EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004AE0956

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Stand van zaken bij het onderzoekprogramma GALILEO aanvang 2004 — COM(2004) 112 def.

PB C 302 van 7.12.2004, p. 35–37 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

7.12.2004   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 302/35


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Stand van zaken bij het onderzoekprogramma GALILEO aanvang 2004

COM(2004) 112 def.

(2004/C 302/08)

Op 5 mei 2004 heeft de Commissie besloten, overeenkomstig art. 262 van het EG-Verdrag, het Europees Economisch en Sociaal Comité, te raadplegen over voornoemd voorstel.

De afdeling „Vervoer, energie, infrastructuur, informatiemaatschappij”, die was belast met de voorbereidende werkzaamheden, heeft haar advies goedgekeurd op 10 juni 2004. Rapporteur was de heer Buffetaut.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 410e zitting op 30 juni en 1 juli 2004 (vergadering van 30 juni 2004) het volgende advies uitgebracht, dat met 161 stemmen voor, bij drie onthoudingen is goedgekeurd.

1.   Inleiding

1.1

Het GALILEO-programma is van cruciaal belang voor de EU. Het programma is bijzonder relevant voor de onafhankelijke positie van de Unie en speelt een belangrijke rol wat betreft de technologische en wetenschappelijke capaciteit, de economie en, niet in de laatste plaats, de telecommunicatie- en ruimtevaartsector in de Unie. Laatstgenoemde sector heeft zich de laatste jaren vooral ontwikkeld dankzij commerciële activiteiten op het gebied van de satelliettelecommunicatie. Nu heeft de telecommunicatie-industrie echter een aantal harde klappen te verduren gehad waaronder ook de ruimtevaartsector - die institutioneel en politiek onvoldoende gesteund wordt vergeleken met de belangrijkste concurrenten - sterk heeft geleden.

1.2

Discussies over de verdeling van „faire winsten” van het programma onder de lidstaten van het Europees ruimteagentschap (ESA) en externe druk op Europa veroorzaakten enige vertraging, maar uiteindelijk werd op 26 mei 2003 door de Raad van het Europees Ruimteagentschap een akkoord bereikt over de financiële bijdrage van de leden en kon het GALILEO-programma van start gaan.

1.3

Kenmerkend voor het programma is dat het, i.t.t. het GPS-systeem, een civiele dimensie heeft. Het gaat om een prestigieus infrastructuurproject dat van cruciaal strategisch belang is voor Europa en Europa's onafhankelijkheid, zoals het EESC, het Europees Parlement en de Raad al benadrukt hebben, en ten volle aansluit bij de Lissabonstrategie. Dat een dergelijk ambitieus programma het Europese integratieproces aanzienlijk vooruit kan helpen, kan niet nadrukkelijk genoeg worden onderstreept.

1.4

Het GALILEO-programma biedt vijf diensten:

openbare toepassingen (vergelijkbaar met de basisdienst van het GPS-systeem);

veiligheidsdiensten (safety of life), met name voor toepassingen in het lucht-, spoor- en scheepsvervoer;

commerciële diensten (duidelijker afgebakend dan de openbare toepassingen en voor commerciële doeleinden);

opsporings- en reddingsdiensten;

overheidsdiensten speciaal voor politie, douane en civiele veiligheid. Voor deze activiteiten zullen zeer geavanceerde geëncrypteerde signalen worden gebruikt, die eventueel ook inzetbaar zijn voor militaire doeleinden. De nodige maatregelen zullen worden getroffen om misbruik te voorkomen.

1.5

GALILEO is echter in de eerste plaats een systeem voor civiele doeleinden. De belangrijkste toepassing van het programma zal dan ook in het dagelijkse leven liggen, namelijk op het gebied van vervoer. Dit betekent dat het systeem de continuïteit en veiligheid van de dienstverlening moet kunnen waarborgen en dat, in het geval van storingen, wettelijk aansprakelijkheid kan worden ingeroepen, dit i.i.t het GPS-systeem.

1.6

Het GALILEO-systeem zal een iets hogere precisie hebben dan het GPS-systeem en vooral ook wereldwijd operationeel zijn. Bovendien kan het systeem in real-time de integriteit van een signaal bepalen, hetgeen voor bepaalde toepassingen, met name de burgerluchtvaart, een essentiële voorwaarde is.

1.7

Onderhavige mededeling heeft hoofdzakelijk als doel te evalueren hoe ver het met het GALILEO-programma staat, wat de toekomstperspectieven zijn en op welke punten het nog niet loopt zoals het zou moeten lopen. Het project, waarvoor 3,2 miljard euro zal worden uitgetrokken, is verdeeld, is over drie fasen, nl.:

een ontwikkelings- en valideringsfase van 2002 tot 2005;

een stationeringsfase van 2006 en 2007;

een commerciële exploitatiefase, die in 2008 van start gaat.

2.   Structuur en inhoud van de mededeling

De mededeling richt zich op de volgende drie punten:

de stand van zaken in de ontwikkelingsfase;

de verbetering van de internationale samenwerking;

de overgang naar de stationerings- en de exploitatiefase.

