EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008AP0436

Bescherming van persoonsgegevens * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 september 2008 over het ontwerpkaderbesluit van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (16069/2007 — C6-0010/2008 — 2005/0202(CNS))

PB C 8E van 14.1.2010, p. 138–149 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.1.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 8/138


Dinsdag, 23 september 2008
Bescherming van persoonsgegevens *

P6_TA(2008)0436

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 september 2008 over het ontwerpkaderbesluit van de Raad over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (16069/2007 — C6-0010/2008 — 2005/0202(CNS))

2010/C 8 E/36

(Raadplegingsprocedure — Hernieuwde raadpleging)

Het Europees Parlement,

gezien het ontwerp van de Raad (16069/2007),

gezien het voorstel van de Commissie (COM(2005)0475),

gezien zijn standpunt van 27 september 2006 (1),

gezien zijn standpunt van 7 juni 2007 (2),

gelet op artikel 34, lid 2, onder b), van het EU-Verdrag,

gelet op artikel 39, lid 1, van het EU-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0010/2008),

gelet op artikel 93, artikel 51 en artikel 55, lid 3, van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0322/2008),

1.

hecht zijn goedkeuring aan het voorstel van de Raad, als geamendeerd door het Parlement;

2.

verzoekt de Commissie haar voorstel bijgevolg te wijzigen, conform artikel 250, lid2, van het EG-Verdrag;

3.

verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van dit ontwerp of het te vervangen door een andere tekst, het Parlement opnieuw te raadplegen;

4.

wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel;

5.

verzoekt de Raad en de Commissie na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon prioriteit te geven aan elk toekomstig voorstel tot wijziging van het besluit in overeenstemming met artikel 10 van het protocol betreffende de overgangsbepalingen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en verklaring nr. 50 met betrekking daartoe, met name in verband met de jurisdictie van het Europees Hof van Justitie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen van de lidstaten.

DOOR DE RAAD VOORGESTELDE TEKST

AMENDEMENT

Amendement 1

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 4 bis (nieuw)

 

4 bis.

Op grond van artikel 16 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zoals ingevoerd door het Verdrag van Lissabon, zal de regelgeving inzake gegevensbescherming kunnen worden aangescherpt ten behoeve van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

Amendement 2

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 5

(5)

De uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, moet, zeker indien deze uitwisseling gebaseerd is op het beschikbaarheidsbeginsel zoals bedoeld in het Haags programma, steunen op duidelijke (…) regels die leiden tot wederzijds vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten en die de zekerheid bieden dat de gegevensbescherming zo is geregeld dat de samenwerking tussen de lidstaten op geen enkele manier wordt gediscrimineerd, terwijl de individuele grondrechten toch volledig worden geëerbiedigd. De bestaande regelgeving op Europees niveau is ontoereikend. Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, is niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een activiteit die buiten de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht valt, zoals de activiteiten in het kader van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie, en zeker niet op de verwerking van gegevens in verband met de openbare veiligheid, de defensie, de staatsveiligheid en de activiteiten van de staat op strafrechtelijk gebied.

(5)

De uitwisseling van persoonsgegevens in het kader van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, moet, zeker indien deze uitwisseling gebaseerd is op het beschikbaarheidsbeginsel zoals bedoeld in het Haags programma, steunen op duidelijke (…) regels die leiden tot wederzijds vertrouwen tussen de bevoegde autoriteiten en die de zekerheid bieden dat de gegevensbescherming zo is geregeld dat de individuele grondrechten volledig worden geëerbiedigd.

Amendement 3

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 5 bis

(5 bis)

Het kaderbesluit is alleen van toepassing op gegevens die door de bevoegde autoriteiten worden verzameld of verwerkt met het oog op preventie, onderzoek, opsporing en vervolging van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. Het kaderbesluit laat het aan de lidstaten over om op nationaal niveau met meer nauwkeurigheid te bepalen welke andere doeleinden als onverenigbaar moeten worden beschouwd met het doel waarvoor de persoonsgegevens aanvankelijk werden verzameld. Algemeen gesproken is verdere verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet onverenigbaar met het oorspronkelijke doel van de verwerking.

