Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009XC0821(06)

    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    PB C 197 van 21.8.2009, p. 14–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.8.2009   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 197/14


    Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

    2009/C 197/09

    Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

    SAMENVATTING

    VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

    „COLLINE PONTINE”

    EG-nummer: IT-PDO-0005-0499-28.09.2005

    BOB ( X ) BGA ( )

    Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

    1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

    Naam:

    Ministero delle Politiche Agricole e Forestali

    Adres:

    Via XX Settembre 20

    00187 Roma RM

    ITALIA

    Tel.

    +39 0646655104

    Fax

    +39 0646655306

    E-mail:

    saco7@politicheagricole.it

    2.   Groepering:

    Naam:

    Associazione Provinciale Produttori Olivicoli di Latina

    Adres:

    Via Don Minzoni

    04100 Latina LT

    ITALIA

    Tel.

    +39 0773668957

    Fax

    +39 0773668957

    E-mail:

    aspollatina@libero.it

    Samenstelling:

    Producenten/verwerkers ( X ) andere samenstelling ( )

    3.   Productcategorie:

    Categorie 1.5. —

    Oliën en vetten — extra olijfolie van eerste persing

    4.   Overzicht van het productdossier:

    (samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

    4.1.   Naam:

    „Colline Pontine”

    4.2.   Beschrijving:

    Extra olijfolie van eerste persing met de volgende fysische en chemische eigenschappen:

     

    CHEMISCH-FYSISCHE BEOORDELING

     

    Maximale zuurtegraad uitgedrukt in oliezuur: ten hoogste 0,6 gram per 100 gram olie

     

    Peroxidegetal: ten hoogste 12

     

    Polyfenolgehalte: meer dan 100 mg/kg

     

    Oliezuur: ten hoogste 72 procent.

     

    ORGANOLEPTISCH PROFIEL: kleur: van diepgroen tot geel met een gouden gloed.

    De kleur is afhankelijk van de periode waarin de olijven van de cultivar Itrana zijn geoogst. Dankzij de „graduele” rijping van de vruchten, kan de oogst in november beginnen en zelfs tot 31 januari van het daaropvolgende jaar voortduren. Dankzij dit intrinsieke kenmerk van de variëteit kunnen productie- en verwerkingsbedrijven van extra olie van eerste persing „Colline Pontine” de olijfoogst plannen aan de hand van seizoensgebonden factoren zoals de klimaatomstandigheden en de opbrengst van de olijfgaarden.

    Extra olijfolie van eerste persing „Colline Pontine” heeft een gemiddeld tot intens fruitig aroma van groene olijven, met een nasmaak van amandelen en de typische bijsmaak van aromatische grassen. De geur wordt getypeerd door (groene) tomaat. Lage tot gemiddelde waarden van de aspecten bitter en pikant.

    ORGANOLEPTISCHE BEOORDELINGSASPECTEN

    MEDIAAN

    Gebreken

    0

    Fruitigheid van olijven

    4 - 7

    Bitter

    3 - 5

    Pikant

    3 - 5

    Tomaat

    3 - 6

    Extra olijfolie met de BOB „Colline Pontine” moet worden verkregen van de volgende olijfvariëteiten:

    „Itrana”: van 50 % tot 100 %,

    „Frantoio” en „Leccino”: tot 50 %,

    Andere variëteiten: ten hoogste 10 %.

    4.3.   Geografisch gebied:

    Het productiegebied van olijfolie met de beschermde oorsprongsbenaming „Colline Pontine” omvat het administratieve grondgebied van enkele gemeenten van de provincie Latina in de Regio Lazio, ofwel:

    Aprilia, Bassiano, Campodimele, Castelforte, Cisterna di Latina, Cori, Fondi, Formia, Itri, Lenola, Maenza, Minturno, Monte San Biagio, Norma, Priverno, Prossedi, Roccagorga, Rocca Massima, Roccasecca dei Volsci, Santi Cosma e Damiano, Sermoneta, Sezze, Sonnino, Spigno Saturnia en Terracina.

    4.4.   Bewijs van de oorsprong:

    Elke afzonderlijke productiefase moet worden bewaakt door middel van registraties van de inkomende en uitgaande producten. De traceerbaarheid van het product wordt gewaarborgd door bovenvermelde registraties, door middel van de inschrijving van de kadasternummers van de teeltpercelen, de olijftelers, de olieperserijen en de bottelbedrijven op speciale lijsten die door de controlestructuur worden bijgehouden, alsmede op basis van de bij de controlestructuur ingediende aangiften van de geproduceerde hoeveelheden. Aan de hand van de voorschriften van het productdossier en het daarin voorziene controleprogramma verricht de controlestructuur controles ten aanzien van alle natuurlijke en rechtspersonen die op de bovenvermelde lijsten zijn ingeschreven.

