Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1533

    Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 van de Commissie van 17 september 2021 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 (Voor de EER relevante tekst)

    C/2021/6613

    PB L 330 van 20.9.2021, p. 72–85 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 02/08/2023; opgeheven door 32023R1453

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2021/1533/oj

    20.9.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 330/72


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2021/1533 VAN DE COMMISSIE

    van 17 september 2021

    tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (1), en met name artikel 53, lid 1, punt b), ii),

    Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (2), en met name artikel 54, lid 4, eerste alinea, punt b), en artikel 90, eerste alinea, punten a), c) en f),

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Na het ongeval in de kerncentrale van Fukushima op 11 maart 2011 werd de Commissie ervan in kennis gesteld dat het radionuclidegehalte in bepaalde levensmiddelen van oorsprong uit Japan de in Japan geldende actiedrempels voor levensmiddelen overschreed. Aangezien een dergelijke besmetting een bedreiging kan vormen voor de gezondheid van mens en dier in de Unie, zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 297/2011 van de Commissie (3) bijzondere voorwaarden vastgesteld voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan. Die uitvoeringsverordening is ingetrokken en achtereenvolgens vervangen door de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 961/2011 (4), (EU) nr. 284/2012 (5), (EU) nr. 996/2012 (6), (EU) nr. 322/2014 (7) en (EU) 2016/6 (8) van de Commissie. Om de consistentie te waarborgen en de uitvoering te vergemakkelijken, zijn de maximale radionuclideniveaus in die verordeningen vastgesteld in overeenstemming met de waarden in de desbetreffende Japanse wetgeving; die praktijk moet worden gehandhaafd.

    (2)

    Verordening (EU) 2017/625 bepaalt dat goederen die uit hoofde van een overeenkomstig artikel 53 van Verordening (EG) nr. 178/2002 vastgestelde handeling zijn onderworpen aan een noodmaatregel, bij binnenkomst in de Unie aan officiële controles worden onderworpen.

    (3)

    Om de uitvoering van officiële controles van onder deze verordening vallende levensmiddelen en diervoeders bij binnenkomst in de Unie te vergemakkelijken, is het passend één model van officieel certificaat vast te stellen. Het is ook passend voorschriften vast te stellen voor de afgifte van officiële certificaten, naast de voorschriften van titel II, hoofdstuk VII, van Verordening (EU) 2017/625 en, voor papieren certificaten, die van artikel 39, lid 1, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie (9) en artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (10). Voor een coherente aanpak moet voorts worden bepaald dat officiële certificaten die overeenkomstig deze verordening worden afgegeven, moeten worden vervangen overeenkomstig de in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 vastgestelde procedures voor de afgifte van vervangende certificaten.

    (4)

    De bestaande maatregelen zijn herzien op basis van de meer dan 87 000 gegevens over de aanwezigheid van radioactiviteit in andere diervoeders en levensmiddelen dan rundvlees en van de meer dan 429 000 gegevens over de aanwezigheid van radioactiviteit in rundvlees die door de Japanse autoriteiten werden verstrekt in verband met het negende en het tiende groeiseizoen na het ongeval (gegevens verstrekt van januari 2019 tot en met december 2020).

    (5)

    In het licht van die gegevens blijkt dat de verplichting om producten vóór uitvoer naar de Unie te bemonsteren en te analyseren voor bepaalde producten moet worden gehandhaafd of ingesteld, maar voor andere producten kan worden opgeheven. Naast de reeds aan deze verplichting onderworpen producten is het met name passend om de bemonstering en analyse te eisen van wilde paddenstoelen en afgeleide producten daarvan van oorsprong uit de prefecturen Iwate, Nagano, Niigata en Ibaraki, van vis en visserijproducten uit Gunma, van wilde adelaarsvaren en afgeleide producten daarvan uit Fukushima en van Japanse koningsvaren en afgeleide producten daarvan uit de prefectuur Miyagi. De verplichting van bemonstering en analyse vóór uitvoer naar de Unie kan echter worden opgeheven voor araliascheuten en afgeleide producten daarvan van oorsprong uit de prefecturen Fukushima, Miyagi en Gunma, bamboe en afgeleide producten daarvan uit de prefectuur Fukushima, paddenstoelen en afgeleide producten daarvan uit de prefectuur Gunma, en koshiabura en afgeleide producten daarvan uit de prefecturen Shizuoka, Yamanashi en Yamagata. Bovendien werd niet-naleving wat paddenstoelen betreft alleen vastgesteld bij wilde paddenstoelen, wat adelaarsvaren betreft alleen bij wilde adelaarsvaren en wat (Japanse) kaki’s betreft alleen bij gedroogde (Japanse) kaki’s. Daarom moet de verplichting om deze producten te bemonsteren en te analyseren respectievelijk worden beperkt tot de in het wild groeiende of gedroogde vormen daarvan.

