EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020R0035

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/35 van de Commissie van 15 januari 2020 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

C/2020/190

PB L 12 van 16.1.2020, p. 13–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/35/oj

16.1.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 12/13


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2020/35 VAN DE COMMISSIE

van 15 januari 2020

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (1), en met name artikel 20, lid 2,

Gezien Verordening (EU) 2015/755 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer uit bepaalde derde landen (2), en met name artikel 16, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 (3) (“de definitieve verordening”) heeft de Europese Commissie (“de Commissie”) definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van bepaalde staalproducten ingesteld. De bij die verordening ingestelde maatregelen behelzen een tariefcontingent ten aanzien van 26 categorieën staalproducten, dat hoog genoeg is om de traditionele handelsstromen te handhaven. Meer bepaald zijn de kwantitatieve drempels vastgesteld aan de hand van de invoer in de periode 2015-2017, verhoogd met 5 % om voldoende aanbod mogelijk te maken en de concurrentie op de EU-markt te waarborgen. Enkel boven de vastgestelde kwantitatieve drempels voor elke afzonderlijke productcategorie zou een tarief van 25 % gelden.

(2)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1590 (4) (“de wijzigingsverordening”) heeft de Commissie, op grond van het belang van de Unie, deze maatregelen na een nieuw onderzoek gewijzigd om rekening te houden met de veranderende omstandigheden tijdens de periode dat de maatregelen van kracht zijn en om de maatregelen doeltreffender te maken.

(3)

In het kader van dit nieuwe onderzoek hebben sommige partijen, waaronder de European Automobile Manufacturers” Association (Europese Federatie van Autoproducenten, “ACEA”), verzocht om productcategorie 4B (metallisch beklede bladen die voornamelijk in de automobielindustrie worden gebruikt) van het toepassingsgebied van de maatregelen uit te sluiten. De ACEA voerde aan dat het gebruik van deze productcategorie door de automobielindustrie van de Unie van vitaal belang was voor het voortzetten van de normale handelstransacties van deze bedrijfstak. Hoewel de Commissie erkende dat het in het belang van de Unie was om de traditionele handelsstromen van de door de automobielindustrie gebruikte productsoorten af te schermen, waren er volgens haar geen redenen om de desbetreffende productcategorie zonder meer van het tariefcontingentensysteem uit te sluiten. Na overleg met alle belanghebbenden besloot de Commissie derhalve categorie 4B (die ook producten voor andere toepassingen kan omvatten) niet uit te sluiten, maar het gebruik daarvan te beperken tot de invoer die aantoonbaar een bijzondere bestemming in de automobielindustrie heeft. Daarom werd de overeenkomstige invoer bij de wijzigingsverordening onder de regeling bijzondere bestemming als bedoeld in artikel 254 van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (5) geplaatst. De automobielsector en zijn staalleveranciers waren over het algemeen ingenomen met deze oplossing, aangezien daarmee het exclusieve gebruik van het tariefcontingent voor productcategorie 4B door de automobielindustrie van de Unie zou worden veiliggesteld en de traditionele handelsstromen zouden worden beschermd. Ook bij de WTO-leden bleek na overleg geen bezwaar tegen deze wijziging met betrekking tot categorie 4B te bestaan.

(4)

Na de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening bleef de Commissie in nauw contact staan met de ACEA en de (in het bijzonder Koreaanse) exporteurs van staalproducten uit categorie 4B. Aangezien de verwerkende ondernemingen het product waarvoor de voorgeschreven bijzondere bestemming geldt, niet rechtstreeks invoerden, was voor de toepassing van die regeling nauwe samenwerking tussen alle bij de invoer betrokken partijen vereist vanaf het tijdstip waarop de initiële orders werden geplaatst tot het tijdstip waarop de ingevoerde producten de eindgebruiker bereikten. De Commissie werd erop gewezen dat de noodzakelijke nauwe samenwerking tussen de verschillende marktdeelnemers (betreffende de verlenging van bestaande vergunningen voor de automobielindustrie van de Unie, de verlening van nieuwe vergunningen ten behoeve van importeurs en/of de overdracht van rechten en plichten tussen de verschillende partijen in de desbetreffende toeleveringsketen) niet heeft gefunctioneerd zoals oorspronkelijk verwacht. Bijgevolg kon na de inwerkingtreding van de gewijzigde maatregelen een groot deel van de invoer in het kader van productcategorie 4B niet plaatsvinden, ondanks het feit dat de Commissie, de exporteurs, de staalimporteurs en de nationale douaneautoriteiten van de EU-lidstaten en derde landen nauw bij de oplossing van deze problemen samenwerkten. Het bleek evenmin mogelijk de administratieve procedure te versnellen om de vereiste vergunningen bijzondere bestemming te verkrijgen.

