This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011AP0209
Units of measurement (codification) ***I European Parliament legislative resolution of 11 May 2011 on the proposal for a directive of the European Parliament and of the Council on the approximation of the laws of the Member States relating to units of measurement (codified text) (COM(2010)0507 – C7-0287/2010 – 2010/0260(COD))#P7_TC1-COD(2010)0260 Position of the European Parliament adopted at first reading on 11 May 2011 with a view to the adoption of Directive 2011/…/EU of the European Parliament and of the Council on the approximation of the laws of the Member States relating to units of measurement (Codification) Text with EEA relevance#ANNEX I#ANNEX II#ANNEX III
Onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 mei 2011 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (gecodificeerde versie) (COM(2010)0507 – C7-0287/2010 – 2010/0260(COD))
P7_TC1-COD(2010)0260 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 mei 2011 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2011/…/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (Codificatie) Voor de EER relevante tekst
BIJLAGE I
BIJLAGE II
BIJLAGE III
Onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 mei 2011 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (gecodificeerde versie) (COM(2010)0507 – C7-0287/2010 – 2010/0260(COD))
P7_TC1-COD(2010)0260 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 mei 2011 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2011/…/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (Codificatie) Voor de EER relevante tekst
BIJLAGE I
BIJLAGE II
BIJLAGE III
PB C 377E van 7.12.2012, p. 217–228
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.12.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
CE 377/217 |
Woensdag 11 mei 2011
Onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden ***I
P7_TA(2011)0209
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 11 mei 2011 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (gecodificeerde versie) (COM(2010)0507 – C7-0287/2010 – 2010/0260(COD))
2012/C 377 E/36
(Gewone wetgevingsprocedure – codificatie)
Het Europees Parlement,
— |
gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2010)0507), |
— |
gelet op artikel 294, lid 2, en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0287/2010), |
— |
gelet op artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, |
— |
gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 8 december 2010 (1), |
— |
gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 over een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten (2), |
— |
gelet op de artikelen 86 en 55 van zijn Reglement, |
— |
gezien het verslag van zijn Commissie juridische zaken (A7-0089/2011), |
A. |
overwegende dat naar de mening van de adviesgroep van de juridische diensten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie het voorstel in kwestie een eenvoudige codificatie van de bestaande teksten behelst, zonder inhoudelijke wijzigingen, |
1. |
stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast; |
2. |
verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen. |
(1) PB C 54 van 19.2.2011, blz. 31.
(2) PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2.
Woensdag 11 mei 2011
P7_TC1-COD(2010)0260
Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 11 mei 2011 met het oog op de aanneming van Richtlijn 2011/…/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (Codificatie)
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Richtlijn 80/181/EEG van de Raad van 20 december 1979 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten op het gebied van de meeteenheden (3) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (4). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. |
(2) |
Meeteenheden zijn onmisbaar voor alle meetmiddelen, voor de weergave van alle metingen en voor de aanduiding van alle grootheden. Meeteenheden worden in de meeste sectoren van menselijke activiteit gebruikt. Een zo groot mogelijke duidelijkheid bij het gebruik ervan moet worden gegarandeerd. Derhalve moet het gebruik in de Unie van meeteenheden in het economisch verkeer, op de gebieden van volksgezondheid en openbare veiligheid alsmede voor wat de handelingen van bestuursrechtelijke aard betreft, worden gereglementeerd. |