    (6)

    Uit de officiële controles bij binnenkomst in de Unie blijkt dat de bijzondere voorwaarden waarin het Unierecht voorziet, door de Japanse autoriteiten correct worden nageleefd, en bij officiële controles is al meer dan negen jaar geen niet-naleving van het Unierecht geconstateerd. Daarom is het passend de lage frequentie van officiële controles bij binnenkomst in de Unie van onder deze verordening vallende levensmiddelen en diervoeders te handhaven.

    (7)

    Het is aangewezen deze verordening te herzien zodra de resultaten van de bemonstering en analyse met het oog op de vaststelling van radioactiviteit in diervoeders en levensmiddelen van het elfde en het twaalfde groeiseizoen na het ongeval (2021 en 2022) beschikbaar zijn.

    (8)

    Aangezien de wijzigingen in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 substantieel zijn, is het duidelijkheidshalve passend die verordening te vervangen.

    (9)

    Om een vlotte overgang naar de nieuwe maatregelen mogelijk te maken, is het passend te voorzien in een overgangsmaatregel voor zendingen die vergezeld gaan van officiële verklaringen die zijn afgegeven overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6, mits die zijn afgegeven vóór de inwerkingtreding van deze verordening.

    (10)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   Deze verordening stelt de voorwaarden vast voor de binnenkomst in de Unie van levensmiddelen, met inbegrip van minder belangrijke levensmiddelen, en diervoeders in de zin van artikel 1 van Verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad (11) (“de producten”), van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan en bestemd om in de Unie in de handel te worden gebracht.

    2.   Deze verordening is niet van toepassing op de volgende categorieën zendingen van de producten met een brutogewicht van niet meer dan 10 kg vers product of 2 kg droog product:

    a)

    zendingen die als handelsmonsters, als laboratoriummonsters of als demonstratiemateriaal voor tentoonstellingen worden verzonden en die niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht;

    b)

    zendingen die in de persoonlijke bagage van reizigers voor persoonlijke consumptie of persoonlijk gebruik worden vervoerd;

    c)

    niet-commerciële zendingen die aan natuurlijke personen worden verzonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht;

    d)

    zendingen die bestemd zijn voor wetenschappelijke doeleinden.

    Bij twijfel over het beoogde gebruik van de producten ligt de bewijslast respectievelijk bij de eigenaar van de persoonlijke bagage en bij de ontvanger.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder “vanuit hetzelfde grondgebied of derde land komen” als bedoeld in artikel 3, punt 37, van Verordening (EU) 2017/625 verstaan:

    afkomstig zijn uit dezelfde prefectuur in Japan, voor producten waarvoor op grond van artikel 4 bemonstering en analyse vereist zijn;

    afkomstig zijn uit een of meer prefecturen in Japan, die allemaal in dezelfde situatie als bedoeld in artikel 4, lid 3, verkeren, voor de andere producten die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.

    Artikel 3

    Voorwaarden voor binnenkomst in de Unie

    1.   De producten mogen de Unie alleen binnenkomen als zij aan deze verordening voldoen.

    2.   De producten dienen te voldoen aan het maximale niveau voor het totaal van cesium-134 en cesium-137 als vastgesteld in bijlage I.

    3.   Elke zending van in bijlage II vermelde producten, met verwijzing naar de desbetreffende code van de gecombineerde nomenclatuur, van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan, gaat vergezeld van het in artikel 4 bedoelde officiële certificaat. Elke zending wordt geïdentificeerd door middel van een identificatiecode die wordt vermeld op het officiële certificaat en op het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) als bedoeld in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625.

    4.   De lijst van producten in bijlage II laat de vereisten van Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad (12) onverlet.

    Artikel 4

    Officieel certificaat

    1.   Elke zending producten genoemd in en vallende onder de in bijlage II genoemde GN-codes of van samengestelde producten die voor meer dan 50 % uit de in bijlage II genoemde producten bestaan, van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan, gaat vergezeld van een geldig officieel certificaat, opgesteld en ondertekend overeenkomstig artikel 5.

