Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004AR0012

Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's

PB C 121 van 30.4.2004, p. 35–44 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

30.4.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 121/35


Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's

(2004/C 121/09)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

Gelet op het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's (COM(2003) 723 def. — 2003/0282 (COD));

Gelet op het besluit van de Raad van 11 december 2003 om het Comité overeenkomstig artikel 175, lid 1, van het EG-Verdrag over dit onderwerp te raadplegen;

Gelet op het besluit van zijn bureau van 12 maart 2002 om de commissie „Duurzame ontwikkeling” te belasten met het opstellen van een desbetreffend advies;

Gelet op het werkdocument van de Commissie over de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook gebruikte batterijen en accu's (SEC(2003)1343);

Gelet op Richtlijn 91/157/EEG van 18 maart 1991 inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten;

Gelet op Richtlijn 2003/108/EEG van het Europees Parlement en de Raad van 8 december 2003 houdende wijziging van Richtlijn nr. 2002/96/EG inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE);

Gelet op Richtlijn 2002/95/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 januari 2003 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS-Richtlijn);

Gelet op Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken;

Gelet op Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften;

Gelet op het ontwerpadvies (CDR 12/2004 rev. 1), dat op 5 maart 2004 werd goedgekeurd door de commissie „Duurzame ontwikkeling” (rapporteur: de heer MARTIKAINEN, voorzitter van de gemeenteraad van Lapinlahti — FI/ELDR);

Overwegende:

1)

dat batterijen en accu's een essentiële bron van energie in onze maatschappij zijn;

2)

dat een grote hoeveelheid gebruikte batterijen en accu's uiteindelijk in de gemeentelijke afvalstroom terechtkomt;

3)

dat iedere lidstaat op zijn eigen manier te werk gaat bij het inzamelen en recycleren van batterijen en accu's, hetgeen negatieve gevolgen kan hebben voor de interne markt en de concurrentieverhoudingen kan verstoren, zodat het zaak is overal in de EU dezelfde concurrentievoorwaarden te scheppen;

4)

dat het belangrijk is om in de gehele EU strenge normen te hanteren en de afzonderlijke lidstaten daarnaast de mogelijkheid te bieden, deze normen nog aan te scherpen, en

5)

dat de lokale en regionale overheden in veel lidstaten een vitale rol spelen bij het inzamelen en recycleren van batterijen en accu's,

heeft tijdens zijn 54e zitting van 21 en 22 april 2004 (vergadering van 22 april) het volgende advies uitgebracht, dat werd goedgekeurd met algemene stemmen:

1.   Standpunten van het Comité van de Regio's

Het Comité van de Regio's:

1.1

is van mening dat het op Europees niveau vaststellen van minimumvereisten t.a.v. het behandelen van gebruikte accu's en batterijen, met name als deze gevaarlijke stoffen bevatten, een doeltreffend middel is om het milieu en de gezondheid van de burgers te beschermen;

1.2

vindt dat de nationale en de lokale en regionale overheden het recht moeten hebben om bij de tenuitvoerlegging van de communautaire regelgeving op het gebied van afvalverwerking zelf de methodes te kiezen, zolang deze maar voldoen aan de gemeenschappelijke minimumeisen en de concurrentieverhoudingen niet verstoren;

1.3

wijst erop dat gemeenten, steden en regionale overheden aanzienlijke bevoegdheden hebben en een grote verantwoordelijkheid dragen bij het plannen van, uitvoeren van en toezicht houden op de afvalbehandeling en milieumaatregelen; de wetgevende instanties van de EU en de lidstaten zouden bij de tenuitvoerlegging van de communautaire wetgeving op dit terrein rekening moeten houden met de kennis van zaken en met de voorstellen van deze actoren;

1.4

merkt op dat bij het verwezenlijken van de doelstellingen van milieuwetgeving terdege rekening moet worden gehouden met de vaste gewoontes en gedragspatronen van de consument; de lidstaten zouden moeten worden aangemoedigd, er zich meer op toe te leggen dat er organisaties die zich bezighouden met het terugnemen en nuttig toepassen van de gebruikte artikelen of met statiegeldregelingen, worden opgericht resp. verder tot ontwikkeling worden gebracht; ook moeten ze de consumenten door voorlichting ertoe brengen milieubewuster om te gaan met batterijen en accu's;