(3) |
Er zijn met betrekking tot de meeteenheden internationale resoluties aanvaard, welke zijn uitgevaardigd door de Algemene Conferentie voor maten en gewichten (CGPM), ingesteld bij de op 20 mei 1875 te Parijs ondertekende Meterconventie, waarbij alle lidstaten zijn aangesloten. Deze resoluties hebben geleid tot invoering van het "Internationaal stelsel van eenheden" (SI). |
(4) |
Op het gebied van het internationaal vervoer bestaan er evenwel internationale overeenkomsten of verdragen die bindend zijn voor de Unie of de lidstaten. Deze overeenkomsten of verdragen moeten worden nageleefd. |
(5) |
Daar de handhaving van bepaalde uitzonderingen betreffende meeteenheden die nog in het Verenigd Koninkrijk en Ierland worden toegepast, wegens het lokale karakter ervan en het geringe aantal betrokken producten niet tot niet-tarifaire handelsbelemmering leidt, is het dan ook niet nodig die uitzonderingen te schrappen. |
(6) |
Bepaalde derde landen laten geen producten op hun markt toe waarbij voor de etikettering uitsluitend de wettelijke meeteenheden worden gebruikt die zijn vastgesteld bij deze richtlijn. Bedrijven die naar deze landen exporteren, ondervinden nadeel indien aanvullende aanduidingen na niet meer zijn toegestaan. Aanvullende aanduidingen in niet-wettelijke meeteenheden moeten derhalve worden toegestaan. |
(7) |
Het toestaan van dergelijke aanvullende aanduidingen kan ook de mogelijkheid bieden om nieuwe metrieke eenheden die op internationaal niveau tot stand komen, soepel en geleidelijk in te voeren. |
(8) |
De systematische toepassing van het gebruik van aanvullende aanduidingen op alle meetmiddelen, onder meer op medische apparatuur, is evenwel niet noodzakelijkerwijze wenselijk. De lidstaten moeten op hun grondgebied kunnen eisen dat de aanduidingen van de grootheden op meetmiddelen in één wettelijke meeteenheid zijn aangegeven. |
(9) |
De onderhavige richtlijn laat de verdere fabricage van vóór de toepassingsdatum van Richtlijn 80/181/EEG op de markt gebrachte producten onverlet. Zij heeft evenwel betrekking op het op de markt brengen en het gebruik van producten, apparaten, machines of installaties waarop de grootheden zijn aangeduid in meeteenheden die niet langer de wettelijke meeteenheden zijn en welke producten, apparaten, machines of installaties noodzakelijk zijn ter aanvulling of vervanging van onderdelen of delen van producten, apparaten, machines, installaties of meetmiddelen die reeds op de markt zijn gebracht. Het is derhalve noodzakelijk dat de lidstaten het op de markt brengen en het gebruik van dergelijke producten en apparaten, machines of installaties voor aanvulling of vervanging toestaan, zelfs wanneer de grootheden hierop zijn aangeduid in niet langer wettelijke meeteenheden, ten einde het verdere gebruik van reeds op de markt gebrachte producten, apparaten, machines, installaties of meetmiddelen mogelijk te maken. |
(10) |
Deze richtlijn ondersteunt een soepele werking van de interne markt door de hierin voorgeschreven harmonisatie van meeteenheden. In deze context is het passend dat de Commissie de marktontwikkelingen in verband met deze richtlijn en de uitvoering ervan in het oog houdt, met name wat betreft eventuele belemmeringen voor de werking van de interne markt en de verdere harmonisering die nodig is om die belemmeringen weg te nemen. |
(11) |
Het is passend dat de Commissie er in de context van de handelsbetrekkingen met derde landen, waaronder de trans-Atlantische Economische Raad, nauwgezet naar blijft streven dat producten waarop alleen SI-eenheden vermeld staan, op de markten van derde landen worden aanvaard. |
(12) |
Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
De wettelijke meeteenheden in de zin van deze richtlijn die moeten worden gebruikt om daarin grootheden uit te drukken, zijn:
a) |
die welke zijn vermeld in hoofdstuk I van bijlage I; |
b) |
die welke zijn vermeld in hoofdstuk II van bijlage I, alleen in die lidstaten waarin deze eenheden op 21 april 1973 waren toegestaan. |
Artikel 2
1. De uit artikel 1 voortvloeiende verplichtingen hebben betrekking op de meetinstrumenten die worden gebruikt, op de metingen die worden verricht en op de aanduidingen van in eenheden uitgedrukte grootheden.