    2.   Het in lid 1 bedoelde officiële certificaat bevestigt dat de producten voldoen aan de toepasselijke Japanse wetgeving en aan het in bijlage I vastgestelde maximale niveau voor het totaal van cesium-134 en cesium-137.

    3.   In het in lid 1 bedoelde officiële certificaat wordt bovendien vermeld dat een van de volgende bepalingen van toepassing is:

    a)

    het product is niet van oorsprong uit en niet verzonden vanuit een van de in bijlage II vermelde prefecturen waarvoor de bemonstering en analyse van dit product vereist zijn;

    b)

    het product is verzonden vanuit maar niet van oorsprong uit een van de in bijlage II vermelde prefecturen waarvoor de bemonstering en analyse van dit product vereist zijn en is tijdens de doorvoer of verwerking niet aan radioactiviteit blootgesteld;

    c)

    het product is van oorsprong uit een van de in bijlage II vermelde prefecturen waarvoor de bemonstering en analyse van dit product vereist zijn en gaat vergezeld van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse;

    d)

    de oorsprong van het product of van meer dan 50 % van de ingrediënten ervan is onbekend en het product gaat vergezeld van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse.

    4.   In bijlage II genoemde vis en visserijproducten die in de kustwateren van de prefecturen Fukushima en Gunma zijn gevangen of geoogst, gaan vergezeld van het officiële certificaat zoals bedoeld in lid 1 en van een analyserapport met de resultaten van de bemonstering en analyse, ongeacht waar in Japan deze producten aan land zijn gebracht.

    Artikel 5

    Opstelling en ondertekening van het officiële certificaat

    1.   Het in artikel 4 bedoelde officiële certificaat wordt opgesteld volgens het model in bijlage III.

    2.   Voor de in de artikel 4, lid 3, punten a) en b), bedoelde producten wordt het officiële certificaat ondertekend door een gemachtigd vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit of onder het gezag en toezicht van de bevoegde Japanse autoriteit door een gemachtigde vertegenwoordiger van een door de bevoegde Japanse autoriteit gemachtigde instantie.

    3.   Voor de in artikel 4, lid 3, punten c) en d), en in artikel 4, lid 4, bedoelde producten wordt het officiële certificaat ondertekend door een daartoe gemachtigde vertegenwoordiger van de bevoegde Japanse autoriteit en gaat zij vergezeld van een analyseverslag dat de resultaten van de bemonstering en de analyse bevat.

    4.   Het officiële certificaat voldoet aan de voorschriften voor officiële certificaten in artikel 5 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.

    5.   De bevoegde autoriteiten mogen een vervangend officieel certificaat alleen afgeven overeenkomstig de voorschriften van artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235.

    6.   Het officiële certificaat wordt ingevuld op basis van de instructies in bijlage IV bij deze verordening.

    Artikel 6

    Officiële controles bij binnenkomst in de Unie

    1.   Zendingen van in artikel 4, lid 1, bedoelde producten worden in grenscontroleposten onderworpen aan officiële controles bij binnenkomst in de Unie.

    2.   Andere dan de in artikel 4, lid 4, bedoelde producten kunnen op de in artikel 53, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde controlepunten worden onderworpen aan materiële en overeenstemmingscontroles, die worden uitgevoerd overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie (13).

    3.   Naast documentencontroles op alle zendingen voeren de bevoegde autoriteiten van de grenscontrolepost of controlepunten steekproefsgewijze overeenstemmingscontroles en steekproefsgewijze materiële controles uit, met inbegrip van een laboratoriumanalyse, op de aanwezigheid van cesium-134 en cesium-137. De analyseresultaten moeten binnen ten hoogste vijf werkdagen beschikbaar zijn.

    Artikel 7

    Vrijgave voor het vrije verkeer

    De douaneautoriteiten verlenen alleen vrijgave voor het vrije verkeer van zendingen van de in artikel 4, lid 1, vermelde producten na overlegging van een naar behoren ingevuld gezondheidsdocument van binnenkomst als bedoeld in artikel 57, lid 2, punt b), van Verordening (EU) 2017/625, waarin wordt bevestigd dat de zending aan de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde toepasselijke regels voldoet.

    Artikel 8

    Herziening

    Deze verordening wordt herzien vóór 30 juni 2023.

    Artikel 9

    Intrekking

    Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 wordt ingetrokken.

