EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R0567

Uitvoeringsverordening (EU) 2024/567 van de Commissie van 14 februari 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wat betreft het gebruik van digitaal bewijs van oorsprong voor producten van oorsprong uit Brazilië en wat betreft het beheer van tariefcontingenten

C/2024/838

PB L, 2024/567, 15.2.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/567/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/567/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/567

15.2.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/567 VAN DE COMMISSIE

van 14 februari 2024

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wat betreft het gebruik van digitaal bewijs van oorsprong voor producten van oorsprong uit Brazilië en wat betreft het beheer van tariefcontingenten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 187,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In bijlage XII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 van de Commissie (2) is bepaald dat de invoer van pluimvee uit Brazilië in het kader van tariefcontingenten met de volgnummers 09.4211, 09.4217, 09.4251, 09.4252, 09.4253, 09.4410, 09.4214 en 09.4420 vergezeld moet gaan van een door de bevoegde Braziliaanse instanties afgegeven certificaat van oorsprong. Dat certificaat moet voldoen aan de artikelen 57, 58 en 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (3). Op grond van artikel 57, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 moet het certificaat op papier worden afgegeven overeenkomstig bijlage 22-14 bij die uitvoeringsverordening.

(2)

Met ingang van 1 maart 2023 geeft Brazilië die certificaten van oorsprong in tegenstelling tot hetgeen is vastgelegd in bijlage 22-14 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447, digitaal af. Om onnodige verstoringen van de handel te voorkomen, moet worden voorzien in een afwijking van artikel 57, lid 1, van die uitvoeringsverordening en moet het gebruik van digitaal afgegeven certificaten van oorsprong worden toegestaan.

(3)

Om de echtheid van het bewijs van oorsprong toch te waarborgen, moet in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 worden voorzien in een model van een digitaal certificaat. Elke verwerking van persoonsgegevens in het kader van die uitvoeringsverordening moet voldoen aan Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (4). Gegevens uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 mogen uitsluitend worden verwerkt om een algemeen openbaar belang te dienen, met name op belastinggebied en ter waarborging van een soepele en veilige handel in landbouwproducten die vergezeld gaan van digitaal afgegeven documenten.

(4)

Het in het vrije verkeer brengen van producten die vergezeld gaan van die digitale certificaten, moet onderworpen blijven aan de artikelen 57, 58 en 59 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447.

(5)

Op grond van artikel 16, lid 3, eerste alinea, punt c), van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 moeten de lidstaten maandelijks de hoeveelheden meedelen waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven op basis van door derde landen afgegeven documenten. Deze kennisgeving is echter niet meer nodig voor een correct beheer van dit type tariefcontingenten. In artikel 17, lid 6, is namelijk bepaald dat de lidstaten, voordat zij een certificaat afgeven op basis van door derde landen afgegeven documenten, de Commissie in kennis moeten stellen van het nummer van het certificaat en de hoeveelheid waarop het betrekking heeft. Om dubbele kennisgeving ter zake te voorkomen en de lasten voor de lidstaten terug te dringen, moet artikel 16, lid 3, eerste alinea, punt c), van die uitvoeringsverordening derhalve worden geschrapt.

(6)

Artikel 16, lid 5, van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 bevat de voorschriften voor de mededeling van hoeveelheden die in het kader van invoer- en uitvoercertificaten gebruikt zijn, en die welke niet gebruikt zijn. Uit de huidige bewoordingen wordt niet duidelijk dat mededelingen over invoercertificaten binnen vier maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van de certificaten moeten worden gedaan, terwijl dat voor uitvoercertificaten 210 kalenderdagen na het verstrijken ervan is. Bovendien moet worden verduidelijkt dat mededelingen van ongebruikte hoeveelheden niet nodig zijn voor certificaten op basis van door derde landen afgegeven documenten. Daarom moet die bepaling worden gewijzigd.

(7)

De maatregelen van deze verordening zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 15 bis

In afwijking van artikel 57, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wordt, wanneer in de bijlagen II tot en met XIII bij deze verordening naar dit artikel wordt verwezen, een certificaat van oorsprong voor producten van oorsprong uit een derde land waarvoor bijzondere niet-preferentiële invoerregelingen gelden, afgegeven met gebruikmaking van het formulier in bijlage XVII bij deze verordening met inachtneming van de daarin vastgestelde technische specificaties.”.

2)

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 3, eerste alinea, wordt punt c) geschrapt;

b)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Ongebruikte hoeveelheden waarvoor invoer- of uitvoercertificaten zijn afgegeven, worden aan de Commissie meegedeeld binnen vier maanden, respectievelijk 210 kalenderdagen na het verstrijken van de geldigheidsduur van de betrokken certificaten.

Voor invoercertificaten worden de hoeveelheden die in de voorafgaande invoertariefcontingentperiode in het vrije verkeer zijn gebracht, binnen vier maanden na afloop van de tariefcontingentperiode meegedeeld.

De ongebruikte hoeveelheden waarvoor invoercertificaten zijn afgegeven op basis van door derde landen afgegeven documenten, worden niet meegedeeld.”

.

3)

Bijlage XII wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

4)

De tekst van bijlage II bij deze verordening wordt toegevoegd als bijlage XVII.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 14 februari 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1308/oj.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 van de Commissie van 17 december 2019 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor de Verordeningen (EU) nr. 1306/2013, (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 510/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het systeem voor het beheer van tariefcontingenten met certificaten (PB L 185 van 12.6.2020, blz. 24, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/761/oj).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2015/2447/oj).

