EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009XE1676

Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de klimaatverandering ter gelegenheid van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties — Kopenhagen, 7 - 18 december 2009

PB C 128 van 18.5.2010, p. 1–2 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

18.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/1


457E PLENAIRE ZITTING OP 4 EN 5 NOVEMBER 2009

Resolutie van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de klimaatverandering ter gelegenheid van de Klimaatconferentie van de Verenigde Naties — Kopenhagen, 7-18 december 2009

(2010/C 128/01)

Tijdens zijn zitting van 4 en 5 november 2009 (vergadering van 5 november) heeft het Europees Economisch en Sociaal Comité onderstaande resolutie uitgebracht, die werd goedgekeurd met 156 stemmen vóór en 2 stemmen tegen, bij 5 onthoudingen:

Het Europees Economisch en Sociaal Comité richt, als officiële spreekbuis van het maatschappelijk middenveld binnen de Europese Unie, onderstaande oproep aan de regeringen, politieke leiders, onderhandelaars en andere partijen die betrokken zijn bij de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen en bij de ontwikkeling en tenuitvoerlegging van het klimaatbeleid.

„In vele delen van de wereld doen de – mogelijk onomkeerbare – gevolgen van de klimaatverandering zich reeds gevoelenVast staat dat de problemen alleen maar zullen verergeren als wij in hetzelfde tempo doorgaan met het uitstoten van broeikasgassen in de atmosfeer. Wetenschappelijke studies van het IPCC en andere gezaghebbende organisaties hebben aangetoond dat de industrielanden tegen 2050 minstens 80 % minder broeikasgassen zullen moeten produceren om de temperatuurstijgingen binnen veilige marges te houden. Als wij uitgaan van een realistisch scenario, betekent dit een emissiereductie van 25 à 40 % tegen 2020, waarbij ook van de opkomende economieën en ontwikkelingslanden wordt verwacht dat zij een substantiële bijdrage leveren.

De aanstaande Klimaattop in Kopenhagen zal cruciaal zijn. Een positieve uitkomst zou voor landen overal ter wereld de aanzet kunnen betekenen tot een nieuwe koers om de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren terug te dringen en de temperatuurstijgingen beheersbaar te houden. Mislukt de Top echter, dan zouden wij ons wel eens op een hellend vlak kunnen begeven en lijken toenemende temperatuurstijgingen met catastrofale gevolgen voor mens en milieu onafwendbaar.

1.   Nu het erop aankomt, doet het Europees Economisch en Sociaal Comité een beroep op regeringen, politieke leiders en onderhandelaars om er alles aan te doen, tot een wereldwijd, bindend akkoord te komen, dat alle landen en volkeren verenigt in een gemeenschappelijke inspanning om de uitstoot van broeikasgassen de komende jaren te verminderen en aldus de aarde voor ons en voor de generaties na ons leefbaar te houden.

2.   De Europese Unie heeft voorgesteld zich te verbinden tot een emissiereductie van 30 % tegen 2020, mits andere landen bereid zijn een vergelijkbare inspanning te doen. Herhaaldelijk heeft zij erop aangedrongen dat andere industrielanden met vergelijkbare toezeggingen over de brug komen, en heeft ze ook de opkomende economieën, die hard op weg zijn hun achterstand in te lopen en in sommige gevallen de industrielanden al hebben ingehaald als grootste producent van broeikasgassen, opgeroepen tot substantiële inspanningen. Wij dringen erop aan dat de Europese Unie hier voet bij stuk houdt.