2. Deze richtlijn laat onverlet het gebruik op het gebied van de scheepvaart, de luchtvaart en het spoorwegverkeer van andere dan de in deze richtlijn verplicht gestelde meeteenheden, die zijn vastgesteld bij voor de Unie of de lidstaten bindende internationale overeenkomsten of verdragen.
Artikel 3
1. Er is een aanvullende aanduiding in de zin van deze richtlijn wanneer een aanduiding in een meeteenheid van hoofdstuk I van bijlage I vergezeld gaat van een of meer aanduidingen in meeteenheden die niet zijn opgenomen in hoofdstuk I.
2. Het gebruik van aanvullende aanduidingen wordt toegestaan.
De lidstaten kunnen evenwel eisen dat de aanduidingen van grootheden op meetmiddelen slechts in één wettelijke meeteenheid worden uitgedrukt.
3. De aanduiding van de in hoofdstuk I van bijlage I vermelde meeteenheid moet overheersen. In het bijzonder moeten de aanduidingen in meeteenheden die niet in hoofdstuk I voorkomen, worden uitgedrukt in tekens die ten hoogste even groot zijn als die van de overeenkomstige aanduidingen in de meeteenheden van hoofdstuk I.
Artikel 4
Het gebruik van meeteenheden die niet of niet langer wettelijk zijn, wordt toegestaan:
a) |
voor producten, apparaten, machines en installaties die op 20 december 1979 reeds op de markt zijn gebracht en/of reeds in gebruik zijn genomen; |
b) |
voor onderdelen of delen van producten, apparaten, machines en installaties die nodig zijn ter aanvulling of vervanging van onderdelen of delen van de onder a) bedoelde producten, apparaten, machines en installaties. |
Voor de afleesinrichtingen van meetmiddelen mag het gebruik van wettelijke meeteenheden echter verplicht worden gesteld.
Artikel 5
Onderwerpen met betrekking tot de tenuitvoerlegging van deze richtlijn, in het bijzonder de kwestie van aanvullende aanduidingen, worden nader bestudeerd en zo nodig worden passende maatregelen vastgesteld overeenkomstig de in artikel 17 van Richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (5) bedoelde procedure.
Artikel 6
De Commissie volgt, ten behoeve van een soepele werking van de interne markt en de internationale handel, de marktontwikkelingen in verband met deze richtlijn en de uitvoering ervan op de voet en legt het Europees Parlement en de Raad uiterlijk 31 december 2019 een verslag over deze ontwikkelingen voor, zo nodig vergezeld van voorstellen.
Artikel 7
De lidstaten dragen er zorg voor dat ieder ontwerp van wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zij overwegen in te voeren op het gebied waarop deze richtlijn van toepassing is, tijdig ter kennis van de Commissie wordt gebracht, teneinde de Commissie de gelegenheid te bieden haar opmerkingen te maken.
Artikel 8
Richtlijn 80/181/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijnen, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.
Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.
Artikel 9
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 10
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
Voor de Raad
De voorzitter
(1) PB C 54 van 19.2.2011, blz. 31.
(2) Standpunt van het Europees Parlement van 11 mei 2011.
(3) PB L 39 van 15.2.1980, blz. 40.
(4) Zie bijlage II, deel A.
(5) PB L 106 van 28.4.2009, blz. 7.
Woensdag 11 mei 2011
BIJLAGE I
HOOFDSTUK I
WETTELIJKE MEETEENHEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER a)
1. SI-EENHEDEN EN HUN DECIMALE VEELVOUDEN EN DELEN
1.1. SI-grondeenheden
Grootheid |
Eenheid |
|
naam |
symbool |
|
lengte |
meter |
m |
massa |
kilogram |
kg |
tijd |
seconde |
s |
elektrische stroom |
ampère |
A |
thermodynamische temperatuur |
kelvin |
K |
hoeveelheid stof |
mol |
mol |
lichtsterkte |
candela |
cd |
De definities der SI-grondeenheden luiden als volgt:
Eenheid van lengte
De meter is de lengte van de weg die het licht in vacuüm aflegt in een tijd van 1/299 792 458 seconde.