1.5

is van mening dat de implementatie en het toezicht op de naleving van de wetgeving op het gebied van afgedankte accu's en batterijen die gevaarlijke stoffen bevatten, het beste zodanig kan worden aangepakt dat de lidstaten zelf de door hen meest geschikt geachte werkwijze kunnen kiezen, maar dat het toezicht op de naleving en het opleggen van sancties in het geval van tekortkoming op EU-niveau moeten worden geregeld en dat de Commissie dient te worden belast met de uitvoering daarvan;

1.6

staat achter de toepassing van het beginsel volgens hetwelk de producent verantwoordelijk is voor de behandeling van accu's en batterijen;

1.7

wijst op de mogelijkheid om gemeenten en steden, alsmede de daaronder vallende instellingen en ondernemingen of concessiehouders, als derde partij naast producenten en importeurs te betrekken bij het inzamelen, behandelen en recycleren van accu's en batterijen;

1.8

is van mening dat moet worden gestreefd naar een volledig afstappen van het definitief verwijderen van batterijen en accu's die in de industrie en voertuigen worden gebruikt;

1.9

is van mening dat de hoeveelheden kwik en cadmium die in accu's worden gebruikt, aan bepaalde maxima dienen te worden gebonden;

1.10

is huiverig voor het invoeren van vaste, aan bepaalde hoeveelheden gebonden inzamelingsdoelstellingen, omdat dit in tal van nieuwe lidstaten kan leiden tot een (aanzienlijke) toename van de hoeveelheid afgedankte accu's en batterijen, waardoor er vooralsnog niets terecht zou komen van de in de ontwerprichtlijn nagestreefde positeve gevolgen voor de volksgezondheid en het milieu en het vaststellen van beste praktijken;

1.11

herinnert eraan dat op dit moment al een aantal lidstaten voldoet aan het in het voorstel genoemde inzamelingsdoelstelling van 160 gram per persoon per jaar, en vindt dat de doelstellingen gebaseerd moeten zijn op de jaarverkoop per land, zodat rekening kan worden gehouden met verschillen in de consumptie en er tegelijk ambitieuze doelstellingen kunnen worden geformuleerd;

1.12

geeft wat het vaststellen van inzamelingsdoelstellingen betreft de voorkeur aan een berekeningsmethode die is gebaseerd op het totale aantal gebruikte draagbare batterijen en accu's als percentage van het aantal dat gedurende dat jaar in een lidstaat is verkocht;

1.13

roept de lidstaten op zich in te zetten voor het vinden van nieuwe, economisch efficiënte en milieuvriendelijke methodes voor inzameling en behandeling, en verzoekt de Commissie periodiek verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de na de inwerkingtreding van de richtlijn geboekte voortgang t.a.v. het verwezenlijken van de doelstellingen.

2.   De aanbevelingen van het Comité van de Regio's

Preambule, 1e alinea

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 95, lid 1, en 175, lid 1),

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid de artikelen 95, lid 1, en 175, lid 1),

Motivering: De belangrijkste doelstelling van onderhavige richtlijn is het zo beperkt mogelijk houden van de negatieve milieueffecten van opgeruimde batterijen. Daarom zou artikel 175, lid 1, (rechtsgrondslag voor milieumaatregelen) de enige juridische basis moeten vormen, want daarmee wordt de lidstaten de mogelijkheid gelaten om strengere normen en methoden te hanteren.

Overwegende (10)

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

In het licht van de zorgwekkende specifieke milieu- en gezondheidsaspecten van cadmium, kwik en lood, en de bijzondere kenmerken van batterijen en accu's die cadmium, kwik en lood bevatten, zouden er bijkomende maatregelen moeten worden goedgekeurd. Het gebruik van kwik in batterijen zou aan banden moeten worden gelegd. De definitieve verwijdering van auto- en industriële batterijen en -accu's zou moeten worden verboden. Een bijkomend inzamelingsstreefcijfer zou moeten worden vastgesteld voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen. Bovendien zouden specifieke recyclingvereisten moeten gelden voor cadmium- en loodbatterijen om overal in de Gemeenschap de terugwinning van grondstoffen op een hoog peil te brengen en verschillen tussen de lidstaten te voorkomen.