(5 bis)

Het kaderbesluit is alleen van toepassing op gegevens die door de bevoegde autoriteiten worden verzameld of verwerkt met het oog op preventie, onderzoek, opsporing en vervolging van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. Algemeen gesproken is verdere verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden niet onverenigbaar met het oorspronkelijke doel van de verwerking.

Amendement 4

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 6 ter

(6 ter)

Dit kaderbesluit geldt niet voor persoonsgegevens die een lidstaat op grond van dit kaderbesluit heeft verkregen en welke uit die lidstaat komen.

Schrappen.

Amendement 5

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 7

(7)

De onderlinge aanpassing van de rechtsstelsels van de lidstaten mag niet tot een versoepeling van de gegevensbescherming leiden, maar moet juist zorgen voor een hoog beschermingsniveau in de Unie.

(7)

De onderlinge aanpassing van de rechtsstelsels van de lidstaten mag niet tot een versoepeling van de gegevensbescherming leiden, maar moet juist zorgen voor een hoog beschermingsniveau in de Unie in overeenstemming met het Verdrag van de Raad van Europa tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens (hierna „Verdrag 108” genoemd) .

Amendement 6

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 8 ter

(8 ter)

Archivering in een afzonderlijke gegevenscategorie is alleen toegestaan indien de gegevens niet meer nodig zijn of niet meer gebruikt worden voor preventie, onderzoek, opsporing en vervolging ter zake van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. Archivering in een afzonderlijke gegevenscategorie is ook toegestaan indien de gegevens samen met andere gegevens aldus in een databank worden opgeslagen dat zij niet meer kunnen worden gebruikt voor preventie, onderzoek, opsporing en vervolging ter zake van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. De doeleinden van de archivering en de legitieme belangen van de betrokkenen bepalen wat de meest geschikte archiveringstermijn is. Ook bij archivering voor historische doeleinden kan worden gedacht aan een zeer lange termijn.

Archivering in een afzonderlijke gegevenscategorie is alleen toegestaan indien de gegevens niet meer nodig zijn of niet meer gebruikt worden voor preventie, onderzoek, opsporing en vervolging ter zake van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. Archivering in een afzonderlijke gegevenscategorie is ook toegestaan indien de gegevens samen met andere gegevens aldus in een databank worden opgeslagen dat zij niet meer kunnen worden gebruikt voor preventie, onderzoek, opsporing en vervolging ter zake van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straffen. De doeleinden van de archivering en de legitieme belangen van de betrokkenen bepalen wat de meest geschikte archiveringstermijn is.

Amendement 7

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 11 bis

(11 bis)

Met betrekking tot persoonsgegevens die verder mogen worden verwerkt nadat de lidstaat waarvan de gegevens afkomstig zijn, daarin heeft toegestemd, kan elke lidstaat die toestemming nader regelen , ook bijvoorbeeld in de vorm van een algemene toestemming voor gegevenscategorieën of categorieën van verdere verwerking .

(11 bis)

Met betrekking tot persoonsgegevens die verder mogen worden verwerkt nadat de lidstaat waarvan de gegevens afkomstig zijn, daarin heeft toegestemd, kan elke lidstaat die toestemming nader regelen.

Amendement 8

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Overweging 13 bis

(13 bis)

De lidstaten moeten erop toezien dat de betrokkene op de hoogte wordt gebracht van het feit dat de persoonsgegevens kunnen worden of worden verzameld, verwerkt of verstrekt aan een andere lidstaat met het oog op de preventie, het onderzoek, de opsporing en de vervolging ter zake van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen. Het recht van de betrokkene om op de hoogte te worden gebracht, en de uitzonderingen daarop, worden nader geregeld in het nationaal recht. Dit kan in een algemene vorm gebeuren, bijvoorbeeld langs wettelijke weg of door bekendmaking van een lijst van verwerkingen.