2.1   Ontwikkelingsfase

2.1.1   Gemeenschappelijke onderneming

De Raad van de ESA is er in mei 2003 in geslaagd een akkoord te bereiken en het vastgelopen proces weer op de rails te krijgen. Sinds de zomer van vorig jaar is de gemeenschappelijke onderneming GALILEO volledig operationeel. Er is een directeur benoemd, een organigram goedgekeurd en een begroting aangenomen voor 2003-2004. Het is tevens de bedoeling het EGNOS-systeem (European Geostationary Navigation Overlay Service) onder de controle van GALILEO te brengen. Er zijn alleen nog problemen met het fiscale en sociale statuut. Momenteel wordt daarover nog onderhandeld met de Belgische regering. Het gaat om een niet te verwaarlozen bedrag van 5 miljoen euro per jaar. Men wil voor de 32 medewerkers van de gemeenschappelijke onderneming eenzelfde regeling als voor de medewerkers van de ESA of de Commissie. De Belgische overheid is hier niet tegen, maar wil ervoor zorgen dat degenen die voor de gemeenschappelijke onderneming werken sociaal verzekerd zijn. Het probleem is dus veeleer van administratieve aard dan dat het om een fundamenteel meningsverschil gaat.

2.1.2   Technische studies en onderzoekswerkzaamheden

Er is vooral studie en onderzoek verricht m.b.t.:

de laatste werkzaamheden in de conceptfase;

de basisinfrastructuur;

het EGNOS-systeem, dat binnenkort operationeel zal worden; en

het Europees radionavigatieplan.

2.1.3   De Wereldradiocommunicatieconferentie van juni 2003

2.1.3.1

Voor de Europese Unie was deze conferentie uitermate belangrijk. Zij wilde twee essentiële zaken bereiken:

de bevestiging van de in 2000 verkregen spectrumtoewijzingen, en

een verdeling binnen het frequentiespectrum die niet in het nadeel zou uitvallen van het Europese systeem, met gelijke toegang voor iedereen en op basis van het interoperabiliteitsprincipe.

2.1.3.2

De besprekingen vonden plaats tegen de achtergrond van de monopoliepositie die de Amerikanen al jarenlang innemen met het GPS-systeem. Uiteindelijk is de Europese Unie er toch in geslaagd de gewenste resultaten te bereiken, zowel wat betreft de voorwaarden voor het gebruik van het frequentiespectrum als wat betreft de door haar nagestreefde onpartijdige multilaterale coördinatieprocedure.

2.1.4   De integratie van de nieuwe lidstaten en de kandidaat-lidstaten

Er is een aantal initiatieven op industrieel niveau ontplooid om ervoor te zorgen dat deze landen volledig bij het GALILEO-programma worden betrokken overeenkomstig de wens van de Commissie.

2.2   Verbetering van de internationale samenwerking

2.2.1

Zoals de Raad al diverse malen heeft benadrukt, is internationale samenwerking een basisvoorwaarde om de voordelen van het GALILEO-programma optimaal te kunnen benutten. Steeds meer derde landen vragen of zij aan het programma kunnen meedoen. De Commissie heeft zowel voor een bilaterale als een regionale benadering gekozen.

2.2.2

Een eerste overeenkomst is al gesloten met China (30 oktober 2003), terwijl er met India en Israël onderhandelingen zijn aangeknoopt. Soortgelijke initiatieven zijn genomen voor andere landen, met name Zuid-Korea, Brazilië, Japan, Canada, Australië, Mexico en Chili.

2.2.3

Op het vlak van regionale samenwerking is er een dialoog opgezet met het Middellandse Zeegebied, Latijns-Amerika en Afrika.

2.2.4

Ten slotte zijn er ook onderhandelingen aangeknoopt met de landen die al over een satellietnavigatiesysteem beschikken, d.w.z. de Verenigde Staten en Rusland. De onderhandelingen met deze landen zijn van bijzonder groot belang, omdat de waarborging van de technische compatibiliteit en interoperabiliteit van de betrokken systemen met het GALILEO-systeem hierin centraal staat. Even ter herinnering: de Verenigde Staten hebben aanvankelijk de bestaansgrond van GALILEO betwist. Van belang is dat het coördinatiemechanisme waarover nu onderhandeld wordt, berust op een evenwichtige verdeling van rechten en plichten voor beide partijen, met name ten aanzien van de mogelijkheid tot uitoefening van het vetorecht.

2.3   De overgang naar de stationerings- en exploitatiefase

Dit is waar het allemaal om draait. De stationerings- en de exploitatiefase van het systeem moeten respectievelijk in 2006 en 2008 van start gaan.

2.3.1   De gunning van de concessie voor het systeem

2.3.1.1

De gunningsprocedure wordt uitgevoerd door de gemeenschappelijke onderneming. De procedure is in oktober 2003 van start gegaan. Vier inschrijvingen zijn ontvankelijk verklaard. De inschrijvingen zijn afkomstig van een klein aantal grote partners dat zich in een consortium verenigd heeft met daaromheen een hele reeks geassocieerde bedrijven. De kandidaten gaan er stuk voor stuk van uit dat het toekomstige Europese satellietnavigatiesysteem in staat zal zijn belangrijke inkomsten te genereren en denken een niet te verwaarlozen deel van de inspanning uit eigen zak te kunnen financieren.

