Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52002AR0033(03)

Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen

PB C 278 van 14.11.2002, p. 31–35 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

52002AR0033(03)

Advies van het Comité van de Regio's over het Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen

Publicatieblad Nr. 278 van 14/11/2002 blz. 0031 - 0035


Advies van het Comité van de Regio's over:

- het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders",

- het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG", en

- het "Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen"

(2002/C 278/10)

HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG [COM(2001) 182 def. - 2001/0180 (COD)];

gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders [COM(2001) 425 def. - 2001/0173 (COD)];

gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen [COM(2002) 85 def. - 2002/0046 (COD)];

gezien het voorstel voor een richtlijn inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG - COM(2000) 293 def.;

gezien de besluiten van de Raad van 15 september 2001 en van 2 oktober 2001, en van 1 maart 2002 om het Comité van de Regio's, overeenkomstig de artt. 265 (1), 152 en 175 van het EG-Verdrag, over dit onderwerp te raadplegen;

gezien het besluit van het bureau van 6 februari 2002 om de commissie "Duurzame ontwikkeling" met het opstellen van het advies te belasten;

gezien het CvdR-advies van 12 april 2001 over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's betreffende het "Witboek over voedselveiligheid" (COM (1999) 719 def.) (CDR 77/2000 fin)(1);

gezien het CvdR-advies van 14 juni 2001 over de oprichting van een Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (CDR 64/2001)(2);

gezien het door de commissie "Duurzame ontwikkeling" op 25 maart 2002 goedgekeurde ontwerpadvies (CDR 33/2002 rev. - rapporteur: de heer Bertrand, burgemeester van Saint-Silvain-Bellegarde, F/EVP),

heeft tijdens zijn 44e zitting van 15 en 16 mei 2002 (vergadering van 16 mei) het volgende advies uitgebracht.

STANDPUNT EN AANBEVELINGEN VAN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Inleiding

1. De technische, wetenschappelijke en juridische aspecten van de situatie binnen en buiten de Unie zijn van dien aard dat de EU-regels inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders verder moeten worden uitgewerkt, nog vóór de oprichting van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid hierom vraagt. Het voorstel van de Commissie, dat erop gericht is de communautaire wetgeving coherent toe te passen en zo de voedselveiligheid op het gehele grondgebied van de Europese Unie te verbeteren, kan dan ook op de instemming van het Comité van de Regio's rekenen.

2. Het Comité van de Regio's is voorstander van een regeling waarbij het gebruik van GGO's in elke schakel van de voedselproductieketen transparant kan worden gevolgd. Transparantie betekent in dit verband niet alleen dat de vergunningsprocedure doorzichtig verloopt, maar ook dat genetisch gemodificeerde producten in elke fase van de voedselproductieketen kunnen worden opgespoord. Het Comité onderstreept in dit verband dat het concept "van stal tot tafel" te restrictief is en beter kan worden vervangen door "van ploeg tot tafel": bedrijven die de boeren bevoorraden, worden namelijk in dit eerste concept niet meegenomen, hoewel zij net als de eindconsument wél deel van de voedselketen uitmaken.

3. De vrije keuze van de koper - of dit een intermediaire gebruiker, zoals een veeteler, of een eindconsument is - moet door de regeling gevrijwaard worden. De informatie dient volledig en duidelijk te zijn en gericht te zijn op de bescherming van de gezondheid en rechtszekerheid van de gebruikers van levensmiddelen of diervoeders.

4. Traceerbaarheid en etikettering zijn twee verschillende, elkaar aanvullende concepten. Traceerbaarheid houdt in dat de herkomst van een product aan de hand van een opvolgingssysteem stap na stap kan worden opgespoord. Via duidelijke etikettering worden handelstransacties transparanter. Daarenboven is degene die de informatie op het etiket laat aanbrengen, juridisch aansprakelijk voor de informatie en moet hij aan een aantal vereisten voldoen.

5. De doelstelling van een hoog beschermingsniveau voor leven, gezondheid en milieu kan alleen worden bereikt indien de communautaire wetgeving samenhang vertoont en alle marktdeelnemers voor hun eigen schakel in de voedselproductieketen verantwoordelijk zijn. Met een dergelijk systeem kan het vertrouwen van de consument in veilig en gezond voedsel worden bevorderd.

Situatie en evolutie van de communautaire wetgeving

6. De communautaire kaderwetgeving die sinds het begin van de jaren '90 van kracht is, is de afgelopen tien jaar aangevuld en bijgeschaafd. Richtlijn 90/219/EEG - intussen gewijzigd - bevat regels voor het ingeperkte gebruik van genetisch gemodificeerde micro-organismen voor onderzoeks- of industriële doeleinden.