In het licht van de zorgwekkende specifieke milieu- en gezondheidsaspecten van cadmium, kwik en lood, en de bijzondere kenmerken van batterijen en accu's die cadmium, kwik en lood bevatten, zouden er bijkomende maatregelen moeten worden goedgekeurd. Het gebruik van kwik in batterijen zou aan banden moeten worden gelegd verboden evenals D de definitieve verwijdering van auto- en industriële batterijen en -accu's zou moeten worden verboden. Een bijkomend inzamelingsstreefcijfer zou moeten worden vastgesteld voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen Ook het gebruik van cadmium en lood in draagbare batterijen zou moeten worden verboden. Bovendien zouden specifieke recyclingvereisten moeten gelden voor vast ingebouwde cadmium- en loodbatterijen om overal in de Gemeenschap de terugwinning van grondstoffen op een hoog peil te brengen en verschillen tussen de lidstaten te voorkomen.

Motivering: Overeenkomstig de richtlijnen inzake autowrakken, inzake afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (WEEE) en inzake beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS), zou er ook een verbod op metaal in batterijen en accu's verboden moeten gelden.

Artikel 3

Definities

Nieuwe definitie toevoegen

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

„statiegeldregeling”: regeling waarbij de koper, bij de aankoop van batterijen of accu's, aan de verkoper een bedrag betaalt dat hem bij teruggave van de gebruikte batterijen of gebruikte accu's wordt terugbetaald.

Motivering: Deze definitie is rechtstreeks overgenomen uit Richtlijn 91/157/EEG van de Raad inzake batterijen en accu's die gevaarlijke stoffen bevatten. Genoemde regeling is een uitstekende manier om consumenten aan te moedigen hun gebruikte batterijen terug te brengen naar inzamelingspunten.

Artikel 4

Preventie

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten verbieden het in de handel brengen van alle, al dan niet in apparaten ingebouwde batterijen of accu's die meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik bevatten.

2.

Knoopcellen en batterijen die uit knoopcellen bestaan, die niet meer dan 2 gewichtsprocent kwik bevatten zijn niet aan de verbodsbepaling van lid 1 onderworpen.

1.

De lidstaten verbieden het in de handel brengen van alle, al dan niet in apparaten ingebouwde batterijen of accu's die meer dan 0,0005 gewichtsprocent kwik 5 ppm kwik en/of 40 ppm lood en/of 20 ppm cadmium bevatten.

2.

Knoopcellen en batterijen die uit knoopcellen bestaan, die niet meer dan 2 gewichtsprocent kwik bevatten zijn niet aan de verbodsbepaling van lid 1 onderworpen Dit verbod geldt niet voor de toepassingen die worden genoemd in Bijlage I.

Motivering: Van alle NiCd-batterijen die op de markt zijn, is 80 % draagbaar. Het gevaar bestaat dat gebruikte batterijen uiteindelijk terechtkomen in de gemeentelijke afvalstroom. Het is algemeen bekend dat in elektrische en elektronische apparatuur ook alternatieve energiebronnen kunnen worden gebruikt. Als geleidelijk zou worden afgestapt van het gebruik van cadmiumbatterijen in dergelijke apparatuur, zou dit in overeenstemming zijn met de RoHS-richtlijn.

Artikel 5

Betere milieuprestaties

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten bevorderen het onderzoek naar de mogelijkheid van een verbetering van de milieuprestaties van batterijen en accu's gedurende hun gehele levenscyclus, en van het in de handel brengen van batterijen en accu's die kleinere hoeveelheden gevaarlijke stoffen bevatten of die minder verontreinigende stoffen bevatten, in het bijzonder als substituten voor kwik, cadmium en lood.

De lidstaten bevorderen het onderzoek naar de mogelijkheid van een verbetering van de milieuprestaties van batterijen en accu's gedurende hun gehele levenscyclus, en van het in de handel brengen van batterijen en accu's die kleinere hoeveelheden gevaarlijke stoffen bevatten of die minder verontreinigende stoffen bevatten, in het bijzonder als substituten voor kwik, cadmium en lood. Vijf jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn dient de Commissie de Raad en het Europees Parlement een voortgangsrapport voor te leggen.

Motivering: Spreekt voor zich.

Artikel 6

Monitoring van de afvalstroom

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten zien erop toe dat de hoeveelheden gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's die in het vaste stadsafval terechtkomen, worden bijgehouden. Op basis van Tabel 1 in Bijlage I zal een verslag van de resultaten van dit toezicht worden opgesteld.

2.

