Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1092

Verordening (EU) 2023/1092 van de Europese Centrale Bank van 25 mei 2023 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2157/1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (ECB/2023/13)

ECB/2023/13

PB L 146 van 6.6.2023, p. 15–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/1092/oj

6.6.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 146/15


VERORDENING (EU) 2023/1092 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 25 mei 2023

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2157/1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (ECB/2023/13)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 132,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 19.1 en artikel 34.3,

Gezien Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de ECB om sancties op te leggen (1), en met name artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Door de Europese Centrale Bank (ECB) opgelegde sancties wegens niet-nakoming van verplichtingen die voortvloeien uit verordeningen of besluiten van de ECB moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. Om de doeltreffendheid en de afschrikkende werking van haar sanctiebevoegdheden verder te vergroten, en omwille van de consistentie en de rechtszekerheid, moet de ECB als standaardregel een besluit tot oplegging van een sanctie of daarmee verband houdende informatie publiceren. Dit zorgt ervoor dat de uitoefening van de sanctiebevoegdheid van de ECB doeltreffender is om ondernemingen die de uit verordeningen of besluiten van de ECB voortvloeiende verplichtingen moeten naleven, af te schrikken, waardoor de afschrikkende werking van een geldelijke sanctie wordt versterkt.

(2)

De publicatie van sancties versterkt de transparantie van de besluitvorming en de verantwoordingsplicht van de ECB bij het opleggen ervan, onder meer door het mogelijk te maken dat sancties die aan verschillende ondernemingen worden opgelegd met elkaar kunnen worden vergeleken. De publicatie van sancties komt derhalve ten goede aan de ondernemingen die de uit verordeningen of besluiten van de ECB voortvloeiende verplichtingen moeten naleven en bevordert een eerlijke en billijke behandeling. Het publiceren van het bedrag zorgt er bovendien voor dat kan worden nagegaan of er geen ongerechtvaardigd verschil is tussen de sancties, waardoor het beginsel van non-discriminatie wordt versterkt en gelijkwaardige concurrentievoorwaarden worden gegarandeerd.

(3)

De publicatie van door de ECB opgelegde sancties op het gebied van haar centralebanktaken is in overeenstemming met toepasselijke regelingen voor sancties die worden opgelegd op het gebied van toezicht, waar alle sancties worden gepubliceerd (2) tenzij er specifieke uitzonderingen van toepassing zijn. Overwegingen aangaande het coherentiebeginsel stimuleren de publicatie van sancties met betrekking tot alle taken van de ECB, omdat een soortgelijke redenering voor geldt voor publicaties. De publicatie van sancties dient enerzijds als signaal aan de markt en, in bepaalde gevallen, aan potentiële tegenpartijen van de aan sancties onderworpen entiteit. Anderzijds versterkt de publicatie de afschrikkende werking van de sanctie.

(4)

De publicatie van sancties vergroot de zichtbaarheid van doelmatige handhaving en bevordert het vertrouwen van het publiek in de ECB en de instellingen van de Unie in het algemeen.

(5)

Gezien de specifieke kenmerken van de financiële markten moeten op de publicatie van de details van een sanctie zorgvuldig omschreven uitzonderingen van toepassing zijn, teneinde rekening te houden met gerechtvaardigde markt-, zekerheids- en zakelijke belangen. Met name indien de publicatie de stabiliteit van de financiële markten of het financiële stelsel of een lopend strafrechtelijk onderzoek in gevaar zou brengen of de betrokken onderneming onevenredige schade zou toebrengen, moet de publicatie van de details van een sanctie geanonimiseerd geschieden of te worden uitgesteld indien dergelijke omstandigheden waarschijnlijk binnen een redelijke termijn zullen verdwijnen. Dit weerspiegelt het algemeen toepasselijke evenredigheidsbeginsel. Ten slotte zou er een uitzondering moeten gelden voor het geval dat publicatie zou leiden tot de bekendmaking van vertrouwelijke informatie en de ECB van oordeel is dat het risico voor legitieme openbare veiligheidsbelangen niet kan worden beperkt. Dit is met name van belang op het gebied van bankbiljetten en het toezicht op systeemrelevante betalingssystemen.

(6)

In overeenstemming met de algemene bevoegdheid om te beslissen of een sanctie wordt opgelegd, beslist de directie ook of er een uitzonderingsgrond voor publicatie van toepassing is. In dit verband neemt de directie nota van de redenen die door de onderzoekseenheid of de bevoegde nationale centrale bank naar voren zijn gebracht. Indien zij besluit dat een uitzondering van toepassing is, moet dit worden vermeld in haar beslissing om de sanctie op te leggen; anders wordt de sanctie gepubliceerd.

(7)

In elk geval laat de ECB zich bij het bepalen van de passende sanctie en het al of niet toepassen van een uitzondering op de publicatie van bepaalde informatie leiden door het evenredigheidsbeginsel.