7. Met Richtlijn 90/220 EEG inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu werden de eerste communautaire regels voor de vergunningsprocedure geïntroduceerd. Deze richtlijn geldt voor het in de handel brengen van GGO's en van producten die uit GGO's bestaan of GGO's bevatten; de van GGO's afgeleide producten zijn evenwel buiten beschouwing gelaten. Krachtens deze richtlijn dient een milieurisicobeoordeling te worden opgesteld en wordt de vergunningsprocedure in verschillende fasen opgesplitst. De GGO's mogen alleen na een ad-hocevaluatie van de gezondheidsrisico's voor mens, dier en milieu in de lidstaten worden geïntroduceerd.

8. In oktober 2002 zal de gewijzigde Richtlijn 2001/18 EG in werking treden, wat de bestaande wetgeving zal versterken. Doel van de richtlijn is:

- doeltreffendheid en transparantie van de besluitvorming te bevorderen en tegelijkertijd een hoog beschermingsniveau voor volksgezondheid en milieu te garanderen;

- een aantal operationele aspecten - met name het toepassingsgebied - te verduidelijken;

- harmonisatie van de risicobeoordeling te bevorderen;

- transparantie in de besluitvorming te verbeteren via overleg, rapportage over de ethische dimensie en inspraak van het publiek in de vergunningsprocedure;

- het toezicht op in het milieu geïntroduceerde GGO's te verbeteren, door de lidstaten ertoe te verplichten maatregelen m.b.t. etikettering en traceerbaarheid in alle fasen van het in de handel brengen te nemen en de GGO-monitoringplannen te versterken.

9. In Verordening (EG) nr. 258/97 inzake nieuwe voedingsmiddelen en nieuwe voedselingrediënten wordt de vergunnings- en etiketteringsprocedure voor van GGO's afgeleide nieuwe voedingsmiddelen en voedselingrediënten geregeld. Over de manier waarop deze informatie moet worden geformuleerd en het concept "gelijkwaardigheid" moet worden ingevuld, geeft de verordening echter geen uitsluitsel. In Verordening (EG) nr. 50/2000 ontbreekt dan weer een drempelwaarde voor de onvoorziene aanwezigheid van GGO's. Voor van GGO's afgeleide producten voor dierlijk gebruik is de situatie niet anders: ook daarvoor bestaan er geen specifieke etiketteringsvoorschriften. In deze voorstellen wordt het concept "gelijkwaardigheid" uit de doeken gedaan en wordt een drempelwaarde voor de onvoorziene aanwezigheid van GGO's naar voren geschoven.

10. Op 24 mei 2000 hebben de Europese Gemeenschap en de lidstaten het protocol van Cartagena inzake bioveiligheid ondertekend. De bedoeling is dat wereldwijd de belangrijkste GGO's producerende landen aan deze multilaterale overeenkomst deelnemen. Het protocol wil bijdragen aan een afdoende bescherming ten aanzien van overdracht, behandeling en gebruik van genetisch gemodificeerde organismen door en tussen landen. In een van onderhavige documenten(3) stelt de Commissie voor dit protocol te bekrachtigen. Het kan namelijk pas in werking treden op de negentigste dag na de datum van nederlegging van de vijftigste akte van bekrachtiging door de partijen bij het verdrag. Het CvdR, de lidstaten en het Europees Parlement zouden graag zien dat de bekrachtiging spoedig plaatsvindt.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders(4)

11. Dit Commissievoorstel bevat:

- een verbeterde, geharmoniseerde, uniforme en transparante procedure voor de veiligheidsbeoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen;

- een veiligheidsbeoordeling en een vergunningsprocedure voor genetisch gemodificeerde diervoeders, op basis van de verbeterde en transparante vergunningsprocedure die ook geldt voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen;

- de bepaling dat een product niet uitsluitend als levensmiddel of als diervoeder mag worden toegelaten, als het waarschijnlijk voor beide doeleinden zal worden gebruikt;

- geharmoniseerde, uitvoerige etiketteringsvoorschriften voor genetisch gemodificeerde diervoeders, teneinde de gebruikers nauwkeurige informatie te verstrekken over de samenstelling en de eigenschappen ervan.

12. Het onderhavige voorstel bestrijkt producten die "met een GGO" zijn geproduceerd; producten die "met behulp van een GGO" zijn geproduceerd, vallen buiten het toepassingsgebied.

13. Het Comité stelt met tevredenheid vast dat de procedure voor de beoordeling van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders duidelijker en strikter is geworden. Deze regels zullen de grondslag vormen voor een hoog niveau van bescherming van het leven en de gezondheid van de mens.