    Artikel 10

    Overgangsbepaling

    Zendingen diervoeders en levensmiddelen die binnen het toepassingsgebied van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 vallen en die vergezeld gaan van een officiële verklaring die vóór 10 oktober 2021 overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 is afgegeven, mogen in de Unie worden ingevoerd onder de voorwaarden van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6.

    Artikel 11

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 september 2021.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1.

    (2)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 297/2011 van de Commissie van 25 maart 2011 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima (PB L 80 van 26.3.2011, blz. 5).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 961/2011 van de Commissie van 27 september 2011 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 297/2011 (PB L 252 van 28.9.2011, blz. 10).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 van de Commissie van 29 maart 2012 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 961/2011 (PB L 92 van 30.3.2012, blz. 16).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 996/2012 van de Commissie van 26 oktober 2012 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 284/2012 (PB L 299 van 27.10.2012, blz. 31).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 322/2014 van de Commissie van 28 maart 2014 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima (PB L 95 van 29.3.2014, blz. 1).

    (8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2016/6 van de Commissie van 5 januari 2016 tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 322/2014 (PB L 3 van 6.1.2016, blz. 5).

    (9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1715 van de Commissie van 30 september 2019 tot vaststelling van regels inzake de werking van het informatiemanagementsysteem voor officiële controles en de systeemcomponenten ervan (“de Imsoc-verordening”) (PB L 261 van 14.10.2019, blz. 37).

    (10)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).

    (11)  Verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad van 15 januari 2016 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 en de Verordeningen (Euratom) nr. 944/89 en (Euratom) nr. 770/990 van de Commissie (PB L 13 van 20.1.2016, blz. 2).

    (12)  Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (PB L 327 van 11.12.2015, blz. 1).

    (13)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de regels voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder op controlepunten overeenstemmingscontroles en materiële controles op bepaalde goederen kunnen worden uitgevoerd, en voor de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder documentencontroles op afstand van de grenscontroleposten kunnen worden uitgevoerd (PB L 321 van 12.12.2019, blz. 64).


    BIJLAGE I

    Maximale niveaus voor levensmiddelen  (1) (Bq/kg)

     

    Levensmiddelen voor zuigelingen en peuters

    Melk en dranken op basis van melk

    Mineraalwater en soortgelijke dranken en thee bereid uit ongefermenteerde bladeren

    Andere levensmiddelen

    Totaal cesium-134 en cesium-137

    50

    50

    10

    100


    Maximale niveaus voor diervoeders  (2) (Bq/kg)

     

    Diervoeders bestemd voor runderen en paarden

    Diervoeders bestemd voor varkens

    Diervoeders bestemd voor pluimvee

    Diervoeders bestemd voor vissen (3)

    Totaal cesium-134 en cesium-137

    100

    80

    160

    40


    (1)  Voor gedroogde producten die bestemd zijn voor consumptie in gereconstitueerde staat, geldt het maximale niveau voor het gereconstitueerde gebruiksklare product.

    Voor gedroogde paddenstoelen geldt een reconstitutiefactor 5.

    Voor thee geldt het maximale niveau voor het uit ongefermenteerde theebladeren bereide aftreksel. Het maximale niveau van 10 Bq/kg voor thee bereid uit ongefermenteerde bladeren komt overeen met 500 Bq/kg in gedroogde theebladeren.

    (2)  Maximaal niveau voor diervoeder met een vochtgehalte van 12 %.

    (3)  Met uitzondering van voer voor siervissen.


    BIJLAGE II

    Levensmiddelen en diervoeders waarvoor bemonstering en analyse op de aanwezigheid van cesium-134 en cesium-137 vóór uitvoer naar de Unie vereist zijn

    a)

    producten van oorsprong uit de prefectuur Fukushima:

    wilde paddenstoelen en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 51 00, ex 0709 59, ex 0710 80 61, ex 0710 80 69, ex 0711 51 00, ex 0711 59 00, ex 0712 31 00, ex 0712 32 00, ex 0712 33 00, ex 0712 39 00, ex 2001 90 50, ex 2003 10, ex 2003 90 en ex 2005 99 80;

    vis en visserijproducten van de GN-codes 0302, 0303, 0304, 0305, 0308, 1504 10, 1504 20 en 1604, met uitzondering van:

