52002AE1358

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het "Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 95/2/EG wat betreft de gebruiksvoorwaarden voor het levensmiddelenadditief E 425 konjac"

(COM(2002) 451 - 2002/0201 (COD))

(2003/C 85/11)

De Raad heeft op 17 september 2002 besloten, overeenkomstig art. 95 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.

De gespecialiseerde afdeling "Landbouw, plattelandsontwikkeling, milieu", die met de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 13 november 2002 goedgekeurd. Rapporteur was de heer Donnelly.

Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn op 11 en 12 december 2002 gehouden 395e zitting (vergadering van 11 december) het volgende advies uitgebracht, dat met 97 stemmen vóór, bij zes onthoudingen, is goedgekeurd.

1. Inleiding

1.1. De Richtlijn betreffende diverse levensmiddelenadditieven (95/2/EG) heeft betrekking op andere levensmiddelenadditieven dan kleur- en zoetstoffen en meelverbeteraars. Uitsluitend additieven die aan de door het Wetenschappelijk Comité voor de menselijke voeding vastgestelde normen voldoen, mogen in levensmiddelen worden gebruikt. Als belangrijkste gebruiksvoorwaarde geldt de veiligheid van de consument.

1.2. Krachtens Richtlijn 95/2/EG (Bijlage IV) is het gebruik van het levensmiddelenadditief E 425 konjac in levensmiddelen onder bepaalde voorwaarden toegelaten.

1.3. Verschillende lidstaten en derde landen hebben een tijdelijk verbod afgekondigd op het in de handel brengen van E 425 konjac bevattende geleiproducten in minicups, omdat deze een ernstig gezondheidsrisico vormen. Waarschuwing door middel van etikettering volstaat niet om de menselijke gezondheid te beschermen, zeker niet als het om kinderen gaat.

1.4. Volgens artikel 53, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 mag de Commissie overgaan tot opschorting van het in de handel brengen of het gebruik van een levensmiddel dat waarschijnlijk een ernstig risico voor de menselijke gezondheid inhoudt, indien dat risico niet op afdoende wijze kan worden beheerst met door de betrokken lidstaten getroffen maatregelen.

1.5. De Commissie heeft het in de handel brengen en invoeren van geleiproducten die het levensmiddelenadditief E 425 konjac bevatten, bij Besluit 2002/247/EG van 27 maart 2002 opgeschort.

1.6. Met het in 2002 geformuleerde voorstel(1) over de gebruiksvoorwaarden voor het levensmiddelenadditief E 425 konjac wil de Commissie Richtlijn 95/2/EG betreffende levensmiddelenadditieven wijzigen om het gebruik van E 425 konjac in geleiproducten in minicups en in iedere andere geleihoudende zoetigheid niet langer toe te staan. Geleiproducten in minicups vormen een risico voor de menselijke gezondheid en kunnen levensbedreigend zijn. Waarschuwing door middel van etikettering wordt in dit geval niet voldoende geacht om de menselijke gezondheid te beschermen, zeker niet als het om kinderen gaat.

2. Algemene opmerkingen

2.1. Het gebruik van E 425 konjac in geleihoudende zoetigheid vormt een ernstig gezondheidsrisico. Verwerkt in geleiproducten in minicups kan dit additief zelfs dodelijke gevolgen hebben: uit derde landen is een aantal gevallen bekend waarin met name zuigelingen, kinderen en ouderen door het nuttigen van dergelijke producten zijn overleden.

2.2. Het Comité meent derhalve dat de door de Commissie voorgestelde maatregel op zijn plaats is en overeenkomt met de communautaire doelstelling om een hoge mate van voedselveiligheid te waarborgen.

2.3. Het Comité is het met de Commissie eens dat het probleem door middel van etikettering onvoldoende wordt aangepakt. Er mag niet van worden uitgegaan dat kleuters en jonge kinderen etiketten kunnen lezen.

2.4. Een aantal derde landen heeft het probleem aangepakt door het terugroepen van producten te gelasten. In maart 2002 trof de Commissie een dergelijke noodmaatregel. De Commissie stelt hiermee nu een definitieve maatregel voor. Het Comité onderschrijft het standpunt van de Commissie.

2.5. Het terugroepen van producten is geschikt als tijdelijke maatregel in noodsituaties of als preventieve maatregel, maar volstaat niet op de langere termijn. Het produceren en verhandelen van een product dat niet slechts een gezondheidsrisico inhoudt, maar levensbedreigend is en tot een groot aantal sterfgevallen heeft geleid, dient in de Gemeenschap niet slechts te worden opgeschort, maar te worden verboden.

2.6. Ten slotte heeft het Comité altijd benadrukt dat de EU-regelgeving moet overeenstemmen met de internationale handelsnormen. In dit geval meent het Comité dat het verbieden van het gebruik van E 425 konjac in geleiproducten in minicups en in iedere andere geleihoudende zoetigheid geen handelsbelemmering vormt. De voorgestelde maatregel is er alleen op gericht het gebruik van E 425 te verbieden in producten waarbij dit een levensbedreigend risico inhoudt.

3. Conclusie

3.1. Het Comité staat volledig achter het voorstel van de Commissie om Bijlage IV van Richtlijn 95/2/EG aldus te wijzigen dat het gebruik van E 425 konjac in geleiproducten in minicups en in iedere andere geleihoudende zoetigheid niet langer is toegestaan.

Brussel, 11 december 2002.

De voorzitter

van het Europees Economisch en Sociaal Comité

R. Briesch

(1) COM(2002) 451 van 5.8.2002.