(17e CGPM — 1983 — resolutie 1)
Eenheid van massa
1 Het kilogram is de eenheid van massa; het is gelijk aan de massa van het internationale prototype van het kilogram.
(3e CGPM — 1901 — blz. 70 van de acta)
Eenheid van tijd
De seconde is de tijdsduur van 9 192 631 770 perioden van de straling overeenkomend met de overgang tussen de twee hyperfijnniveaus van de grondtoestand van het atoom cesium 133.
(13e CGPM — 1967 — resolutie 1)
Eenheid van elektrische stroom
De ampère is de constante stroom die, indien hij wordt onderhouden in twee evenwijdige, rechtlijnige en oneindig lange geleiders van te verwaarlozen cirkelvormige doorsnede, welke geplaatst zijn in het luchtledige op een onderlinge afstand van 1 meter, tussen deze twee geleiders een kracht veroorzaakt gelijk 2 × 10-7 newton voor 1 iedere meter lengte.
(CIPM — 1946 — resolutie 2, goedgekeurd door de 9e CGPM — 1948)
Eenheid van thermodynamische temperatuur
De "kelvin", eenheid van thermodynamische temperatuur, is het 1/273,16 gedeelte van de thermodynamische temperatuur van het tripelpunt van water.
In deze definitie wordt uitgegaan van water met een isotopensamenstelling met de volgende verhoudingen: 0,00015576 mol 2H per mol 1H, 0,0003799 mol 17O per mol 16O en 0,0020052 mol 18O per mol 16O.
(13e CGPM — 1967 — resolutie 4 en 23e CGPM — 2007 — resolutie 10)
Eenheid van hoeveelheid stof
De mol is de hoeveelheid stof van een systeem dat evenveel elementaire entiteiten bevat als er atomen zijn in 0,012 kilogram koolstof 12.
Bij gebruikmaking van de mol moeten de elementaire entiteiten worden gespecificeerd; deze kunnen atomen, moleculen, ionen, elektronen, andere deeltjes of bepaalde groeperingen van dergelijke deeltjes zijn.
(14e CGPM — 1971 — resolutie 3)
Eenheid van lichtsterkte
De candela is de lichtsterkte, in een gegeven richting, van een bron die een monochromatische straling met een frequentie van 540 × 1012 hertz uitzendt en waarvan de stralingssterkte in die richting 1/683 watt per steradiaal is.
(16e CGPM — 1979 — resolutie 3)
1.1.1. 1 Eigen naam en symbool van de afgeleide SI-eenheid van celsiustemperatuur
Grootheid |
Eenheid |
|
naam |
symbool |
|
celsiustemperatuur |
graad Celsius |
°C |
De celsiustemperatuur t is gedefinieerd als het verschil t = T – T0 tussen de twee thermodynamische temperaturen T en T0 waarbij T0 = 273,15 K. Een temperatuurinterval of -verschil kan hetzij in kelvin, hetzij in graden Celsius worden uitgedrukt. Eén "graad Celsius" is gelijk aan één "kelvin".
1.2. Afgeleide SI-eenheden
1.2.1. Algemene regel voor afgeleide SI-eenheden
Eenheden die op coherente wijze zijn afgeleid van de SI-grondeenheden worden gegeven in de vorm van machtsproducten van de SI-grondeenheden met een getalfactor gelijk aan 1.