    Japanse geelstaart (Seriola quinqueradiata) en Kaapse geelstaart (Seriola lalandi) van de GN-codes ex 0302 89 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    grote geelstaart (Seriola dumerili) van de GN-codes ex 0302 89 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Japanse zeebrasem (Pagrus major) van de GN-codes 0302 85 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Nieuw-Zeelandse horsmakreel (Pseudocaranx dentex) van de GN-codes ex 0302 49 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Pacifische blauwvintonijn (Thunnus orientalis) van de GN-codes ex 0302 35, ex 0303 45, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 14 41, ex 1604 14 48 en ex 1604 20 70;

    Spaanse makreel (Scomber japonicus) van de GN-codes ex 0302 44 00, ex 0303 54 10, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 49, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 30, ex 0305 54 90, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, 1604 15 en ex 1604 20 50;

    wilde adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    koshiabura (scheut van Eleutherococcus sciadophylloides) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    gedroogde (Japanse) kaki (Diospyros sp.) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0810 70 00, ex 0811 90, ex 0812 90 en ex 0813 50;

    b)

    producten van oorsprong uit de prefectuur Miyagi:

    wilde paddenstoelen en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 51 00, ex 0709 59, ex 0710 80 61, ex 0710 80 69, ex 0711 51 00, ex 0711 59 00, ex 0712 31 00, ex 0712 32 00, ex 0712 33 00, ex 0712 39 00, ex 2001 90 50, ex 2003 10, ex 2003 90 en ex 2005 99 80;

    bamboescheuten (Phyllostacys pubescens) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90, ex 0712 90, ex 2004 90 en 2005 91 00;

    wilde adelaarsvaren (Pteridium aquilinum) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    koshiabura (scheut van Eleutherococcus sciadophylloides) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    Japanse koningsvaren (Osmunda japonica) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes 0709 99, 0710 80, 0711 90 en 0712 90;

    c)

    producten van oorsprong uit de prefectuur Gunma:

    vis en visserijproducten van de GN-codes 0302, 0303, 0304, 0305, 0308, 1504 10, 1504 20 en 1604, met uitzondering van:

    Japanse geelstaart (Seriola quinqueradiata) en Kaapse geelstaart (Seriola lalandi) van de GN-codes ex 0302 89 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    grote geelstaart (Seriola dumerili) van de GN-codes ex 0302 89 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Japanse zeebrasem (Pagrus major) van de GN-codes 0302 85 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Nieuw-Zeelandse horsmakreel (Pseudocaranx dentex) van de GN-codes ex 0302 49 90, ex 0303 89 90, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 19 91, ex 1604 19 97 en ex 1604 20 90;

    Pacifische blauwvintonijn (Thunnus orientalis) van de GN-codes ex 0302 35, ex 0303 45, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 90, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 80, ex 0305 59 85, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, ex 1604 14 41, ex 1604 14 48 en ex 1604 20 70;

    Spaanse makreel (Scomber japonicus) van de GN-codes ex 0302 44 00, ex 0303 54 10, ex 0304 49 90, ex 0304 59 90, ex 0304 89 49, ex 0304 99 99, ex 0305 10 00, ex 0305 20 00, ex 0305 39 90, ex 0305 49 30, ex 0305 54 90, ex 0305 69 80, ex 0305 72 00, ex 0305 79 00, ex 1504 10, ex 1504 20, 1604 15 en ex 1604 20 50;

    koshiabura (scheut van Eleutherococcus sciadophylloides) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    d)

    producten van oorsprong uit de prefecturen Yamanashi, Yamagata, Iwate of Shizuoka:

    wilde paddenstoelen en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 51 00, ex 0709 59, ex 0710 80 61, ex 0710 80 69, ex 0711 51 00, ex 0711 59 00, ex 0712 31 00, ex 0712 32 00, ex 0712 33 00, ex 0712 39 00, ex 2001 90 50, ex 2003 10, ex 2003 90 en ex 2005 99 80;

    e)

    producten van oorsprong uit de prefecturen Ibaraki, Nagano of Niigata:

    wilde paddenstoelen en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 51 00, ex 0709 59, ex 0710 80 61, ex 0710 80 69, ex 0711 51 00, ex 0711 59 00, ex 0712 31 00, ex 0712 32 00, ex 0712 33 00, ex 0712 39 00, ex 2001 90 50, ex 2003 10, ex 2003 90 en ex 2005 99 80;

    koshiabura (scheut van Eleutherococcus sciadophylloides) en afgeleide producten daarvan van de GN-codes ex 0709 99, ex 0710 80, ex 0711 90 en ex 0712 90;

    f)

    samengestelde producten die voor meer dan 50 % uit een of meer van de in deze bijlage, punten a) tot en met e), bedoelde producten bestaan.