3.   Het baart ons grote zorgen dat er tot dusverre geen belangrijke doorbraken zijn bereikt in de onderhandelingen. Hoe de onderhandelingen verder ook zullen verlopen, in ieder geval willen wij erop aandringen dat de Europese Unie zich, als ze van andere partijen onvoldoende steun krijgt voor haar plannen, er niet toe laat verleiden om haar ambities bij te stellen of zich tevreden stelt met wat in Kopenhagen als kleinste gemene deler uit de bus komt. Europa noch landen elders ter wereld zijn hierbij gebaat. Hoewel er nog geen algehele consensus is over de Europese streefdoelen voor Kopenhagen, dringen wij erop aan dat de Europese Unie vasthoudt aan haar voornemens en een sterke coalitie probeert te vormen met andere geïndustrialiseerde landen en ontwikkelingslanden, die net als de EU ambitieuze doelstellingen koesteren en bereid zijn de noodzakelijke maatregelen te nemen om deze te realiseren.

4.   Wij moeten meer vaart zetten achter de industriële en maatschappelijke hervormingen die nodig zijn om de 30 %-reductiedoelstelling tegen 2020 te verwezenlijken en die een centraal onderdeel vormen van de omschakeling van de Europese economie naar een nieuw eco-efficiënt, koolstofarm en duurzaam model. In de energiesecot zijn 0 & TO-inspanningen van ongekende omvang nodig, om burgers, bedrijfsleven en overheid geloofwaardige technische alternatieven te bieden. Milieucrisis en sociale crisis mogen op beleidsniveau niet langer van elkaar worden losgekoppeld, maar moeten samen worden aangepakt. Er moet een nieuw productie- en consumptiemodel worden ontwikkeld. Zo'n omschakeling dient niet te worden beschouwd als iets wat extra lasten met zich mee brengt, maar juist te worden gezien als een kans om een nieuwe golf technische en maatschappelijke innovaties op gang te brengen. Dit is de beste waarborg voor duurzame werkgelegenheid, concurrentievermogen en sociaal welzijn in de toekomst. Wij dringen erop aan dat deze doelstelling centraal komt te staan in de nieuwe strategie van de Europese Unie voor 2020, waarin de belangrijkste prioriteiten van de bestaande strategieën op het gebied van duurzame ontwikkeling, duurzame groei en klimaat & energie zullen moeten worden geïntegreerd.

5.   De voortschrijdende klimaatverandering heeft sommige ontwikkelingslanden, in de eerste plaats de allerarmste, in grote problemen gebracht. Hoewel deze het minst blaam treft, hebben de armste ontwikkelingslanden vaak het meest te lijden onder de klimaatverandering. Als wij willen dat Kopenhagen een geslaagde Top wordt, moeten de geïndustrialiseerde landen harde toezeggingen doen voor nieuwe en bijkomende steunfondsen, teneinde de ontwikkelingslanden te helpen hun grote problemen bij het aanpassingsproces het hoofd te bieden en ze op termijn de kans te geven zelf maatregelen te nemen ter verzachting van de gevolgen van de klimaatverandering.

De Europese Commissie heeft onlangs belangrijke voorstellen gedaan omtrent de omvang van de steun die de Unie in het kader van dit partnerschap ter beschikking zou moeten stellen, en over de manier waarop de gelden beheerd dienen te worden. Het Comité dringt erop aan dat de Europese Unie deze voorstellen zo snel mogelijk nader uitwerkt, zodat zij met een stevig onderhandelingsaanbod voor de dag kan komen en andere geïndustrialiseerde landen hierdoor worden aangemoedigd om voorstellen van vergelijkbare aard te doen.

6.   De klimaatverandering treft het gehele maatschappelijk middenveld. Ondernemingen, vakbonden en andere maatschappelijke organisaties moeten worden betrokken bij alle inspanningen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en zich hieraan aan te passen. Als vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld weten wij dat er in heel Europa een groeiend bewustzijn is omtrent de omvang van de uitdaging alsmede een toenemende bereidheid om mee te werken aan de hervormingen die nodig zijn om ons productie- en consumptiepatroon en onze manier van leven aan te passen. Wij willen onze leiders en onderhandelaars aansporen resoluut voorop te lopen op de gekozen weg. Wij mogen geen stap terug doen!”

Brussel, 5 november 2009.

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Mario SEPI


Top