Het is de taak van de Europese Voedselautoriteit erop toe te zien dat de vergunningsprocedure aan de wetenschappelijke normen voldoet. Het Comité pleit er in dit verband nogmaals voor dat de EVA zo snel mogelijk wordt opgericht; zonder de Europese Voedselautoriteit kunnen deze ontwerpverordeningen immers niet worden toegepast.

14. Met name de "one door - one key"-vergunning is in het Comité zeer positief ontvangen; aldus kan de aanvraagprocedure sneller worden afgehandeld, wat op zijn beurt de veiligheid en het vertrouwen van de consument ten goede komt. Uit ervaring is gebleken dat een product dat waarschijnlijk als levensmiddel én als diervoeder zal worden gebruikt zowel aan de eisen voor levensmiddelen als aan die voor diervoeders moet voldoen.

15. Met het oog op de veiligheid en het vertrouwen van de consument en van alle betrokkenen in de voedselproductieketen moet de toelating van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders aan de volgende voorwaarden worden gekoppeld:

- deze producten mogen geen risico inhouden voor de gezondheid van mens en dier;

- consument en gebruiker moeten worden geïnformeerd.

16. Het feit dat voor de vergunningprocedure een drempelwaarde is vastgesteld, zal volgens het Comité bijdragen tot het vereiste niveau van voedselveiligheid en rechtszekerheid. Deze drempelwaarde moet in alle schakels van de keten worden toegepast en gebaseerd zijn op het concept "spoor", dat voor het bepalen van de zuiverheid van een levensmiddel wordt gehanteerd. Voorts moet erop worden toegezien dat deze drempelwaarde in overeenstemming is met de in andere regelingen geldende waarden - zoals die in Richtlijn 98/95/EG inzake de etiketteringsvereisten voor genetisch gemodificeerde zaden.

17. De vergunningsprocedure is van toepassing op levensmiddelen en diervoeders die een GGO bevatten of met een GGO zijn geproduceerd. Het Comité is van mening dat de communautaire wetgeving voor producten waarvoor een specifieke vergunningsaanvraag voor het in de handel brengen moet worden ingediend, moet worden gestroomlijnd. Het gaat dan in het bijzonder over levensmiddelenadditieven, baby- en zuigelingenvoeding en voedingssupplementen. Deze vergunning is gedurende tien jaar geldig en kan naar gelang van de resultaten van een desbetreffend monitoringplan worden verlengd.

18. Het Comité heeft met tevredenheid kennis genomen van het voorstel om een communautair repertorium van genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders aan te leggen. Dit repertorium zal zijn samengesteld uit productspecifieke gegevens, onderzoeken waaruit de veiligheid van het product blijkt, en detectiemethoden. Het Comité adviseert de Commissie de toegang van het publiek tot dit repertorium te regelen en te bevorderen, teneinde de consument de kans te bieden zich omstandig over deze levensmiddelen te informeren.

19. De overgangsperiode waarin producten die vóór de inwerkingtreding van deze verordening met een vergunning in de handel zijn gebracht, verder in de handel mogen worden gebracht, moet volgens het Comité zo kort mogelijk worden gehouden.

20. Etikettering maakt terecht deel uit van het Commissievoorstel. De bestaande wetsteksten terzake zijn immers moeilijk toe te passen. Daarenboven is het verre van eenvoudig de naleving ervan door derden af te dwingen en zijn ze noch voor de eindconsument, noch voor de marktdeelnemers, zoals de veetelers, volledig transparant.

21. De Commissie stelt voor om de toepassing van de bestaande etiketteringsvoorschriften uit te breiden tot alle genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders, ongeacht of daarin gemodificeerd DNA of eiwit aantoonbaar is. Het Comité heeft daar om de volgende redenen bezwaren tegen:

- de recente voedselschandalen hebben aangetoond dat traceerbaarheid aan de hand van documenten onvoldoende is voor een strikt toezicht op diervoeders;

- alleen via controles op basis van de aantoonbaarheid van DNA en eiwit in een reeds in de handel gebracht product, kan onomstotelijk worden bewezen dat de handelstransacties volgens de regels zijn verlopen.

22. De koper (gebruiker of eindconsument) moet de mogelijkheid krijgen om met kennis van zaken een levensmiddel of diervoeder te kiezen dat aan zijn eigen juridische, commerciële en gezondheidscriteria voldoet. Het Comité adviseert Commissie en Europees Parlement in de formulering een onderscheid te maken tussen producten die GGO's bevatten en producten die geen sporen van GGO's meer bevatten.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG(5)

23. Het Comité van de Regio's steunt dit voorstel, dat tot doel heeft de bepalingen voor de toepassing van de traceerbaarheids- en etiketteringsvereisten voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders te verduidelijken.

24. De Commissie stelt voor om deze bepalingen zowel op communautaire als op ingevoerde producten toe te passen. De verantwoordelijkheid voor de controle op de invoer berust bij de lidstaat; is er sprake van fraude, dan worden de sancties tevens door de lidstaat bepaald.

