(1)

Verordening (EU) 2023/194 van de Raad (1) stelt voor 2023 voor bepaalde visbestanden de vangstmogelijkheden vast die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. De bij Verordening (EU) 2023/194 vastgestelde totale toegestane vangsten (TAC’s) moeten worden gewijzigd op grond van de bekendmaking van wetenschappelijk advies en op grond van de uitkomst van het overleg met derde landen.

(2)

Verordening (EU) 2023/194 stelt een voorlopige TAC vast voor Noordse garnaal (Pandalus borealis) in de wateren van de Unie en de Noorse wateren van ICES-sector 3a voor 2023. De Unie en Noorwegen hebben overleg gepleegd over het niveau van de TAC voor Noordse garnaal in de ICES-sectoren 3a en 4a Oost voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024. Dat overleg vond plaats op basis van het door de Raad op 12 juni 2023 bekrachtigde standpunt van de Unie. Op 29 juni 2023 hebben de Unie en Noorwegen overeenstemming bereikt over een TAC voor de ICES-sectoren 3a en 4a Oost, te weten 6 076 ton, waarvan 4 253 ton moet worden toegewezen aan ICES-sector 3a. Dat TAC-niveau komt overeen met wat het niveau van het ICES-advies voor dat bestand voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 zou zijn geweest indien het advies zou zijn gebaseerd op de veronderstelling dat de vangstmogelijkheden in de eerste helft van 2023 niet volledig waren benut en dat op 1 juli 2023 900 ton onbevist was gebleven. Volgens de vangstcijfers van de Unie en Noorwegen komt die latere veronderstelling overeen met het benuttingsniveau van de vangstmogelijkheden op 1 juli 2023. Om over te stappen van de vaststelling van een halfjaarlijkse naar een jaarlijkse TAC voor Noordse garnaal in ICES-sector 3a: i) moet de voorlopige TAC voor dat bestand voor 2023 worden vervangen door een definitieve TAC voor de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2023 op het niveau dat met Noorwegen is overeengekomen op 17 maart 2023, en ii) moet de TAC voor dat bestand voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 30 juni 2024 worden vastgesteld op het niveau dat met Noorwegen is overeengekomen op 29 juni 2023.

(3)

Verordening (EU) 2023/194 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(4)

Om de visserijactiviteiten te kunnen voortzetten, moet deze verordening onverwijld in werking treden.

(5)

De bepalingen van deze verordening betreffende de vangstmogelijkheden voor Noordse garnaal moeten van toepassing zijn met ingang van respectievelijk 1 januari 2023 en 1 juli 2023. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken vangstmogelijkheden worden verhoogd of nog niet zijn opgebruikt,