    BIJLAGE III

    MODEL VAN HET IN ARTIKEL 4 BEDOELDE OFFICIËLE CERTIFICAAT

    Image 1

     

    JAPAN

    Officieel certificaat voor de binnenkomst van levensmiddelen en diervoeders in de Unie

     

    II.

    Officiële certificering

    II.a

    Referentienummer certificaat

    II.b

    Referentienummer Imsoc

     

    Ingevolge Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 van de Commissie tot vaststelling van bijzondere voorwaarden voor de invoer van levensmiddelen en diervoeders van oorsprong uit of verzonden vanuit Japan in verband met het ongeval in de kerncentrale van Fukushima, CERTIFICEERT

    …(de in artikel 5, lid 2 of 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 bedoelde gemachtigde vertegenwoordiger)

    dat de zending in overeenstemming is met de geldende wetgeving in Japan met betrekking tot de maximale niveaus voor het totaal van cesium-134 en cesium-137;

    dat de zending de volgende producten bevat:

    producten bedoeld in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 die niet van oorsprong zijn uit en niet verzonden zijn vanuit een van de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 opgenomen prefecturen waarvoor bemonstering en analyse van dit product vereist zijn;

    producten bedoeld in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 die verzonden zijn maar niet van oorsprong zijn uit een van de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 opgenomen prefecturen waarvoor een bemonstering en analyse van dit product is vereist en die tijdens de doorvoer of de verwerking niet aan radioactiviteit werden blootgesteld;

    producten bedoeld in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 die van oorsprong zijn uit een van de in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 opgenomen prefecturen waarvoor bemonstering en analyse van dit product vereist zijn en die zijn bemonsterd op … (datum), en aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op… (datum) in … (naam van het laboratorium) om het niveau van de radionucliden cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd;

    producten bedoeld in bijlage II bij Uitvoeringsverordening 2021/1533 van onbekende oorsprong, of een afgeleid product daarvan, of een samengesteld diervoeder of levensmiddel dat voor meer dan 50 % dergelijke producten bevat als ingrediënt(en) van onbekende oorsprong, die zijn bemonsterd op … (datum) en aan laboratoriumanalysen zijn onderworpen op … (datum) in … (naam van het laboratorium), om het niveau van de radionucliden cesium-134 en cesium-137 te bepalen. Het analyserapport is bijgevoegd.

    Gedaan … te …

    Opmerkingen

    Zie de aanwijzingen voor het invullen in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 van de Commissie.

    Deel II: De kleur van de handtekening moet verschillen van die van de gedrukte tekst. Hetzelfde geldt voor andere stempels dan reliëfstempels en watermerken.

     

    Stempel en handtekening van de gemachtigde vertegenwoordiger bedoeld in artikel 5, lid 2 of 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533


    BIJLAGE IV

    INSTRUCTIES VOOR HET INVULLEN VAN HET IN ARTIKEL 4 BEDOELDE OFFICIËLE CERTIFICAAT [

    Algemeen

    Om een optie te selecteren moet het overeenstemmende vakje worden aangevinkt of met een kruisje (X) worden gemerkt.

    De “ISO-code” is de internationale gestandaardiseerde tweeletterige code voor een land overeenkomstig de internationale norm ISO 3166 alpha-2 (1).

    In de vakken I.15, I.18 en I.20 mag slechts één optie worden geselecteerd.

    Tenzij anders vermeld, zijn de vakken verplicht.

    Indien de geadresseerde, de grenscontrolepost van binnenkomst of de gegevens over het vervoer (d.w.z. de vervoermiddelen en de datum) veranderen nadat het certificaat is afgegeven, moet de voor de zending verantwoordelijke exploitant de bevoegde autoriteit van de lidstaat van binnenkomst hiervan in kennis stellen. Een dergelijke verandering leidt niet tot een aanvraag voor een vervangend certificaat.

    Indien het officiële certificaat in het Imsoc is ingediend, geldt het volgende:

    de in deel I vermelde gegevens of vakken vormen de gegevenswoordenboeken voor de elektronische versie van het officiële certificaat;

    de volgorde van de vakken in deel I van het model van officieel certificaat en de grootte en vorm van die vakken zijn indicatief;

    wanneer een stempel vereist is, is het elektronische equivalent daarvan een elektronisch zegel. Dit zegel moet voldoen aan de regels voor de afgifte van elektronische certificaten als bedoeld in artikel 90, eerste alinea, punt f), van Verordening (EU) 2017/625.

