; de Voorzitter van het Europees Parlement de hoofden van de EU-gezantschappen in Kampala; de minister van Buitenlandse Zaken en de president van de verenigde Staten; de Hoge Commissaris van de VN voor mensenrechten en andere leiders van de internationale gemeenschap David Kito hebben geprezen als verdediger van de mensenrechten n de Oegandese instanties hebben verzocht de dader(s) voor de rechter te brengen,

    E.

    overwegende dat het Europees Parlement en andere niet-gouvernementele organisaties en vertegenwoordigers van de regeringen van VS en EU herhaaldelijk hun verontrusting hebben geuit over de situatie van LGBT-personen in Oeganda, over aanhoudende discriminatie en vervolging, en over het aanzetten tot haat tegen LGBT-personen door openbare en particuliere personen en organisaties in Oeganda,

    F.

    overwegende dat de groep waartoe David Kato behoorde zich in het openbaar heeft gekeerd tegen het wetsontwerp tegen homoseksualiteit, dat parlementslid David Bahati op 25 september 2009 heeft ingediend in het Oegandese parlement, dat voorziet in strafbaarstelling van homoseksuele handelingen met gevangenisstraffen variërend van zeven jaar tot levenslang, alsmede met de doodstraf, overwegende dat het wetsontwerp maximaal drie jaar gevangenisstraf stelt op verzwijging van homoseksualiteit van een kind of een patiënt; overwegende dat het wetsontwerp nog in behandeling is,

    G.

    overwegende dat LGBT-personen en personen wier foto's zijn verschenen in Rolling Stone en die vervolgens zijn voorgelezen op radio en televisie, thans in reëel gevaar verkeren te worden vervolgd, dat zij meestal geen onderdak hebben, zonder werk zitten, gedwongen zijn openbare plaatsen te vermijden en dat zij zich aan het zicht moeten ontrekken,

    H.

    overwegende dat homoseksualiteit in slechts13 Afrikaanse landen legaal is en in 38 landen een strafbaar feit, overwegende dat Mauritanië, Somalië, Soedan en Noord-Nigeria de doodstraf op homoseksualiteit hebben gesteld, overwegende dat o.m. politieke en extremistische godsdienstige leiders aanzetten tot geweld tegen LGBT-personen, terwijl de overheid strafbare feiten naar aanleiding van seksuele geaardheid gedoogt en onbestraft laat, en gezien het feit dat het aantal gevallen van discriminatie, willekeurige arrestatie en mishandeling wegens seksuele geaardheid voortdurend toeneemt,

    1.

    veroordeelt de gewelddadige moord op de Oegandese mensenrechtenactivist David Kato in meest krachtige termen;

    2.

    verzoekt de Oegandese instanties een diepgaand en onpartijdig onderzoek in te stellen naar de moord en de daders voor de rechter te brengen, en hetzelfde te doen in ieder geval van vervolging, discriminatie en geweld tegen LGBT-personen en alle andere minderheden; verzoekt de Oegandese instanties een onderzoek te doen naar personen die in het openbaar hebben aangedrongen op de moord op David Kato, hun organisaties, rol en financiering;

    3.

    betreurt dat de Oegandese autoriteiten zwijgen over een gedachtegoed dat oproept tot discriminatie van homoseksuelen, en wijst hen op hun verplichtingen uit hoofde van het internationaal recht en de Overeenkomst van Cotonou, met name de plicht eenieder te beschermen tegen bedreiging en geweld, ongeacht zijn seksuele geaardheid of geslachtsidentiteit;

    4.

    wijst er ter gelegenheid van de algemene en presidentsverkiezingen die voor 18 februari 2011 op het programma staan nogmaals op dat moet worden gepleit tegen iedere vorm van onderdrukking van homoseksualiteit, dat er maatregelen moeten worden genomen om een eind te maken aan de tegen homo's gerichte campagnes in de pers, en aan alle oproepen tot haat tegen een minderheidsgemeenschap of iedere motivering op basis van geslacht of seksuele geaardheid;

    5.

    verzoekt de regering van Oeganda erop toe te zien dat LGBT-personen en alle andere minderheidsgroepen in Oeganda gelijkelijk worden beschermd tegen geweld, en onmiddellijk op te treden tegen alle bedreigingen of gevallen van haatzaaien die geweld, discriminatie of vijandigheid tegen hen kunnen veroorzaken;