(5)

Voorts is gebleken dat elke oplossing voor de toepassing van een doeltreffende regeling bijzondere bestemming meer tijd zou vergen, zonder garantie dat adequate en onmiddellijke maatregelen zouden worden vastgesteld. In de tussentijd wordt een aanzienlijk deel van de producten van categorie 4B in afwachting van inklaring aan de douanegrens van de Unie tegengehouden. Dat heeft ernstige negatieve gevolgen voor de toeleveringsketens op basis van een just-in-time-systeem of ontregelt die zelfs, met name omdat de automobielindustrie van de Unie in hoge mate op zeer gespecialiseerde staalsoorten is aangewezen. Gezien de daaruit voortvloeiende mogelijke negatieve economische gevolgen en het feit dat dergelijke beperkingen duidelijk in tegenspraak zijn met haar doelstelling om in het belang van de Unie de traditionele handelsstromen te waarborgen, stelt de Commissie zich, na raadpleging van alle ter zake belanghebbenden, op het standpunt dat de regeling bijzondere bestemming voor deze categorie moet worden ingetrokken.

(6)

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 en de bijlagen daarbij moeten daarom opnieuw worden gewijzigd, zodat op passende wijze rekening wordt gehouden met de situatie van vóór de invoering van de voorgeschreven bijzondere bestemming voor de categorieën 4A en 4B bij de wijzigingsverordening.

(7)

Na overleg met Korea — het land van uitvoer dat het meest door de regeling bijzondere bestemming wordt getroffen — was de Commissie van oordeel dat de verdeling van het tariefcontingent voor dit land over de productcategorieën 4A en 4B, zoals vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159, eveneens moet worden gewijzigd. Dit is noodzakelijk om rekening te houden met de hoeveelheid staalsoorten voor de automobielsector die sinds de inwerkingtreding van de wijzigingsverordening in het kader van productcategorie 4A zijn ingevoerd, aangezien deze niet kunnen worden ingevoerd in het kader van productcategorie 4B waarop de regeling bijzondere bestemming van toepassing is.

(8)

De Commissie blijft van mening dat in het belang van de Unie in een latere fase een specifiek mechanisme, hetzij de regeling bijzondere bestemming (zodra de uitvoeringsproblemen zijn opgelost), hetzij een alternatief systeem van welke aard dan ook, noodzakelijk kan zijn om de invoer van staalsoorten voor de automobielsector in het kader van productcategorie 4B af te schermen. Deze aspecten zullen daarom in het kader van een toekomstig nieuw onderzoek opnieuw worden beoordeeld op basis van de opmerkingen en voorstellen van de belanghebbenden alsmede van andere ontwikkelingen die deze productcategorie betreffen. In dit verband wordt voorts opgemerkt dat de Commissie onlangs een onderzoek heeft geopend naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen ten aanzien van bepaald corrosiebestendig staal van oorsprong uit de Volksrepubliek China dat onder productcategorie 4 valt (6).