    4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

    Het productdossier schrijft voor dat de grond wordt bewerkt door middel van mechanische oppervlaktebehandelingen die tevens nuttig zijn voor de onkruidverdelging. Het zaaien van gras is toegestaan en onkruid mag met chemische middelen worden verdelgd. De ongediertebestrijding moet geschieden volgens geïntegreerde bestrijdingsmethoden; dit om ervoor te zorgen dat er geen of slechts minimale hoeveelheden residu van gewasbeschermingsmiddelen op de olijven achterblijven. De opbrengst per plant is ten hoogste 100 kg. De olijven worden met de hand geoogst. Ook is het gebruik van machines toegestaan mits er bij het oogsten geen vruchten op de grond achterblijven. In elk geval moeten er netten worden gebruikt en is het rapen van olijven die op natuurlijke wijze van de boom zijn gevallen, verboden. De oogst begint vanaf de periode dat de vruchten beginnen te kleuren en eindigt uiterlijk op 31 januari. Het is verboden chemische producten te gebruiken die ervoor zorgen of ertoe bijdragen dat de vruchten loskomen van de boom (abscissie). De olijven moeten worden vervoerd in afwasbare kisten met geperforeerde wanden en bodem. Het gebruik van kisten of bakken van roestvrij staal of andere wasbare en voor levensmiddelen bestemde materialen is toegestaan, op voorwaarde dat de daarin vervoerde olijven nog dezelfde dag worden verwerkt. De olijven moeten hoe dan ook uiterlijk 48 uur na de oogst worden gemalen. Het gebruik van chemische en/of biologische hulpstoffen en mechanische hulpstoffen (talk) is ten strengste verboden. De olijven moeten worden ontbladerd en gewassen om eventuele residuen van bestrijdingsmiddelen en vreemde deeltjes te verwijderen. De olie mag uitsluitend worden geëxtraheerd met behulp van mechanische en fysische procédés die kunnen waarborgen dat de bijzondere oorspronkelijke eigenschappen van de vrucht zoveel mogelijk in de geproduceerde olijfolie behouden blijven. De olijfpasta moet gedurende ten hoogste 50 minuten worden gekneed bij een maximale temperatuur van 33 °C. De bewerkingsmethode volgens welke een tweede persing wordt verricht, is verboden en bovendien is het niet toegestaan om tijdens de extractiefase talk en producten met een chemische of biologische werking te gebruiken. De maximale opbrengst uitgedrukt in olie mag niet meer dan 27 % bedragen. Extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming „Colline Pontine” mag volgens de biologische methode worden geproduceerd. De recipiënten waarin extra olijfolie van eerste persing „Colline Pontine” in de handel worden gebracht zijn van donker glas, keramiek of roestvast metaalplaat met de wettelijk voorgeschreven materiaalsamenstelling en een inhoud van ten hoogste 5 liter, waarop het hierna beschreven etiket moet voorkomen. De olijfolie mag tevens worden verpakt in zakjes van aluminiumlaminaat en bij de wet toegestane synthetische materialen. Hierop moeten de wettelijk voorgeschreven aanduidingen alsmede een door de controlestructuur toegekend volgnummer worden aangebracht. De teelt van de olijven, de extractie van de olie en het bottelen van extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming „Colline Pontine” moeten geschieden in het in punt 4.3 vermelde productiegebied. Dit om zoveel mogelijk te voorkomen dat de olijfolie in de fasen tussen de persing, de opslag en de certificering bederft en de organoleptische eigenschappen verslechteren. Het gevaar dat de kwaliteit van het product afneemt door mogelijke blootstelling aan licht, warmte of atmosferische zuurstof neemt aanzienlijk toe wanneer het product tot buiten het productiegebied wordt vervoerd.

    4.6.   Verband:

    Extra olijfolie van eerste persing met de beschermde oorsprongsbenaming „Colline Pontine” bezit specifieke en typische eigenschappen die nauw verbonden zijn met het afgebakende gebied en met name met de cultivar „Itrana” die uitsluitend in het in punt 4.3 vermelde gebied zeer intens wordt geteeld en juist daar haar bijzondere kwalitatieve eigenschappen verkrijgt. Deze zorgen ervoor dat de smaak van deze olijfolie als „gemarkeerd” en „bijzonder” mag worden aangemerkt.

