Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019D2002

    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2019/2002 van de Commissie van 28 november 2019 waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om ramingen te blijven gebruiken voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw met betrekking tot het internationaal personenvervoer tot eind 2023 (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 8590) (Slechts de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)

    C/2019/8590

    PB L 310 van 2.12.2019, p. 50–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/2002/oj

    2.12.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 310/50


    UITVOERINGSBESLUIT (EU, Euratom) 2019/2002 VAN DE COMMISSIE

    van 28 november 2019

    waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om ramingen te blijven gebruiken voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw met betrekking tot het internationaal personenvervoer tot eind 2023

    (Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 8590)

    (Slechts de tekst in de Bulgaarse taal is authentiek)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

    Gezien Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 van de Raad van 29 mei 1989 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 6, lid 3, tweede streepje,

    Na raadpleging van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op grond van artikel 390 bis van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad (2) mag Bulgarije, onder de voorwaarden die in deze lidstaat op de datum van zijn toetreding bestonden, vrijstelling blijven verlenen voor internationaal personenvervoer omschreven in bijlage X, deel B, punt 10, bij die richtlijn, zolang dezelfde vrijstelling wordt toegepast in één van de lidstaten die op 31 december 2006 lid van de Gemeenschap waren. Overeenkomstig dat artikel moeten die handelingen in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de grondslag van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw).

    (2)

    Bij Besluit 2010/4/EU, Euratom van de Commissie (3) was Bulgarije gemachtigd om onder meer gebruik te maken van ramingen met betrekking tot internationaal personenvervoer als bedoeld in bijlage X, deel B, punt 10, bij Richtlijn 2006/112/EG om de grondslag van de eigen middelen uit de btw van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2018 te berekenen.

    (3)

    Bij brief van 4 april 2019 heeft Bulgarije verzocht om een machtiging van de Commissie om gebruik te blijven maken van ramingen voor de berekening van de grondslag van de eigen middelen uit de btw. Bulgarije is niet in staat de grondslag van de eigen middelen uit de btw exact te berekenen voor de in bijlage X, deel B, punt 10, van Richtlijn 2006/112/EG genoemde handelingen met betrekking tot internationaal personenvervoer. Een dergelijke berekening zou wellicht een inspanning van de administratie vergen die buiten verhouding staat tot de impact van de betrokken handelingen op de totale btw-middelengrondslag van Bulgarije. Bulgarije kan deze categorie handelingen becijferen aan de hand van ramingen. Bulgarije moet daarom worden gemachtigd om de grondslag van de eigen middelen uit de btw te blijven berekenen aan de hand van ramingen met betrekking tot internationaal personenvervoer.

    (4)

    Uit overwegingen van transparantie en rechtszekerheid is het aangewezen de geldigheidsduur van de machtiging in de tijd te beperken,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bulgarije wordt gemachtigd de grondslag van de eigen middelen uit de btw vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2023 te berekenen aan de hand van ramingen met betrekking tot het in bijlage X, deel B, punt 10, bij Richtlijn 2006/112/EG genoemde internationale personenvervoer.

    Artikel 2

    Dit besluit is gericht tot de Republiek Bulgarije.

    Gedaan te Brussel, 28 november 2019.

    Voor de Commissie

    Günther OETTINGER

    Lid van de Commissie


    (1)  PB L 155 van 7.6.1989, blz. 9.

    (2)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1).

    (3)  Besluit 2010/4/EU, Euratom van de Commissie van 22 december 2009 waarbij Bulgarije wordt gemachtigd om voor de berekening van de btw-grondslag van de eigen middelen statistische gegevens over eerdere jaren dan het voorlaatste en ramingen te gebruiken (PB L 3 van 7.1.2010, blz. 17).


    Top