(13 bis)

De lidstaten moeten erop toezien dat de betrokkene op de hoogte wordt gebracht van het feit dat de persoonsgegevens kunnen worden of worden verzameld, verwerkt of verstrekt aan een andere lidstaat , aan een derde land, of aan een particuliere instantie met het oog op de preventie, het onderzoek, de opsporing en de vervolging ter zake van strafbare feiten en de tenuitvoerlegging van straffen. Het recht van de betrokkene om op de hoogte te worden gebracht, en de uitzonderingen daarop, worden nader geregeld in het nationaal recht. Dit kan in een algemene vorm gebeuren, bijvoorbeeld langs wettelijke weg of door bekendmaking van een lijst van verwerkingen.

Amendement 9

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 1 — lid 2 — letter c bis (nieuw)

 

c bis)

op nationaal niveau worden verwerkt.

Amendement 10

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 1 — lid 4

4.     Dit kaderbesluit laat de wezenlijke nationale veiligheidsbelangen en het specifieke inlichtingenwerk op het gebied van de nationale veiligheid onverlet.

Schrappen.

Amendement 11

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 2 — punt l)

l)

„anonimiseren”: het zodanig veranderen van persoonsgegevens dat de persoonlijke of zakelijke details niet meer aan een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon kunnen worden gekoppeld, tenzij daaraan onevenredig veel tijd, kosten en arbeidskracht worden besteed.

l)

„anonimiseren”: het zodanig veranderen van persoonsgegevens dat de persoonlijke of zakelijke details niet meer aan een achterhaalde of te achterhalen natuurlijke persoon kunnen worden gekoppeld.

Amendement 12

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 7

De verwerking van persoonsgegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsook de verwerking van gegevens die de gezondheid of het seksleven betreffen zijn uitsluitend geoorloofd wanneer dit strikt noodzakelijk is en in de nationale wetgeving afdoende garanties worden geboden .

1.    De verwerking van persoonsgegevens waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, of het lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, alsook de verwerking van gegevens die de gezondheid of het seksleven betreffen, worden verboden.

 

2.     Deze gegevens kunnen bij wijze van uitzondering worden verwerkt als:

de verwerking wettelijk is voorgeschreven, na voorafgaande toestemming door een bevoegde gerechtelijke instantie, geval per geval verleend, en als de verwerking onontbeerlijk is voor de voorkoming en de opsporing van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten, alsook voor onderzoek en vervolging inzake,

de lidstaten specifieke passende waarborgen bieden, door bijvoorbeeld de toegang tot de gegevens uitsluitend voor te behouden aan personeel belast met de wettelijke taak waarvoor de gegevens moeten worden verwerkt,

Deze specifieke gegevenscategorieën mogen niet automatisch worden verwerkt, tenzij de nationale wet passende waarborgen biedt. Dit voorbehoud geldt ook voor persoonsgegevens in verband met strafrechtelijke veroordelingen.

Amendement 13

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 11 — lid 1

1.   Iedere verstrekking van persoonsgegevens moet worden vastgelegd of gedocumenteerd zodat kan worden gecontroleerd of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle kan worden uitgeoefend en de integriteit en de beveiliging van de gegevens kunnen worden gewaarborgd.

1.   Iedere verstrekking van, toegang tot en verdere verwerking van persoonsgegevens moet worden vastgelegd of gedocumenteerd zodat kan worden gecontroleerd of de gegevensverwerking rechtmatig is, interne controle kan worden uitgeoefend en de integriteit en de beveiliging van de gegevens kunnen worden gewaarborgd.

Amendement 14

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 12 — lid 1

1.   Persoonsgegevens die door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat zijn verstrekt of ter beschikking gesteld, mogen overeenkomstig het vereiste in artikel 3, lid 2, alleen verder worden verwerkt voor onderstaande andere doeleinden dan waarvoor ze waren verstrekt:

1.   Persoonsgegevens die door de bevoegde autoriteiten van een andere lidstaat zijn verstrekt of ter beschikking gesteld, mogen overeenkomstig het vereiste in artikel 3, lid 2, alleen verder worden verwerkt indien nodig voor onderstaande andere doeleinden dan waarvoor ze waren verstrekt:

Amendement 15

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 12 — lid 1 — letter d

d)

andere doeleinden, slechts na toestemming van de verstrekkende lidstaten of na toestemming van de betrokkene, verleend overeenkomstig het nationale recht.

d)

andere specifieke doeleinden , mits wettelijk voorgeschreven en in een democratische samenleving noodzakelijk voor de bescherming van een van de belangen als bepaald in Verdrag 108, maar slechts na toestemming van de verstrekkende lidstaten of na toestemming van de betrokkene, verleend overeenkomstig het nationale recht.