    DEEL I

    Gegevens betreffende de zending

    Land:

    De naam van het derde land dat het officiële certificaat afgeeft.

    Vak I.1.

    Verzender/exporteur: de naam en het adres (straat, stad en regio, provincie of staat, naargelang het geval) van de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die de zending verzendt en die in het derde land moet zijn gevestigd.

    Vak I.2.

    Referentienummer certificaat: de unieke verplichte code die door de bevoegde autoriteit van het derde land wordt toegewezen overeenkomstig haar eigen classificatie. Dit vak is verplicht voor alle officiële certificaten die niet in het Imsoc worden ingediend.

    Vak I.2.a.

    Referentienummer Imsoc: de unieke referentiecode die automatisch door Imsoc wordt toegewezen als het officiële certificaat in Imsoc wordt geregistreerd. Dit vak moet niet worden ingevuld als het officiële certificaat niet in het Imsoc wordt ingediend.

    Vak I.3.

    Centrale bevoegde autoriteit: de naam van de centrale autoriteit in het derde land die het officiële certificaat afgeeft.

    Vak I.4.

    Lokale bevoegde autoriteit: de naam van de lokale autoriteit in het derde land die het officiële certificaat afgeeft, indien van toepassing.

    Vak I.5.

    Geadresseerde/importeur: naam en adres van de natuurlijke persoon of rechtspersoon voor wie de zending bestemd is in de lidstaat.

    Vak I.6.

    Voor de zending verantwoordelijke exploitant: de naam en het adres van de persoon in de Unie die verantwoordelijk is voor de zending wanneer die bij de grenscontrolepost wordt aangeboden en die als importeur of namens de importeur de nodige certificaten indient bij de bevoegde autoriteiten. Dit vak is optioneel.

    Vak I.7.

    Land van oorsprong: de naam en de ISO-code van het land waaruit de goederen afkomstig zijn dan wel waar zij zijn geteeld, geoogst of geproduceerd.

    Vak I.8.

    Prefectuur waaruit de goederen afkomstig zijn of waar zij zijn geteeld, geoogst of geproduceerd

    Vak I.9.

    Land van bestemming: de naam en de ISO-code van het land van bestemming in de Europese Unie van de producten.

    Vak I.11.

    Plaats van verzending: de naam en het adres van de bedrijven of inrichtingen waaruit de producten afkomstig zijn.

    Elke eenheid van een onderneming in de levensmiddelensector. Alleen de inrichting die de producten verzendt, moet worden genoemd. In het geval van handel waarbij meer dan één derde land is betrokken (driehoekshandel), is de plaats van verzending de laatste in een derde land gevestigde inrichting van de uitvoerketen waaruit de definitieve zending naar de Unie wordt vervoerd.

    Vak I.12.

    Plaats van bestemming: deze informatie is optioneel.

    Voor het in de handel brengen: de plaats waar de producten naartoe worden gebracht voor de laatste lossing. Vermeld de naam, het adres en het erkenningsnummer van de bedrijven of inrichtingen op de plaats van bestemming, indien van toepassing.

    Vak I.14.

    Datum en tijdstip van vertrek: de datum waarop het vervoermiddel vertrekt (vliegtuig, vaartuig, treinwagon of wegvoertuig).

    Vak I.15.

    Vervoermiddel: vervoermiddel bij het verlaten van het land van verzending.

    Vervoerswijze: vliegtuig, vaartuig, treinwagon, wegvoertuig of ander. Onder “ander” worden vervoerswijzen verstaan die niet onder Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad (2) vallen.

    Identificatie van het vervoermiddel: voor vliegtuigen het vluchtnummer, voor vaartuigen de naam van het schip, voor treinwagons de code van de trein en het wagonnummer, voor wegvoertuigen het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger.

    In het geval van een ferry moeten bovendien de identificatiegegevens van het wegvoertuig, het kentekennummer en indien van toepassing ook het nummer van de aanhanger, en de naam van de geplande ferry worden vermeld.

    Vak I.16.

    Grenscontrolepost van binnenkomst: vermeld de naam van de grenscontrolepost en de door Imsoc toegewezen identificatiecode ervan.

    Vak I.17.

    Begeleidende documenten:

     

    Laboratoriumrapport: vermeld het referentienummer en de datum van afgifte van het rapport/de resultaten van de laboratoriumanalyse als bedoeld in artikel 4, lid 3, punten c) en d), en artikel 4, lid 4.