    6.

    veroordeelt dus andermaal het „wetsvoorstel-Bahati” tegen homoseksualiteit en verzoekt het parlement van Oeganda homoseksualiteit uit de strafrechtelijke sfeer te halen en toepassing van de doodstraf onder alle omstandigheden af te wijzen; schaart zich achter het beroep dat VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon op 10 december 2010 heeft gedaan om homoseksualiteit overal ter wereld uit de strafrechtelijke sfeer te halen;

    7.

    veroordeelt elke poging tot het aanwakkeren van haat en het voorstaan van geweld tegen welke minderheidsgroepering dan ook, onder meer op grond van sekse of seksuele oriëntatie; sluit zich aan bij het verzoek van SMUG, de organisatie van David Kato, en van andere organisaties aan instanties, politieke en godsdienstige leiders en de media, op te houden met het verketteren van seksuele minderheden en het scheppen van een klimaat van geweld tegen LGBT-personen;

    8.

    dringt er bij de Europese Commissie en de lidstaten met klem op aan LGBT-activisten op te nemen in hun programma's ter ondersteuning van mensenrechtenactivisten; verzoekt alle niet-gouvernementele organisaties in Oeganda samen te werken met de Oegandese Coalitie voor de rechten van de mens, met inbegrip van LGBT-organisaties;

    9.

    verzoekt de EU en de lidstaten erop toe te zien dat in het kader van hun buitenlands beleid, o.m. hun samenwerkings- en ontwikkelingsbeleid, met derde landen, zowel wat betreft relaties met overheden als met n niet-gouvernementele organisaties, naar behoren rekening wordt gehouden met situatie van de mensenrechten van alle minderheidsgroepen waaronder LGBT-personen, om ervoor te zorgen dat op dit gebied tastbare vooruitgang wordt geboekt; verzoekt de Commissie, de Raad en de Europese dienst voor extern optreden bij hun contacten met Oeganda ten volle gebruik te maken van de instrumenten ter bevordering en bescherming van alle mensenrechten van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen (LGBT), LGBT-activisten in Oeganda volledig te beschermen en hun activiteiten te steunen; verzoekt de Commissie deze punten op te nemen in het door het EP gevraagde stappenplan tegen homohaat (3);

    10.

    is er bijzonder verontrust over dat internationale donors, internationale organisaties en niet-gouvernementele organisaties, humanitaire organisaties en artsen hun werkzaamheden op bepaalde terreinen zouden moeten staken als het wetsvoorstel wordt aangenomen en stelt vast dat Duitsland heeft besloten de helft van de aan Malawi toegezegde steun op te schorten wegens het strafbaar stellen van homoseksualiteit en de beperking van de persvrijheid, nadat de Verenigde Staten hadden geweigerd meer dan 350 miljoen USD naar Malawi over te maken als er niet nader zou worden onderhandeld over wetten die de persoonlijke vrijheid beperken;

    11.

    herhaalt dat het vasthoudt aan universele mensenrechten en dat seksuele geaardheid een aangelegenheid is die valt binnen het individuele recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer die door de internationale mensenrechtenwetgeving wordt gewaarborgd, en in overeenstemming waarmee gelijkheid en niet-discriminatie moeten worden beschermd, terwijl de vrijheid van meningsuiting gewaarborgd dient te zijn, en herinnert de Oegandese instanties aan hun verplichtingen uit hoofde van de internationale wetgeving en van de Overeenkomst van Cotonou, waarin wordt aangedrongen op eerbiediging van de mensenrechten;

    12.

    verzoekt de lidstaten en instellingen van de EU het beginsel te bevestigen dat personen die dreigen te worden vervolgd, in aanmerking moeten worden genomen voor de status van vluchteling;

    13.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de president van de republiek Oeganda, de voorzitter van het Oegandese parlement, de Oost-Afrikaanse wetgevende vergadering en de Afrikaanse Unie en haar instellingen.


    (1)  PB C 286 E van 22.10.2010, blz. 25.

    (2)  Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0495.

    (3)  Pr. 7 van resolutie P7_TA(2011)0019 van 19 januari 2011.


    Top