EUR-Lex Der Zugang zum EU-Recht

Zurück zur EUR-Lex-Startseite

Dieses Dokument ist ein Auszug aus dem EUR-Lex-Portal.

Dokument 52006IR0032

Advies van het Comité van de Regio's over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over i2010: digitale bibliotheken

PB C 229 van 22.9.2006, S. 51–52 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

22.9.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 229/51


Advies van het Comité van de Regio's over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's over i2010: digitale bibliotheken

(2006/C 229/07)

Het Comité van de Regio's,

GEZIEN de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „i2010: Digitale bibliotheken” (COM (2005) 465 final);

GEZIEN het besluit van zijn voorzitter van 24 januari 2006 om de commissie Cultuur, opleiding en onderzoek te belasten met de voorbereiding van een advies over dit onderwerp;

GEZIEN zijn advies over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's „i2010 — Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, en

GEZIEN het door de commissie Cultuur, opleiding en onderzoek op 4 april 2006 goedgekeurde advies (CdR 32/2006 rev. 1) — rapporteur: de heer MYLLYVIRTA, burgemeester van Mikkeli (FI/EVP),

heeft tijdens zijn 65e zitting van 14 en 15 juni 2006 (vergadering van 15 juni) onderstaand advies uitgebracht:

1.   Standpunten van het Comité van de Regio's

1.1

Het Comité is zeer te spreken over het voorstel voor digitalisering van het Europees cultureel erfgoed en het opzetten van digitale bibliotheken. Het gaat om een essentieel onderdeel van het Commissie-initiatief „i2010 — Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid”, dat in zijn volle omvang dient te worden verwezenlijkt om het concurrentievermogen van de Europese Unie te bevorderen.

1.2

Belangrijk is dat alle Europese landen,regio's en steden zich inzetten voor het digitaliseren, online toegankelijk maken en bewaren van het culturele erfgoed en dat dit tevens in alle talen gebeurt, om de culturele en linguïstische verscheidenheid in Europa in stand te houden. Dit vanuit de achterliggende gedachte dat cultuur — m.i.v. minderheidsculturen — een groot goed is, dat behouden dient te blijven voor de toekomstige generaties.

1.3

In andere delen van de wereld wordt reeds hard gewerkt aan de digitalisering van het culturele erfgoed. Ook voor een succesvolle Europese kennissamenleving is grootschalige digitalisering van het Europese culturele erfgoed en de Europese literatuur een belangrijke voorwaarde. Tegelijkertijd stimuleert het de regionale en stedelijke ontwikkeling in Europa.

1.4

De Commissie bespreekt in de mededeling de belangrijkste uitdagingen alsook diverse technische, juridische en financiële kwesties i.v.m. de digitalisering die nog geregeld moeten worden. De lokale en regionale overheden willen graag helpen om alles in goede banen te leiden.

1.5

De uitvoering van de verschillende informatiemaatschappijstrategieën ligt voor een groot deel in handen van deze overheden en ook bibliotheekbeheer behoort vaak tot hun taken. Het digitaliseringsinitiatief mag deze lokale en regionale dimensie niet buiten beschouwing laten.

1.6

Van groot belang is dat alle EU-lidstaten meewerken aan de digitalisering van het culturele erfgoed. Digitalisering heeft immers pas echt voordelen als de online-toegankelijkheid van cultuurgoederen op grote schaal, dus óók op lokaal en regionaal niveau, bevorderd wordt en intelligente zoekmogelijkheden worden aangeboden.

1.7

Digitalisering is een zaak van lange adem en vergt behoorlijk wat middelen, o.a. omdat het materiaal moet worden onderhouden, aangepast en geconverteerd. Tegelijkertijd ziet het Comité evenwel de voordelen van digitalisering voor de toegankelijkheid en de instandhouding van het culturele erfgoed.

1.8

Elektronisch materiaal bestaat behalve uit analoog materiaal dat gedigitaliseerd kan worden, uit nieuw materiaal dat al van meet of aan digitaal is opgebouwd.

1.9

De door de digitale bibliotheek aangeboden diensten zullen worden samengesteld uit zowel nationale als lokale en regionale elementen die met behulp van ICT aan elkaar gekoppeld worden. Dit vergt samenwerking en coördinatie op Europees niveau.