Onverlet Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken stellen de lidstaten deze verslagen ieder jaar op, te beginnen één jaar na de datum genoemd in artikel 32, lid 1, van deze richtlijn; een verslag heeft telkens betrekking op een volledig kalenderjaar. Het verslag wordt uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie toegezonden.

3.

De Commissie stelt uitvoerige regels vast voor het toezicht op de vaste afvalstroom van een gemeente als bedoeld in lid 1, zulks in overeenstemming met de procedure van artikel 30.

1.

De lidstaten zien erop toe dat de hoeveelheden gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's die in het vaste stadsafval terechtkomen, worden bijgehouden. Op basis van Tabel 1 in Bijlage I zal een verslag van de resultaten van dit toezicht worden opgesteld.

2.

Onverlet Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken stellen de lidstaten deze verslagen ieder jaar op, te beginnen één jaar na de datum genoemd in artikel 32, lid 1, van deze richtlijn; een verslag heeft telkens betrekking op een volledig kalenderjaar. Het verslag wordt uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie toegezonden.

3.

De Commissie stelt uitvoerige regels vast voor het toezicht op de vaste afvalstroom van een gemeente als bedoeld in lid 1, zulks in overeenstemming met de procedure van artikel 30.

4.

De lidstaten dragen er zorg voor dat fabrikanten van NiCD-batterijen en –accu's de kosten van de monitoring van de afvalstroom op zich nemen.

Motivering: Het hele artikel zou moeten worden geschrapt, omdat toezicht op de gemeentelijke afvalstroom een bijzonder kostbare en ook overbodige aangelegenheid zou worden als men bedenkt dat het gebruik van gevaarlijke stoffen in batterijen sowieso wordt verboden door de richtlijn. Het aandeel van nikkel-cadmium-batterijen in de gemeentelijke afvalstroom bedraagt naar schatting ca. 0,0055 %. De monitoring zou gebaseerd moeten zijn op een zeer uitgebreide bemonstering, wil men een betrouwbaar beeld krijgen van de hoeveelheid gebruikte NiCD-batterijen. Het zou eenvoudiger en doeltreffender zijn om het gebruik van deze gevaarlijke stoffen simpelweg helemaal te verbieden. Dan zou er niet meer op zo'n uitgebreide schaal toezicht hoeven te worden uitgeoefend. De oorspronkelijke tekst getuigt van weinig werkelijkheidszin en kan beter in zijn geheel worden geschrapt.

Artikel 9

Inzamelingssystemen

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten zorgen ervoor dat

(a)

er regelingen worden getroffen in het kader waarvan gebruikte draagbare batterijen en accu's kosteloos kunnen worden ingeleverd en er, afhankelijk van de bevolkingsdichtheid, de nodige inzamelingsfaciliteiten beschikbaar en toegankelijk zijn;

(b)

producenten van industriële batterijen en accu's, of namens deze optredende derden, gebruikte industriële batterijen en accu's, ongeacht hun chemische samenstelling en herkomst, van de eindgebruikers terugnemen;

(c)

producenten van autobatterijen en -accu's, of namens deze optredende derden, systemen opzetten voor de inzameling van gebruikte autobatterijen en -accu's, tenzij deze al worden ingezameld door middel van de in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/53/EG bedoelde systemen.

2.

De lidstaten zien erop toe dat er bij het opzetten van de inzamelingssystemen rekening wordt gehouden met de negatieve externe effecten van de hiermee samenhangende vervoersverrichtingen.

1.

De lidstaten zorgen ervoor dat

(a)

er regelingen worden getroffen in het kader waarvan gebruikte draagbare batterijen en accu's kosteloos kunnen worden ingeleverd en er, afhankelijk van de bevolkingsdichtheid, de nodige inzamelingsfaciliteiten beschikbaar en toegankelijk zijn;

(b)

producenten van industriële batterijen en accu's, of namens deze optredende derden, gebruikte industriële batterijen en accu's, ongeacht hun chemische samenstelling en herkomst, van de eindgebruikers terugnemen;

(c)

producenten van autobatterijen en -accu's, of namens deze optredende derden, systemen opzetten voor de inzameling van gebruikte autobatterijen en -accu's, tenzij deze al worden ingezameld door middel van de in artikel 5, lid 1, van Richtlijn 2000/53/EG bedoelde systemen.

2.