Amendement 16

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 — lid 1 — inleiding

1.   De lidstaten bepalen dat persoonsgegevens die door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat zijn verstrekt of beschikbaar gesteld, door deze autoriteit uitsluitend mogen worden doorgegeven aan derde staten of internationale organen of organisaties die bij internationale overeenkomsten zijn ingesteld of tot internationaal orgaan zijn verklaard, indien

1.   De lidstaten bepalen dat persoonsgegevens die geval per geval door de bevoegde autoriteit van een andere lidstaat zijn verstrekt of beschikbaar gesteld, door deze autoriteit uitsluitend mogen worden doorgegeven aan derde staten of internationale organen of organisaties die bij internationale overeenkomsten zijn ingesteld of tot internationaal orgaan zijn verklaard, indien

Amendement 17

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 — lid 1 — letter d

d)

het betrokken derde land of internationale orgaan een toereikend beschermingsniveau voor de voorgenomen gegevensverwerking garandeert.

d)

het betrokken derde land of internationale orgaan een toereikend beschermingsniveau voor de voorgenomen gegevensverwerking garandeert, gelijkwaardig met het niveau dat geoorloofd is overeenkomstig artikel 2 van het Aanvullend Protocol bij het Verdrag 108, en de desbetreffende jurisprudentie overeenkomstig artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.

Amendement 18

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 — lid 2

2.   De doorgifte zonder toestemming overeenkomstig lid 1, onder c), is alleen toegestaan indien zij van essentieel belang is ter voorkoming van een onmiddellijke, ernstige bedreiging voor de openbare veiligheid van een lidstaat of derde staat of voor de wezenlijke belangen van een lidstaat, en de toestemming niet tijdig kan worden verkregen. De voor het verlenen van de toestemming bevoegde autoriteit wordt onverwijld geïnformeerd.

2.   De doorgifte zonder toestemming overeenkomstig lid 1, onder c), is alleen toegestaan indien zij van essentieel belang is ter voorkoming van een onmiddellijke, ernstige bedreiging voor de openbare veiligheid van een lidstaat of derde staat of voor de wezenlijke belangen van een lidstaat, en de toestemming niet tijdig kan worden verkregen. In dat geval worden de persoonsgegevens uitsluitend door de ontvangende instantie verwerkt indien dat absoluut noodzakelijk is voor het bijzondere doeleinde waarvoor ze zijn doorgegeven. De voor het verlenen van de toestemming bevoegde autoriteit wordt onverwijld geïnformeerd. Deze doorgiften worden gemeld aan de bevoegde toezichthoudende autoriteit.

Amendement 19

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 — lid 3

3.   In afwijking van lid 1, onder d), kunnen persoonsgegevens worden doorgegeven indien

3.   In afwijking van lid 1, onder d), kunnen persoonsgegevens, bij wijze van uitzondering, worden doorgegeven indien

a)

de nationale wetgeving van de lidstaat die de gegevens doorgeeft daarin voorziet wegens

a)

de nationale wetgeving van de lidstaat die de gegevens doorgeeft daarin voorziet wegens

i)

gerechtvaardigde specifieke belangen van de betrokkene, of

i)

gerechtvaardigde specifieke belangen van de betrokkene, of

ii)

gerechtvaardigde doorslaggevende belangen, met name zwaarwegende openbare belangen, of

ii)

gerechtvaardigde doorslaggevende belangen, met name de dringende en wezenlijke belangen van een lidstaat of ter voorkoming van dreigende ernstige bedreigingen van de openbare veiligheid, en

b)

het derde land of het ontvangende internationale orgaan, c.q. de ontvangende internationale organisatie garanties bieden die door de betrokken lidstaat conform de nationale wetgeving toereikend worden geacht.

b)

het derde land of het ontvangende internationale orgaan, c.q. de ontvangende internationale organisatie garanties bieden. De betrokken lidstaat draagt er zorg voor dat deze garanties conform de nationale wetgeving toereikend zijn.

