Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R2334

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2334 van de Commissie van 29 november 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 betreffende de toepassing van toezicht op beschikkingen betreffende bindende inlichtingen en tot invoering van soepelheid bij de procedures voor de afgifte of de opstelling van bewijzen van oorsprong

    C/2022/8497

    PB L 309 van 30.11.2022, p. 1–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/2334/oj

    30.11.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 309/1


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/2334 VAN DE COMMISSIE

    van 29 november 2022

    tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 betreffende de toepassing van toezicht op beschikkingen betreffende bindende inlichtingen en tot invoering van soepelheid bij de procedures voor de afgifte of de opstelling van bewijzen van oorsprong

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name de artikelen 25 en 66,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Artikel 20 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie (2) regelt dat wanneer douaneformaliteiten worden vervuld door of voor rekening van de houder van een beschikking inzake een bindende tariefinlichting (BTI) voor goederen die door een BTI-beschikking worden gedekt, dit in de douaneaangifte wordt vermeld door het referentienummer van de BTI-beschikking te vermelden. De verplichting om het referentienummer van de beschikking inzake een bindende oorsprongsinlichting in de douaneaangifte te vermelden, is alleen bepaald in bijlage B bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie (3) als aantekening bij gegevenselement 12 12 001 000.

    (2)

    Met het oog op correct toezicht door de douaneautoriteiten van het gebruik van een beschikking inzake een bindende oorsprongsinlichting door de vergunninghouder en van de naleving van de uit die beschikking voortvloeiende verplichtingen moet de verplichting overeenkomstig artikel 20 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 om het referentienummer van de beschikking in de douaneaangifte te vermelden, voor alle beschikkingen inzake bindende inlichtingen gelden.

    (3)

    Gedurende de eerste technische vergadering over de overgangsregels van oorsprong op 5 februari 2020 in Brussel zijn de Unie en twintig andere overeenkomstsluitende partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (“de PEM-conventie”) (4) overeengekomen om de herziene voorschriften van de PEM-conventie (5) (“de overgangsregels van oorsprong”) naast de oorsprongsregels van de PEM-conventie uit te voeren, op overgangsbasis vanaf 1 september 2021, in afwachting van de vaststelling van de herziene voorschriften van de PEM-conventie.

    (4)

    Sinds 1 september 2021 zijn tussen de Unie en de overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie reeds 13 bilaterale protocollen inzake oorsprongsregels in werking getreden, waardoor de overgangsregels van toepassing zijn geworden (6). Het proces ter uitvoering van de overgangsregels met de overige overeenkomstsluitende partijen is lopende, en hangt af van de voltooiing door de partijen van de vaststellingsprocedures.

    (5)

    Het doel van de overgangsregels van oorsprong is soepelere oorsprongsregels in te voeren om de kwalificatie van preferentiële oorsprong voor goederen te vergemakkelijken. Aangezien de oorsprongsregels doorgaans soepeler zijn dan die van de PEM-conventie, kunnen goederen die aan de laatstgenoemde voldoen, ook krachtens de overgangsregels van oorsprong als van oorsprong worden aangemerkt, met uitzondering van bepaalde landbouwproducten die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 2, 4 tot en met 15, 16 (behalve voor verwerkte visserijproducten) en 17 tot en met 24, waarvoor de overgangsregels van oorsprong niet soepeler zijn dan de oorsprongsregels van de PEM-conventie. Daarom moeten de artikelen 61 en 62 worden gewijzigd zodat EU-exporteurs een aanvraag voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer kunnen indienen of een oorsprongsverklaring op basis van in het kader van de PEM-conventie opgemaakte leveranciersverklaringen kunnen opstellen.

    (6)

    De overgangsregels van oorsprong zijn van toepassing naast de oorsprongsregels van de PEM-conventie, waardoor twee afzonderlijke zones van cumulatie ontstaan. Daarom moet in de leveranciersverklaring van de leverancier worden aangegeven welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen, zodat de exporteur de oorsprong van goederen kan bepalen aan de hand van het juiste kader voor materialen die aan beide reeksen van oorsprongsregels voldoen.