    Extra olijfolie van eerste persing „Colline Pontine” verdient de kwalificatie „harmonieus” vanwege de buitengewoon gunstige combinatie van kwaliteit en homogene eigenschappen. Hierdoor vindt de olie ruime aftrek bij een zeer grote groep consumenten.

    De bodem in het in punt 4.3 beschreven productiegebied bestaat overwegend uit min of meer compacte kalkafzettingen die geologisch beschouwd tot het Laat-Krijt behoren. Dit bodemtype met een veelal zwakke teeltlaag is gedurende een groot deel van het jaar zeer waterdoorlatend en droog. Het mediterrane klimaat wordt gekenmerkt door zachte winters gedurende welke de temperatuur zelden tot onder het nulpunt daalt. In het heuvelgebied van de provincie Pontina domineert de olijfteelt in een vrijwel continue strook die zich van het gebied van Rocca Massima en Cori in zuidoostelijke richting uitstrekt tot aan de gemeenten Minturno en Castelforte op de grens met de provincie Napels.

    De olijfboomvariëteit Itrana, die ook wel Oliva di Gaeta, Trana, Oliva Grossa of Cicerone wordt genoemd, wordt bij uitstek geteeld in het productiegebied van de extra olijfolie „Colline Pontine”: 70 % van de bomen behoort dan ook tot deze variëteit. Er bestaat een bijzonder verband tussen de Itrana en het in punt 4.3 vermelde gebied: de alternatieve naam van deze variëteit, „Oliva di Gaeta” (olijf van Gaeta), duidt op de oorspronkelijke herkomst van deze teelt, die vervolgens van het gebied van Gaeta, Itri en Formia is uitgebreid tot de Pauselijke Staat en op den duur tot het hele heuvel- en berggebied van de provincie Pontina. Deze voortdurende uitbreiding van de cultivar Itrana in het afgebakende gebied is het resultaat van een eeuwenlange teelt van deze boom. Aangezien een deel van de productie (de olijf van Gaeta) van oudsher een zeer gewaardeerde tafelolijf is, wordt ook de Itrana als zodanig aangemerkt. Uit agronomisch oogpunt beschouwd worden de olijven, tevens vanwege het feit dat ze in ongelijke perioden kleuren, pas zeer laat in het seizoen geoogst.

    Extra olijfolie van eerste persing „Colline Pontine” ontleent haar evenwichtige en harmonische eigenschappen tevens aan de bodemgesteldheid, de globale ligging, het klimaat van het productiegebied en de combinatie van variëteiten. Immers, wanneer de variëteit Itrana in andere productiegebieden van Italië wordt geteeld, is de zuursamenstelling, het polyfenolgehalte en de daarmee verband houdende indicatoren „bitter” en „pikant” van de geproduceerde olie volkomen anders. Dit wordt bevestigd door de onderzoeken die de Regio Lazio, Arsial Lazio, de sectie Spoleto van het I.S.O.L. (Experimenteel instituut voor de olijfteelt) en de Universiteit van Rome „La Sapienza” met de in Verordening (EG) nr. 2407/2001 bedoelde financiële steun van de Europese Unie hebben uitgevoerd in het kader van het regionale plan voor de verbetering van de kwaliteit van olijfolie.

    De smaak van extra olijfolie van eerste persing „Colline Pontine” onderscheidt zich door een min of meer intense fruitigheid van grassen met een zeer evenwichtig en goed gedoseerd bitter en pikant aroma en een uniek bouquet van „groene tomaat”, die niet aanwezig zijn in olie uit andere, al dan niet aangrenzende gebieden.

    Deze eigenschappen worden aangetoond door belangrijke nationale en internationale kwaliteitserkenningen die tot 1872 teruggrijpen, alsmede door een groot aantal historische documenten en door de bodemgesteldheid, het klimaat en de variëteit zelf, die garant staan voor de unieke harmonie van de organoleptische eigenschappen. In de provincie Pontina, en met name in de olijfgaarden in het langgerekte heuvelgebied aan de voet van de bergen waarin het productiegebied gelegen is, is de olijfteelt zo nauw met het sociale weefsel verbonden dat hij niet alleen eeuwenlang de ontwikkeling van deze streek en daardoor het leven van de daar gevestigde bevolking heeft bepaald, maar ook een grote invloed heeft gehad op de plaatselijke economie, die vrijwel uitsluitend op de olijfolieproductie is gebaseerd. Het klimaat is zacht en zeer gunstig voor de olijfboomteelt. De teeltgronden in dit heuvelachtige productiegebied hebben een rots- tot steenachtige of rulle bodemstructuur en liggen tegen het gebergte van de Monti Lepini, Ausoni en Aurunci aan. De bezonning en de oriëntatie van de teeltgronden is zuid-zuidwest, in de richting van de zee. Het orografische systeem bestaat dan ook in een terras dat over een lengte van 100 km naar zee is gericht en wat geografische omstandigheden betreft een van de grootste homogene gebieden van Italië is. De olijfgaarden bestaan al eeuwenlang hoofdzakelijk uit olijfbomen van de variëteit Itrana die, ofschoon in de hele regio Lazio verbreid, alleen in de provincie Latina op zo'n grote schaal voorkomen (in de olijfgaarden van de gemeenten Sonnino en Itri vormen ze 90 % van het bomenbestand). Ondanks het feit dat de bodemgesteldheid vanwege de aanzienlijke hoogteverschillen niet bijzonder gunstig is, gedijen de bomen hier goed.