 

b bis)

de lidstaten er zorg voor dragen dat dergelijke doorgiften worden bijgehouden en op verzoek ter beschikking worden gesteld van de nationale gegevensbeschermingsautoriteiten.

Amendement 20

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 — lid 4

4.   Of het in lid 1, onder c), bedoelde beschermingsniveau toereikend is, wordt beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden die op de doorgifte van gegevens of op een categorie gegevensdoorgiften van invloed zijn. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de aard van de gegevens, met het doeleinde en met de duur van de voorgenomen verwerking of verwerkingen, het land van herkomst en het land of de internationale organisatie van eindbestemming van de gegevens, de algemene en sectorale rechtsregels die in het derde land of de internationale organisatie gelden, alsmede de beroepscodes en de veiligheidsmaatregelen die in het land of de organisatie worden nageleefd.

4.   Of het in lid 1, onder c), bedoelde beschermingsniveau toereikend is, wordt beoordeeld door een onafhankelijke autoriteit met inachtneming van alle omstandigheden die op de doorgifte van gegevens of op een categorie gegevensdoorgiften van invloed zijn. In het bijzonder wordt rekening gehouden met de aard van de gegevens, met het doeleinde en met de duur van de voorgenomen verwerking of verwerkingen, het land van herkomst en het land of de internationale organisatie van eindbestemming van de gegevens, de algemene en sectorale rechtsregels die in het derde land of de internationale organisatie gelden, alsmede de beroepscodes en de veiligheidsmaatregelen die in het land of de organisatie worden nageleefd.

Amendement 21

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 bis, titel

Doorgifte aan particuliere instanties in de lidstaten

Doorgifte aan particuliere instanties en toegang tot door particuliere instanties ontvangen gegevens in de lidstaten

Amendement 22

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 bis — lid 1 — inleiding

1.   De lidstaten schrijven voor dat persoonsgegevens die zijn ontvangen van of beschikbaar gesteld door een bevoegde instantie van een andere lidstaat, alleen aan particuliere instanties mogen worden doorgegeven indien:

1.   De lidstaten schrijven voor dat persoonsgegevens die geval per geval zijn ontvangen van of beschikbaar gesteld door een bevoegde instantie van een andere lidstaat, alleen aan particuliere instanties mogen worden doorgegeven indien:

Amendement 23

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 bis — lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis.     De lidstaten schrijven voor dat de bevoegde autoriteiten de bij particulieren berustende persoonsgegevens uitsluitend mogen raadplegen en verwerken geval per geval, in specifieke omstandigheden, om specifieke redenen en onder gerechtelijk toezicht in de lidstaten.

Amendement 24

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 14 bis — lid 2 ter (nieuw)

 

2 ter.     De nationale wetgeving van de lidstaten schrijft voor dat particulieren die gegevens ontvangen en verwerken in het kader van een overheidsdienst, aan verplichtingen zijn onderworpen die ten minste even zwaar of zwaarder zijn dan die welke voor de bevoegde autoriteiten gelden.

Amendement 25

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 17 — lid 1 — letter a

a)

van de toezichthoudende instantie of persoon of van de nationale toezichthoudende overheid op zijn minst antwoord te krijgen op de vraag of de hem betreffende gegevens zijn verstrekt of beschikbaar gesteld, informatie te krijgen over de ontvangers of categorieën ontvangers aan wie de gegevens zijn verstrekt, alsook een opgave te krijgen van de gegevens die verwerking ondergaan; of

a)

van de toezichthoudende instantie of persoon of van de nationale toezichthoudende overheid op zijn minst antwoord te krijgen op de vraag of de hem betreffende gegevens worden verwerkt en informatie te krijgen over het doeleinde van de verwerking, de ontvangers of categorieën ontvangers aan wie de gegevens zijn verstrekt, alsook een opgave te krijgen van de gegevens die verwerking ondergaan , en kennis over de redenen voor geautomatiseerde besluiten,