(9)

De onderhavige verordening moet met terugwerkende kracht worden toegepast, zodat de bij de wijzigingsverordening ingevoerde voorgeschreven bijzondere bestemming met ingang van 1 oktober 2019 wordt ingetrokken. Hierdoor zal het ook mogelijk zijn vrijwaringsrechten die eventueel op grond van het bij de wijzigingsverordening vastgestelde tariefcontingent zijn betaald, maar die na de inwerkingtreding van de onderhavige verordening niet langer gerechtvaardigd zijn, terug te betalen.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 3, lid 3, van Verordening (EU) 2015/478 respectievelijk artikel 22, lid 3, van Verordening (EU) 2015/755 ingestelde Comité vrijwaringsmaatregelen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 wordt vervangen door:

“2.   Voor elk van de betrokken productcategorieën, met uitzondering van de productcategorieën 1 en 25, wordt een deel van elk tariefcontingent toegewezen aan de in bijlage IV gespecificeerde landen.”.

2.   De rubriek betreffende de categorieën 4A en 4B van bijlage IV.1, Omvang tariefcontingenten, bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 wordt vervangen door de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 2019.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 15 januari 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16.

(2)  PB L 123 van 19.5.2015, blz. 33.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 van de Commissie van 31 januari 2019 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 31 van 1.2.2019, blz. 27).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1590 van de Commissie van 26 september 2019 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/159 tot instelling van definitieve vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde staalproducten (PB L 248 van 27.9.2019, blz. 28).

(5)  Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).

(6)  PB L 304 van 26.11.2019, blz. 10.


BIJLAGE

Productnummer

Productcategorie

GN-/Taric-codes

Toewijzing per land (indien van toepassing)

Van 2.2.2019 t.e.m. 30.6.2019

Van 1.7.2019 t.e.m. 30.6.2020

Van 1.7.2020 t.e.m. 30.6.2021

Aanvullend recht

Volgnummers

Omvang tariefcontingent (ton netto)

Omvang tariefcontingent (ton netto)

Omvang tariefcontingent (ton netto)

4A (1)

Metallisch beklede bladen

Taric-codes: 7210410020 , 7210490020 7210610020 , 7210690020 , 7212300020 , 7212506120 , 7212506920 , 7225920020 , 7225990011 , 7225990022 , 7225990040 , 7225990091 , 7225990092 , 7226993010 , 7226997011 , 7226997091 , 7226997094

Korea (Republiek)

69 571,10

328 792,63

180 804,79

25 %

09.8816

India

83 060,42

209 574,26

215 861,48

25 %

09.8817

Andere landen

761 518,93

1 921 429,81

1 979 072,71

25 %

 (2)

4B  (3)

GN-codes: 7210 20 00 , 7210 30 00 , 7210 90 80 , 7212 20 00 , 7212 50 20 , 7212 50 30 , 7212 50 40 , 7212 50 90 , 7225 91 00 , 7226 99 10

Taric-codes: 7210410080 , 7210490080 , 7210610080 , 7210690080 , 7212300080 , 7212506180 , 7212506980 , 7225920080 , 7225990025 , 7225990095 , 7226993090 , 7226997019 , 7226997096

China

204 951,07

517 123,19

532 636,89

25 %

09.8821

Korea (Republiek)

249 533,26

476 356,93

648 499,26

25 %

09.8822

India

118 594,25

299 231,59

308 208,54

25 %

09.8823

Taiwan

49 248,78

124 262,26

127 990,13

25 %

09.8824

Andere landen

125 598,05

316 903,26

326 410,36

25 %

 (4)


(1)  Aan antidumpingrechten onderworpen producten.

(2)  Van 2.2.2019 tot en met 31.3.2019, van 1.7.2019 tot en met 31.3.2020 en van 1.7.2020 tot en met 31.3.2021: 09.8609.

Van 1.4.2019 tot en met 30.6.2019, van 1.4.2020 tot en met 30.6.2020 en van 1.4.2021 tot en met 30.6.2021: 09.8610.

(3)  Niet aan antidumpingrechten onderworpen producten (met inbegrip van automobielen).

(4)  Van 2.2.2019 tot en met 31.3.2019, van 1.7.2019 tot en met 31.3.2020 en van 1.7.2020 tot en met 31.3.2021: 09.8611.

Van 1.4.2019 tot en met 30.6.2019, van 1.4.2020 tot en met 30.6.2020 en van 1.4.2021 tot en met 30.6.2021: 09.8612.


Top