Het Comité staat positief tegenover dit beginsel en tegenover een verduidelijking van de bevoegdheidsafbakening in de Gemeenschap.

Het Comité wijst er evenwel op dat in dit voorstel voor een verordening geen samenhang bestaat tussen de bepalingen inzake de traceerbaarheid van producten uit derde landen en de door het Comité gewenste maatregelen die verder gaan dan de reeds - met name in het protocol van Cartagena - bestaande veiligheidscriteria.

25. Het Comité vraagt de Commissie te machtigen het nodige te doen om de internationale en communautaire traceerbaarheidsvereisten en beoordelingsprocedures voor genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders met elkaar te doen sporen.

Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen(6)

26. Het Comité staat om de volgende redenen positief tegenover de in het protocol van Cartagena beschreven procedure:

a) de importerende en de exporterende partijen moeten elkaar vóór de eerste grensoverschrijdende verplaatsing van alle relevante informatie in kennis stellen;

b) er wordt een informatie-uitwisselingssysteem ontwikkeld waarvan gebruik moet worden gemaakt voordat een product op de markt wordt gebracht;

c) er wordt een verband gelegd tussen bilaterale akkoorden en EG-wetgeving, waarbij lidstaten o.a. de mogelijkheid krijgen in geval van verplaatsingen van GGO's in de EU en de Europese Economische Ruimte de bepalingen uit de communautaire regelgeving toe te passen in plaats van die uit het protocol;

d) de communautaire procedure voor het op de markt brengen van GGO's, waar raadpleging van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid deel van uitmaakt, wordt erkend.

27. Het Comité staat positief tegenover de voorgestelde implementatiestrategie, die onder meer tot gevolg heeft dat:

e) de exporteurs verplichtingen worden opgelegd die momenteel niet in de communautaire wetgeving voorkomen;

f) de importeurs in de EU gebruik moeten maken van de bestaande communautaire wetgeving.

28. Het Comité verklaart nogmaals positief te staan tegenover de bekrachtiging van het protocol van Cartagena. Onderhavig voorstel betreft de bijzondere verplichtingen die gelden voor de uitvoer van GGO's naar derde landen, terwijl dit protocol alleen betrekking heeft op levende GGO's. Hierdoor is het nog steeds niet mogelijk regels vast te stellen voor traceerbaarheid en etikettering van producten die "niet levende" GGO's bevatten of die gemaakt zijn van uit derde landen ingevoerde GGO's.

29. Het Comité benadrukt het belang van informatie-uitwisseling tussen lidstaten bij onbedoelde grensoverschrijdende verplaatsingen. Voor zover de voedselveiligheid hierbij in het geding is, stelt het Comité voor gebruik te maken van het systeem van vroegtijdige waarschuwing. De Commissie zou ervoor moeten zorgen dat elke lidstaat hiertoe efficiënte procedures opstelt.

30. Het Comité merkt ten slotte op dat in dit voorstel voor een verordening slechts wordt gesproken over juridische aansprakelijkheid ingeval een product uit de handel wordt genomen na een onbedoelde verplaatsing van een GGO. Dit gebeurt dan om de rechtszekerheid van de bij de voedselketen betrokken partijen te waarborgen.

31. Het Comité van de Regio's steunt de passage in de conclusies van de Europese Raad van Lissabon waar wordt gerefereerd aan het streven van de Europese Unie om, met name op basis van de biotechnologie, een concurrerende en op kennis gebaseerde economie op te bouwen.

In de wereldhandel moet meer aandacht aan voedselveiligheid worden besteed; er dient evenwel op te worden toegezien dat de gebieden van de Europese Unie hun concurrentiepositie op de agro-alimentaire markt behouden.

Conclusie

32. Volgens het Comité komen de voorgestelde regelingen bij toepassing op EU-niveau de kwaliteit en de veiligheid van de communautaire producten ten goede. Daarnaast wordt de koper (gebruiker of consument) beter geïnformeerd, zodat hij vrij zijn keuze voor deze of gene producten kan bepalen. Het Comité van de Regio's dringt erop aan dat dezelfde eisen ook buiten de Gemeenschap gelden.

Brussel, 16 mei 2002.

De voorzitter

van het Comité van de Regio's

Albert Bore

(1) PB C 226 van 8.8.2000, blz. 7.

(2) PB C 357 van 14.12.2001, blz. 22.

(3) COM(2002) 85 def.

(4) COM (2001) 425 def. - 2001/0173 (COD).

(5) COM(2001) 182 def. - 2001/0180 (COD).

(6) COM(2002) 85 def. - 2002/0046 (COD).

Top