1.2.2. Afgeleide SI-eenheden met eigen namen en symbolen
Grootheid |
Eenheid |
Uitdrukking |
||
naam |
symbool |
in andere SI-eenheden |
in SI-grondeenheden |
|
vlakke hoek |
radiaal |
rad |
|
m · m-1 |
ruimtehoek |
steradiaal |
sr |
|
m2 · m-2 |
frequentie |
hertz |
Hz |
|
s-1 |
kracht |
newton |
N |
|
m · kg · s-2 |
druk en spanning |
pascal |
Pa |
N · m-2 |
m-1 · kg · s-2 |
energie, arbeid, hoeveelheid warmte |
joule |
J |
N · m |
m2 · kg · s-2 |
vermogen (1), energieflux |
watt |
W |
J · s-1 |
m2 · kg · s-3 |
hoeveelheid elektriciteit, elektrische lading |
coulomb |
C |
|
s · A |
elektrische spanning, elektrische potentiaal, elektromotorische spanning |
volt |
V |
W · A-1 |
m2 · kg · s-3 · A-1 |
elektrische weerstand |
ohm |
Ω |
V · A-1 |
m2 · kg · s-3 · A-2 |
geleiding |
siemens |
S |
A · V-1 |
m-2 · kg-1 · s3 · A2 |
elektrische capaciteit |
farad |
F |
C · V-1 |
m-2 · kg-1 · s4 · A2 |
magnetische flux |
weber |
Wb |
V · s |
m2 · kg · s-2 · A-1 |
magnetische inductie |
tesla |
T |
Wb · m-2 |
kg · s-2 · A-1 |
inductantie |
henry |
H |
Wb · A-1 |
m2 · kg · s-2 · A-2 |
lichtstroom |
lumen |
lm |
cd · sr |
cd |
verlichtingssterkte |
lux |
lx |
lm · m-2 |
m-2 · cd |
activiteit, (ioniserende straling) |
becquerel |
Bq |
|
s-1 |
geabsorbeerde dosis, soortelijke energieoverdracht, kerma, geabsorbeerde dosisindex |
gray |
Gy |
J · kg-1 |
m2 · s-2 |
dosisequivalent |
sievert |
Sv |
J · kg-1 |
m2 · s-2 |
katalytische activiteit |
katal |
kat |
|
mol · s-1 |
Van de SI-grondeenheden afgeleide eenheden kunnen worden uitgedrukt door gebruikmaking van de eenheden van hoofdstuk I.
In het bijzonder kunnen afgeleide SI-eenheden worden uitgedrukt door gebruikmaking van de eigen namen en symbolen uit bovenstaande tabel, bij voorbeeld: de SI-eenheid van dynamische viscositeit kan worden uitgedrukt als m-1 · kg · s-1 of N · s · m-2 of Pa s.
1.3. Voorvoegsels en hun symbolen voor de aanduiding van bepaalde decimale veelvouden en delen
Factor |
Voorvoegsel |
Symbool |
1024 |
yotta |
Y |
1021 |
zetta |
Z |
1018 |
exa |
E |
1015 |
peta |
P |
1012 |
tera |
T |
109 |
giga |
G |
106 |
mega |
M |
103 |
kilo |
k |
102 |
hecto |
h |
101 |
deca |
da |
10–1 |
deci |
d |
10–2 |
centi |
c |
10–3 |
milli |
m |
10–6 |
micro |
μ |
10–9 |
nano |
n |
10–12 |
pico |
p |
10–15 |
femto |
f |
10–18 |
atto |
a |
10–21 |
zepto |
z |
10–24 |
yocto |
y |
De namen en symbolen van de decimale veelvouden en delen van de eenheid van massa worden gevormd door toevoeging van voorvoegsels aan het woord "gram" en van hun symbolen aan het symbool "g".
Voor het aanduiden van decimale veelvouden en delen van een afgeleide eenheid, uitgedrukt in een breuk, kunnen voorvoegsels worden verbonden met de eenheden in de teller of in de noemer, dan wel in beide termen.
Samengestelde voorvoegsels, dat wil zeggen voorvoegsels die worden gevormd door het naast elkaar plaatsen van twee of meer der bovengenoemde voorvoegsels, mogen niet worden gebruikt.