2.3.1.2

Dit is een belangrijk punt, aangezien de Raad het wenselijk acht dat de Unie voor niet meer dan één derde bijdraagt in de financiering van de ontwikkelingsfase. Voor de tweede fase, die van de vergelijkende onderhandelingen, zijn drie kandidaten geselecteerd (nl. de consortia Alcatel/Alenia/Vinci, EADS/Thalès/Inmarsat en Eutelsat).

2.3.1.3

Er zijn zes verschillende inkomstenbronnen vastgesteld:

inkomsten uit de verkoop van de door het GALILEO-systeem geleverde diensten,

licenties en rechten op intellectuele eigendom,

communautaire financiering,

leningen van de Europese Investeringsbank,

financiële participaties van derde landen, en

een eventuele heffing op satellietnavigatieontvangers.

2.3.2   De beheerstructuren van het systeem

2.3.2.1

De Commissie heeft bij de Raad en het Europees Parlement een voorstel ingediend voor een verordening inzake de beheersstructuren van het Europees programma voor radionavigatie per satelliet. Voorgesteld is om twee instanties op te richten: een Toezichtautoriteit en een Centrum voor veiligheid en beveiliging, dat onder de rechtstreekse bevoegdheid van de Secretaris-Generaal/Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid zou komen te vallen. Het ziet ernaar uit dat er een Toezichtautoriteit komt, die tevens een aantal bevoegdheden op het vlak van veiligheid zal krijgen. Daarentegen komt er dan geen Centrum voor veiligheid en beveiliging, maar zal de Raad in het geval van een crisis zelf direct beslissingen nemen.

2.3.2.2

Mogelijke inbreuken op de privacy zijn een ander belangrijk punt in verband met het systeembeheer. Het GALILEO-systeem vormt op zichzelf geen enkele bedreiging voor de privacy omdat er geen informatie van de gebruiker terugkomt (het systeem werkt niet met een retourpad). Daarentegen kan de informatie die de gebruiker opvraagt wel door andere systemen opnieuw uitgezonden worden, bijv. door mobiele telefoons. Op die manier kan de gebruiker alsnog gelokaliseerd worden. De regulering van dergelijk gebruik van door het GALILEO-systeem geleverde informatie is in geen geval een taak van de Europese beheerder van GALILEO, maar van de nationale overheden. Zij dienen maatregelen te nemen om het gebruik van GALILEO straks en van GPS nu te reguleren.

3.   Algemene opmerkingen

3.1

Gezien het cruciale belang van dit project en de moeilijkheden die ermee verbonden zijn, is het EESC zeer te spreken over de vastberadenheid die de Commissie in haar document aan de dag legt om schot te brengen in de zaak. Toch zijn er een aantal punten waaraan nadere aandacht besteed zou moeten worden, wil de Commissie in haar opzet slagen:

in het concept en beheer van het systeem dienen veiligheidseisen te worden opgenomen;

de onderhandelingen met de Verenigde Staten moeten leiden tot een akkoord dat gebaseerd is op een evenwichtige verdeling van verplichtingen en op interoperabiliteit;

er moet gezorgd worden voor voldoende particuliere financiële middelen en waarborgen voor langetermijnleningen van de EIB;

de uitvoeringskosten mogen niet hoger oplopen dan het bedrag dat in de voorlopige begroting is vastgesteld.

3.2

Doorslaggevend voor het slagen van dit groots opgezette project is de meermaals bekrachtigde toezegging van de Raad om GALILEO politiek en financieel te zullen ondersteunen. De Raad geeft hiermee te kennen ambitieuze plannen te hebben met de Europese Unie en het Europese ruimtevaartbeleid.

4.   Conclusie

4.1

De Commissie lijkt in de conclusie toch nog enige vraagtekens te plaatsen bij de financiering van het project. De financiën zijn van fundamenteel belang: als de financiering niet rond is, komt het hele programma op de helling te staan. Het EESC wijst er nogmaals op (net zoals het in zijn adviezen over het groen- en witboek van de Commissie m.b.t. het Europees ruimtevaartbeleid uitvoerig heeft benadrukt (1)) dat het GALILEO-project van het grootste strategische belang is voor de Europese Unie, de toekomst van de Europese ruimtevaart en het verdere verloop van het Europese integratieproces. Net als de Commissie stelt het EESC verheugd vast dat men met het opstarten van het project al flink is opgeschoten. Het EESC hoopt dat er op het laatste moment geen moeilijkheden opduiken die roet in het eten gooien en de optimistische verwachtingen teniet doen.

Brussel, 30 juni 2004

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Roger BRIESCH


(1)  Advies van het EESC over het witboek „De ruimtevaart, een nieuwe Europese grens voor een uitbreidende Unie. Een actieplan voor de uitvoering van het Europese ruimtevaartbeleid” COM (2003) 673 def.

Advies van het EESC over het groenboek „ Europees ruimtevaartbeleid” COM (2003) 17 def. – PB C 220 van 16.9.2003.


Top