(4)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/679/oj).


BIJLAGE I

In bijlage XII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/761 wordt in de tabellen van tariefcontingenten met de volgnummers 09.4211, 09.4214, 09.4217, 09.4251, 09.4252, 09.4253, 09.4410 en 09.4420 de rij “Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen” vervangen door:

Bewijs van oorsprong voor het in het vrije verkeer brengen

Ja. Overeenkomstig de artikelen 57, 58 en 59 van Verordening (EU) 2015/2447 en artikel 15 bis van de onderhavige verordening”


BIJLAGE II

“BIJLAGE XVII

Model van een digitaal certificaat van oorsprong voor bepaalde producten waarvoor bijzondere niet-preferentiële invoerregelingen gelden, als bedoeld in artikel 15 bis

Inleidende aantekeningen:

1.

De geldigheidsduur van certificaten van oorsprong voor producten van oorsprong uit een derde land waarvoor bijzondere niet-preferentiële invoerregelingen gelden, bedraagt twaalf maanden vanaf de datum van afgifte door de instanties van afgifte.

2.

De douaneautoriteiten vergelijken het door de marktdeelnemers ingediende document met het overeenkomstige document in de onlinedatabank die door de instantie van afgifte van het betrokken derde land beschikbaar is gesteld. De douaneautoriteiten van de Unie aanvaarden uitsluitend het document in de databank van het derde land.

3.

De documenten worden in machineschrift in één van de officiële talen van de Unie ingevuld. De vermeldingen in het aan de douaneautoriteiten voorgelegde afgedrukte document mogen niet worden gewist of overschreven.

4.

De documenten bevatten een volgnummer waarmee ze van andere documenten kunnen worden onderscheiden, en daarnaast de volgende gegevens:

a)

in de vakken 1 en 2 de gegevens ter identificatie van respectievelijk de in het derde land gevestigde afzender en de in de Unie gevestigde geadresseerde;

b)

in vak 3 de gegevens ter identificatie van de instantie van het derde land die het document heeft afgegeven, en haar embleem;

c)

in vak 4 het land van oorsprong;

d)

in vak 5:

i)

het volgnummer van het invoercertificaat dat is afgegeven door de lidstaat waarop het document betrekking heeft;

ii)

alle aanvullende gegevens die vereist zijn voor de uitvoering van de Uniewetgeving inzake de bijzondere invoerregelingen;

iii)

alleen bij afgifte achteraf, de volgende vermelding in één van de officiële talen van de Europese Unie:

Expedido a posteriori,

Udstedt efterfølgende,

Nachträglich ausgestellt,

Εκδοθέν εκ των υστέρων,

Issued retrospectively,

Délivré a posteriori,

Rilasciato a posteriori,

Afgegeven a posteriori,

Emitido a posteriori,

Annettu jälkikäteen/utfärdat i efterhand,

Utfärdat i efterhand,

Vystaveno dodatečně,

Välja antud tagasiulatuvalt,

Izsniegts retrospektīvi,

Retrospektyvusis išdavimas,

Kiadva visszamenőleges hatállyal,

Maħruġ retrospettivament,

Wystawione retrospektywnie,

Vyhotovené dodatočne,

Издаден впоследствие,

Eliberat ulterior,

Izdano naknadno;

e)

in vak 6 het volgnummer van de zending waarmee de goederen in het douanegebied van de Unie aankomen, alsmede de artikel- en merknummers, het aantal en de soort van de colli en de omschrijving van de goederen;

f)

in vak 7 de hoeveelheid in kg van de in het vrije verkeer te brengen producten, in zowel netto- als brutomassa;

g)

in vak 8 de authentieke handtekening van de functionaris en het authentieke zegel van de instantie van afgifte van het derde land, die ten minste gelijkwaardig zijn aan geavanceerde elektronische handtekeningen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1). Het zegel mag worden vervangen door een QR-code die linkt naar de databank waarin het originele document in digitaal formaat is opgeslagen;

h)

vak 9 wordt niet ingevuld;

i)

onderaan de bladzijde dan wel in vak 5 of vak 8 moet het internetadres waar de douaneautoriteiten het originele document in digitaal formaat kunnen vinden, duidelijk worden vermeld.

5.

Elk document moet zijn voorzien van een volgnummer waarmee het van andere documenten kan worden onderscheiden, en moet het stempel van de instantie van afgifte en de handtekening van de tot ondertekening ervan gemachtigde persoon of personen dragen.

1

Afzender

Documentnummer

2

Geadresseerde

3

Instantie van afgifte

4

Land van oorsprong

5

Opmerkingen

6

Volgnummer — Merken en nummers — Aantal en aard van de colli — OMSCHRIJVING VAN DE GOEDEREN

7

Bruto- en nettomassa (kg)

8

HIERBIJ WORDT VERKLAARD DAT DE HIERBOVEN OMSCHREVEN GOEDEREN VAN OORSPRONG ZIJN UIT HET IN VAK 4 GENOEMDE LAND EN DAT DE GEGEVENS IN DE VAKKEN 5 EN 6 JUIST ZIJN (*1) .

9

BESTEMD VOOR DE DOUANEAUTORITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

”.

(1)  Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 73, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2014/910/oj).

(*1)  Om de echtheid van dit document te verifiëren, kunt u de QR-code scannen of de volgende link openen:


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/567/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top