1.4. Eigen namen en symbolen van decimale veelvouden en delen van SI-eenheden
Grootheid |
Eenheid |
||||
naam |
symbool |
verband |
|||
volume |
liter |
l of L (2) |
1 l = 1 dm3 = 10-3 m3 |
||
massa |
ton |
t |
1 t = 1 Mg = 103 kg |
||
druk en spanning |
bar |
Bar (3) |
1 bar = 105 Pa |
||
|
2. OP BASIS VAN DE SI-EENHEDEN GEDEFINIEERDE EENHEDEN, DIE ECHTER GEEN DECIMALE VEELVOUDEN OF DELEN VAN DIE EENHEDEN ZIJN
Grootheid |
Eenheid |
||||
naam |
symbool |
verband |
|||
vlakke hoek |
|
1 volle hoek = 2 π rad |
|||
decimale graad (*) of gon (*) |
gon (*) |
1 gon = π/200 rad |
|||
graad |
° |
1° = π/180 rad |
|||
minuut |
′ |
1′ = π/10 800 rad |
|||
seconde |
″ |
1″ = π/648 000 rad |
|||
tijd |
minuut |
min |
1 min = 60 s |
||
uur |
h |
1 h = 3 600 s |
|||
dag |
d |
1 d = 86 400 s |
|||
|
3. BINNEN HET SI GEBRUIKTE EENHEDEN WAARVAN DE WAARDEN IN SI EXPERIMENTEEL ZIJN VERKREGEN
Grootheid |
Eenheid |
||||
Naam |
Symbool |
Definitie |
|||
Energie |
Elektronvolt |
eV |
De elektronvolt is de kinetische energie die een elektron krijgt wanneer deze een potentiaalverschil van 1 V in vacuüm doorloopt. |
||
Massa |
Geünificeerde atomaire massa-eenheid |
u |
De geünificeerde atomaire massa-eenheid is gelijk aan 1/12 van de massa van een atoom van de nuclide 12C. |
||
|
4. EENHEDEN EN NAMEN VAN EENHEDEN DIE SLECHTS ZIJN TOEGELATEN VOOR BIJZONDERE TOEPASSINGSGEBIEDEN
Grootheid |
Eenheid |
||||
naam |
symbool |
waarde |
|||
sterkte van optische systemen |
dioptrie (*) |
|
1 dioptrie = 1 m-1 |
||
massa van edelstenen |
metriekkaraat |
|
1 metriekkaraat = 2 × 10-4 kg |
||
oppervlakte van grond |
are |
a |
1 a = 102 m2 |
||
lineïeke massa van textielvezels en garens |
tex (*) |
tex (*) |
1 tex = 10-6 kg · m-1 |
||
Bloeddruk en druk van andere lichaamsvloeistoffen |
millimeter kwik |
mm Hg (*) |
1 mm Hg = 133,322 Pa |
||
Werkzame doorsnede |
barn |
b |
1 b = 10-28 m2 |
||
|
5. SAMENGESTELDE EENHEDEN
Door combinatie van de eenheden, vermeld in hoofdstuk I, vormt men samengestelde eenheden.
HOOFDSTUK II
WETTELIJKE MEETEENHEDEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER b), DIE SLECHTS ZIJN TOEGELATEN VOOR SPECIFIEKE TOEPASSINGEN
Toepassing |
Eenheid |
||
Naam |
Benaderende waarde |
Symbool |
|
Verkeersborden, afstandsmeting, snelheidsmeting |
Mile |
1 mile = 1 609 m |
mile |
Yard |
1 yd = 0,9144 m |
yd |
|
Foot |
1 ft = 0,3048 m |
ft |
|
Inch |
1 in = 2,54 × 10-2 m |
in |
|
Verkoop van bier en cider van het vat en van melk in teruggenomen verpakking |
Pint |
1 pt = 0,5683 × 10-3 m3 |
pt |
Transacties met edele metalen |
Troy ounce |
1 oz tr = 31,10 × 10-3 kg |
oz tr |
De in dit hoofdstuk vermelde eenheden mogen onderling of met de eenheden van hoofdstuk I worden gecombineerd om samengestelde eenheden te vormen.
(1) Eigen namen van de eenheid van vermogen: voltampère, symbool "VA", voor het uitdrukken van het schijnbaar vermogen van elektrische wisselstroom, en var, symbool "var", voor het uitdrukken van reactief elektrisch vermogen. De naam "var" komt niet voor in CGPM-resoluties
(2) Voor het aanduiden van de eenheid liter mogen de twee symbolen "l" of "L" worden gebruikt. (16e CGPM — 1979 — resolutie 5).
