EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51994AC1303

ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3759/92 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur"

PB C 397 van 31.12.1994, p. 20–21 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

51994AC1303

ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ over het "Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3759/92 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur"

Publicatieblad Nr. C 397 van 31/12/1994 blz. 0020


Advies over het voorstel voor een verordening (EG) van de Raad tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3759/92 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector visserijprodukten en produkten van de aquacultuur () (94/C 397/10)

De Raad heeft op 20 oktober 1994 besloten, overeenkomstig de bepalingen van artikel 198 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het voornoemde voorstel.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft besloten, de heer Strauss als algemeen rapporteur voor de voorbereiding van de desbetreffende werkzaamheden aan te wijzen.

Het Economisch en Sociaal Comité heeft tijdens zijn 320e Zitting (vergadering van 23 november 1994) het volgende advies uitgebracht, dat met 60 stemmen vóór en 1 stem tegen, bij 24 onthoudingen stemmen is goedgekeurd.

1. Algemene opmerkingen

Het Comité stemt in met de voorstellen tot wijziging van de gemeenschappelijke marktordening in de sector visserij en aquacultuur, mits aan de hieronder gemaakte opmerkingen aandacht wordt geschonken. Deze hebben, net als de voorstellen zelf, betrekking op drie tamelijk uiteenlopende aspecten en zijn daarom in drie groepen verdeeld.

2. Afspraken betreffende de toetreding van Noorwegen

Tijdens de toetredingsonderhandelingen met Noorwegen heeft de Europese Unie ermee ingestemd om de Noorse regeling waarbij producentenorganisaties exclusief voor een bepaald werkgebied kunnen worden erkend, te handhaven. Het Comité gaat dan ook akkoord met het voorstel om de lid-staten een soortgelijke mogelijkheid te bieden. Het stemt er ook mee in dat de lijsten in de Bijlagen I en II van Verordening (EEG) nr. 3759/92 worden uitgebreid.

3. De crisis in de visserijsector in de Europese Unie.

Deze crisis kan alleen worden opgelost als op een aantal gebieden krachtige maatregelen worden genomen. De onderhavige voorstellen tot wijziging van de gemeenschappelijke marktordening vormen een bescheiden stap in de goede richting, maar er zijn meer doortastende maatregelen nodig.

4. Het Comité stelt met genoegen vast dat wordt ingezien hoe belangrijk het is om met name de kleinere en meer kwetsbare producentenorganisaties ertoe aan te moedigen, behandeling en afzet van de produkten in alle opzichten te verbeteren en zodoende de kwaliteit te verhogen. De voorstellen zullen pas effect sorteren als de administratieve rompslomp tot een minimum wordt beperkt en de steun snel wordt uitgekeerd. De voorstellen zijn in hun huidige vorm te vaag. De details van het nieuwe plan moeten wijd en zijd bekend worden gemaakt.

5. Het Comité ziet in dat producentenorganisaties op grond van art. XI van de GATT-regeling niet langer gebruik kunnen maken van de tolerantiemarge van 10 % onder de communautaire ophoud- of verkoopprijs indien er maatregelen voor de toepassing van een minimuminvoerprijs gelden, en dat producenten die niet bij een producentenorganisatie zijn aangesloten, de ophoudprijzen in acht zullen moeten nemen. De vrijwaringsclausules [art. 24 van Verordening (EEG) 3759/92] dienen echter verduidelijkt, vereenvoudigd en onverwijld uitvoerig bestudeerd te worden, vooral tegen de achtergrond van de recente GATT-overeenkomst. Het Comité zou graag over de uitkomst van een dergelijke studie worden geraadpleegd.

6. Overwogen zou moeten worden, zwaardvis (xiphias gladius) in de Bijlagen I en II van Verordening (EEG) nr. 3759/92 op te nemen.

7. Het voorstel om de speciale financiële vergoeding tot 95 % van de ophoudprijs op te trekken en de beperking van de in artikel 12, lid 1 c), van Verordening (EEG) nr. 3759/92 genoemde verhoging van 10 % tot 5 % zullen samen tot gevolg hebben dat de steunuitkeringen aan producentenorganisaties in geval van grote uit de markt genomen hoeveelheden per saldo zullen stijgen. Aangezien deze speciale financiële vergoeding echter maar gedurende maximaal vier kalendermaanden wordt verleend, zal het zeer moeilijk te beoordelen zijn op welk moment de vergoeding moet worden aangevraagd.

8. Voor be- of verwerking bestemde tonijn. Het Comité stemt in met de voorstellen betreffende tonijn die voor be- of verwerking bestemd is.

Brussel, 23 november 1994.

De voorzitter

van het Economisch en Sociaal Comité

Carlos FERRER

() PB nr. C 298 van 26. 10. 1994, blz. 10.

Top