De lidstaten zien erop toe dat er bij het opzetten van de inzamelingssystemen rekening wordt gehouden met de negatieve externe effecten van de hiermee samenhangende vervoersverrichtingen.

3.

Er kunnen statiegeldregelingen worden ingevoerd als onderdeel van een pakket maatregelen om het inzamelen van gebruikte draagbare batterijen en accu's te bevorderen. Bij het bepalen van de hoogte van het statiegeldbedrag mogen de lidstaten maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de concurrentieverhoudingen in de interne markt niet worden verstoord. Onverminderd het bepaalde in Richtlijn 98/34/EG dienen de lidstaten de Commissie in kennis te stellen van maatregelen ter invoering van dergelijke statiegeldregelingen.

Motivering: Statiegeldregelingen zijn een uitstekende manier om consumenten aan te moedigen, hun gebruikte batterijen terug te brengen naar inzamelingspunten.

Artikel 11

Verbod op definitieve verwijdering

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten verbieden de definitieve verwijdering van industriële en autobatterijen en -accu's op vuilstortplaatsen of door verbranding.

De lidstaten verbieden de definitieve verwijdering van industriële en autobatterijen en -accu's op vuilstortplaatsen of door verbranding. Ze dienen ervoor te zorgen dat dit verbod streng in acht wordt genomen.

Motivering: De tekst moet krachtiger worden getoonzet.

Artikel 12

Economische instrumenten

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

Indien de lidstaten economische instrumenten hanteren ter bevordering van de inzameling van gebruikte batterijen en accu's of ter bevordering van het gebruik van batterijen die minder vervuilende stoffen bevatten, bijvoorbeeld door de goedkeuring van verschillende belastingtarieven, doen zij de Commissie mededeling van de met de tenuitvoerlegging van deze instrumenten verband houdende maatregelen.

Indien de lidstaten economische instrumenten hanteren ter bevordering van de inzameling van gebruikte batterijen en accu's of ter bevordering van het gebruik van batterijen die minder vervuilende stoffen bevatten, bijvoorbeeld door de goedkeuring van statiegeldregelingen of verschillende belastingtarieven, doen zij de Commissie mededeling van de met de tenuitvoerlegging van deze instrumenten verband houdende maatregelen.

Motivering: Statiegeldregelingen (waarbij de consument een hogere prijs betaalt bij aankoop van een batterij en een gedeelte daarvan wordt terugbetaald bij inlevering van de gebruikte batterij) kunnen consumenten ertoe aanzetten hun batterijen in te leveren.

Artikel 13

Na te streven gemiddelde inzamelingsgraad

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

Uiterlijk vier jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad die minimaal equivalent is met 160 gram per inwoner per jaar voor alle gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen.

Eveneens uiterlijk vier jaar na deze datum bereiken de lidstaten een specifiek inzamelingscijfer dat minimaal equivalent is met 80  % van de totale hoeveelheid gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's per jaar. De totale hoeveelheid omvat draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's die jaarlijks worden ingezameld via inzamelingssystemen, alsook jaarlijks in het vaste stadsafval terechtkomen.

2.

Op basis van Tabel 2 in Bijlage I zal een verslag van de resultaten van dit toezicht worden opgesteld. Onverlet Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken stellen de lidstaten deze verslagen ieder jaar op, te beginnen één jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, van deze richtlijn; een verslag heeft telkens betrekking op een volledig kalenderjaar. Het verslag wordt uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie toegezonden.

1.

Uiterlijk vier jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad die minimaal equivalent is met 160 gram per inwoner per jaar voor alle gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen voor gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen, voor gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen, die minimaal 50 % bedraagt van de verkoop per inwoner per jaar, zoals twee jaar daarvoor gerealiseerd.

Eveneens uiterlijk vier jaar na deze datum bereiken de lidstaten een specifiek inzamelingscijfer dat minimaal equivalent is met 80 % van de totale hoeveelheid gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's per jaar. De totale hoeveelheid omvat draagbare nikkel-cadmium-batterijen en -accu's die jaarlijks worden ingezameld via inzamelingssystemen, alsook jaarlijks in het vaste stadsafval terechtkomen.

2.

Uiterlijk zes jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad voor gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen, die minimaal 60 % bedraagt van de jaarverkoop van vier jaar ervoor.

3.