Amendement 26

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 22 — lid 2 — letter h

h)

te voorkomen dat onbevoegden de persoonsgegevens lezen, kopiëren, wijzigen of verwijderen bij de overdracht van persoonsgegevens of het vervoer van gegevensdragers (vervoerscontrole);

h)

te voorkomen dat onbevoegden de persoonsgegevens lezen, kopiëren, wijzigen of verwijderen bij de overdracht van persoonsgegevens of het vervoer van gegevensdragers o.a. met behulp van passende encryptietechnieken (vervoerscontrole);

Amendement 27

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 22 — lid 2 — letter j bis (nieuw)

 

j bis)

de doelmatigheid van de in dit lid bedoelde beveiligingsmaatregelen doorlopend te controleren en met betrekking tot deze interne controle de nodige organisatorische maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de voorschriften van dit besluit worden nageleefd (interne controle).

Amendement 28

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 24

De lidstaten nemen passende maatregelen om de onverkorte toepassing van de bepalingen van dit kaderbesluit te garanderen, en stellen doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties vast, die worden opgelegd bij inbreuken op de krachtens dit kaderbesluit vastgestelde voorschriften.

De lidstaten nemen passende maatregelen om de onverkorte toepassing van de bepalingen van dit kaderbesluit te garanderen, en stellen doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties vast, inclusief administratieve en/of strafrechtelijke sancties overeenkomstig het nationale recht, die worden opgelegd bij inbreuken op de krachtens dit kaderbesluit vastgestelde voorschriften.

Amendement 29

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 25 — lid 1 bis (nieuw)

 

1 bis.     Elke lidstaat draagt er zorg voor dat de toezichthoudende autoriteiten worden geraadpleegd bij de opstelling van de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot de bescherming van de rechten en vrijheden van personen inzake de verwerking van persoonsgegevens met het oog op voorkoming en opsporing van strafbare feiten alsmede onderzoek en vervolging inzake of de tenuitvoerlegging van straffen.

Amendement 30

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 25 bis (nieuw)

 

Artikel 25 bis

Groep voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens met het oog op het voorkomen en opsporen van strafbare feiten, alsmede het onderzoeken en vervolgen inzake.

1.     Er wordt een Groep ingesteld voor de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens met het oog op voorkoming en opsporing van strafbare feiten, alsmede onderzoek en vervolging inzake, hierna „de Groep” genoemd. De Groep heeft een adviserende functie en treedt onafhankelijk op.

2.     De Groep bestaat uit een vertegenwoordiger van de door iedere lidstaat aangewezen toezichthoudende autoriteit of autoriteiten, een vertegenwoordiger van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en een vertegenwoordiger van de Commissie.

Elk lid van de Groep wordt aangewezen door de instelling, de autoriteit of de autoriteiten die het vertegenwoordigt. Wanneer een lidstaat meerdere toezichthoudende autoriteiten heeft aangewezen, benoemen zij een gemeenschappelijke vertegenwoordiger.

De voorzitters van de gemeenschappelijke controleorganen die in het kader van titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie zijn opgericht, kunnen deelnemen aan of vertegenwoordigd zijn in de vergaderingen van de Groep. De toezichthoudende instantie of instanties van IJsland, Noorwegen en Zwitserland mogen in de vergaderingen van de Groep vertegenwoordigd zijn wanneer er vragen in verband met het Schengen-acquis worden behandeld.

3.     De Groep neemt haar besluiten met een gewone meerderheid van stemmen van de vertegenwoordigers van de toezichthoudende autoriteiten.

4.     De Groep kiest een voorzitter. De ambtstermijn van de voorzitter bedraagt twee jaar. Deze termijn kan worden verlengd.

5.     De Commissie is belast met het secretariaat van de Groep.

6.     De Groep stelt haar reglement van orde vast.

7.     De Groep behandelt alle aangelegenheden die door de voorzitter hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van een vertegenwoordiger van de toezichthoudende autoriteiten, de Commissie, de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming of de voorzitters van de gemeenschappelijke controleorganen op de agenda worden geplaatst.