(8)

Derhalve moet Verordening (EC) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank (ECB/1999/4) (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Verordening (EG) nr. 2157/1999 (ECB/1999/4) wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 7 bis wordt als volgt gewijzigd:

(a)

in lid 1 wordt de volgende zin toegevoegd:

“Indien de onderzoekseenheid of de bevoegde nationale centrale bank van oordeel is dat een of meer van de in artikel 9, lid 1, genoemde uitzonderingen van toepassing zijn, specificeert zij dit in haar voorstel.”;

(b)

het volgende lid 7 bis wordt ingevoegd:

“7 bis.   Indien de directie op basis van een volledig dossier van oordeel is dat een sanctie moet worden opgelegd, maar dat een of meer van de in artikel 9, lid 1, genoemde uitzonderingen van toepassing zijn, besluit zij of en in hoeverre de sanctie wordt gepubliceerd.”

;

2.

In artikel 8, lid 3, wordt punt b) vervangen door:

“b)

het besluit van de directie wijzigen door een van de volgende elementen te wijzigen:

i)

het bedrag van de op te leggen sanctie;

ii)

de gronden die tot een inbreuk hebben geleid;

iii)

of en in hoeverre de sanctie wordt gepubliceerd;”;

3.

In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De ECB publiceert een besluit tot oplegging van sancties in geval van een inbreuk op een verordening of besluit van de ECB onverwijld op haar officiële website zodra dat besluit definitief is geworden overeenkomstig artikel 3, lid 8, van Verordening (EG) nr. 2532/98.

De publicatie bevat informatie over het type en de aard van de inbreuk, de identiteit van de betrokken onderneming en het bedrag en de aard van de sanctie, tenzij de directie vaststelt dat een dergelijke publicatie:

a)

de stabiliteit van de financiële markten of het financiële stelsel of een lopend strafrechtelijk onderzoek in gevaar zou brengen;

b)

de betrokken onderneming, voor zover kan worden vastgesteld, onevenredige schade zou toebrengen, of

c)

zou resulteren in de bekendmaking van vertrouwelijke informatie, waardoor legitieme openbare veiligheidsbelangen, zoals de veiligheid en bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten of het veilige beheer van cyber- of operationele risico’s voor systeemrelevante betalingssystemen in gevaar zouden komen.

Onder de in de tweede alinea, punten a) tot en met c), genoemde omstandigheden worden besluiten betreffende sancties geanonimiseerd gepubliceerd. Indien het aannemelijk is dat dergelijke omstandigheden binnen een redelijke termijn zullen verdwijnen, kan publicatie op basis van dit lid eventueel worden uitgesteld voor die periode.

Voor de toepassing van de tweede alinea, punt c), kan de ECB ervoor kiezen een besluit tot oplegging van een sanctie niet te publiceren wanneer zij van oordeel is dat het risico voor legitieme openbare veiligheidsbelangen kan worden beperkt door de desbetreffende besluiten geanonimiseerd te publiceren of door de publicatie ervan uit te stellen, zoals bedoeld in de vorige alinea.

Indien tegen een besluit tot oplegging van een sanctie beroep wordt ingesteld bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, maakt de ECB onverwijld ook informatie over de status van het betrokken beroep en de uitkomst daarvan bekend op haar officiële website.

De krachtens dit lid gepubliceerde de informatie blijft ten minste vijf jaar op de officiële website van de ECB staan.”

;

4.

Aan artikel 11 wordt het volgende lid 7 toegevoegd:

“7.   In de situaties zoals bedoeld in lid 4, eerste streepje, en lid 5 publiceert de ECB de opgelegde sanctie in overeenstemming met artikel 9, lid 1. Indien de directie een door de bevoegde nationale centrale bank ingediend voorstel aanvaardt waarin wordt bepaald dat een of meer van de in artikel 9, lid 1, tweede alinea, genoemde uitzonderingen van toepassing zijn, kan zij besluiten dat besluit geanonimiseerde te publiceren of de publicatie ervan uit te stellen. Wanneer de uitzondering van artikel 9, lid 1, tweede alinea, punt c), van toepassing is, kan de directie besluiten de opgelegde sanctie niet te publiceren.”

.

Artikel 2

Slotbepalingen

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Frankfurt am Main, 25 mei 2023.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)   PB L 318 van 27.11.1998, blz. 4.

(2)  Artikel 18, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen (PB L 287 van 29.10.2013, blz. 63) en artikel 132 van Verordening (EU) nr. 468/2014 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2014 tot vaststelling van een kader voor samenwerking binnen het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme tussen de Europese Centrale Bank en nationale bevoegde autoriteiten en met nationale aangewezen autoriteiten (GTM-kaderverordening) (ECB/2014/17) (PB L 141 van 14.5.2014, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank van 23 september 1999 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen (ECB/1999/4) (PB L 264 van 12.10.1999, blz. 21).


Top