    De Kerkelijke Staat heeft zich niet alleen in het bijzonder toegelegd op de kwestie van de moerasgebieden, maar heeft ook door middel van een edict, dat momenteel in het historisch archief van Latina wordt bewaard, premies van 10 scudi uitgeloofd voor elke 100 geplante bomen. Als gevolg hiervan werden er in 1786 maar liefst 48 901 hectaren olijfgaarden aangelegd. Deze belangrijke uitbreiding van de olijfteelt wordt ook bevestigd door het achttiende-eeuwse kadaster. De Italiaanse staat heeft de lokale olijfteelt steeds gesteund door deze te beschermen tegen handelsproblemen en heeft ervoor gezorgd dat het product aan diverse beurzen kon deelnemen. In de periode van de droogleggingen werd de positie van de in dit gebied geproduceerde olie versterkt door de deelname aan verschillende internationale beurzen, terwijl het beleid in de perioden van zelfbestuur, ondanks het gebrek aan internationaal handelsverkeer, mede was gericht op investeringen in de olijventeelt met toepassing van de laatste technieken die toentertijd door de reizende landbouwadviseurs werden bijgebracht.

    4.7.   Controlestructuur:

    De controlestructuur is een particuliere instelling

    Naam:

    3A-PTA

    Adres:

    Fraz. Pantalla

    06050 Todi PG

    ITALIA

    Tel.

    +39 07589572224

    Fax

    +39 0758957257

    E-mail:

    certificazione@parco3a.org

    Website:

    http://www.parco3a.org

    4.8.   Etikettering:

    De verpakkingen moeten zijn voorzien van een sluitsysteem dat breekt wanneer de verpakking wordt geopend. De beschermde oorsprongsbenaming „Colline Pontine” moet in onuitwisbare hoofdletters op het etiket zijn aangebracht in kleuren die met de kleur van het etiket contrasteren en goed kunnen worden onderscheiden van de overige aanduidingen. De lettertekens van het opschrift „Colline Pontine” moeten groter zijn dan die van andere tekens op het etiket en het tegenetiket. Het opschrift „D.O.P. denominazione d'origine protetta” moet direct onder de geografische benaming „Colline Pontine” en in dezelfde lettergrootte worden gedrukt. Een waarheidsgetrouw gebruik van namen, bedrijfsnamen en individuele handelsmerken is toegestaan, mits deze niet in lovende bewoordingen zijn gesteld en de consument niet misleiden. Het gebruik van namen van ondernemingen, landgoederen, boerenhoeven en de plaatsen waar deze gelegen zijn, alsmede verwijzingen naar de verpakkingsfase in olieperserijen, verenigingen van olieperserijen en olijfoliefabrieken in het productiegebied zijn alleen toegestaan wanneer het product uitsluitend is verkregen van olijven die in de olijfgaarden van de betrokken bedrijven zijn geoogst. Het is verplicht op de voorkant van het etiket het teeltjaar van de olijven te vermelden. Indien de olie volgens de biologische methode is verkregen, mag dit op het etiket worden vermeld. Het logo van de benaming „Colline Pontine”, waarvan de kenmerken en de kleurindexen gedetailleerd in het productdossier beschreven zijn, bestaat uit een tekening van drie gele Dorische zuilen met daarboven een grotere grijsgroene olijftak en op de achtergrond heuvels die worden omgeven door een cirkel met de naam „Colline Pontine”. Bovenstaande elementen zijn symbolen die verwijzen naar de preromaanse beschaving en de bergketens van de Monti Lepini, Ausoni en Aurunci. Het logo mag los van het etiket worden gebruikt mits het op dezelfde kant als die van het etiket wordt aangebracht.

    Image


    Top