Uiterlijk tien jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, bereiken de lidstaten een gemiddelde inzamelingsgraad voor gebruikte draagbare batterijen en accu's, inclusief draagbare nikkel-cadmium-batterijen, die minimaal 70 % bedraagt van de jaarverkoop van vier jaar ervoor.

2. 4.

Op basis van Tabel 2 in Bijlage I zal een verslag van de resultaten van dit toezicht worden opgesteld. Onverlet Verordening (EG) nr. 2150/2002 betreffende afvalstoffenstatistieken stellen de lidstaten deze verslagen ieder jaar op, te beginnen één jaar na de datum bedoeld in artikel 32, lid 1, van deze richtlijn; een verslag heeft telkens betrekking op een volledig kalenderjaar. Het verslag wordt uiterlijk één jaar na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie toegezonden.

Motivering: De inzamelingsdoelstellingen moeten worden geformuleerd als percentage van jaarlijkse verkoopcijfers, zodat beter rekening kan worden gehouden met het binnen de EU variërende consumptieniveau. Dit percentage kan gemakkelijk worden gehaald door de omvang van de jaarlijkse verkoop te analyseren. Er is een gefaseerde aanpak nodig om de inzamelings- en recyclinggraad te kunnen opvoeren zonder dat de doelstellingen onrealistisch worden. Er moet uiteindelijk worden gestreefd naar een inzamelingspercentage van 70 % om te waarborgen dat de graad van inzameling en recyclering almaar hoger wordt, totdat een gewenst niveau is bereikt.

Artikel 15

Behandelingsverrichtingen

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, met gebruikmaking van de best beschikbare behandelings- en recyclingtechnieken, systemen opzetten voor de behandeling van in overeenstemming met artikel 9 ingezamelde gebruikte batterijen en accu's.

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, met gebruikmaking van de beste beschikbare behandelings- en recyclingtechnieken op het gebied van behandeling en recycling, systemen opzetten voor de behandeling van in overeenstemming met artikel 9 ingezamelde gebruikte batterijen en accu's.

Motivering: De formulering „beste beschikbare techniek ” is meer in overeenstemming met in de EU gebruikelijke woordkeuze en onderstreept de noodzaak van het gebruik van de allerbeste techniek die er is. Anders zouden producenten van batterijen bij het kiezen van een behandeling bijv. een techniek kunnen nemen die wordt toegepast in de staalindustrie.

Artikel 17

Nieuwe recyclingtechnologieën

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten bevorderen de ontwikkeling van nieuwe recycling- en behandelingstechnologieën, en onderzoek naar milieuvriendelijke en kosteneffectieve recyclingmethoden voor alle typen batterijen en accu's.

2.

De lidstaten moedigt exploitanten van behandelingsfaciliteiten ertoe aan gecertificeerde milieubeheersystemen in te voeren in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS).

1.

De lidstaten bevorderen de ontwikkeling van nieuwe recycling- en behandelingstechnologieën, en onderzoek naar milieuvriendelijke en kosteneffectieve recyclingmethoden voor alle typen batterijen en accu's.

2.

De lidstaten moedigt en exploitanten van behandelingsfaciliteiten ertoe aan gecertificeerde milieubeheersystemen in te voeren in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 761/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2001 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS). Vijf jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn dient de Commissie de Raad en het Europees Parlement een voortgangsrapport hierover voor te leggen.

Motivering: Spreekt voor zich.

Artikel 18

Recyclingdoelstellingen

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een jaar na de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, de volgende minimale recyclingdoelstellingen realiseren:

(a)

alle overeenkomstig artikel 9 ingezamelde draagbare batterijen en accu's worden aan een recyclingproces onderworpen;

(b)

de lidstaten mogen toestemming verlenen tot de vrijstelling, om technische redenen, van maximaal 10 % van de ingezamelde draagbare batterijen en accu's van de onder (a) genoemde verplichting;

(c)

alle overeenkomstig artikel 9 ingezamelde industriële and autobatterijen en -accu's worden aan een recyclingproces onderworpen.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een jaar na de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, de volgende minimale recyclingdoelstellingen realiseren:

(a)

alle overeenkomstig artikel 9 ingezamelde draagbare batterijen en accu's worden aan een recyclingproces onderworpen;

(b)

de lidstaten mogen toestemming verlenen tot de vrijstelling, om technische redenen, van maximaal 10 % van de ingezamelde draagbare batterijen en accu's van de onder (a) genoemde verplichting;

(c b)

alle overeenkomstig artikel 9 ingezamelde industriële and autobatterijen en -accu's worden aan een recyclingproces onderworpen.