Amendement 31

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 25 ter (nieuw)

 

Artikel 25 ter

Taken

1.     De Groep heeft tot taak:

a)

advies uit te brengen over nationale maatregelen omdat ervoor gezorgd moet worden dat de norm voor gegevensbescherming in de nationale gegevensverwerking gelijkwaardig is aan de norm die is vastgesteld in dit kaderbesluit.

b)

advies uit te brengen over het beschermingsniveau tussen de lidstaten en derde landen en internationale organen, met name om te garanderen dat persoonsgegevens overeenkomstig artikel 14 van dit kaderbesluit worden verstrekt aan derde landen of aan internationale organen die een passend niveau van gegevensbescherming waarborgen;

c)

de Commissie te adviseren over voorstellen tot wijziging van dit kaderbesluit, over aanvullende of specifieke maatregelen ter bescherming van de rechten en vrijheden van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens met het oog op voorkoming en opsporing van strafbare feiten, alsook onderzoek en vervolging inzake, en over elk ander voorstel voor maatregelen die gevolgen hebben voor die rechten en vrijheden.

2.     Indien de Groep verschillen in de wetgeving of praktijk van de lidstaten aantreft die de gelijkwaardigheid van de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de Europese Unie in het gedrang zouden kunnen brengen, brengt zij de Raad en de Commissie daarvan op de hoogte.

3.     De Groep kan uit eigen beweging of op initiatief van de Commissie of de Raad aanbevelingen doen over elke aangelegenheid die verband houdt met de bescherming van personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens in de Europese Unie met het oog op voorkoming en opsporing van strafbare feiten, alsmede onderzoek en vervolging inzake.

4.     De adviezen en aanbevelingen van de Groep worden toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

5.     De Commissie brengt de Groep op basis van de door de lidstaten verstrekte informatie verslag uit over het gevolg dat aan de adviezen en aanbevelingen is gegeven. Dit verslag wordt openbaar gemaakt en ook toegezonden aan het Europees Parlement en de Raad. De lidstaten stellen de Groep in kennis van de maatregelen die zij naar aanleiding van de in lid 1 bedoelde werkzaamheden hebben genomen.

6.     De Groep stelt jaarlijks een verslag op over de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens met het oog op voorkoming en opsporing van strafbare feiten, alsmede onderzoek en vervolging inzake in de Europese Unie en in derde landen. Dit verslag wordt openbaar gemaakt en toegezonden aan het Europees Parlement, de Raad en de Commissie.

Amendement 32

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 27 bis — lid 1

1.   Drie jaar na het verstrijken van de in artikel 28, lid 1, vastgestelde termijn, brengen de lidstaten verslag uit aan de Commissie over de nationale maatregelen die zij hebben genomen om te zorgen voor volledige naleving van dit kaderbesluit, en met name met betrekking tot de bepalingen die reeds bij het verzamelen van gegevens moeten worden nageleefd. De Commissie onderzoekt met name de gevolgen van de bepaling inzake de werkingssfeer in artikel 1, lid 2.

1.   Drie jaar na het verstrijken van de in artikel 28, lid 1, vastgestelde termijn, brengen de lidstaten verslag uit aan de Commissie over de nationale maatregelen die zij hebben genomen om te zorgen voor volledige naleving van dit kaderbesluit, en met name met betrekking tot de bepalingen die reeds bij het verzamelen van gegevens moeten worden nageleefd. De Commissie onderzoekt met name de toepassing van artikel 1, lid 2.

Amendement 33

Ontwerpkaderbesluit van de Raad

Artikel 27 bis — lid 2 bis (nieuw)

 

2 bis.     Hierbij houdt de Commissie rekening met de opmerkingen van de parlementen en regeringen van de lidstaten, van het Europees Parlement, van de Groep die krachtens artikel 29 van Richtlijn 95/46/EG is opgericht, van de Europese autoriteit voor de gegevensbescherming en van de Groep die krachtens artikel 25 bis van dit kaderbesluit is opgericht.


(1)  PB C 306 E van 15.12.2006, blz. 263.

(2)  PB C 125 E van 22.5.2008, blz. 154.


Top