(3) Eenheid die is opgenomen in de 1 brochure van het Internationale Bureau voor maten en gewichten als tijdelijk erkende eenheid.
Opmerking: |
de voorvoegsels en hun symbolen van punt 1.3 zijn van toepassing op de eenheden en symbolen van de in punt 1.4 voorkomende tabel. |
(4) Het teken (*) na een naam of een symbool van een eenheid geeft aan dat deze niet voorkomen op de door de CGPM, het CIPM of het BIPM opgestelde lijsten. Deze opmerking heeft betrekking op deze gehele bijlage.
(5) Hiervoor bestaat geen internationaal symbool.
Opmerking: |
de voorvoegsels van punt 1.3 zijn slechts voor de namen decimale graad of gon van toepassing en de symbolen slechts voor het symbool gon. |
Woensdag 11 mei 2011
BIJLAGE II
Deel A
Ingetrokken richtlijn met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan
(bedoeld in artikel 8)
Richtlijn 80/181/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 85/1/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 89/617/EEG van de Raad |
|
Richtlijn 1999/103/EG van het Europees Parlement en de Raad |
|
Richtlijn 2009/3/EG van het Europees Parlement en de Raad |
|
Deel B
Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing
(bedoeld in artikel 8)
Richtlijn |
Omzettingstermijn |
Toepassingsdatum |
80/181/EEG |
30 juni 1981 |
1 oktober 1981 |
85/1/EEG |
1 juli 1985 |
— |
89/617/EEG |
30 november 1991 |
— |
1999/103/EG |
8 februari 2001 |
— |
2009/3/EG |
31 december 2009 |
1 januari 2010 |
Woensdag 11 mei 2011
BIJLAGE III
CONCORDANTIETABEL
Richtlijn 80/181/EEG |
De onderhavige richtlijn |
Artikel 1, onder a) en b) |
Artikel 1, onder a) en b) |
Artikel 1, onder c) en d) |
— |
Artikel 2, onder a) |
Artikel 2, lid 1 |
Artikel 2, onder b) |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 3, lid 1 |
Artikel 3, lid 1 |
Artikel 3, lid 2 |
Artikel 3, lid 2, eerste alinea |
Artikel 3, lid 3 |
Artikel 3, lid 2, tweede alinea |
Artikel 3, lid 4 |
Artikel 3, lid 3 |
Artikel 4, eerste alinea, aanhef |
Artikel 4, eerste alinea, aanhef |
Artikel 4, eerste alinea, eerste streepje |
Artikel 4, eerste alinea, onder a) |
Artikel 4, eerste alinea, tweede streepje |
Artikel 4, eerste alinea, onder b) |
Artikel 4, tweede alinea |
Artikel 4, tweede alinea |
Artikel 5 |
— |
Artikel 6 |
— |
Artikel 6 bis |
Artikel 5 |
Artikel 6 ter |
Artikel 6 |
Artikel 7, onder a) |
— |
Artikel 7, onder b) |
Artikel 7 |
— |
Artikel 8 |
— |
Artikel 9 |
Artikel 8 |
Artikel 10 |
Bijlage, hoofdstuk I, punten 1 – 1.2 |
Bijlage I, hoofdstuk I, punten 1 – 1.2 |
Bijlage, hoofdstuk I, punt 1.2.2 |
Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1.2.1 |
Bijlage, hoofdstuk I punt 1.2.3 |
Bijlage I, hoofdstuk I, punt 1.2.2 |
Bijlage, hoofdstuk I, punten 1.3 – 5 |
Bijlage I, hoofdstuk I, punten 1.3 – 5 |
Bijlage, hoofdstuk II |
Bijlage I, hoofdstuk II |
Bijlage, hoofdstukken III en IV |
— |
— |
Bijlage II |
— |
Bijlage III |