Motivering: Er zijn geen technische redenen te bedenken op grond waarvan uitzonderingen kunnen worden gemaakt.

Artikel 19

Recyclingefficiëntie

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, uiterlijk drie jaar na de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, de volgende minimale recyclingefficiëntie realiseren:

(a)

Recycling van alle lood en gemiddeld minimaal 65 gewichtsprocent van de in lood-zuur-batterijen en -accu's gebruikte materialen;

(b)

Recycling van alle cadmium en gemiddeld minimaal 75 gewichtsprocent van de in nikkel-cadmium-batterijen en -accu's gebruikte materialen;

(c)

Recycling van gemiddeld 55 gewichtsprocent van de in andere gebruikte batterijen en accu's gebruikte materialen.

2.

De lidstaten brengen jaarlijks verslag uit over de in artikel 18 genoemde recyclingdoelstellingen, alsmede over de in bovenstaand lid bedoelde recyclingefficiëntie die daadwerkelijk in elk kalenderjaar wordt bereikt, te beginnen vanaf de in bovenstaand lid bedoelde datum.

Die informatie zal dan uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie worden voorgelegd.

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, uiterlijk drie jaar na de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, de volgende minimale recyclingefficiëntie realiseren:

(a)

Recycling van alle lood en gemiddeld minimaal 65 gewichtsprocent van de in lood-zuur-batterijen en -accu's gebruikte materialen;

(b)

Recycling van alle cadmium en gemiddeld minimaal 75 gewichtsprocent van de in nikkel-cadmium-batterijen en -accu's gebruikte materialen;

(c)

Recycling van gemiddeld 55 gewichtsprocent van de in andere gebruikte batterijen en accu's gebruikte materialen.

2.

De lidstaten brengen jaarlijks verslag uit over de in artikel 18 genoemde recyclingdoelstellingen, alsmede over de in bovenstaand lid bedoelde recyclingefficiëntie die daadwerkelijk in elk kalenderjaar wordt bereikt, te beginnen vanaf de in bovenstaand lid bedoelde datum.

Die informatie zal dan uiterlijk zes maanden na het eind van het jaar in kwestie aan de Commissie worden voorgelegd.

De minimale recyclingefficiënties moeten periodiek worden geëvalueerd en worden bijgesteld aan de hand van de nieuwste wetenschappelijke en technische inzichten (overeenkomstig de in art. 30 beschreven procedure).

Motivering: Dit is de eerste keer dat er een doelstelling is geformuleerd voor recyclingefficiënties. Noch in de WEEE-richtlijn noch in de richtlijn betreffende autowrakken is dit gedaan. Daarom is het zaak de percentages te evalueren en van tijd tot tijd bij te stellen.

Artikel 20

Regelingen voor draagbare batterijen en accu's

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een regeling treffen voor de financiering van ten minste de behandeling, de recycling en de verantwoorde verwijdering van alle gebruikte draagbare batterijen en accu's die gedeponeerd zijn bij overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder (a), opgezette inzamelingsfaciliteiten.

2.

De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten zich met het opzetten van individuele of collectieve systemen naar bovenstaand lid richten.

1.

De lidstaten zien erop toe dat de producenten, of namens deze optredende derden, een regeling treffen voor de financiering van ten minste de inzameling, de behandeling, de recycling en de verantwoorde verwijdering van alle gebruikte draagbare batterijen en accu's die gedeponeerd zijn bij overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder (a), opgezette inzamelingsfaciliteiten.

2.

De lidstaten zorgen ervoor dat de producenten zich met het opzetten van individuele of collectieve systemen naar bovenstaand lid richten.

Motivering: Dit wijzigingsvoorstel is belangrijk voor de lokale en regionale overheden. De verantwoordelijkheid van de producent dient zich ook uit te strekken tot het inzamelen van gebruikte draagbare batterijen. In de praktijk kan hetzij het lokale bestuur hetzij een willekeurige andere instantie worden belast met het inzamelen, behandelen, recycleren en verantwoord verwijderen. De kernvraag is hier wie de kosten zal dragen.

