Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007IP0217

    Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2007 over mensenrechten Syrië

    PB C 102E van 24.4.2008, p. 485–486 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    52007IP0217

    Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2007 over mensenrechten Syrië

    Publicatieblad Nr. 102 E van 24/04/2008 blz. 0485 - 0486


    P6_TA(2007)0217

    Mensenrechten in Syrië

    Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2007 over mensenrechten Syrië

    Het Europees Parlement,

    - gelet op de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948 van de Verenigde Naties,

    - gelet op artikel 11, lid 1 van het Verdrag betreffende de Europese Unie waarin de eerbiediging van de mensenrechten als doelstelling van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid is verankerd en artikel 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen,

    - onder verwijzing naar zijn vorige resoluties over Syrië en het Midden-Oosten en naar zijn resolutie van 26 oktober 2006 met een aanbeveling aan de Raad inzake de sluiting van een euro-mediterrane associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de Syrische Arabische Republiek anderzijds [1],

    - gezien de verklaring van het voorzitterschap van de EU van 14 mei 2007 over de veroordeling van de intellectueel Michel Kilo en de politieke activist Mahmoud Issa in Syrië,

    - gelet op het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten dat op 21 april 1969 door Syrië is geratificeerd,

    - gelet op artikel 115, lid 5 van zijn Reglement,

    A. overwegende dat de eerbiediging van de mensenrechten een essentieel onderdeel is van het euro-mediterrane partnerschap, hetgeen tot uiting komt in een samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en Syrië en in een nog af te ronden associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de lidstaten enerzijds en de Syrishe Arabische Republiek anderzijds,

    B. overwegende dat het Europees Parlement en zijn Voorzitter reeds verschillende keren hebben gepleit voor de vrijlating van in Syrische gevangenissen gedetineerde mensenrechtenactivisten, politici en parlementsleden,

    C. overwegende dat Michel Kilo, een militante pro-democratische schrijver, die op 14 mei 2006 werd gearresteerd, hoofdzakelijk vanwege zijn standpunt met betrekking tot de verklaring van Beiroet-Damascus, en Mahmoud Issa op 13 mei 2007 tot een gevangenisstraf van drie jaar zijn veroordeeld,

    D. overwegende dat Suleiman Al-Shamar, leider van de Democratic National Community, en Khalil Hussein, hoofd van de Public Relations Office at the Kurd Future Trend, tot tien jaar gevangenisstraf zijn veroordeeld wegens het verzwakken van de nationale moraal en samenzwering met het buitenland,

    E. overwegende dat Faek El Mir en Aref Dalila, leden van verschillende mensenrechtenorganisaties in Syrië, al zes jaar in eenzame opsluiting gevangen zitten,

    F. overwegende dat Syrische veiligheidstroepen Kamal al-Labwani, arts en medeoprichter van Democratic Liberal Gathering, op 8 november 2005 hebben gearresteerd na terugkeer van een reis naar Europa, de Verenigde Staten en Egypte en dat hij nu op politieke gronden tot twaalf jaar gevangenisstraf met dwangarbeid is veroordeeld,

    G. overwegende dat Anwar Al Bunni, medeoprichter van de Syrische mensenrechtenorganisatie en advocaat gespecialiseerd in mensenrechtenvraagstukken, in de straten van Damascus werd gearresteerd in 2006 toen hij op het punt stond de post van directeur van het door de Europese Unie gefinancierde centrum voor de mensenrechten op zich te nemen en dat hij nu tot vijf jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens "het verspreiden van valse informatie die schadelijk is voor de staat",

    1. geeft uiting aan zijn diepe bezorgdheid over de recente vonnissen tegen politieke gevangenen en mensenrechtenactivisten in Syrië waardoor alle politieke stromingen van de oppositie worden getroffen;

    2. is ten zeerste verontrust over de beperkingen die worden opgelegd aan en de beschuldigingen die worden geuit tegen Mahmoud Issa, Fayek El Mir, Aref Dalila, Kamal al Labwani, Anwar Al Bunni, Michel Kilo, Suleiman Al-Shamar en Khalil Hussein wegens de uitoefening van hun democratische rechten en de ontplooiing van vreedzame activiteiten;

    3. dringt er bij de Syrische autoriteiten op aan zich strikt te houden aan de internationale wetgeving op het gebied van de mensenrechten, met name het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten en het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing, welke in 1969, respectievelijk 2004 door Syrië zijn geratificeerd;

    4. dringt bij Syrië aan op eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting en het recht op een eerlijk proces;

    5. dringt er bij de Syrische autoriteiten op aan kennis te nemen van de bezorgdheid van het Mensenrechtencommissie van de VN en ervoor te zorgen dat:

    a) de bovenvernoemde gedetineerden goed worden behandeld en niet worden gemarteld of mishandeld,

    b) gedetineerde of gevangen personen snel en regelmatig toegang krijgen tot hun advocaten, artsen en familieleden;

    6. dringt er bij de desbetreffende Syrische instanties op aan de bovenvernoemde vonnissen te vernietigen, de nog lopende beschuldigingen bij het Militaire Hof van Damascus te laten vallen en alle bovengenoemde gewetensbezwaarden die in gevangenschap zitten alsmede alle politieke gevangenen vrij te laten;

    7. roept op tot opheffing van de meer dan 40 jaar geleden afgekondigde noodtoestand in Syrië;

    8. doet met name een beroep op de Gemeenschapsinstellingen en de lidstaten om alle noodzakelijke steun te verlenen aan de activisten van de Syrische burgermaatschappij via het Europese Nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI) en het onlangs goedgekeurde Europese instrument voor democratie en mensenrechten (EIDHR), o.m. door onverwijlde tenuitvoerlegging van de zogenoemde ad-hocmaatregelen bestemd voor voorvechters van de mensenrechten;

    9. verzoekt Syrië, dat een belangrijke rol kan spelen bij de bevordering van vrede in de regio, de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting in het land te verbeteren en te steunen;

    10. verzoekt Syrië om steun voor de oprichting van een straftribunaal met een internationaal karakter eens het onderzoek van rechter Brammertz, commissaris van de internationale onafhankelijke onderzoekscommissie van de VN, in Libanon is voltooid;

    11. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regering en het parlement van de Syrische Arabische Republiek.

    [1] Aangenomen teksten, P6_TA(2006)0459.

    --------------------------------------------------

    Top