    (7)

    De leveranciersverklaring in de bijlagen 22-17 en 22-18 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wordt gebruikt voor producten die niet van preferentiële oorsprong zijn. Aangezien die producten alleen mogen worden geproduceerd met behulp van niet-oorsprongsmaterialen, moet het invullen van het tweede punt van de verklaring optioneel zijn. Daarom moeten de voetnoten 4 en 5 van bijlage 22-17 bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 en de voetnoten 5 en 6 van bijlage 22-18 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (8)

    Overeenkomstig artikel 61, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 kunnen leveranciers de leveranciersverklaring te allen tijde verstrekken, ook na de levering van de goederen, en overeenkomstig artikel 62, lid 2, punt b), van die verordening wordt een langlopende leveranciersverklaring opgesteld voor zendingen die worden verzonden binnen een bepaalde periode, die niet meer dan twaalf maanden vóór of niet meer dan zes maanden na de datum van opstelling van de langlopende leveranciersverklaring mag liggen. Om voor de datum van inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening afgegeven leveranciersverklaringen te kunnen gebruiken voor na 1 september 2021 opgebouwde materiaalvoorraden, moet deze verordening van toepassing zijn vanaf 1 september 2021, de datum van inwerkingtreding van de overgangsregels van oorsprong tussen de Unie en verscheidene overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie.

    (9)

    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 20 wordt vervangen door:

    “Artikel 20

    Toezicht op beschikkingen betreffende bindende inlichtingen

    (Artikel 23, lid 5, van het wetboek)

    Wanneer douaneformaliteiten worden vervuld door of voor rekening van de houder van een beschikking inzake een bindende tariefinlichting voor goederen die door die beschikking worden gedekt, wordt dit in de douaneaangifte vermeld door het referentienummer van de beschikking te vermelden.”.

    2)

    In artikel 61 worden de volgende leden 1 bis en 1 ter ingevoegd:

    “1 bis.   Indien in de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (*1) (“de PEM-conventie”) twee of meer reeksen van oorsprongsregels van toepassing zijn, kan de preferentiële oorsprong van goederen worden bepaald aan de hand van een of meer reeksen van oorsprongsregels.

    De leveranciers vermelden welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen. Indien geen rechtskader is vermeld, wordt er standaard van uitgegaan dat in de leveranciersverklaring de PEM-conventie is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen.

    1 ter.   In het kader van de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie mag de exporteur de leveranciersverklaringen gebruiken als bewijsstuk bij de aanvraag voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer of bij de opstelling van een oorsprongsverklaring overeenkomstig de overgangsregels van oorsprong (*2) die naast de oorsprongsregels van de PEM-conventie gelden, indien:

    a)

    de leveranciersverklaringen de oorsprong vermelden overeenkomstig de oorsprongsregels van de PEM-conventie voor producten die onder de hoofdstukken 1, 3 en 16 (voor verwerkte visserijproducten) en 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld, en

    b)

    er geen toepassing van cumulatie plaatsvindt met overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie die uitsluitend de PEM-conventie toepassen.

    De exporteur doet het nodige om te waarborgen dat de voorwaarden voor de afgifte of de opstelling van een bewijs van oorsprong overeenkomstig een bepaalde reeks oorsprongsregels zijn vervuld.

    (*1)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 1."

    (*2)  De overgangsregels van oorsprong zijn de herziene voorschriften van de PEM-conventie (PB L 339 van 30.12.2019, blz. 1) die op overgangsbasis naast de huidige oorsprongsregels van de PEM-conventie gelden, in afwachting van de vaststelling van de herziene voorschriften van de PEM-conventie.”."

    3)

    In artikel 62 worden de volgende leden 1 bis en 1 ter ingevoegd:

    “1 bis.   Indien in de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie twee of meer reeksen van oorsprongsregels van toepassing zijn, kan de preferentiële oorsprong van goederen worden bepaald aan de hand van een of meer reeksen van oorsprongsregels.

    De leveranciers vermelden welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen. Indien geen rechtskader is vermeld, wordt er standaard van uitgegaan dat in de leveranciersverklaring de PEM-conventie is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen.