     

    Andere: het type en het referentienummer van het document moeten worden vermeld wanneer een zending vergezeld gaat van andere documenten, zoals een handelsdocument (bv. het nummer van de luchtvrachtbrief, het nummer van het cognossement of het commercieel registratienummer van de trein of het wegvoertuig).

    Vak I.18.

    Vervoersomstandigheden: categorie van de vereiste temperatuur tijdens het vervoer van de producten (omgevingstemperatuur, gekoeld, ingevroren). Er mag slechts één categorie worden geselecteerd.

    Vak I.19.

    Containernummer/zegelnummer: de desbetreffende nummers, indien van toepassing.

    Het containernummer moet worden vermeld als de goederen in gesloten containers worden vervoerd.

    Alleen het nummer van het officiële zegel moet worden vermeld. Het gaat om een officieel zegel als een zegel op de container, vrachtwagen of treinwagon wordt aangebracht onder toezicht van de bevoegde autoriteit die het officiële certificaat afgeeft.

    Vak I.20.

    Goederen aangegeven voor: vermeld het beoogde gebruik voor producten als vermeld in het desbetreffende officiële certificaat van de Unie.

    Menselijke consumptie: betreft alleen voor menselijke consumptie bestemde producten.

    Vak I.22.

    Voor de interne markt: voor alle zendingen die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht.

    Vak I.23.

    Totaal aantal verpakkingen: het aantal verpakkingen. In het geval van bulkzendingen is dit vak facultatief.

    Vak I.24.

    Hoeveelheid:

     

    Totaal nettogewicht: dit wordt gedefinieerd als de massa van de goederen zelf zonder de onmiddellijke verpakkingen of andere verpakkingen.

     

    Totaal brutogewicht: het totale gewicht in kilogram. Dit wordt gedefinieerd als de totale massa van de producten inclusief de onmiddellijke verpakkingen en alle andere verpakkingen, maar exclusief de transportcontainers en andere transportmiddelen.

    Vak I.25.

    Omschrijving van de goederen: vermeld de desbetreffende code van het geharmoniseerd systeem (GS-code) en de door de Werelddouaneorganisatie bepaalde titel zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (3). Deze douanebeschrijving wordt in voorkomend geval aangevuld met alle informatie die nodig is voor de indeling van de producten.

    Vermeld de soort, de productsoorten, het aantal verpakkingen, de aard van de verpakking, het nummer van de partij, het nettogewicht en de eindverbruiker (d.w.z. producten worden voor de eindverbruiker verpakt).

    Soort: de wetenschappelijke benaming, of zoals gedefinieerd overeenkomstig het recht van de Unie.

    Aard van de verpakking: Vermeld de aard van de verpakking.

    DEEL II

    Officiële certificering

    Dit deel moet worden ingevuld door een in artikel 5, lid 2 of 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/1533 bedoelde gemachtigde vertegenwoordiger

    Vak II.

    Officieel certificaat: vul dit deel in overeenkomstig de specifieke eisen van de Unie met betrekking tot de aard van de producten.

    Indien het officiële certificaat niet in het Imsoc wordt ingediend, moeten de niet-relevante vermeldingen worden doorgehaald en door de gemachtigde certificerende ambtenaar worden geparafeerd en van een stempel worden voorzien dan wel volledig uit het officiële certificaat worden verwijderd.

    Indien het officiële certificaat in het Imsoc wordt ingediend, moeten de niet-relevante verklaringen worden doorgehaald of volledig uit het officiële certificaat worden verwijderd.

    Vak II.a.

    Referentienummer certificaat: dezelfde referentiecode als in vak I.2.

    Vak II.b.

    Referentienummer Imsoc: dezelfde referentiecode als in vak I.2.a. Alleen verplicht voor in het Imsoc afgegeven officiële certificaten.

    Gemachtigde vertegenwoordiger

    :

    Ambtenaar van de bevoegde autoriteit van het derde land die door die autoriteiten gemachtigd is om officiële certificaten te ondertekenen. Vermeld de naam in hoofdletters, hoedanigheid en titel, indien van toepassing, identificatienummer en origineel stempel van de bevoegde autoriteit en datum van ondertekening.


    (1)  Lijst van namen van landen en code-elementen: http://www.iso.org/iso/country_codes/iso-3166-1_decoding_table.htm

    (2)  Verordening (EG) nr. 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PB L 3 van 5.1.2005, blz. 1).

    (3)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).


    Top