Artikel 22

Registratie en garantie

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te verzekeren dat elke producent die een product op de markt brengt wordt geregistreerd en aan de hand van een garantie kan verzekeren dat het beheer van gebruikte batterijen en accu's zal worden gefinancierd. De producent mag deze garantie verstrekken in de vorm van diens deelneming aan passende regelingen ter financiering van het beheer van gebruikte batterijen en accu's, van een recyclingverzekering, of van een geblokkeerde bankrekening.

De lidstaten treffen de nodige maatregelen om te verzekeren dat elke producent die een product op de markt brengt wordt geregistreerd en aan de hand van een garantie kan verzekeren dat het beheer van gebruikte batterijen en accu's zal worden gefinancierd. De producent mag moet deze garantie verstrekken in de vorm van diens deelneming aan passende regelingen ter financiering van het beheer van gebruikte batterijen en accu's, van een recyclingverzekering, of van een geblokkeerde bankrekening.

Motivering: Het woord „mag” klinkt te vrijblijvend en dient te worden vervangen door „moet”.

Artikel 23

Historisch afval

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

1.

De verantwoordelijkheid voor de kosten van het beheer van gebruikte batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht, het zogenoemde historisch afval, berust bij de producenten.

2.

Voor industriële batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht en die worden vervangen door gelijkwaardige producten of door producten die dezelfde functie vervullen, wordt de financiering van het beheer, wanneer deze nieuwe producten worden geleverd, verzorgd door de producenten. Bij wijze van alternatieve mogelijkheid kunnen de lidstaten bepalen dat de eindgebruiker eveneens geheel of gedeeltelijk voor financiering verantwoordelijk wordt gesteld.

3.

Voor ander industrieel historisch batterijafval worden de kosten door de industriële gebruikers gedragen.

4.

Wat dit historisch afval betreft, zorgen de lidstaten ervoor dat de producenten, gedurende een overgangsperiode van vier jaar, te rekenen vanaf de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, toestemming krijgen om, ten tijde van de verkoop van nieuwe producten, de kopers te laten zien wat de kosten zijn van de inzameling, de behandeling en de recycling van alle gebruikte batterijen en accu's. De hierbij genoemde kosten mogen niet hoger zijn dan de werkelijke kosten.

1.

De verantwoordelijkheid voor de kosten van het beheer van gebruikte batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht, het zogenoemde historisch afval, berust bij de alle producenten.

2.

Voor industriële batterijen en accu's die voor de inwerkingtreding van deze richtlijn in de handel worden gebracht en die worden vervangen door gelijkwaardige producten of door producten die dezelfde functie vervullen, wordt de financiering van het beheer, wanneer deze nieuwe producten worden geleverd, verzorgd door de producenten. Bij wijze van alternatieve mogelijkheid kunnen de lidstaten bepalen dat de eindgebruiker eveneens geheel of gedeeltelijk voor financiering verantwoordelijk wordt gesteld.

3.

Voor ander industrieel historisch batterijafval worden de kosten door de industriële gebruikers gedragen.

4.

Wat dit historisch afval betreft, zorgen de lidstaten ervoor dat de producenten, gedurende een overgangsperiode van vier jaar, te rekenen vanaf de in artikel 32, lid 1, bedoelde datum, toestemming krijgen om, ten tijde van de verkoop van nieuwe producten, de kopers te laten zien wat de kosten zijn van de inzameling, de behandeling en de recycling van alle gebruikte batterijen en accu's. De hierbij genoemde kosten mogen niet hoger zijn dan de werkelijke kosten.

Motivering: Het woordje „alle” maakt duidelijk dat het om een collectieve en niet om een individuele verantwoordelijkheid van producenten gaat.

Bijlage I (nieuw)

Voorstel van de Commissie

Wijzigingsvoorstel van het CvdR

 

Bijlage I

In overeenstemming met artikel 4, lid 2, vallen al dan niet ingebouwde batterijen en accu's niet onder het in artikel 4, lid 1, bepaalde verbod als het gaat om de volgende toepassingen:

kwik in knoopcellen voor gehoortoestellen;

cadmium in batterijen of accu's voor noodverlichting;

cadmium in batterijen en accu's voor industriële toepassingen;

cadmium in batterijen en accu's voor vliegtuigen en treinen, en

lood in autobatterijen –accu's.

Motivering: Zie wijzigingsvoorstel t.a.v. artikel 4.

Brussel, 22 april 2004.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Peter STRAUB


Top