    1 ter.   In het kader van de handel tussen de overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie mag de exporteur de leveranciersverklaringen gebruiken als bewijsstuk bij de aanvraag voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer of bij de opstelling van een oorsprongsverklaring overeenkomstig de overgangsregels van oorsprong die naast de PEM-conventie gelden, indien:

    a)

    de leveranciersverklaringen de oorsprong vermelden overeenkomstig de oorsprongsregels van de PEM-conventie voor producten die onder de hoofdstukken 1, 3 en 16 (voor verwerkte visserijproducten) en 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem zijn ingedeeld, en

    b)

    er geen toepassing van cumulatie plaatsvindt met overeenkomstsluitende partijen bij de PEM-conventie die uitsluitend de PEM-conventie toepassen.

    De exporteur doet het nodige om te waarborgen dat de voorwaarden voor de afgifte of de opstelling van een bewijs van oorsprong overeenkomstig een bepaalde reeks oorsprongsregels zijn vervuld.”.

    4)

    In bijlage 22-15 wordt voetnoot 3 vervangen door:

    “(3)

    Betrokken land, groep van landen of gebied. Indien de preferentiële oorsprong van een product uit een land, een groep van landen of een gebied kan worden verkregen krachtens meer dan één oorsprongsregel, vermelden de leveranciers welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen (te weten de oorsprongsregels van de PEM-conventie en/of de overgangsregels van oorsprong).

    Indien een land, een groep van landen of een gebied overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie is, en er geen rechtskader is vermeld, wordt er standaard van uitgegaan dat in de leveranciersverklaring de PEM-conventie is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen.”.

    5)

    In bijlage 22-16 wordt voetnoot 5 vervangen door:

    “(5)

    Betrokken land, groep van landen of gebied. Indien de preferentiële oorsprong van een product uit een land, een groep van landen of een gebied kan worden verkregen krachtens meer dan één oorsprongsregel, vermelden de leveranciers welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen (te weten de oorsprongsregels van de PEM-conventie en/of de overgangsregels van oorsprong).

    Indien een land, een groep van landen of een gebied overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie is, en er geen rechtskader is vermeld, wordt er standaard van uitgegaan dat in de leveranciersverklaring de PEM-conventie is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen.”.

    6)

    In bijlage 22-17 wordt voetnoot 4 vervangen door:

    “(4)

    Alleen invullen indien van toepassing. De Unie, het land, de groep landen of het gebied waaruit de materialen van oorsprong zijn.”.

    7)

    In bijlage 22-17 wordt voetnoot 5 vervangen door:

    “(5)

    Alleen invullen indien van toepassing. Betrokken land, groep van landen of gebied. Indien de preferentiële oorsprong van een product uit een land, een groep van landen of een gebied kan worden verkregen krachtens meer dan één oorsprongsregel, vermelden de leveranciers welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen (te weten de oorsprongsregels van de PEM-conventie en/of de overgangsregels van oorsprong).

    Indien een land, een groep van landen of een gebied overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie is, en er geen rechtskader is vermeld, wordt er standaard van uitgegaan dat de leveranciersverklaring naar de PEM-conventie verwijst om de oorsprong van de goederen vast te stellen.”.

    8)

    In bijlage 22-18 wordt voetnoot 5 vervangen door:

    “(5)

    Alleen invullen indien van toepassing. De Unie, het land, de groep landen of het gebied waaruit de materialen van oorsprong zijn.”.

    9)

    In bijlage 22-18 wordt voetnoot 6 vervangen door:

    “(6)

    Alleen invullen indien van toepassing. Betrokken land, groep van landen of gebied. Indien de preferentiële oorsprong van een product uit een land, een groep van landen of een gebied kan worden verkregen krachtens meer dan één oorsprongsregel, vermelden de leveranciers welk rechtskader is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen (te weten de oorsprongsregels van de PEM-conventie en/of de overgangsregels van oorsprong).

    Indien een land, een groep van landen of een gebied overeenkomstsluitende partij bij de PEM-conventie is, en er geen rechtskader is vermeld, wordt standaard aangenomen dat in de leveranciersverklaring de PEM-conventie is gebruikt om de oorsprong van de goederen vast te stellen.”.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 1, punten 2 tot en met 9, is van toepassing met ingang van 1 september 2021.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 29 november 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 558).

    (3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PB L 343 van 29.12.2015, blz. 1).

    (4)  PB L 54 van 26.2.2013, blz. 4.

    (5)  PB L 339 van 30.12.2019, blz. 1.

    (6)  PB C 202 van 19.5.2022, blz. 1.


    Top