1.10

Bibliotheken spelen dus en cruciale rol als het erom gaat, het culturele erfgoed en de literatuur via elektronische informatiedragers toegankelijker te maken voor de burger. Samenwerking met archieven, musea en andere culturele instellingen en instanties blijft niettemin onontbeerlijk.

2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

2.1

Met de digitalisering wordt geenszins beoogd de traditionele cultuurgoederen in gedrukte of andere fysische vorm te vervangen. Het gaat erom een alternatief te bieden naast analoog materiaal om de toegankelijkheid van informatie te vergroten.

2.2

Tot dusverre is slechts een klein deel van het Europese culturele erfgoed gedigitaliseerd. De betrokken instellingen staat nog heel wat werk te wachten. Hiervoor zouden o.a. samen met de particuliere sector nieuwe financiële samenwerkingsmodellen moeten worden ontwikkeld.

2.3

In kleine landen en taalgebieden is de commerciële markt voor digitaal materiaal voorlopig nog vrij klein, terwijl de vaste productiekosten vrijwel even hoog liggen als in de grote taalgebieden. Het Comité wijst erop dat het technisch mogelijk — en belangrijk — is om bij het opzetten van digitale bibliotheken rekening te houden met de behoeften van de gebruikers in de verschillende taalgebieden.

2.4

Op een groot deel van het oude Europese culturele erfgoed rusten geen auteursrechten meer, zodat dit materiaal zonder problemen verspreid kan worden via de informatienetwerken. Daarentegen is het goed dat de Commissie een voorstel heeft uitgewerkt voor de herziening van de regeling voor auteursrechten voor het meer recente culturele erfgoed.

2.5

In sommige landen zijn er al signalen dat niet alle burgers kunnen meekomen op het gebied van de digitalisering. Het Comité benadrukt dat ook kansarmen voldoende mogelijkheden moeten krijgen om het Internet te leren gebruiken.

2.6

Lokale en regionale overheden hebben een belangrijke taak als producenten en eigenaren van cultureel erfgoed als organen die erop toe zien dat iedereen, voor zover mogelijk, gelijke kansen heeft om gebruik te maken van de diensten van de informatiemaatschappij.

2.7

In veel Europese landen bieden openbare bibliotheken nog steeds in de eerste plaats de mogelijkheid om materiaal in gedrukte vorm te raadplegen, maar daarnaast zouden ze ook Internet- en onlinediensten moeten aanbieden. Om de onlinedienstverlening af te stemmen op de eindgebruikers en hun lokale behoeften, is het van belang dat dit wordt overgelaten aan lokale en regionale actoren. Bij de toewijzing van financiële middelen voor het bibliotheekwezen door de nationale overheid moet hiermee rekening worden gehouden.

2.8

Er moet voor gezorgd worden dat lokale en regionale overheden die participeren in netwerken van bibliotheken en andere instellingen, die samen een webomgeving en een totaalpakket aan onlinediensten aanbieden, voldoende inspraak krijgen bij het zoeken naar concrete oplossingen en het nemen van besluiten.

2.9

Het is goed dat de Commissie in haar mededeling ook heeft gewezen op de problemen in verband met de keuze van het te digitaliseren materiaal. Het Comité dringt er voor alles op aan dat lokale en regionale selectiecriteria naar behoren in acht worden genomen. Belangrijk is tevens dat er bij het opstellen van selectiecriteria een evenwicht wordt gevonden tussen de vraag van het publiek en de noodzaak om de instandhouding van het erfgoed te waarborgen.

2.10

Het Comité steunt het voorstel voor de uitwerking van een strategie voor het duurzame behoud van digitaal materiaal. Dit kan voorkomen dat de middelen die zijn ingezet voor de digitalisering van het culturele erfgoed, verloren gaan wanneer technische systemen en programma's veranderen.

2.11

Ook het voorstel om in de lidstaten expertisecentra op het gebied van digitalisering op te richten is een interessant idee. Zulke centra zouden, aldus het Comité, onder meer moeten onderzoeken welke expertise op lokaal en regionaal niveau nodig is en bekendheid moeten geven aan goede praktijken.

Brussel, 15 juni 2006

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Michel DELEBARRE


nach oben